Je financiën op orde

Je financiën op orde

Introductie

Misschien heb je het zelf ook wel eens, je hebt je zakgeld gekregen of je inkomsten van je bijbaantje, maar nog voordat de maand voorbij is, is je geld al op. Om dit te voorkomen is het belangrijk om te budgetteren. Oftewel je inkomsten en uitgaven goed op elkaar afstemmen. Hoe je dit kunt doen, leer je in deze lessen.

https://pixabay.com/nl/portemonnee-credit-card-cash-2292428/

 

Aan het einde van deze les kun je:

- de verschillende inkomsten en uitgaven herkennen en benoemen;

- een begroting opstellen;

- een prioriteitenlijst opstellen;

- de voordelen en nadelen van geld lenen benoemen;

- het belang van sparen en reserveren uitleggen;

- een budgetplan opstellen.

 

Je gaat zelfstandig aan de slag met onderwerpen die links in de kolom staan. Hier staat ook een begrippenlijst om je te helpen. Lees de teksten, bekijk de filmpjes en maak de opdrachten. Door op rechtsonderin op ' volgende' te klikken, ga je naar de volgende pagina. Na het maken van de proeftoets ga je, afhankelijk van je cijfer, aan de slag met de herhaling of de verrijkingsstof. Hierna maak je de eindtoets.

 

Veel succes!

 

Inkomsten en uitgaven

In de vorige lessen heb je geleerd welke verschillende soorten inkomsten en uitgaven er zijn.

Bekijk de kennisclip om je geheugen weer even op te frissen en maak vervolgens de opdracht.

Opdracht inkomsten en uitgaven

Opdracht uitgaven

Begroten

Wat is een begroting?

Nu we weten wat voor inkomsten en uitgaven er allemaal zijn, kunnen we een begroting gaan maken. Een begroting is een overzicht van al je (verwachte) inkomsten en uitgaven.

https://pixabay.com/en/euro-seem-money-finance-piggy-bank-870757/

Om een overzicht te maken van je inkomsten en uitgaven, moet je natuurlijk wel weten wat je uitgeeft en wat er binnenkomt. Hiervoor kun je kijken op je overzichten van je bankrekening. Deze krijgt je of thuisgestuurd of je kunt ze inzien via internetbankieren. Als je nog  niet precies weet wat je inkomsten en uitgaven zijn, kun je ook een tijdje een kasboek bijhouden. Hierin schrijf je alles op wat je uitgeeft en wat er binnenkomt.

Om een overzicht te maken voor een maand is het belangrijk dat alle bedragen ook per maand zijn. Het kan zijn dat je je zakgeld per week krijgt of je salaris per 4 weken. Deze bedragen zul je moeten omrekenen. Belangrijk daarbij is dat je altijd eerst rekent naar een jaar.

Zorg dat je het volgende rijtje goed onthoudt.

1 jaar =

12 maanden =

4 kwartalen =

52 weken =

365 dagen

BELANGRIJK: 4 weken is GEEN maand

 

 

Voorbeeldberekening:

Wanneer je €7,50 per week zakgeld krijgt, zul je dit moeten omrekenen naar een maand. Zoals je in bovenstaande afbeelding ziet, gaat dit als volgt:

€7,50 x 52 weken = €390 per jaar

€390 / 12 = €32,50 per maand

 

Je kunt een begroting maken voor een maand, maar ook verder vooruit kijken, bijvoorbeeld een jaar, of om de kosten van je vakantie in beeld te brengen. Je bedenkt dan van te voren welke kosten je allemaal hebt. Niet alleen je reis, maar ook bijvoorbeeld je reisverzekering, eten en drinken en misschien wil je nog uitstapjes maken. Op basis van deze begroting kun je zien of je plannen haalbaar zijn.

Voorbeeld begroting:

We gaan een begroting maken voor Jeremy. Jeremy is 16 jaar en heeft een baantje bij de supermarkt. Hiermee verdient hij €75,00 per 4 weken. Hij krijgt ook nog zakgeld van zijn ouders, €8,25 per week. Hij krijgt ook nog kleedgeld, €45,00 per maand, maar dit mag hij alleen voor kleding gebruiken.  

