Industrialisatie en ismen

Industrialisatie en ismen

Startpagina

Welkom op de site voor de industrialisatie en ismen.

De industrialisatie is wel eens vergeleken met het sprookje van Aladdin en de wonderlamp. Als Aladdin over de lamp wreef, werd iedere wens vervuld. De mensen in de tijd van de industrialisatie moesten wel iets meer doen dan over een lamp wrijven, maar de nieuwe mogelijkheden werden ongekend groot.
De Industriële Revolutie heeft talloze producten en nieuwe politieke stromingen opgeleverd. Wat waren de gevolgen van al deze nieuwe producten? En hoe kwamen de nieuwe politieke stromingen tot stand?

Deze gebeurtenissen vonden plaats in de Nieuwste Tijd, omstreeks 1800 tot nu. Op de site kunnen jullie verdere toelichtingen vinden van de verschillende paragraven en opdrachten maken hierover. Aan het einde staat ook nog een toets klaar om je helemaal voor te bereiden op de repetitie.Hieronder staat een foto met meerdere kenmerken aspecten, welke terug gaan komen in het hoofdstuk. Scroll snel verder naar de rest van de site!

 

De kenmerkende Aspecten van de Industriële Revulotie

Intro tijdvak 8

In deze kennisclip vind je extra uitleg over de overgang van tijdvak 7 naar tijdvak 8/van hoofdstuk 2 naar hoofdstuk 3. Veel plezier met kijken!

Lesstof

§1 Kenmerken van de industriële samenleving

Ontstaan Industriële Revolutie

Ontelbaar veel uitvindingen hebben wij te danken aan de industriële revolutie. De industriële revolutie begon echter niet op de een of andere dag. Er kwamen heel veel factoren bij kijken voor het ontstaan en hier gingen vele jaren overheen. Voordat de industriële revolutie begon vond er eerst een verandering op het platteland plaats. De boeren op het platteland kregen het voorelkaar om veel meer producten te produceren. Hierdoor hadden veel meer mensen te eten. Ook hoefde niet meer iedereen op het platteland te werken.

Een ander gevolg van de grote productie van voedsel was dat de bevolking kon groeien. Er was namelijk genoeg eten voor steeds meer mensen. Mensen gingen nu niet meer dood aan te weinig eten. De bevolking werd dus groter en niet iedereen hoefde meer te werken op het platteland. Maar de mensen moesten ergens anders werk gaan zoeken nu dit niet meer mogelijk was het platteland. Zij trokken nu naar de stad toe. Er kwam een toename van arbeidskracht in de steden.

Een grotere bevolking bracht ook een grotere vraag naar producten met zich mee. Er moesten dus meer producten, zoals kleding en meubels, gemaakt worden. Het gevolg hiervan was dat men ging zoeken naar snelle manieren om producten te maken. Voor het maken van meer producten waren er wel veel dingen voor nodig. Als eerste moesten er veel grondstoffen, zoals hout en katoen, naar Engeland vervoerd worden om de producten te maken. Zonder grondstoffen namelijk geen producten. Nu moesten de producten gemaakt worden in fabrieken. Deze fabrieken werden aangedreven door energiebronnen, zoals steenkool en gas. Met deze energiebronnen konden de producten van grondstoffen gemaakt worden.

Arbeiders moesten werken in de fabrieken om de vele producten te maken. Arbeidskracht was er echter genoeg in de steden, omdat zij hier naar werk zochten. De arbeiders gingen zo dicht mogelijk bij de fabrieken wonen. Er ontstonden hierdoor grote steden waar de fabrieken stonden. Duizenden arbeiders werkten in deze fabrieken.

De veranderingen waren zo groot dat men spreek van de industriële revolutie. Omdat de samenleving hier zo veel door veranderde kreeg Engeland een industriële samenleving. Men spreekt van een industriële samenleving als de meeste goederen in fabrieken worden gemaakt.

§2 Snelle groei van fabrieken en steden

In paragraaf 1 hebben we gezien dat de fabrieken hun intrede hebben gemaakt in de samenleving en dat er een industriële samenleving is ontstaan. Door de fabrieken hadden veel arbeiders werk en woonden zij in steeds groter wordende steden, naast de fabrieken. De fabriekseigenaren hadden vaak veel geld geïnvesteerd in de fabrieken. Zij wilden dit snel terugverdienen. Het ging de fabriekseigenaren erom dat zij zoveel mogelijk geld verdienden tegen zo min mogelijk kosten. De arbeiders waren hier de dupe van. In de foto hieronder kun je zien in wat voor omstandigheden de arbeiders moesten leven.

