Thema Planten

Thema Planten

Introductie thema Planten

Kookles

Bij dit nieuwe thema starten jullie met een kookles. In tweetallen ga je bespreken welke eetbare onderdelen van de plant je kunt gebruiken in een salade: stengels, wortels, bladeren en vruchten.

Op internet ga je op zoek naar een recept. Daarna maak je een lijstje met de hoeveelheid ingredienten en dit lever je bij je docent in. De volgende les ga je de salade klaarmaken.  

 

 

Opdracht salade maken

Leerdoel 1 Bouw van een plant

 

Je kunt de organen bij zaadplanten benoemen

 

Om dit leerdoel te behalen moet je de volgende opdrachten maken:

 

Verplicht

Kookles salade maken

Kwartet plantenonderdelen

Keuze

Bomen determineren

Planten zijn belangrijk

Al het leven op aarde is afhankelijk van de energie die door de zon wordt geleverd. Deze energie moet voor mensen wel worden omgezet in iets waar ons lichaam wat aan heeft. En dat kunnen we niet zelf. Dat kan alleen door planten. Planten zetten de energie van de zon om in voedsel.  Zonder planten op de aarde zouden wij mensen en veel dieren dus niet kunnen overleven.

Of je nu in het bos, in de tuin, in huis of in de school kijkt, overal kom je planten tegen. Je ziet verschillende plantensoorten. Veel van deze planten zijn zaadplanten. Sommigen kun je eten, anderen kun je beter laten staan. Ondanks de vele verschillen hebben zaadplanten ook veel overeenkomsten. In dit thema staan zaadplanten centraal.

Hieronder zie je in een plaatje hoe uit een klein zaadje stap voor stap een plant kan groeien.

Bekijk in de volgende video hoe een zonnebloem groeit.

 

De plant van buiten

Planten bestaan uit verschillende organen, net als mensen. Weet je (nog) wat een orgaan is?

Een orgaan is:

 

In de tekening hieronder zie je de vier belangrijkste organen van een plant:

1. wortel 2. stengel 3. blad en 4. bloem

Uit het orgaan de bloem groeit een vrucht waarin zaden zitten.

Wortel

Door de wortels haalt een plant water en voedingsstoffen uit de grond. Dat doet de plant vooral met de wortelharen. Wortels kunnen reservevoedsel opslaan, daardoor kan een plant in de lente snel groeien. Wortels zetten een plant stevig vast in de grond.

Sommige wortels worden door de mens gegeten zoals bospeen of radijs.

Bestudeer de informatie over wortels: KLIK HIER

Stengel

Een plant bestaat uit vier verschillende organen namelijk wortel, stengel, blad en bloem.

De stengel draagt de bladeren, bloemen en vruchten. In de stengel lopen vaten die water en opgeloste voedingsstoffen vervoeren. Sommige stengels van planten zijn eetbaar zoals de asperge en de bleekselderij.

Bestudeer de informatie over de stengels: KLIK HIER

 

 

Blad

Planten hebben ook bladeren. Een plant kan niet zonder bladeren, want de bladeren maken voedsel voor de plant. Mensen en dieren moeten dieren of planten eten om te leven. Een plant hoeft dat niet. Planten kunnen hun eigen voedsel maken, door middel van hun bladeren.

Bladeren maken ook zuurstof, dat belangrijk is voor het leven op aarde. Zonder zuurstof is er geen leven op aarde mogelijk.

Sommige bladeren zijn eetbaar voor de mens zoals andijvie, spinazie en rode kool.

Bloemen en zaden

Bloemen zijn de mooiste organen van een plant. Maar wat is een bloem nu eigenlijk?

Bekijk de volgende video: 

Bloemen moeten insecten lokken. Deze dieren helpen bij de voortplanting van de plant. Uit de bloem groeit een vrucht met zaden. In leerdoel 3 leer je meer over de voortplanting van een plant.