De komende maand verwacht  hij het volgende uit te geven: telefoonabonnement €22,50, uitgaan €30,00. Hij heeft ook een scooter waar hij per week voor €6,30 mee tankt. Hij koopt ongeveer 2 x per week op school een broodje en wat te drinken. Dit kost hem €2,25 per week. Zijn kleedgeld zet hij elke maand apart op zijn spaarrekening. Als we dit in een begrotingsoverzicht zetten, ziet het er als volgt uit: 

 

Inkomsten

 

Uitgaven

Salaris

€ 81,25

Telefoon

€ 22,50

zakgeld

€ 35,75

Uitgaan

€ 30,00

kleedgeld

€ 45,00

Benzine

€ 27,30

 

 

Eten en drinken

€   9,75

 

 

Reserveren kleedgeld

€ 45,00

 

 

 

 

Totaal inkomsten

€ 162,00

Totaal uitgaven

€ 134,55

 

Je ziet dat Jeremy aan het einde van deze maand geld over zal houden wanneer hij zich aan zijn budgetten houdt. Hij houdt €162,00 - € 134,55 = €27,45 over. Dit geld kan hij sparen of gebruiken voor onverwachte uitgaven. Door zijn kleedgeld op zijn spaarrekening te zetten, geeft hij het niet uit aan andere dingen en heeft hij genoeg geld wanneer hij nieuwe kleding moet kopen. 

 

 

Overschot of tekort

Wanneer je al je inkomsten en uitgaven mooi in een overzicht gezet hebt, zie je of je geld genoeg hebt voor al je plannen. Het kan zijn dat je precies uitkomt. Dat is hartstikke mooi! Je hebt precies genoeg geld voor wat je wilt. Dit noemen we een sluitende begroting.

Het kan ook zijn dat je geld overhoudt of juist tekort komt. Wanneer je geld overhoudt noemen we dit een begrotingsoverschot. Je kunt ervoor kiezen om dit geld opzij te zetten door te sparen of te reserveren. Zo heb je wat geld achter de hand voor wanneer je een keer een 'dure'  maand hebt, bijvoorbeeld door veel verjaardagen waar je cadeautjes voor moet kopen.

Een groter probleem heb je wanneer je geld tekort komt, je hebt dan een begrotingstekort. Er zijn een aantal manieren waarop je dit tekort op kunt lossen. Als het eenmalig voorkomt, kun je je spaargeld gebruiken om het tekort aan te vullen. Maar wanneer je regelmatig geld tekort komt, zul je wat anders moeten doen. Je kunt je inkomsten verhogen of je uitgaven verlagen. Je inkomsten verhogen kun je doen door een bijbaantje te zoeken of om meer te gaan werken. Dit moet dan natuurlijk wel mogelijk zijn naast je school. Je kunt ook spullen verkopen welke je niet meer gebruikt om tijdelijk extra geld te hebben om je tekort op te lossen. Ook kun je geld lenen, de voor- en nadelen hiervan gaan we later bespreken.

Naast je inkomsten verhogen is het belangrijk om kritisch te kijken naar je uitgaven. Kun je hierop bezuinigen? Op vaste lasten bezuinigen is vaak lastig. Je hebt bijvoorbeeld een abonnement afgesloten voor je telefoon. Dit abonnement loopt vaak voor 1 of 2 jaar, hier kun je dan niet op bezuinigen. Het is wel verstandig om je abonnementen goed te bekijken. Abonnementen lopen vaak door na afloop van het contract, dan kun je ze wel opzeggen of kijken of er een goedkopere mogelijkheid is.

Vaak is het makkelijker om op je dagelijkse uitgaven te bezuinigen. Ongemerkt geef je misschien veel geld uit aan eten en drinken, kleding of uitgaan. Door dit een tijdje, bijvoorbeeld een maand lang, allemaal op te schrijven, krijg je een goed beeld van je dagelijkse uitgaven.

