In evenwicht houden van inkomsten, uitgaven, bezittingen en schulden.
In evenwicht houden van inkomsten, uitgaven, bezittingen en schulden.
Startpagina
Welkom op deze leerzame website!
Vind jij het ook moeilijk om overzicht te houden over jou inkomsten en uitgaven, heb je aan het einde van de maand minder over dan gedacht scrol dan door en leer inzicht te hebben in je bezittingen en schulden.
Deze website is te vergelijken met 3 volle uren les op school waarvan je de laatste uur aan een toets gaat werken waarin je kennis wordt getest.
Na de lesstof vindt er een kleine test plaats, voor deze test dien je 90% goed te hebben zodat je door kan met de rest van de stof.
Heb je minder dan 90% goed dan is het de bedoeling dat je nog de kennisclip bekijkt en extra gaat oefenen tot je wel 90% goed hebt. Dan kan je door met de rest van de stof en vervolgens het arrangement afsluiten met een eind toets.
Lesdoelen:
Aan het eind van dit arrangement kan de student uitleggen wat inkomsten en uitgaven zijn.
Aan het eind van dit arrangement kan de leerling de soorten inkomsten en uitgaven noemen.
Aan het eind van dit arrangement kan de leerling een begroting maken.
Aan het eind van dit arrangement kan de leerling voor zichzelf een overzicht maken over zijn inkomsten en uitgaven.
Misschien weten jullie al meer dan jullie denken. Hieronder zal ik een link plaatsen, ik wil dat jullie de vraag beantwoorden die ik op de website stel met 1 woord. Ook kan je gelijk zien wat je klasgenoten al hebben ingevuld. Had je hetzelfde antwoord..? Vul het gerust nog een keer in, hoe meer dezelfde antwoorden hoe groter de woord zal worden.
Het is belangrijk dat inkomsten en uitgaven gelijk zijn zodat er geen schuld ontstaat of dat de inkomsten groter zijn dan de uitgaven zodat jouw bezittingen kunnen toenemen. Deze termen klinken waarschijnlijk allemaal onbekend maar daar gaat verandering in komen. Ik ga jullie uitleggen wat inkomsten, uitgaven, bezittingen en schulden betekenen en wat dit te maken heeft met een begroting.
Om te beginnen ga ik uitleggen wat inkomsten en wat uitgaven zijn.
Inkomsten zijn ontvangsten, dat is geld wat wordt ontvangen en komt niet op een balans te staan. Als je bijvoorbeeld als kassière werkt in een supermarkt krijg je loon per maand, jou harde werk wordt uitbetaald in geld. Dat geld is een voorbeeld van jouw inkomsten. Het kan ook zijn dat je een huis hebt waar je zelf niet in woont, je besluit deze huis dus te verhuren aan mensen, die mensen betalen jou de huur. Die huur die aan jou wordt betaald is ook een voorbeeld van inkomsten. Belangrijk om te weten is dat inkomsten ingaande geldstromen zijn dus het komt meteen binnen.
Uitgaven zijn uitgaande geldstromen, het gaat op het moment dat iets wordt betaald meteen weg en wordt niet op een later moment pas afgeschreven. Ik geef een voorbeeld, iemand heeft een telefoonabonnement van 50 euro per maand, met de provider is afgesproken elke 24e van de maand het bedrag van de rekening te halen. Die 50 euro is dan jou uitgaven voor die maand. Het kan ook zijn dat je een studentenwoning hebt, je woont op jezelf en moet huur betalen, de huur die jij betaald is ook een uitgaven. Je hebt verschillende soorten uitgaven, de voorbeelden die ik hierboven heb genoemd zijn de vaste lasten, dat zijn uitgaven die elke periode terugkeren. Naast vaste lasten heb je ook dagelijkse uitgaven, hierbij kan je denken aan uitgaven die je regelmatig doet zoals kosten voor levensonderhoud dus eten, drinken of persoonlijke verzorging. Ten slotte heb je incidentele uitgaven, dat zijn uitgaven die je niet vaak doet, denk bijvoorbeeld aan het kopen van een nieuwe koelkast of het op vakantie gaan.
Als jij naar de winkel gaat en je koopt kleding, dus in ruil voor geld krijg jij kleren, deze kleren worden jouw bezit. Stel je voor je neemt de kleren mee maar je wilt achteraf betalen dan heb jij een schuld staan. Ook als je bijvoorbeeld geld nodig hebt en je leent 100 euro van je ouders, dan heb je een schuld van 100 euro staan bij je ouders.
Wat is een begroting?
De begroting is een overzicht van alle inkomsten en uitgaven die je verwacht te hebben in een bepaalde periode, zo’n begroting moet ervoor zorgen dat je binnen je budget blijft. Zo’n begroting wordt meestal per maand of per kwartaal opgesteld. Onderdelen > Inkomsten tegenover Uitgaven. Als je meer uitgaven hebt dan inkomsten dan spreken we over een begrotingstekort, maar wanneer je meer inkomsten dan uitgaven hebt noem je dit een begrotingsoverschot.
Voorbeeld
Voorbeeld opgave van een begroting.
Begroting januari
Inkomsten
Per maand
Per maand
Loon
€ 1603,33
Huurtoeslag
€ 150,-
Zorgtoeslag
€ 100,-
Studiefinanciering
€ 450,-
Verwachte uitgaven:
Vaste lasten
€ 1300,-
Dagelijkse uitgaven
€ 400,-
Incidentele uitgaven
€ 150,-
Totaal
2303,33
€ 1850,-
Werkelijke inkomsten en uitgave januari.
