Inleiding
Op deze pagina vind je alle informatie over wat wij deze les gaan behandelen. Deze les foccussen wij ons op '' politiek en beleid''. Aan de linkerkant vind je alle deelonderwerpen die wij gaan behandelen.
Na elk onderdeel volgt er een opdracht. Boven de opdracht staat waaraan je moet voldoen om naar het volgende onderwerp te gaan. Tot slot maak je een eindtoets waar je minimaal 60% van de vagen goed moet hebben om dit onderdeel succesvol af te ronden.
Succes!
Leerdoelen
* Leerlingen kunnen benoemen wat een democratie is.
* Leerlingen kunnen 3 regeringsvormen benoemen.
* Leerlingen kunnen de drie bestuurslagen in Nederland benomen.
* Leerlingen kennen de organisaties binnen de verschillende bestuurslagen.
* Leerlingen kennen de chronologische volgorde van het ontstaan van de Europese Unie (met jaartallen).
* Leerlingen kunnen de taken van de verschillende organen van de Europese Unie benoemen.
Planning
Lesgedeelte |
inhoud van de les |
Opdracht maken |
1 |
Inleding in deze periode. Begin met de verschillende regeringsvormen. |
Maak de opdracht van regeringsvormen. |
2 |
Bespreken huiswerk. Uitleg eerste bestuurslaag: Rijksoverheid. |
Vul online de stemwijzer in. |
3 |
Bespreken resultaten stemwijzer. De overige 2 bestuurslagen bespreken en een begin maken met het ontstaan Europese Unie |
Maken tijdlijn opdracht EU. |
4 |
Wie doet wat in de EU? Alles van dit blok herhalen voor de toets. |
Oefentoets maken. |
5 |
TOETS politiek en beleid |
|
Regeringsvorm
Democratie
Democratie is de bestuursvorm in Nederland. Het woord democratie stamt af van het Griekse woord ''Demos'' wat volk betekent. Dit houdt in dat het volk zelf stemt over wetten. In een democratie is de voltallige bevolking soeverein en is alle autoriteit gebaseerd op de instemming van het volk. Deze bestuursvorm is gebaseerd op het menselijke geleikheidsideaal. Als iedereen vrij en gelijk in rechten en plichten geboren is dan heeft ook niemand méér recht dan een ander om bepaalde wetten vast te stellen of beslissingen te nemen. Het toepassen van die theorie in de politeke praktijk is vaak niet eenvoudig en kent vele aspecten.
Soorten democratie:
* Directe democratie: Directe democratie is de oorspronkelijke vorm van democratie zoals gevonden bij de oude Grieken. Directe democratie is een vorm van beslissing waarbij de uitkomst door een meerderheid bepaald wordt. Dat kan handig zijn, maar ook tot een beslissingsproces leiden waarbij de ene beslissing door de andere beslissing opgevolgd wordt zonder dat er voldoende over nagedacht is.
* Representatieve democratie(Indirect): wordt ook wel parlementaire democratie genoemd. De representatieve democratie ontstond als praktische oplossing bij het groeien van het aantal mensen binnen de democratie: het was praktisch niet mogelijk dat iedereen direct over elk onderwerp meebesliste. De meeste westerse democratieën zijn parlementaire en daarmee representatieve democratieën.
Dictatuur
Dictatuur is een regeringsvorm waarin absolute macht doorgaans bij één persoon of bij een kleine groep mensen berust. Een kenmerk dat in vrijwel alle definities terugkomt is het niet democratisch karakter van dictaturen. Gebruikelijk is dat de scheiding der machten, van de wetgevende macht , de de uitvoerende, rechtelijkemacht niet of onvoldoende aanwezig is.
Regeringen in een dictatuur regeren veelal zonder democratisch mandaat en vaak gaat hun regeringswijze ook in tegen de constitutie van het land.
Er zijn over het algemeen drie definitiesvan het woord dictatuur:
- Een dictatuur is gewoon een alleenheerschappij. Elk land waar één iemand de baas is, is gewoon een dictatuur. Volgens deze definitie zijn er honderden dictators in de geschiedenis geweest. Uiteraard zaten daar ook een heleboel goede dictators bij. Als je het zo zou bekijken betekent het dat vaticaanstad een dictatuur is met de Paus als dictator.