Door de steeds groter wordende fabrieken kon massaproductie plaats vinden. Massaproductie is dat er erg veel van hetzelfde product worden gemaakt. Dit gebeurd nog steeds met bijvoorbeeld onze mobiele telefoons. Miljoenen Iphones worden in dezelfde fabriek gemaakt, allemaal precies hetzelfde. Omdat er ontzettend veel van dezelfde producten gemaakt moesten worden kreeg een arbeider een bepaalde taak die hij de hele tijd moest uitvoeren. Dit noemen wij arbeidsverdeling. Een arbeider hoefde bijvoorbeeld niet een hele jas te maken, maar een klein onderdeel daarvan. Een andere arbeider maakte dan weer een ander onderdeel van de jas, tot dat de jas af was. Kan jij het je voorstellen? Heel de dag hetzelfde doen, 12 uur achterelkaar en dat 6 dagen per week. Door de massaproductie werd lopende band uitgevonden.

 

De omstandigheden worden beter voor de arbeiders

Nadat de arbeiders decenia lang in slechte omstandigheden moesten werken zagen de regeringen en particulieren, zoals de fabrieksdirecteuren, in dat dit zo niet langer kon. Voorbeelden van de verbeterde omstandigheden waren:

  1. werktijden werden korter
  2. werkomgeving werd minder ongezond en gevaarlijk
  3. Verbod op kinderarbeid
  4. Mensen zonder werk kregen uitkeringen
  5. Woningen moesten aan bepaald regels voldoen
  6. Er kwam een riool
  7. Meer veiligheid op straat
  8. Meer scholen en bibliotheken

Het duurde echter tot eind van de 19e eeuw tot dat de werkomstandigheden echt verbeterd werden. Eerst werden de werkomstandigheden in Engeland verbeterd. In Nederland duurde het nog een paar jaar langer tot de arbeiders een beter leven kregen.

 

§3 Overgang van handelskapitalisme naar industrieel kapitalisme

In de andere paragraven hebben we gezien hoe de industrie opkwam in Engeland, hoe de fabrieken steeds groter werden, en in wat voor slechte omstandigheden de arbeiders moeten leven. De fabriekseigenaren gingen uiteindelijk erg veel geld verdienen. De bedrijven waren in zijn geheel eigendom van ondernemers. Zij wilden allemaal een zo hoog mogelijke winst halen. De kosten moesten daardoor erg laag liggen. Deze economische vorm noemen wij kapitalisme. Kapitalisme heeft 4 kenmerken:

  1. De arbeider werkt in opdracht van de werkgever. Dit wordt scheiding tussen kapitaal en arbeid genoemd.
  2. De werkgever heeft veel kapitaal, of inversteerd dit, om bijvoorbeeld lonen en grondstoffen te betalen.
  3. Particulieren bezitten de bedrijven, dus niet de regering.
  4. De werkgevers proberen zo veel mogelijk winst te halen.

 

De arbeiders hadden soms erg te leiden onder het kapitalisme. Omdat de fabriekseigenaren zoveel mogelijk winst wilden behalen betaalden zij de arbeiders maar weinig loon. Daarnaast gaven de eigenaren weining om de leefomstandigheden van hun arbeiders. Investeren in een beter leven voor de arbeiders kostten geld, en dat wilde de eigenaren niet.

Het kapitalisme kent zijn begin bij in de late middeleeuwen. Hier kregen kwamen steeds meer kooplieden, die thuis producten maakten, en hier geld mee verdienden. Dit wordt handelskapitalisme genoemd. Ook bij het handelskapitalimse was het doel om zoveel mogelijk winst te krijgen.

Ten tijde van de industriële revolutie krijgt de samenleving een ander kapitalisme. De producten die thuis werden gemaakt zorgden niet meer voor de winst, maar de producten uit de industriën. Deze nieuwe vorm van kapitalisme noemen wij industrieel kapitalisme.

 

De bedrijven worden steeds groter

Tot eind 19e eeuw waren de bedrijven eigenaar van één iemand of van een kleine groep mensen. Dit veranderde rond 1870. In deze periode werden de bedrijven steeds groter, en hadden steeds meer geld nodig om te kunnen groeien. Zij moesten bijvoorbeeld een nieuwe fabriek bouwen of een nieuw product op de markt brengen. Dit kostte erg veel geld, en de fabriekseigenaren moesten dit op een manier zien te vinden. Om aan genoeg geld te komen gingen zij stukjes van het bedrijf verkopen aan mensen met geld die hierin wilde investeren. Een klein stukje bedrijf dat je kan kopen noemen wij een aandeel. Zo ontstonden de eerste Naamloze Vennootschappen, NV's. De mensen die een aandeel hadden gekocht kregen jaarlijks een deel van de winst. Handige manier dus voor de bedrijfseigenaren om snel aan veel geld te komen!