 

​​

 

Kennistest

Organen van een plant (Pearson Education Inc, 2011)
Organen van een plant (Pearson Education Inc, 2011)

Verplichte opdracht

Je hebt nu al een hoop nieuwe dingen geleerd over de organen van een plant.

Mensen eten verschillende onderdelen of organen van planten zoals de bladeren, de wortels, de stengels en en de vruchten.  

Wil je weten welk onderdeel je van een plant eet? 

KLIK HIER

Ga nu zelf aan de slag met de opdracht: maak een kwartetspel

1. Lees de werkkaart

2. Gebruik het werkblad om de opdracht te maken

 

Keuze opdracht

Als je tijd over hebt mag je deze extra opdracht maken.

 

Bestudeer eerst de informatie over de bladeren: KLIK HIER

Een blad van een boom of struik
Bekiijk de afbeeldingen hieronder.


Weet jij van welke boom/struik de bladeren die je ziet afkomstig zijn?
Determineer de boomsoort met de volgende determinatietabel op het internet:
www.bomen-determineren.com.
Heb je dezelfde naam gevonden als je buurman/buurvrouw?

Nog meer oefenen?
Zoek nog enkele afbeeldingen met bladeren of vraag bladeren aan je docent.
Determineer die bladeren dan op dezelfde manier.
Vergelijk steeds jouw antwoord met het antwoord van een klasgenoot.

Leerdoel 2 Functie van organen

 

Je kunt de functie van de organen van een plant beschrijven.

Om dit leerdoel te behalen moet je de volgende opdrachten maken:

 

Verplicht

Practicum Alstroemeria

Keuze

Wortel

Wortels
De belangrijkste functies van wortels zijn:
1.    Vasthechting in de grond (de plant valt anders om of waait weg)
2.    Het opnemen van water
3.    Het opnemen van mineralen (voedingsstoffen voor de plant)
4.    Het opslaan van reservevoedsel

Alle wortels van een plant vormen samen het wortelstelsel. Er zijn verschillende wortelstelsels. Welk wortelstelsel een plant heeft hangt af van waar een plant groeit.
Hieronder zie je voorbeelden van de drie soorten wortelstelsels:

Bron: A. Roland Holst College

 

 

Aan de uiteinden van de wortel zitten wortelharen. Alleen met deze dunne uitsteeksels neemt de plant water en mineralen op uit de grond. Mineralen zijn stofjes die in de grond zitten en samen met het water worden opgenomen door de plant. Zonder mineralen zou een plant niet gezond kunnen leven.

Hieronder zie je een wortelstelsel van een paardenbloem en een madeliefje. Beide planten groeien naast elkaar in een grasveld.

Bron: A. Roland Holst College

Noem van elk worteltype een voordeel voor de plant

 

Het regent enkele dagen niet. Welke plant heeft daarvan het eerste last,
de paardenbloem of het madeliefje? Leg uit:

 

Stengel

Stengels

De belangrijkste functies van stengels zijn:
1.    Stevigheid aan de plant geven.
De stevige stengel van een boom (de stam) zorgt er voor dat een boom hoog kan worden. Ook een brandnetel heeft een stevige stengel, waardoor hij overeind kan blijven staan.

2.    Het doorgeven van water en mineralen aan de bladeren

3.    Het doorgeven van voedingsstoffen die in de bladeren zijn gemaakt, aan de wortels en de rest van de plant.

Door de stengel lopen vaten. Je kunt ze een beetje vergelijken met bloedvaten. Alleen zijn de vaten in een plant geen gesloten systeem, zoals de bloedvaten van de mens. Het water dat door de wortels wordt opgenomen, loopt via de stengel naar de bladeren en daar verdampt het water in de lucht. Het moet dus continu worden aangevoerd vanuit de wortels.
De vaten in een stengel liggen in groepjes bij elkaar. Zo’n groepje vaten noem je een vaatbundel. In de wortels liggen de vaatbundels in het midden en in de stengel liggen ze in een ring of verspreid door de stengel