Waar je op wilt bezuinigen is voor iedereen anders. Je kunt voor jezelf een lijstje maken met wat je belangrijk vindt. Dit noemen we een prioriteitenlijst. De ene persoon vindt uitgaan heel belangrijk, de ander koopt liever kleding. Bovenaan je prioriteitenlijst staan altijd je vaste lasten. Deze zul je natuurlijk wel moeten betalen. 

Het is belangrijk om dan een budgetplan op te stellen. Hoeveel geld wil en kun je uitgeven aan je vaste lasten, dagelijkse uitgaven en sparen. Door budgetten op te stellen en je hieraan te houden, komen je inkomsten en uitgaven weer in evenwicht.

Sparen of reserveren

Bekijk het filmpje. Hierin wordt met een voorbeeld duidelijk gemaakt wat het verschil is tussen sparen en reserveren.

 

 

 

Geld lenen

Als je iets wilt kopen waarvoor je het geld niet hebt, kun je gaan sparen óf je kunt geld lenen. Lenen kan handig zijn: je kunt direct iets kopen. Maar heb je ook genoeg inkomsten om het geld (aflossing en rente) terug te betalen? Anders kun je je aankoop beter uitstellen.

Check: wil ik lenen?

  • Heb ik het echt nodig?

  • Kan ik ervoor sparen?

  • Als ik ga lenen, kan ik die lening dan ook terugbetalen?

Als je vaak moet lenen, geef je te veel geld uit. Je zult dan moeten bezuinigen of zorgen voor meer geld.

Bij wie kun je lenen?

  • Bij je ouders: Je kunt bijvoorbeeld om een voorschot op je zakgeld of kleedgeld vragen. Houd er wel rekening mee dat je dan later langer moet wachten.

  • Spreek samen duidelijk af wanneer en hoe je gaat terugbetalen, bijvoorbeeld elke week of elke maand. Schrijf deze afspraken ook op.

  • Bij vrienden: Veel scholieren lenen van elkaar. Kleine bedragen voor een blikje cola, maar ook grotere bedragen. Spreek af wanneer je terugbetaalt en houd je daaraan. Heb je geld uitgeleend maar niet teruggekregen? Vraag er gerust om, ook al is dat soms lastig. Handige apps kunnen je daarbij helpen.

  • Van de bank: Onder de 18 kun je in Nederland niet zelf geld lenen bij de bank. het kan soms alleen als je ouders voor je tekenen, net als bij het kopen van een scooter op afbetaling. Dit betekent ook dat wanneer je niet in staat bent de lening af te betalen, je ouders dat moeten doen.

Van alle scholieren leent 45% weleens geld

Als je leent…

  • Krijg ik genoeg geld binnen om de lening en rente terug te betalen?

  • Zorg dat je niet langer aan het terugbetalen bent dan dat je je aankoop kunt gebruiken. Dus: leen je voor een laptop die je twee jaar wilt gebruiken? Dan moet je zorgen dat je ook binnen twee jaar weer van die lening af bent. Anders betaal je nog steeds voor iets dat je al niet (meer) hebt.

  • Betaal niet meer rente voor je lening dan nodig is. Vergelijk de percentages en de voorwaarden en zeg niet meteen ja.

Bron: https://scholieren.nibud.nl/artikel/geld-lenen/

 

 

 

 

Gevaren van geld lenen

Lenen, waarom niet?

Wil je een nieuwe scooter kopen en heb je niet genoeg geld? Dan kun je ervoor kiezen om geld te lenen. Je kunt dan meteen je aankoop doen, maar je moet het geleende geld wel terugbetalen. Je hebt eerst de lusten (je nieuwe aankoop), maar daarna komt de last (de schuld, het geld dat je terug moet betalen).

Wat is rente?

Als je een schuld hebt bij een bank, moet je ook rente betalen. Stel dat je 500 euro leent, tegen 10 % rente. Na een jaar moet je dan 550 euro terugbetalen. De lening kost je dus 50 euro. Hoe meer je leent, hoe meer je moet terugbetalen. Wanneer je gekozen hebt voor een te hoge lening, kan dat voor veel stress zorgen.

Wat gebeurt er als je niet op tijd betaalt?

