Inkomsten & Uitgaven
Het is belangrijk dat inkomsten en uitgaven gelijk zijn zodat er geen schuld ontstaat of dat de inkomsten groter zijn dan de uitgaven zodat jouw bezittingen kunnen toenemen. Deze termen klinken waarschijnlijk allemaal onbekend maar daar gaat verandering in komen. Ik ga jullie uitleggen wat inkomsten, uitgaven, bezittingen en schulden betekenen en wat dit te maken heeft met een begroting.
Om te beginnen ga ik uitleggen wat inkomsten en wat uitgaven zijn.
Inkomsten zijn ontvangsten, dat is geld wat wordt ontvangen en komt niet op een balans te staan. Als je bijvoorbeeld als kassière werkt in een supermarkt krijg je loon per maand, jou harde werk wordt uitbetaald in geld. Dat geld is een voorbeeld van jouw inkomsten. Het kan ook zijn dat je een huis hebt waar je zelf niet in woont, je besluit deze huis dus te verhuren aan mensen, die mensen betalen jou de huur. Die huur die aan jou wordt betaald is ook een voorbeeld van inkomsten. Belangrijk om te weten is dat inkomsten ingaande geldstromen zijn dus het komt meteen binnen.
Uitgaven zijn uitgaande geldstromen, het gaat op het moment dat iets wordt betaald meteen weg en wordt niet op een later moment pas afgeschreven. Ik geef een voorbeeld, iemand heeft een telefoonabonnement van 50 euro per maand, met de provider is afgesproken elke 24e van de maand het bedrag van de rekening te halen. Die 50 euro is dan jou uitgaven voor die maand. Het kan ook zijn dat je een studentenwoning hebt, je woont op jezelf en moet huur betalen, de huur die jij betaald is ook een uitgaven. Je hebt verschillende soorten uitgaven, de voorbeelden die ik hierboven heb genoemd zijn de vaste lasten, dat zijn uitgaven die elke periode terugkeren. Naast vaste lasten heb je ook dagelijkse uitgaven, hierbij kan je denken aan uitgaven die je regelmatig doet zoals kosten voor levensonderhoud dus eten, drinken of persoonlijke verzorging. Ten slotte heb je incidentele uitgaven, dat zijn uitgaven die je niet vaak doet, denk bijvoorbeeld aan het kopen van een nieuwe koelkast of het op vakantie gaan.
Als jij naar de winkel gaat en je koopt kleding, dus in ruil voor geld krijg jij kleren, deze kleren worden jouw bezit. Stel je voor je neemt de kleren mee maar je wilt achteraf betalen dan heb jij een schuld staan. Ook als je bijvoorbeeld geld nodig hebt en je leent 100 euro van je ouders, dan heb je een schuld van 100 euro staan bij je ouders.
Wat is een begroting?
De begroting is een overzicht van alle inkomsten en uitgaven die je verwacht te hebben in een bepaalde periode, zo’n begroting moet ervoor zorgen dat je binnen je budget blijft. Zo’n begroting wordt meestal per maand of per kwartaal opgesteld. Onderdelen > Inkomsten tegenover Uitgaven. Als je meer uitgaven hebt dan inkomsten dan spreken we over een begrotingstekort, maar wanneer je meer inkomsten dan uitgaven hebt noem je dit een begrotingsoverschot.