Wij en zij: je eigen identiteit
Vooraf
Leerdoelen
Je bent herkenbaar aan je voor- en achternaam. Maar niet alleen daaraan. Een heleboel eigenschappen maken je tot wie je bent, geven je een identiteit. In deze opdracht duik je in die eigen identiteit en vraag je je af bij welke groepen die identiteit aansluit.
Aan het eind van deze opdracht:
- Kun je de begrippen identiteit, etniciteit en nationaliteit beschrijven.
- Kun je uitleggen dat je identiteit een optelsom is van allerlei eigenschappen.
- Kun je het verschil tussen persoonlijke identiteit en sociale of groepsidentiteit beschrijven.
- Kun je beschrijven hoe je met jouw eigen identiteit ook deel uitmaakt van groepsidentiteit(en).
- Kun je uitleggen hoe je groepen aan de hand van hun identiteit van elkaar kunt onderscheiden.
- Kun je beschrijven wat er wordt bedoeld met tolerantie, uitsluiten, insluiten.
Stap1
Persoonlijke identiteit: wie ben ik?
Ga op zoek naar jouw eigen identiteit. De identiteit bestaat uit gegevens, eigenschappen en kenmerken die jou samen maken tot wat je bent. Die je onderscheiden van anderen. Stel dat je roodharig bent, geboren op 12 oktober 1997 in . . . . , 2.10 m. lang, 80 kilo, relaxed, gameverslaafd, dol op school, aardig voor je moeder en ook nog eens muzikaal. Dan geeft dat samen een aardig beeld van je, daarmee ben je goed te onderscheiden van anderen.
Afzonderlijk zegt het niet zoveel. Er zijn wel meer roodharigen. Of gameverslaafden. En er zijn er ook nog wel een paar die aardig voor hun moeder zijn of dol op school.
Probeer je beeld zo compleet mogelijk te maken. Gebruik eventueel eigenschappen die anderen, familie en vrienden, aan je toeschrijven.
Stap2

Groepsidentiteit: wie zijn wij, of waar hoor ik bij?
Dan nu de vraag waar je bij hoort. Met welke groep(en) voel je de grootste verbondenheid? Welke kenmerken, eigenschappen en gegevens spelen daarbij een rol? Het kan gaan om kenmerken die horen bij een bevolkingsgroep of gemeenschap, of om voorkeuren op allerlei gebied, of om culturele kenmerken, om levenshouding of –stijl, noem maar op. Zijn er binnen jouw persoonlijke identiteit belangrijke kenmerken of eigenschappen die je deelt met anderen? Denk bijvoorbeeld aan:
- nationaliteit (bij welk volk of land hoor je?)
- etniciteit (bevolkingsgroep met gezamenlijke afkomst en cultuur)
- religie (welk geloof hang je aan?)
- taal/dialect (welke taal of talen spreek je?)
- woonplaats/wijk (waar ben je thuis?)
- politieke voorkeur (stem op ... / ben het eens met ...)
- sportieve voorkeur (supporter van ... )
- muzikale voorkeur (fan van ... )
- mentaliteit, dat is het denk- en gedragspatroon van personen en groepen
Kijk eerst naar deze video, dat brengt je misschien op ideeën:
Andere regio, andere identiteit
Stap3

Groepsidentiteit: wij en zij of, waar hoor ik niet bij?
‘Wij’ bestaat vooral dankzij de anderen, ‘Zij’. Stel je voelt je vooral een Friese, protestantse vrouw, dan onderscheid je jezelf vooral van niet-Friezen, niet-protestanten en mannen. Ben je vooral Ajaxsupporter, dan onderscheid je jezelf van alle andere voetbalclubs en misschien vooral wel van Feijenoord.
Groepen worden op verschillende manieren van elkaar gescheiden.
Waar ligt de grens tussen Wij en Zij? En hoe ziet die grens er uit?
Verschillende kenmerken van idemtiteit als taal, religie, gewoontes en gebruiken, culturele verschillen enzovoort kunnen grenzen opwerpen. Soms letterlijk zoals de grens tussen Vlamingen en Walen in België. Soms figuurlijk, als mensen elkaar vanwege taal of opvattingen niet begrijpen, vreemden voor elkaar zijn. Met grenzen kun je mensen uitsluiten.
Hier ligt de grens, jullie mogen hem niet passeren. Jullie horen er niet bij.
Grenzen kun je ook teniet doen. Dat is gebeurd binnen de Europese Unie waar veel landen de grenscontrole hebben afgeschaft en iedereen vrij kan reizen. Eigen groepsgrenzen kun je overschrijden door anderen niet uit te sluiten, maar juist op te nemen.
- In te sluiten.
Oké, je bent dan wel anders, maar je bent toch één van ons.
- Je kunt ook de verschillen accepteren, tolerant zijn.
Oké, je bent dan wel anders, maar daar kan ik wel mee leven.
Ik zal je niets in de weg leggen.

Hoe zit het met de grenzen tussen jou of jouw groepen en de anderen?
Welke grenzen kom je tegen? Beantwoord de volgende vragen.
Kijk goed naar Ik en Wij en bedenk daarbij wie Zij dan zijn.
- Zie je natuurlijke of kunstmatige grenzen tussen “wij” en “zij”?
- Verschillen “wij” en “zij” van elkaar door etniciteit?
- Hebben “zij” een andere nationaliteit dan “wij”?
- Zijn er culturele verschillen, in taal, godsdienst, gewoontes of gebruiken, tussen “wij” en “zij”?
- Zijn er binnen jouw groep ook anderen, mensen die anders zijn, en die toch worden geaccepteerd? Die als het ware zijn ingesloten? Noem een voorbeeld.
- Zijn er anderen, mensen die anders zijn, die er bij jouw groep niet inkomen? Die worden buitengesloten? Voor wie de grens dicht zit? Of voor wie gewoon geen ruimte is? Noem een voorbeeld.
- Is er binnen de wijk of buurt waar je woont een Wij en een Zij te vinden? Denk aan ouderen-jongeren, oorspronkelijke bewoners-nieuwkomers, enz. Wat vormt de grens tussen hen? Wat voor soort grens is het?