De eigenaren van deze grote bedrijven kregen steeds meer macht in de samenleving. Een bedrijf dat bijvoorbeeld baas was van de spoorwegen kon de boeren erg veel geld laten betalen om hun producten te mogen laten vervoeren naar een grote stad. De boeren moesten accepteren, omdat zij anders hun producten niet naar de stad kregen. Ook kregen de bedrijven veel invloed in verkiezingen. Zij konden bijvoorbeeld een partij erg veel geld geven, zodat zij door het land konden reizen om stemmen te winnen.

 

Test jezelf

Extra lesstof

Extra oefeningen

In de extra oefeningen vind je een kennisclip over paragraaf 1, 2 en 3. Hier krijg je een extra uitleg over de stof. Vond je de aantekeningen tijdens de les toch te moeilijk, klik dan snel op de kennisclip!

Kennisclip §1 en §2

 

 

Kennisclip §3

 

 

Kennisclip §4

 

 

Kennisclip §5

Extra uitdagingen

Niet alleen in Engeland kwam de industrie op. Ook in Frankrijk, Duitsland en Nederland groeide het aantal fabrieken. Ons land was echter wel later dan de Engelsen, maar ook in Nederland zijn er grote fabrieken gekomen, welke in handen waren van kapitalistische eigenaren. Het kapitalisme kwam dus overal voor. In het onderstaande filmpje komt goed naar voren hoe kapitalistische directeuren hun fabriek runden. Lees eerst de onderstaande beschrijving voordat je het filmpje kijkt, en bedenk bij jezelf hoe je het kapitalisme terugziet in het fimpje.

In de negentiende eeuw is Groningen een arm, achtergesteld gebied. Een man ziet echter mogelijkheden want aardappels groeien wel op de arme gronden: W.A. Scholten begint een aardappelzetmeelfabriek. Het bedrijf wordt een multinational. Scholten is hard voor zijn arbeiders en staat bekend om zijn onmogelijke karakter, dat keert zich uiteindelijk tegen hem. De aardappelboeren beginnen een eigen fabriek. Die fabriek bestaat nog steeds, maar het imperium van Scholten ging uiteindelijk ten onder.

In het tweede fimpje blijven wij in Nederland tijdens de industriële revolutie. Stel bij jezelf bij dit filmpje ook de vraag hoe je het kapitalisme terugziet in het filmpje, en hoe de arbeiders hierop reageerden. 

In Oost Nederland in Twente hebben verschillende families eind 19e eeuw de industrie in handen. De familie van Heek beheerst de textielindustrie en familie Stork die de machines maakt. Ondanks zware arbeidsomstandigheden betekent de industrie voor veel arbeiders toch vooruitgang. Fabrieksdirecteuren zorgen ook voor de bouw van huizen en de aanleg van wijken en parken. Toch gaat het hen uiteindelijk om de winst. Aan het eind van de eeuw komen arbeiders in opstand tegen het grote verschil in welvaart. Het socialisme komt op en na de zoveelste dreigende loonsverlagingen gaan de arbeiders in staking.

Tijdbalk

Eindtoets

  • Het arrangement Industrialisatie en ismen is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Rini Dröge Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2018-02-06 17:26:47
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Welkom op de site voor de industrialisatie en ismen. De industrialisatie is wel eens vergeleken met het sprookje van Aladdin en de wonderlamp. Als Aladdin over de lamp wreef, werd iedere wens vervuld. De mensen in de tijd van de industrialisatie moesten wel iets meer doen dan over een lamp wrijven, maar de nieuwe mogelijkheden werden ongekend groot. De Industriële Revolutie heeft talloze producten en nieuwe politieke stromingen opgeleverd. Wat waren de gevolgen van al deze nieuwe producten? En hoe kwamen de nieuwe politieke stromingen tot stand? Deze gebeurtenissen vonden plaats in de Nieuwste Tijd, omstreeks 1800 tot nu. Op de site kunnen jullie verdere toelichtingen vinden en opdrachten maken over de verschillende paragraven. Succes met het doorlopen van de site!
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld

    Bronnen

    Bron Type
    De industriële revolutie in Nederland
    https://schooltv.nl/item/de-ijzeren-eeuw-in-de-klas-arme-grond-rijke-man/#q=categorie%3A%22Industrialisatie%22
    Video
    De industriële revolutie in Nederland
    https://schooltv.nl/item/de-ijzeren-eeuw-in-de-klas-twente-op-stoom/#q=categorie%3A%22Industrialisatie%22
    Video
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Test Jezelf §1

    Test Jezelf §2

    Test Jezelf §3

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.