Waar denk jij dat het grootste deel van je ecologische voetafdruk uit bestaat?
Overleg je antwoord met een klasgenoot.
Leerdoel
Ook jij laat je sporen na. Je hebt ruimte nodig. Je verbruikt grondstoffen en energiebronnen.
Hoeveel? De Mondiale Voetafdruk is een manier om dat uit te rekenen.
Voor alles wat je doet, eten, sporten, reizen, enzovoort, heb je ruimte nodig.
En grondstoffen. Voor je eten bijvoorbeeld, of voor vervoer. Je gebruikt stroom voor het opladen van je mobiel, benzine voor de auto of scooter en gas om bij de verwarming in huis.
En ga zo maar door.
Nu hebben twee Canadezen uitgerekend welk stuk van de aarde er voor iedereen beschikbaar is.
Bij een eerlijke verdeling komt dat neer op ongeveer 1,6 hectare land per persoon (ongeveer drie voetbalbelden). Deze 1,6 hectare is jouw voetafdruk bij een eerlijke verdeling.
De werkelijkheid is waarschijnlijk dat jouw voetafdruk groter is.
Mensen in rijke landen zoals Nederland gebruiken meer energie en meer grondstoffen. Ze eten meer, reizen meer, verwarmen meer, consumeren meer.
Het idee van de Mondiale voetafdruk is door de Kleine Aarde verder uitgewerkt in een vragenlijst. Daarmee gaan jullie in deze opdracht aan de slag.
De hoeveelheid bruikbare grond die iemand verbruikt, noem je zijn ecologische voetafdruk. Als ieder mens op aarde een even groot stuk bruikbare grond zou krijgen, zou ieder mens een voetafdruk van drie voetbalvelden hebben. Dat is echter niet zo...
In deze opdracht staat de ecologische voetafdruk centraal.
Activiteiten
Stap
Groepsgrootte
Activiteit
Stap 1
Alleen + samen
Filmpje over de ecologische voetafdruk kijken opdrachten maken.
Stap 2
Alleen
Je eigen ecologische voetafdruk berekenen.
Stap 3
Alleen + samen
Bij verschillende categorieën bedenken welk gedrag invloed heeft op de grootte van je voetafdruk.
Benodigdheden
Chromebook, Google apps.
n.b. Maak een map in je Google Drive en noem die aardrijkskunde.
Deel deze map met de docent (b.berlijn@ashramcollege.nl of r.rooij@ashramcollege.nl) en zet al je documenten, Google presentaties en SMARTamp workspaces die je bij aardrijkskunde maakt gedurende deze periode in deze map.
Tijd
Voor deze gehele module heb je 7 weken nodig.
Stap 1: Wat is het?
Ecologische voetafdruk
Bekijk het volgende filmpje:
De ecologische voetafdruk vergelijkt de beschikbare ruimte met het verbruik.
Opdracht: Mondiale voetafdruk - Duurzaam consumeren
Verspilling van voedsel is een vorm van energieverspilling. Dat doen we allemaal. Door duurzaam te consumeren sparen we het milieu. Iedereen veroorzaakt uitstoot van het broeikasgas CO2 door de gewone dingen te doen, zoals het huis verwarmen, in bad gaan, het gebruik van elektrische apparaten of bijvoorbeeld met je brommer of in een auto te rijden. Van de ...1 … kilo voedsel die elke Nederlander jaarlijks koopt gaat zo’n 10% ongebruikt de vuilnisbak in. Het loont de moeite om dat te voorkomen, want we gooien geld en energie weg! Verspilling van voedsel is een vorm van energieverspilling. Het produceren, verpakken, koelen en vervoeren van voedingsmiddelen kost namelijk energie. Gooi je één kilo voedsel weg, dan gooi je in feite een …..2 … liter benzine aan energie in de prullenbak! Door duurzaam te consumeren sparen we het milieu. Ieder mens gebruikt een gedeelte van de ruimte op aarde. Hoeveel ruimte hangt af van iemands consumptie. Met behulp van de mondiale voetafdruk, kortweg “voetafdruk”, zijn we in staat om met een getal uitgedrukt in hectares aan te geven hoeveel oppervlakte aarde per persoon dat is. Als alle bruikbare ruimte op aarde verdeeld wordt over alle mensen en we geven de natuur voldoende ruimte om te overleven, dan is er voor elke bewoner gemiddeld …. 3 ….hectare beschikbaar. Als je de voetafdrukken van verschillende landen naast elkaar legt, zal je al snel één ding opvallen: de voetafdruk van de rijke landen is veel groter dan die van de arme landen. Als iedereen op aarde zou leven als de gemiddelde Noord-Amerikaan, dan zouden we vier extra wereldbollen nodig hebben!
