Moeite met het maken van een begroting? Dan ben je hier bij het juiste adres
Welkom!
Aan het einde van de les:
- Weet de leerling wat inkomsten en uitgaven zijn.
- Weet de leerling wat bezittingen en schulden zijn.
- Kan de leerling een begroting maken
Wat heeft deze site jou te bieden?!
Je krijgt uitgebreid uitleg over wat inkomsten, uitgaven, schulden en bezittingen zijn.
Je krijgt uitgebreid uitleg over hoe je een begroting moet maken.
Ook kun je een 'test jezelf' toets maken om te kijken hoever je bent. Lukt het nog niet met het behalen van een voldoende bij het maken van de 'test jezelf' toets dan kan je aan de slag met het extra lesstof
Beheer je de stof? Dan kan je jezelf uitdagen met de extra oefeningen.
Tot slot als je er klaar voor bent en de stof beheerst kan je een eindtoets maken en jezelf meten hoe goed je de stof beheerst.
Veel leerplezier!
Lesstof
kennisclip
inkomsten en uitgaven
Aan de toekomst denken?
Nee waarom zou ik!
Ik ben pas 20 jaar.
In dit hoofdstuk krijg je een beeld over hoe het leven van een volwassen persoon eruit ziet. We nemen een kijkje in een begroting van een volwassen persoon. We kijken daarin naar wat voor inkomen, uitgaven, bezittingen en schulden iemand kan hebben. Per onderwerp krijg je een uitgebreid uitleg. Zo werken we naar het opstellen van een begroting.
We starten de les met het behandelen van het onderwerp: inkomen. Wat houd inkomen precies in en welke soorten inkomen kan een persoon hebben. Ook nemen we een kijken in de uitgaven die iemand kan hebben. Dat zijn de twee onderwerpen die we deze les gaan behandelen.
Inkomen
Al het geld dat iemand als opbrengst van arbeid, onroerend goed of vermogen verdiend. Daarbij kan je denken aan: loon, pacht, huur, winst, rente of toeslagen. We staan stil per inkomen zodat het duidelijker word voor je.
Loon
Als je als werknemer arbeid verricht dan word je daar voor betaald dat wordt loon genoemd. Het geld dat verdiend wordt door te werken.
Pacht
Inkomen door pacht. Pacht verdien je als je een stuk grond of land hebt en je verhuurd die aan iemand anders. Het is te vergelijken met huur maar bij pacht spreken we van een stuk grond of land. Bij huur spreken we van een woning.
Huur
Geld dat je ontvangt als je een woning of pand verhuurd aan iemand anders. Dat geld dat je verdiend wordt inkomen door huur genoemd.
Winst
Als je een bedrijf hebt en aan het einde van een maand of jaar meer verdient dan je kosten hebt geleden. De periode dat er meer verdiend is dan uitgegeven noemen we winst.
Rente
Door geld te sparen op de bank krijg je rente. Over het gespaarde geld dat je op de bank hebt krijg je een bepaalde percentage dat wordt rente genoemd. Het extra verdiende geld boven op gespaarde saldo.
Toeslagen
Als je niet kan rond komen en onder de minimum loon zit kan je op steun van de overheid rekenen. Die vullen een bepaald bedrag aan op het geld dat je verdiend dat geld wordt toeslag genoemd. Een voorbeeld daarvan is zorgtoeslag.
Uitgaven
Al het geld dat je uitgeeft. Uitgaven kun je onderscheiden in drie verschillende uitgaven. Je kan het onderscheiden in dagelijkse uitgaven, vaste lasten en incidentele uitgaven. In deze drie categorieën kan je je uitgaven verdelen.
Dagelijkse uitgaven
Kosten van levensonderhoud in een huishouden, zoals eten en drinken, huishoudelijke artikelen en persoonlijke verzorging.
Voorbeeld: huishoudgeld, brood en groente.
Vaste lasten
Zijn de uitgaven die iedere maand of kwartaal terugkomen, zoals gas en elektra, woonlasten, verzekeringen en lidmaatschappen en contributies van verenigingen. Voor deze uitgaven heb je meestal een contract.
Voorbeeld: huur, hypotheek, water, gas, elektriciteit.
Incidentele uitgaven
Zijn uitgaven die je niet zo vaak doet of die niet regelmatig zijn. Soms zie je de kosten van incidentele uitgaven niet van tevoren aankomen. Het is verstandig hiervoor geld opzij te leggen. Dit heet uitgaven.
Voorbeeld: een nieuwe wasmachine, want de oude is kapot. Geld reserveren -> het betekent dat je geld achter de hand hebt voor onverwacht.
bezittingen en schulden
Wat zijn bezittingen en schulden eigenlijk?
In de vorige les heb je kennis gemaakt met inkomen en uitgaven. In deze les behandelen we twee onderwerpen die in verband staan met inkomen en uitgaven. In deze les behandelen we bezittingen en schulden. Zo we werken we langzaam naar onze eind doel het opstellen van een begroting.