- Een dictatuur is een alleenheerschappij die geen monarchie is (een monarchie is een land wat door een monarch (koning of keizer )geregeerd wordt, ook wel vorst genoemd.
- Een alleenheerschappij heet alleen dictatuur, als de leider echt kwaadaardige kenmerken heeft. Hierbij moet iedereen dezelfde denkwijze als de dictator hebben, en wie dat niet heeft, kan vermoord worden of een gevangenis straf krijgen (er zijn natuurlijk nog meer straffen). Doordat een dictator een negatief karakter heeft, worden dictatoren over het algeem niet graag een dictator genoemd.
Dictator, daar zit het woord dicteren in, met andere woorden: iemand die bepaalt wat mensen schrijven, lezen en moeten doen.
Enkele voorbeelden van dictators die nu aan de macht zijn:
- Qaboes bin Said Al Said van Oman.
- Bashar al-Assad van Syrië
- Raúl Castro van Cuba
- Kim Jong-un van Noord-Korea
Enkele voorbeelden van vroegere dictators:
- Hitler (Duitsland)
- Stalin (Rusland)
- Mussolini (italië)
Oligarchie
Bij een oligarchie is de macht in handen van een kleine groep mensen die behoren tot een hoge klasse of stand. De beroemste oliogarchie polis is die van Massalia (Oudheid). De macht is dus in handen van een kleine groep die tot een hogere klasse behoren. Binnen een oligarchie kan men dan ook vooral van een bevoorrechte elite spreken, die - als oligarchen, regenten, priesters of edelen - autoriteit geniet. Van een ideaal dat de 'beste' geesten van het land aan het bestuur verbindt, zoals bij de aristocratie, is hier kortom geen sprake.
Opdracht
Opdracht bestuursvormen
We hebben gekeken naar drie soorten bestuursvormen. Zoek de woorden die bij de opdracht vermeld staan in de woordzoeker. Als je het woord gevonden hebt, zoek je de betekenis van het woord of de relatie met bestuursvorm op. Als je de betekenis/omschrijving van alle gevonden woorden kunt benoemen, heb je dit onderdeel met succes afgesloten.
3 bestuurslagen in Nederland
Rijksoverheid
De Rijksoverheid bestaat uit 12 ministeries. Een ander woord voor Rijksoverheid is centrale overheid. De 12 ministeries zijn:
- Algemene zaken
- Binnenlandse zaken
- Buitenlandse zaken
- Defensie
- Onderwijs
- Economische zaken en klimaat
- Financiën
- Infrastructuur
- Landbouw
- Veiligheid en justitie
- Volksgezondheid
- Sociale zaken
De Rijksoverheid houdt zich bezich met het voorbereiden en uitvoeren van plannen van de regering en het parlement.
Provincie
De hoofdtaak van de provinciale Staten is het controleren van het bestuur (deze wordt gevormd door de Gedeputeerde Staten).
De Gedeputeerde Staten: vormen het dagelijkse bestuur van een provincie. De leden van de gedeputeerde Staten worden gekozen door de Provinciale Staten(die de burgers kiezen) voor een periode van vier jaar. De voorzitter van de gedeputeerde Staten in de Commissaris van de koning. De gedeputeerde Staten zijn geen lid van e Provinciale Staten.
De macht van de provincie is geregeld in de provinciewet. De leden van de Provinciale Staten worden zoals eerder benoemd rechtstreeks door de burgers gekozen voor een periode van vier jaar. Het aantal leden is niet in elke provincie gelijk, het ligt aan hoe groot een provincie is(inwoners). Gelderland, Noord-Holland, Zuid-Holland en Noord-Brabant hebben de meeste zetels per provincie.
Gemeente
Het gemeentebestuur bestaat uit:
- Het college van Burgermeester en Wethouders.
- Gemeenteraad.