Bron: http://www.vcbio.science.ru.nl

Dwarsdoorsnedes door een plantenstengel met vaatbundels:
Doorsnede 1: Vaatbundels verspreid in de stengel
Doorsnede 2: Vaatbundels in een ring

Bekijk de volgende animatie op bioplek over vaatbundels:

http://www.bioplek.org/animaties/fotosynthese/vaatbundel.html

Water

Water wordt opgenomen door de wortels en wordt door middel van de vaatbundels doorgegeven aan de bladeren.

 

Blad

Bladeren
De belangrijkste taak van bladeren is: Het maken van voedsel voor de plant.

Bladeren maken voedsel. Daarvoor hebben ze de volgende zaken nodig:
A.    Water (uit de grond)
B.    Koolstofdioxide (dat is een gas in de lucht)
C.    (zon)licht
D.    Bladgroenkorrels

De bladeren maken dus het voedsel voor de plant. Dit proces heet fotosynthese.

 

KGT: Bekijk de volgende video over fotosynthese

 

 

 

Bloemen

Bloemen dienen voor de voortplanting. Veel bloemen hebben mooie kleuren om insecten aan te trekken. Veel bloemen bestaan uit een mannelijk deel en een vrouwelijk deel.

Het vrouwelijke deel van de bloem is de stamper. De stamper bestaat uit stempel, stijl en vruchtbeginsel.

De meeldraad is het mannelijke deel van een bloem. De meeldraad bestaat uit een helmknop en een helmdraad. In helmhokjes worden stuifmeelkorrels aangemaakt. Dit zijn de mannelijke voortplantingscellen van de bloem.

Bestudeer de informatie over bloemen:

KLIK HIER

Verplichte opdracht

Je gaat nu zelf aan de slag met een practicum:

Practicum Alstroemeria:

  1. Lees de werkkaart
  2. Maak de opdrachten op het werkblad
  3. Bewaar het werkblad in je mapje

Leerdoel 3 Voortplanting

 

Je kunt uitleggen hoe planten zich kunnen voortplanten en je kunt enkele voorbeelden geven.

 

Om dit leerdoel te behalen moet je de volgende opdrachten maken:

 

Verplicht

Practicum microscopie stuifmeelkorrels

Practicum peulvrucht

Keuze

Videoles samenvatting

Bloemen

Bloemen zijn de mooiste onderdelen van een plant. Daarom zetten mensen ze graag in een vaas. Bloemen zijn niet voor niets zo mooi: ze moeten insecten lokken. Deze dieren helpen bij de voortplanting van de plant. Deze kan zo zaden maken.
Bloemen zijn de voortplantingsorganen van een plant. Ze zien er vaak verschillend uit, maar bestaan toch meestal uit dezelfde onderdelen.

Hieronder zie je een schematische tekening van een bloem. Bekijk de video en leer hoe de verschillende onderdelen van een bloem worden genoemd.

 

Bestuiving

Insectenbloemen zijn kleurrijk en verspreiden een geur om insecten te lokken.

Windbloemen zien er anders uit dan insectenbloemen. Windbloemen verspreiden hun stuifmeelkorrels door de lucht met de wind. Die hoeven dus geen insecten te lokken voor de bestuiving. Een voorbeeld van windbloemen zijn grassen.

De Meeldraden hangen vrij in de lucht zodat de stuifmeelkorrels makkelijk door de wind kunnen worden meegenomen en de stempel is groot en veerachtig om makkelijk stuifmeel uit de lucht op te kunnen vangen.

