Kort na de Tweede wereldoorlog waren er veel problemen binnen Europa. Europa was niet echt meer een eenheid. De belangrijkste vraag was: hoe voorkomen we dat er nog zo iets verschikkelijks gebeurt(oorlogen)? In 1950 stelde de Franse minister Schuman voor op de Frans Duitse kolen productie (belangrijk voor oorlog industrie) samen te reguleren. Dit zou de kans op oorlog verminderen. Er zou een verenigd Europa moeten komen. Naast Duitsland sluiten nog meer landen bij deze samenwerking aan (EGKS)in 1951:
- Frankrijk
- Duitsland
- Italië
- Luxemburg
- Frankrijk
- Nederland
- België
In 1957 wordt deze samenwerking uitgebreid, lidstaten moeten elkaars goederen toelaten zonder extra belastingen te heffen(dit geldt ook voor diensten en personen).
In 1967 ontstaat de Europeese Gemeenschap. Het gaat goed met deze geemschap, waardoor andere landen jaloers worden en zich ook bij de 7 landen willen voegen. In 1973 voegen Denmarken, Ierland en Groot-Britannië zich bij de EG. Twaalf jaar later komen daar ook de Zuid-Europese landen: Griekenland, Spanje en Portugal bij (wat bijzonder was omdat zij decenia lang dicaturen waren).
Na de val van de Berlijnse muur gaat het snel. Om van de sterke Duitse munt af te komen willen de Franse een gezamelijke punt invoeren. Dus wordt er in 1992 een gezamelijke munt bepaald: de Euro. De EG Gaat nog hechter samen werken en worden voortaan: Europese Unie genoemd.
In 1995 komen Zweden, Finland en Oostenrijk erbij.
In 2004 volgen Cyprus en nog 9 Oost Europese landen.
Tot slot werden Bulgarije Roemenië, Slovenië en Kroatië lid. De teller staat nu (2018) op 28 landen.
Ookal komen er steeds nieuwe landen bij, er ontstaat toch kritiek vanuit landen op Europa. Willen we wel steeds meer gezamelijk regelen? Over dit onderwerp gaat de opdracht van dit onderdeel.