300
1600
600
900
hele liter
anderhalve liter
halve liter
tweeëneenhalve liter
1,8
1,6
1,18
8,1
De ecologische voetafdruk vergelijkt de beschikbare ruimte met het verbruik.
Vraag 1: Verbruik
a. Beschrijf het begrip ecologische voetafdruk.
b. Wat bepaalt het verbruik? Welke factoren bepalen, volgens jou, of je een grote of een kleine ecologische voetafdruk hebt? Schrijf samen met een klasgenoot zoveel mogelijk factoren.
Vraag 2: Beschikbare ruimte
Om de totale hoeveelheid beschikbare ruimte te kunnen berekenen, moet je kijken naar de landschappen op aarde die mensen kunnen gebruiken. Er worden soms zes soorten bruikbaar landschap onderscheiden: bos, weiland, akkerland, visgrond, bouwgrond en 'energieland'. Welke producten leveren de verschillende landschappen op?
Stap 2: Zelf berekenen
Je hebt samen met je coach al een vragenlijst ingevuld die gaat over jouw ecologische voetafdruk. Deze ga je deze les nog een keer doen op de website van het Wereldnatuurfonds. De uitkomst van deze test ga je vergelijken met de vragenlijst die je hebt ingevuld samen met je coach.
Opdracht: Bereken je eigen voetafdruk
Je kunt op verschillende websites je ecologische voetafdruk berekenen.
Bereken eerst je ecologische voetafdruk op de site van duurzaamheidinactie.nl
Vul de antwoorden op de vragen zo nauwkeurig mogelijk in.
Als je een antwoord niet weet, kies dan voor een gemiddeld antwoord.
Wat is je score? Is je score hoger of lager dan de gemiddelde score in Nederland.
Je gaat je voetafdruk ook berekenen op de site het Wereld Natuur Fonds.
Hoeveel ha. heb jij nodig? Hoeveel aardbollen heb jij nodig?
Beantwoord de 23 vragenvan de test. Hoe is je score bij deze test?
Is je score hoger of lager dan bij de test op duurzaamheidinactie.nl.
Vergelijk de tests met elkaar. Lijken de vragen op elkaar?
Zijn er duidelijke verschillen?
Spelen de factoren die jullie in stap 1 bedacht hadden een rol bij het bepalen van de voetafdruk?
Verwerk deze vier vragen in een Google document en lever deze in via Google Classroom samen met de screenshots van de uitslag van de test:
1. Wat zijn je scores? Hoeveeli s je score hoger of lager dan de gemiddelde score in Nederland?
2. Vergelijk de twee tests met elkaar. Zijn er duidelijke verschillen tussen de twee en welke zijn dat?
3. Welke factoren spelen een grote rol bij jouw voetafdruk?
4. Wat jij zou kunnen doen om je voetafdruk te verkleinen?
Stap 3: En nu?
Wat bepaalt de grootte van je voetafdruk?
Als je kijkt naar de vragen die worden gesteld om je voetafdruk te berekenen,
zou je die vragen kunnen indelen in de volgende categorieën.
Eten en drinken
Kopen van kleding
Vervoer
Vakantie
In en om huis
Opdracht:
Neem deze categorieën over in een Google document en noteer bij iedere categorie welk gedrag invloed heeft op de grootte van je voetafdruk.
Klaar?