Als je hieronder klikt leer je hoe bestuiving werkt:

 

en als je op de link hieronder klikt kan je oefenen met het verschil tussen een insectenbloem en een windbloem.

http://biologiepagina.nl/Oefeningen/Bloemen/insectenbloemofwindbloem.htm

Bevruchting

Bestudeer de informatie over bevruchting:

KLIK HIER

 

Na de bestuiving zit er een stuifmeelkorrel op de stempel. De stuifmeelkorrel is de mannelijke voortplantingscel. Uit de stuifmeelkorrel groeit een buisje door de stijl naar het vruchtbeginsel. In het vruchtbeginsel liggen de zaadbeginsels. Daarin zit de vrouwelijke voortplantingscel: de eicel. Per zaadbeginsel is er 1 eicel.

Bekijk op de volgende animatie hoe na de bestuiving de bevruchting plaatsvindt:

http://www.bioplek.org/animaties/planten_dieren/bloem.html

Het zaadbeginsel groeit uit tot een zaad en het vruchtbeginsel groeit uit tot een vrucht. Zaden zitten daarom in vruchten. Denk maar aan de pitten in appels.

Wat gebeurt er met de verschillende bloemonderdelen na de bevruchting?

 

Verplichte opdracht

Ter voorbereiding op het practicum van deze les bekijk je de volgende vier video's:

Maken van een preparaat

werken met de microscoop

Preparaat huidmondjes

Tekenregels

Microscopie stuifmeelkorrels:

1. Lees de werkkaart

2. Voer het practicum microscopie stuifmeelkorrels uit

3. Maak de opdrachten op je werkblad en bewaar dit in je mapje

Verspreiding van zaden

Zaden kunnen behoorlijk groot zijn, zoals de pit van de mango, of de kokosnoot, maar ook fijn als stof. Zaden bevinden zich in een vrucht, die ervoor moet zorgen dat het zaad verspreid wordt. Een goede verspreiding is belangrijk om de kansen op een succesvolle ontkieming, groei en ontwikkeling te vergroten. Sommige soorten planten verspreiden zelf hun zaden door ze weg te schieten of weg te slingeren; voorbeelden zijn springbalsemien en ooievaarsbek. De meeste soorten planten gebruiken wind, water of dieren als vervoersmiddel.

Noem 4 manieren waarop zaden worden verspreid?

 

Bestudeer de informatie over vruchten en zaden:

KLIK HIER

 

 

Verplichte opdracht

Voer nu het practicum peulvrucht uit.

Practicum peulvrucht:

1. Lees de werkkaart

2. Vul het werkblad in

3. Bewaar het werkblad in je mapje

Samenvatting: Videoles

BBL: keuze opdracht

KGT: verplicht

 

Bekijk nu de volgende videoles over de voortplanting bij planten:

 

Leerdoel 4 Eetbare onderdelen

 

Je kunt voorbeelden noemen van planten of onderdelen van planten die mensen en dieren kunnen eten.

 

Om dit leerdoel te behalen moet je de volgende opdrachten maken:

 

Verplicht

Opdracht collage eetbare delen van een plant

 

Keuze

werkblad eetbare onderdelen

Eetbaar

Mensen zijn afhankelijk van de natuur om te eten en voor grondstoffen zoals water, katoen en hout, brandstoffen, medicijnen enzovoort. Planten zorgen voor de benodigde zuurstof.

Bij de fotosynthese maakt een plant met behulp van licht glucose. Dat is de basis waarvan de plant allerlei stoffen aanmaakt. Veel van die stoffen gebruiken wij als voedsel, zoals groente en fruit. Sommige dieren die planten eten (kippen, koeien, enzovoort) dienen ook weer als voedsel voor de mens. Planten zijn dus altijd nuttig!

Bekijk de volgende video

 

Wat eet je van een plant?

KLIK HIER

 

 

KGT Lees de informatie over hout als grondstof:

KLIK HIER

Verplichte opdracht

Maak nu de opdracht Collage eetbare delen van een plant;

1. Lees de werkkaart

2. Maak de collage

3. Bewaar de collage in de map biozorg op je laptop

Keuze opdracht

Maak het werkblad eetbare gewassen.