Als je een lening hebt bij een bank of bedrijf (bijvoorbeeld de winkel waar je je scooter hebt gekocht) en je betaalt niet op tijd, dan krijg je een betalingsherinnering. Betaal je dan nog niet, dan kan het bedrijf een incassobureau of deurwaarder inschakelen. Je moet dan ook extra kosten betalen, zogenaamde incassokosten. Dat is dus nog eens extra geld dat je moet betalen, zonder dat je er iets voor terugkrijgt. In het geval van een minderjarige, zijn de kosten dus voor de ouder. Wanneer een ouder geen akkoord heeft gegeven voor een dergelijke overeenkomst dan heeft de kredietverstrekker wettelijk gezien geen poot om op te staan. In dat geval kan de aangekochte scooter zonder problemen gewoon teruggestuurd worden.

Wanneer je een lening hebt bij een vriend of familielid, hoe groot of klein die lening ook is, kan dat voor frustraties (als je je niet aan je afspraken houdt) zorgen bij degene van wie je het geld leent. Het is daarom voor de vriendschap of familieband beter om je schuld zo snel mogelijk af te betalen en je bovenal aan de gemaakt afspraken te houden.

 

Bron: https://scholieren.nibud.nl/artikel/lenen-waarom-niet/

 

Schulden

Heb ik schulden?

Iemand krijgt nog geld van je, bijvoorbeeld een vriend, de voetbalclub of de bank. Schulden ontstaan als je niet op tijd betaalt. Wie eenmaal flinke schulden heeft, is vaak jarenlang aan het afbetalen.

Schulden? Ik niet!

Niet alleen een lening bij de bank is een schuld. Heb jij wel eens:

  • Geld geleend van je ouders en nog niet terugbetaald?

  • Rood gestaan bij de bank?

  • Je telefoonrekening te laat betaald?

  • Een laptop op afbetaling gekocht?

  • Iets gekocht wat je pas na een jaar hoefde te betalen?

  • Een boete niet betaald?

  • Iets gekocht met een klantenkaart?

Heb je een vraag met ‘ja’ beantwoord? Dan heb je wel eens een schuld gehad!

Het gemiddelde bedrag dat scholieren op dit moment bij iemand open hebben staan is 26 euro

De gevolgen van schulden

  • Je kunt je geld niet gebruiken voor leuke dingen… je moet je schulden afbetalen en dat duurt vaak langer dan je denkt.

  • Je kunt geen bankrekening meer openen… de bank vertrouwt je niet meer.

  • Je geld is op zodra je salaris is gestort…

  • Je kunt niet op vakantie… van je vakantiegeld moet je je schulden afbetalen.

  • Je kunt niet op je zelf gaan wonen… te duur met al die afbetalingen.

  • Je moet veel werken… als je minder werkt kun je niet rondkomen.

  • Je kunt geen huis kopen… de bank vindt dat je te veel leningen hebt, dus krijg je geen hypotheek.

  • Je hebt stress omdat je steeds het gevoel hebt dat je geld tekort komt.

Een oplossing zoeken

Heb jij beginnende schulden? Als je niets doet en je bent 18 jaar of ouder, kun je te maken krijgen met betalingsherinneringen, incassobureaus en deurwaarders. Zover hoeft het niet te komen als je op tijd je uitgaven aanpast en op zoek gaat naar manieren om je geldprobleem op te lossen. Zo kun je grotere problemen voorkomen.

 

Bron: https://scholieren.nibud.nl/artikel/heb-ik-schulden/

Proeftoets

Je hebt de proeftoets gemaakt. Wanneer je 7 punten of meer hebt, heb je de toets gehaald. Je kunt door naar de 'verrijking'.

Bij 6 of minder punten ga je naar 'herhaling'. Hier oefenen we nog extra met de stof zodat ook jij de eindtoets haalt!

Herhaling

Jammer, de proeftoets is nog niet helemaal goed gegaan. Om te zorgen dat je helemaal klaar bent voor de eindtoets, gaan we de belangrijkste punten nog even herhalen.

Begrippen

Lees de onderstaande begrippen nog eens goed door en maak daarna de opdracht.

Budgetteren

Je inkomsten en uitgaven op elkaar afstemmen.

