In de andere paragraven hebben we gezien hoe de industrie opkwam in Engeland, hoe de fabrieken steeds groter werden, en in wat voor slechte omstandigheden de arbeiders moeten leven. De fabriekseigenaren gingen uiteindelijk erg veel geld verdienen. De bedrijven waren in zijn geheel eigendom van ondernemers. Zij wilden allemaal een zo hoog mogelijke winst halen. De kosten moesten daardoor erg laag liggen. Deze economische vorm noemen wij kapitalisme. Kapitalisme heeft 4 kenmerken:
De arbeiders hadden soms erg te leiden onder het kapitalisme. Omdat de fabriekseigenaren zoveel mogelijk winst wilden behalen betaalden zij de arbeiders maar weinig loon. Daarnaast gaven de eigenaren weining om de leefomstandigheden van hun arbeiders. Investeren in een beter leven voor de arbeiders kostten geld, en dat wilde de eigenaren niet.
Het kapitalisme kent zijn begin bij in de late middeleeuwen. Hier kregen kwamen steeds meer kooplieden, die thuis producten maakten, en hier geld mee verdienden. Dit wordt handelskapitalisme genoemd. Ook bij het handelskapitalimse was het doel om zoveel mogelijk winst te krijgen.
Ten tijde van de industriële revolutie krijgt de samenleving een ander kapitalisme. De producten die thuis werden gemaakt zorgden niet meer voor de winst, maar de producten uit de industriën. Deze nieuwe vorm van kapitalisme noemen wij industrieel kapitalisme.
De bedrijven worden steeds groter
Tot eind 19e eeuw waren de bedrijven eigenaar van één iemand of van een kleine groep mensen. Dit veranderde rond 1870. In deze periode werden de bedrijven steeds groter, en hadden steeds meer geld nodig om te kunnen groeien. Zij moesten bijvoorbeeld een nieuwe fabriek bouwen of een nieuw product op de markt brengen. Dit kostte erg veel geld, en de fabriekseigenaren moesten dit op een manier zien te vinden. Om aan genoeg geld te komen gingen zij stukjes van het bedrijf verkopen aan mensen met geld die hierin wilde investeren. Een klein stukje bedrijf dat je kan kopen noemen wij een aandeel. Zo ontstonden de eerste Naamloze Vennootschappen, NV's. De mensen die een aandeel hadden gekocht kregen jaarlijks een deel van de winst. Handige manier dus voor de bedrijfseigenaren om snel aan veel geld te komen!
De eigenaren van deze grote bedrijven kregen steeds meer macht in de samenleving. Een bedrijf dat bijvoorbeeld baas was van de spoorwegen kon de boeren erg veel geld laten betalen om hun producten te mogen laten vervoeren naar een grote stad. De boeren moesten accepteren, omdat zij anders hun producten niet naar de stad kregen. Ook kregen de bedrijven veel invloed in verkiezingen. Zij konden bijvoorbeeld een partij erg veel geld geven, zodat zij door het land konden reizen om stemmen te winnen.