Als je klaar bent voeg je het werkblad toe aan je mapje.

Succes!

Leerdoel 5 De moestuin

Je kunt beschrijven welke stappen belangrijk zijn bij het aanleggen en onderhouden van een moestuin. 

 

Om dit leerdoel te behalen moet je de volgende opdrachten maken:

 

Verplicht

Verslag van excursie naar een groentekwekerij.

 

Keuze

Stap 1 Een moestuinplan

Hoe begin ik een moestuin?

Bekijk eerst de video over alle stappen voor het aanleggen en onderhouden van een moestuin

KLIK HIER

Maak een plan!

Voordat je de handen uit de mouwen steekt: denk eerst even na over een plan voor je tuin. Schets een plattegrond van je moestuin en bedenk voor jezelf welke groente je wil gaan verbouwen.

 

Waarom is een moestuinplan belangrijk?

Teeltwisseling

Alle groenten kunnen worden opgedeeld in verschillende soorten gewassen: wortelgewassen, bladgewassen, koolgewassen, vruchtgewassen en peulgewassen.

Voorbeelden van gewassoorten:

Wortelgewassen = wortel, rode biet, ui, knoflook,...

Bladgewassen = sla, spinazie, selder, andijvie, peterselie,...

Koolgewassen = broccoli, bloemkool, spruiten, radijs, kool,...

Vruchtgewassen = pompoen, courgette, komkommer, tomaat, paprika, aubergine,...

Peulgewassen = erwt, boon,…

Maak een plattegrond en verdeel de moestuin in verschillende vakken. Op één vak  plant je echter niet zomaar alles door elkaar. De boer plant de gewassen van eenzelfde soort elk jaar samen op één vak, omdat ze dezelfde voeding nodig hebben. Als jaar na jaar dezelfde gewassen op dezelfde plek staan, zal de bodem uitgeput raken en worden de planten ziek. Daarom verhuizen we de gewasgroepen elk jaar van het ene perceel naar het andere.

Stap 2 Goed gereedschap

Als het moestuinplan gemaakt is, moet je de grond bewerken. Hiervoor is goed gereedschap nodig.

De kruiwagen

De kruiwagen gebruik je om aarde, mest of compost te vervoeren.

De riek

De mestriek heeft vier ronde tanden en dient voor het scheppen van mest en compost.

De spitriek heeft vier platte tanden en gebruik je om te spitten en bij het rooien van aardappelen.

De hark

Met de hark maak je de grote kale plekken in de tuin vlak en verklein je de aardkluiten.

Het plantschopje

Met het schopje maak je kuiltjes om plantjes in de grond te steken.

De gieter

Als de grond heel droog is, geef je de zaadjes en plantjes een beetje water. Zaadjes zullen beter kiemen, de plantjes zullen beter groeien.

Het plantkoord

Dit is nuttig voor het zaaien of het planten in rechte lijnen.

De schoffel

Om plantjes die je niet wilt weg te houden, moet je regelmatig wieden en schoffelen.

De schoffel gebruik je om onkruid te verwijderen dat tussen de rijen groenten groeit. Je schuift de schoffel heen en weer over de grond om zo de allerkleinste kiemplantjes te vernietigen.

De schop

De schop dient om grond te verplaatsen.

De spade

De spade gebruik je om grond te spitten.

Stap 3 De grond voorbereiden

Als je wilt dat de plantjes goed groeien, dan moet de aarde bemest worden met compost of dierlijke mest. Door te spitten brengen we mest of compost onder de grond. Voor het zaaien en planten moet de grond vlak gemaakt worden door te harken.

KLIK HIER voor de video over spitten en zaaien.

 

We kunnen onze grond bemesten met compost. Maar wat is compost?

