Je bent herkenbaar aan je voor- en achternaam. Maar niet alleen daaraan. Een heleboel eigenschappen maken je tot wie je bent, geven je een identiteit. In deze opdracht duik je in die eigen identiteit en vraag je je af bij welke groepen die identiteit aansluit.
Aan het eind van deze opdracht:
Kun je de begrippen identiteit, etniciteit en nationaliteit beschrijven.
Kun je uitleggen dat je identiteit een optelsom is van allerlei eigenschappen.
Kun je het verschil tussen persoonlijke identiteit en sociale of groepsidentiteit beschrijven.
Kun je beschrijven hoe je met jouw eigen identiteit ook deel uitmaakt van groepsidentiteit(en).
Kun je uitleggen hoe je groepen aan de hand van hun identiteit van elkaar kunt onderscheiden.
Kun je beschrijven wat er wordt bedoeld met tolerantie, uitsluiten, insluiten.