Bezitting
Goederen of geld dat iemand heeft. Er zijn verschillende bezittingen. Je kan bezit hebben in goederen en je kan bezittingen hebben in geld.
Bezit in goederen
Bij bezit in goederen moet je denken aan spullen of vastgoed. Een aantal voorbeelden van bezittingen in goederen zijn: woning, vakantiehuisje, auto, boot, bedrijf of aandelen. Dat zijn een aantal voorbeelden als er gesproken word over bezit van goederen.
Bezit in geld
Bij bezittingen in geld kan je denken aan spaargeld, geld dat op je rekening staat, geld dat je iemand hebt uitgeleend of vermogen dat je hebt. Bezittingen in geld is makkelijk mee te rekenen je ziet meteen hoeveel het is. Bij bezit in goederen moet je het goed omzetten in geld om mee te rekenen.
Schulden
Schulden is geld dat je moet betalen aan iemand anders. Het zijn niet altijd personen bij wie je een schuld kan hebben. Je kan ook een schuld bij een bedrijf of de bank hebben. Er zijn verschillende soorten schulden. Als we naar de verschillende soorten schulden kijken hebben we: boete, deurwaarde, hypotheekschuld, geld geleend van een persoon/bank of kopen op afbetalen.
Boete
Dit is een schuld die je maakt als een overtreding hebt begaan. Boete kun je van de politie krijgen maar die zijn niet te enige die een boete kunnen uitdelen. Je kan ook een boete krijgen omdat je geen tram/treinkaartje hebt, omdat je te laat ben met een factuur betalen of van de gemeente omdat je bijvoorbeeld een vuilniszak verkeerd hebt weggegooid.
Deurwaarde
Een schuld bij de deurwaarde is te laat betalen van een factuur. Je hebt meerdere aanmaningen oftewel waarschuwingen gehad om de factuur te betalen. Na de derde keer word je factuur naar een deurwaarde gestuurd. Dat is een schuldeiser.
Hypotheek
Een hypotheek schuld ontstaat als je een huis wilt kopen. Bij de bank kan je geld lenen om een huis te kopen dat word hypotheek genoemd. Afhankelijk van je inkomen en je andere schulden krijg je in overleg met de bank een bepaalde bedrag. Over dat bedrag moet je rente betalen ook dat is afhankelijk van de bank.
Kopen op afbetalen
Soms kan je iets wat je graag wilt niet in een keer kopen. Dan kan je beroep doen op kopen op afbetalen. Je betaald het bedrag dan in delen. In sommige gevallen krijg je het product meteen mee en in sommige gevallen krijg je het mee als je het hele bedrag hebt afbetaald.
Hoop dat je nu een beter beeld heb van wat bezittingen en schulden zijn. Hieronder is een link waar je aan de slag kan gaan met bezittingen en schulden.
We zijn dichtbij het doel. Het maken van een begroting, maar wat is eigenlijk een begroting en waarom maken we een begroting?
Dat zijn de vragen waarop je in deze les antwoord krijgt. Na deze les weet je niet alleen wat en waarom we een begroting maken maar je kan er zelf eentje maken. Resultaat van je vermogen.
Waarom maken we een begroting?
Eind van de maand wilt niemand voor een verrassing komen te staan, daarom wordt er een begroting gemaakt. Een begroting word ook wel 'budgetplan' genoemd. Een begroting kan gemaakt worden door een bedrijf maar ook door een individu. Door het maken van een begroting krijg je een beeld van je inkomen en uitgaven. Je kan uitrekenen of je aan het einde van de maand/jaar uitkomt met het geld dat je verdiend als inkomen tegenover je uitgaven. Bedrijven maken een begroting om te zien of ze rendabel zullen zijn komend jaar. Ook kunnen ze meten of het beter is gegaan dan ze verwachten hadden of slechter.
Hoe maak je een begroting?
Test jezelf
Toets: Test jezelf
0%
Welkom
Ben je er klaar voor?
Dit is een proeftoets over alle drie de hoofstukken die gelezen en gemaakt hebt. De toets is om jezelf te testen of je de stof beheerst. Als je 60% of hoger haal voor deze proeftoets dan beheers je de stof goed en mag je verder met verrijkingsstof. Als je 59% of lager haal dan kan je aan de slag met herhaling. Zodat ook jij de stof beheerst.
Wat kan je verwachten van deze proeftoets
in deze proeftoets komen de onderwerpen: inkomen, uitgaven, bezittingen, schuld en begroting in voor. Je kan zowel meerkeuze vragen als juist/onjuist vragen verwachten. De toets bestaat uit 10 vragen. Er valt 13 punten te behalen en bij 8 punten kom je aan je 60%.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Het arrangement Begroting is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
shibi rojer
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2018-01-29 08:41:17
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Test jezelf
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.