Compost is voedsel voor de planten

Verteerbaar tuinafval zoals bladeren, takjes, groenteafval, gras en fruitschillen kunnen allemaal op de composthoop. Compostdiertjes zoals wormen, pissebedden en andere kleine diertjes doen hun werk en binnen een jaar is het groene afval omgezet in vruchtbare tuinaarde (compost). Deze compost is voedsel voor de planten. Bovendien zorgt een composthoop er voor dat de afvalberg verkleint. Composteren is dus goed voor het milieu, onze planten en onze portemonnee.

 

 

Stap 4 Zaaien en planten

Als de grond bewerkt is, kan je zaaien of planten.

Sommige groenten, zoals radijzen en wortelen worden gezaaid. Hierbij worden radijs- of wortelzaadjes in de grond gestoken.

Andere planten, zoals prei of kolen moet geplant worden. Men steekt dan kleine prei- of koolplantjes in de grond. Aardappelen plant men niet maar poot men. Hierbij stopt men een aardappel in de grond.

Op de zaai- en plantkalender kan worden teruggevonden vanaf en tot wanneer je kan zaaien of planten en wanneer je kan oogsten. Aangekochte zaden zitten verpakt in een speciaal zakje. Hierop staan de zaai-, plant en oogsttijdstippen vermeld.

 

Verschillende manieren om te zaaien

Je kan zaadjes rechtstreeks in volle grond zaaien, maar om minder afhankelijk te zijn van de weersomstandigheden, kan je planten of zaaien in een platte bak, een tunnel of een serre. Dit wordt ook wel planten of zaaien ‘onder koud glas’ genoemd.

Tip: Als je geen platte bak, tunnel of serre hebt, kan je zaadjes ook zaaien in kleine potjes of in een zaaibak. De kleine plantjes worden dan later in volle grond geplant. Dit noemen we voorzaaien.

Stap 5 Werken in de tuin

Het onderhoud van een moestuin

Na het zaaien en planten, moet je vaak de handen uit de mouwen steken als je mooie en lekkere vruchten wil oogsten. Plantjes die té dicht bij elkaar staan, moeten we uitdunnen zodat ze voldoende ruimte hebben om te groeien. Sommige bonen hebben een stok nodig om in de hoogte te kunnen groeien. Bij tomaten moeten we de okselscheuten weghalen, pompoenplanten moeten getopt worden...

Groeien planten vanzelf?

Planten hebben eten en drinken nodig om te kunnen leven en groeien. Dit halen ze zelf uit de natuur, maar soms moeten we ze een handje helpen.

 

Er zijn vijf elementen die elke plant, bloem en boom nodig heeft om te kunnen groeien,

namelijk water, licht, lucht, aarde en warmte.

 

 

Water

Planten hebben water nodig. Bij droog weer moet je ze regelmatig besproeien.

Licht

Zonlicht is heel belangrijk voor de plant. Een plant die onvoldoende licht krijgt, vertoont na enkele dagen gele blaadjes. Sommige groenten zoals bloemkool schermen we af van het licht. Zo blijft de vrucht van de kool wit.

Lucht

Ook plantjes ademen en hebben dus lucht nodig. Planten groeien beter door re-gelmatig de grond te beluchten en door te hakken. Zuurstof en water kunnen op die manier beter tot bij de wortel.

Aarde

Aarde is op verschillende manieren nuttig voor een plant. Ten eerste biedt ze hou-vast. Ten tweede halen de wortels van de plant na een regenbui water uit de bo-dem. En ten derde bevat de aarde talloze voedingsstoffen (compost).

Warmte

Warmte bevordert de groei van de plant. De temperatuur mag niet te hoog zijn aangezien de plant kan uitdrogen maar de temperatuur mag ook niet te laag zijn want de planten ontkiemen pas bij een bepaalde minimumtemperatuur.

 

 

Ongewenste bezoekers

De planten groeien, maar hier en daar verschijnen er ook ongewenste bezoekers. Daarom moet je de moestuin van dichtbij volgen.