Begroten Een overzicht maken van je (verwachte) inkomsten en uitgaven.
Sluitende begroting Je hebt precies genoeg inkomsten voor je uitgaven.
Begrotingsoverschot Je hebt meer inkomsten dan uitgaven, je houdt geld over.
Begrotingstekort Je hebt meer uitgaven dan inkomsten, je komt geld tekort.
Inkomsten Al het geld wat er binnenkomt.
Inkomsten uit arbeid Geld wat je verdient met werken.
Overdrachtinkomsten Geld wat je krijgt waar geen prestatie tegenover staat, bijvoorbeeld subsidies, uitkeringen of je zakgeld.
Inkomsten uit bezit Geld wat je krijgt uit bezit. Denk aan rente over je spaargeld of het verhuren van je huis.
Uitgaven Al het geld wat je uitgeeft. Je kunt je uitgaven weer onderverdelen in vaste latsen, dagelijkse uitgaven en incidentele uitgaven.
Schulden Geld wat je geleend hebt en nog terug moet betalen. Maar ook nog niet betaalde rekeningen.
Sparen Geld wat je overhoud opzij zetten.
Reserveren Geld opzij zetten voor uitgaven waarvan je nu al weet dat je ze gaat krijgen. Bijvoorbeeld onderhoud voor je scooter.
   

Omrekenen

Om een goede begroting te krijgen, moet je de bedragen naar de juiste periode omrekenen. Om fouten te voorkomen rekenen we altijd eerst naar een jaar toe.

 

 

 

Je hebt nu alle extra oefeningen gedaan en je kunt door naar de eindtoets!

Verrijking

Je kunt je eerst verder verdiepen in de stof door het verrijkingsfilmpje te bekijken.

Daarna kan je kijken wat voor geldtype jij bent.

Nu kan je rondkijken op de website van het NIBUD voor scholieren. NIBUD staat voor Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting. Op hun website staan veel interessante tips, handigheden en feitjes omtrent het budgetteren. Je kunt bijvoorbeeld kijken of je goede argumenten kan vinden om meer zakgeld te vragen!

Eindtoets

Nu ga je aan de slag met de eindtoets. Heel veel succes!

 

Begrippenlijst

 

Budgetteren

Je inkomsten en uitgaven op elkaar afstemmen

Begroten Een overzicht maken van je (verwachte) inkomsten en uitgaven
Sluitende begroting Je hebt precies genoeg inkomsten voor je uitgaven
Begrotingsoverschot Je hebt meer inkomsten dan uitgaven, je houdt geld over
Begrotingstekort Je hebt meer uitgaven dan inkomsten, je komt geld tekort
Inkomsten Al het geld wat er binnenkomt
Inkomsten uit arbeid Geld wat je verdient met werken
Overdrachtinkomsten Geld wat je krijgt waar geen prestatie tegenover staat, bijvoorbeeld subsidies, uitkeringen of je zakgeld
Inkomsten uit bezit Geld wat je krijgt uit bezit. Denk aan rente over je spaargeld of het verhuren van je huis.
Uitgaven Al het geld wat je uitgeeft. Je kunt je uitgaven weer onderverdelen in vaste latsen, dagelijkse uitgaven en incidentele uitgaven.
Schulden Geld wat je geleend hebt en nog terug moet betalen. Maar ook nog niet betaalde rekeningen
Sparen Geld wat je overhoud opzij zetten
Reserveren Geld opzij zetten voor uitgaven waarvan je nu al weet dat je ze gaat krijgen. Bijvoorbeeld onderhoud voor je scooter
   
 

 

 

​​

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

https://pixabay.com/nl/spotprent-smiley-vragen-puzzel-3082809/

 

  • Het arrangement Je financiën op orde is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteurs
    Bas van Weerden
    Laatst gewijzigd
    2018-01-28 23:56:00
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 3; VMBO theoretische leerweg, 3;
    Leerinhoud en doelen
    Consumptie en consumenten-organisaties; Economie;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    2 uur 0 minuten
    Trefwoorden
    begroten, budgetteren, financële educatie
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Uitgaven

    Begrippen

    Omrekenen

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.