Het college van B en W:
De Burgermeester is de voorzitter van het college van B en W. Een burgermeester wordt in Nederland door de koning (kroon) benoemd, maar pas na dat het kabinet hiermee heeft ingestemd. Een burgermeester wordt benoemd voor een periode van zes jaar. Ook is een burgermeester voorzitter van de gemeenteraad, maar hij kan niet stemmen in de gemeenteraad. Een burgermeester is verantwoordelijk voor de veiligheid en openbare orde binnen zijn gemeente.
Een wethouder is te vergelijken met een minister (landelijk) en gedeputeerde (provinciaal). Samen met de burgermeester vormen zij het dagelijks bestuur binnen de gemeente. Wethouders wordn gekozen door de gemeenteraad. Het aantal wethouders binnen de gemeente hangt af van het aantal inwoners binnen een gemeente. Wethouders zijn elk verantwoordelijk voor hun eigen onderwerp en maken plannen daarvoor.
Gemeenteraad:
De gemeentenraad bestaat uit volksvertegenwoordigers (gekozen door de bevolking) binnen een gemeente. Dit orgaan controleert het dagelijks bestuur. Naast de controleerende functie stemmen gemeenteraadsleden over plannen van de wethouders.
samenvattend filmpje.
In dit filmpje komt nog alles een keer terug wat net behandelt is. Als er net nog iets niet duidelijks is, wordt het nu hopelijk duidelijk. Mochten er nog vragen zijn na het filmpje, maak dan de extra opdracht. Is alles duidelijk ga dan naar het volgende onderdeel.
Extra opdracht
Europese Unie
Ontstaan Europese Unie
Kort na de Tweede wereldoorlog waren er veel problemen binnen Europa. Europa was niet echt meer een eenheid. De belangrijkste vraag was: hoe voorkomen we dat er nog zo iets verschikkelijks gebeurt(oorlogen)? In 1950 stelde de Franse minister Schuman voor op de Frans Duitse kolen productie (belangrijk voor oorlog industrie) samen te reguleren. Dit zou de kans op oorlog verminderen. Er zou een verenigd Europa moeten komen. Naast Duitsland sluiten nog meer landen bij deze samenwerking aan (EGKS)in 1951:
- Frankrijk
- Duitsland
- Italië
- Luxemburg
- Frankrijk
- Nederland
- België
In 1957 wordt deze samenwerking uitgebreid, lidstaten moeten elkaars goederen toelaten zonder extra belastingen te heffen(dit geldt ook voor diensten en personen).
In 1967 ontstaat de Europeese Gemeenschap. Het gaat goed met deze geemschap, waardoor andere landen jaloers worden en zich ook bij de 7 landen willen voegen. In 1973 voegen Denmarken, Ierland en Groot-Britannië zich bij de EG. Twaalf jaar later komen daar ook de Zuid-Europese landen: Griekenland, Spanje en Portugal bij (wat bijzonder was omdat zij decenia lang dicaturen waren).
Na de val van de Berlijnse muur gaat het snel. Om van de sterke Duitse munt af te komen willen de Franse een gezamelijke punt invoeren. Dus wordt er in 1992 een gezamelijke munt bepaald: de Euro. De EG Gaat nog hechter samen werken en worden voortaan: Europese Unie genoemd.
In 1995 komen Zweden, Finland en Oostenrijk erbij.
In 2004 volgen Cyprus en nog 9 Oost Europese landen.
Tot slot werden Bulgarije Roemenië, Slovenië en Kroatië lid. De teller staat nu (2018) op 28 landen.
Ookal komen er steeds nieuwe landen bij, er ontstaat toch kritiek vanuit landen op Europa. Willen we wel steeds meer gezamelijk regelen? Over dit onderwerp gaat de opdracht van dit onderdeel.
Bestuur Europese Unie
Wie is de baas binnen Europa
Opdracht
Tijdlijn
In deze opdracht kijken we naar de belangrijkste gebeurtenissen binnen de Europese Unie. Je gaat een tijdlijn maken waarop je zelfstandig de belangrijkste gebeurtennissen binnen de Europese Unie moet toevoegen. De opdracht is pas succesvol afgerond als je alle genoemde jaartallen op je tijdlijn kan plaatsen.
Eindtoets
Eindbeoordeling
Beoordeling