Hebben de slakken en rupsen mijn slablaadjes al ontdekt? Staan er brandnetels in mijn tuintje?

Omdat we natuurbewust tuinieren, gebruiken we geen giftige middelen tegen insecten en onkruid. Onkruid bestrijden we door te wieden en te schoffelen.

Slakken houden we op afstand door plastikflessen rond de plantjes te plaatsen.

Deze flessen beschermen de jonge plantjes ook tegen de vrieskou. We kunnen slakken ook lokken met een schaaltje bier of melk. Ze kruipen er in en verdrinken.

Vogels zijn soms gek op jonge plantjes, kiemende zaadjes of vers fruit. Een vogelverschrikker jaagt hen weg. Ze schrikken ook van flessen op stokken of andere voorwerpen zoals linten die geluid maken. Als dat niet helpt, dan moeten we netten over de groenten spannen. Maar vogels zijn ook nuttig in de moestuin. Ze zijn immers dol op slakken en rupsen. Daarom hangen we dicht bij de moestuin nestkastjes.

In de moestuin staan ook kruiden. Sommige kruiden (zoals tijm en lavendel) helpen tegen bladluizen. Ze worden dus niet alleen gebruikt om medicijnen te maken of om smaak te geven aan ons eten.

 

Stap 6 Oogsten en smullen maar!

In je moestuin breekt het oogsten aan. Alles is gegroeid en groen geworden. Sommige groenten pluk je of snij je af, andere zitten verstopt onder de grond en trek je uit. Om aardappelen en wortelen te oogsten moet je een spitriek gebruiken. We noemen dit rooien.

WIl je zelf thuis een moestuin beginnen?

KLIK HIER

 

 

 

 

Verplichte opdracht

Je gaat met de klas op excursie naar een kwekerij. Hiervan maak je in tweetallen een verslag dat in je mapje gaat.

Lees nu aandachtig de werkkaart door over de opdracht.

 

 

Samenvatting thema planten

Om te oefenen voor de eindtoets kun je de samenvatting lezen over het thema planten.

Klik hiervoor op onderstaande link.

De Plant

Oefentoets

Om alvast te oefenen voor de eindtoets maak je deze oefentoets.

Het resultaat noteer je in je mapje. 

Eindopdracht

Ontwerp een moestuin

Hoe ontwerp ik een tuin?

 

Bekijk de video, waarin wordt uitgelegd hoe je op papier een tuin kunt ontwerpen.

 

 

Hoe leg je een tuin aan

Samenwerkingscontract

Maak een drietal, verdeel de taken en vul het samenwerkingscontract in. Bewaar dit in je mapje. 

Ga nu aan de slag met de eindopdracht.

Eindopdracht en Rubric BBL

Eindopdracht en Rubric KGT

Eindbeoordeling

Het thema Planten wordt afgerond met een beoordeling van drie verplichte onderdelen: 

  1. De eindopdracht; telt 2x mee
  2. De eindtoets; telt 1x mee
  3. Het mapje; telt 1x mee
  • Het arrangement Thema Planten is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Eric de Zeeuw Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2018-01-23 16:14:15
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld

    Bronnen

    Bron Type
    Maken van een preparaat
    http://www.youtube.com/watch?v=A5800jIYvto
    Link
    werken met de microscoop
    https://www.youtube.com/watch?v=WbtgXQ6XpeA
    Link
    Preparaat huidmondjes
    https://www.youtube.com/watch?v=MDu6wJTeIyM
    Link
    Tekenregels
    http://youtu.be/nRSaff90r_U
    Link
    De Plant
    http://biologiepagina.nl/Brugklasnieuw/Planten/samenvatting.htm
    Link
    Hoe leg je een tuin aan
    https://www.youtube.com/watch?v=Dj62ToODlJU
    Video

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Het Perron Biozorg Onderbouw. (2017).

    Thema Planten

    https://maken.wikiwijs.nl/109005/Thema_Planten

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Kennistoets

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.