Inkomsten
Per maand
Per maand
Loon
€ 1603,33
Huurtoeslag
€ 150,-
Zorgtoeslag
€ 100,-
Studiefinanciering
€ 450,-
Verwachte uitgaven:
Vaste lasten
€ 1300,-
Dagelijkse uitgaven
€ 450,-
Incidentele uitgaven
€ 50,-
Totaal
2303,33
€ 1800,-
De werkelijke kosten zijn iets minder dan de begroting die Peter heeft gemaakt. Hij kan dus voor de komende maand geld op zij leggen voor noodgevallen. Het kon ook gebeuren dat Peter zijn kosten hoger uitvielen dan zijn inkomsten. In dit geval kan Peter terugvallen op zijn gereserveerde geld.
Mocht het allemaal nog niet duidelijk zijn dan kan je dit korte filmpje bekijken waar ze de begroting nog extra uitleggen:
Uitleg budgetteren.
Test jezelf
Toets: Formatieve toets
0%
Dag studenten.
Deze toets zal laten zien of jullie de stof tot zo verre hebben begrepen of dat jullie nog extra moeten oefenen.
Bij het behalen van 90% mag je door met extra uitdaging.
Behaal je minder dan 90% dan kies je voor het mapje extra oefeningen en maakt vervolgens de toets opnieuw.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Klik hier voor de kennisclip.
Voor de leerlingen waarbij de begroting nog niet helemaal duidelijk was is er hier een filmpje die het stap voor stap uitlegt.. bekijk hem aandachtig.
Extra oefenen
Peter werkt in een pizzeria en verdient € 700,- per maand, hij krijgt ook € 150,- aan huurtoeslag.
Hij krijgt ook nog eens € 90,- zorgtoeslag en € 350,- studiefinanciering. Daarnaast krijgt Peter
Van zijn ouders nog € 100,- zakgeld per maand.
Peter betaald € 400,- aan huurkosten en hij betaald per maand € 200,- aan duo schoolgeld.
Aan zijn zorgkosten is Peter € 140,- per maand kwijt, peter heeft daarnaast ook nog eens abonnement kosten van totaal € 100,-. Peter betaald voor gas, water en licht per maand € 250,-. Voor de komende maand verwacht Peter dat hij dagelijks € 10,- kwijt is aan eten en drinken.
Maak de verwachte begroting voor de maand februari in het excel bestandje onder aan de pagina, doe het zoals in de voorbeeld is gedaan.
In het tweede excel mapje kan je nakijken of je het goed gedaan hebt.
Je hebt nu voor de maand februari een verwachte begroting gemaakt. We zijn nu een maand verder en Peter wilt gaan kijken wat zijn werkelijke uitgave waren voor de maand februari.
Aan de vaste lasten van Peter is er niks veranderd, maar zijn dagelijkse uitgave was € 5,- hoger dan verwacht. Peter was vorige maand naar het ziekenhuis gegaan voor controle. Zijn zorgverzekeraar heeft hem een eigen risico gestuurd van € 121 voor het bezoek aan de ziekenhuis.
A. Maak de werkelijke begroting voor de maand februari.
B. Laat zien dat Peter wel/geen geld kan reserveren voor de komende maand.
Stel dat jij als consument een auto wilt gaan kopen, om deze auto te kunnen kopen heb je geld nodig. Dit kun je niet zo één, twee, drie financieren je moet dus geld op zij leggen. Je zet maandelijks een bedrag op zij zodat je in de toekomst de auto kan kopen.
Bijvoorbeeld jij als consument krijgt een inkomen van € 1.500,- je krijgt hiernaast nog huur en -/ zorgtoeslag van in totaal € 150,-. Dus je totale inkomen is € 1.650,-, vervolgens heb je huurkosten van € 550,- daarnaast zijn je verzekeringskosten € 120,- per maand. Voor gas, water en licht ben je maandelijks € 200,- kwijt. Maandelijks geef je nog € 250,- uit aan je basisbehoeftes. Je totale uitgaves zijn in een maand € 1.120,-.
Wat je maandelijks overhoud is € 1.650 - € 1.120,- = € 530,-, je moet wel rekening houden met je incidentele uitgaves dus je zet nog eens € 100,- apart voor noodgevallen.
Je houdt nu maandelijks € 430,- over. Je wilt volgend jaar een auto aanschaffen voor een prijs van € 5000. Om deze auto te kunnen aanschaffen moet hij per maand € 416,67 reserveren. Hoe je dit kunt berekenen is de aankoopbedrag/ aantal maanden.
Maand
Reservering
Januari
€ 416,67
Februari
€ 416,67
Maart
€ 416,66
April
€ 416,67
Mei
€ 416,67
Juni
€ 416,66
Juli
€ 416,67
Augustus
€ 416,67
September
€ 416,66
Oktober
€ 416,67
November
€ 416,67
December
€ 416,66
Totaal
€ 5000,00
Voorbeeld opgaven:
Klaas is net 16 jaar geworden en wilt een nieuwe scooter aanschaffen ter waarde van € 2000,-. Per maand krijgt hij een inkomen van € 300,- euro van zijn werk. Hij betaald aan zijn vaste lasten per maand € 133,33.
Bereken Hoeveel geld Klaas per maand kan reserveren.
Bereken hoeveel geld Klaas per maand moet gaan reserveren om na 12 maanden de scooter te kunnen kopen. Vul dit in de tabel in. Gebruik werklblad 2.
Het arrangement In evenwicht houden van inkomsten, uitgaven, bezittingen en schulden. is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Hanae Dada
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2018-04-02 17:11:00
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Formatieve toets
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.