Bespreek de grootte van je voetafdruk met een klasgenoot.
Welk gedrag bepaalt hoe groot jullie afdruk is?
Hoe zou jij dat kunnen beïnvloeden en dus kleiner kunnen maken? Noem twee voorbeelden en verwerk deze in je document.
Begrippenlijst
Ecologische voetafdruk
De oppervlakte aarde die nodig is om te voorzien in de levensstijl van een persoon, stad of land.
Duurzaamheid
Ontwikkeling die aansluit op de behoeften van het heden zonder het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen.
Fossiele bronnen raken op
Vooraf
Leerdoelen
We gebruiken steeds meer energie en die halen we vooral uit fossiele brandstoffen.
De vraag is hoe lang we daarmee kunnen doorgaan. Een andere vraag is of kernenergie een goed alternatief is. Op die twee vragen probeer je in deze opdracht een antwoord te vinden.
Aan het eind van deze opdracht kun je:
minimaal twee nadelen opnoemen van het gebruik van fossiele energiebronnen.
minimaal twee voor- en nadelen opnoemen van het gebruik van kernenergie.
aan de hand van de voor- en nadelen van deze twee soorten energiebronnen beargumenteren of kernenergie een goed alternatief vormt voor fossiele energiebronnen.
Eindproduct
Het eindproduct bestaat uit het maken van twee posters: een voor en een tegen kernenergie. Op de poster moet ook een argument staat.
Beoordeling
Laat de posters beoordelen door jullie docent.
Bij de beoordeling let jullie docent op:
de inhoud: de posters zijn duidelijk voor of tegen kernenergie en bevatten een argument daarvoor. De tekst is kort.
de vorm: de posters zien er aantrekkelijk uit en de boodschap is goed leesbaar.
taalfouten: de posters zijn zonder taalfouten.
Activiteiten
Stap
Groepsgrootte
Activiteit
Stap 1
Alleen
Hoe lang kunnen we nog elektriciteitscentrales stoken met kolen en gas? Bekijk het filmpje.
Lees een tekst over kolencentrales en fijnstof. Beantwoord de vragen.
Stap 2
Alleen
Bekijk een filmpje over een olieramp en lees een tekst over de winning van olie. Beantwoord vragen over olie als energiebron.
Stap 3
Alleen
Bekijk filmpjes over de winning van aardgas en schaliegas en beantwoord de vragen.
Stap 4
Alleen
Bekijk een filmpje over kernenergie en lees een tekst over radioactief afval. Beantwoord de vragen.
Stap 5
Alleen
Maak de toets.
Stap 6
Samen
Maak een poster voor kernenergie en een poster tegen kernenergie.
Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 lesuren nodig.
Stap 1: steenkool
Omgaan met energiebronnen: Steenkool In de bronnen in deze en de volgende stappen vind je veel informatie over hoe wordt omgegaan met energiebronnen. Bekijk de video's en lees de teksten.
Schrijf tijdens het kijken en lezen de belangrijkste boodschap van de video/tekst op.
Inwoners Rijnmondgebied leven korter door fijnstof
Inwoners van het Rijnmondgebied overlijden eerder als de nieuwe kolencentrales vol in bedrijf zijn op de Maasvlakte. Jaarlijks zouden 43 mensen vroegtijdig sterven, waarschuwt Greenpeace. De organisatie baseert zich op een onderzoek van de Universiteit van Stuttgart, dat in opdracht van Greenpeace is uitgevoerd. De grote boosdoener is fijnstof: piepkleine deeltjes die ook door de kolencentrales worden uitgestoten.
'Fijnstof gaat in je longen zitten en ook in je bloedbaan. Daar kuan je uiteindelijk ziek van worden', waarschuwt Sanne van Keulen van Greenpeace. De kolencentrales zouden jaarlijks miljoenen kilo's fijnstof uitstoten.
Belofte
De milieuorganisatie vreest dat de eigenaren van de centrales, E.ON en Electrabel, terugkomen op een belofte om CO2 ondergronds op te slaan. Van Keulen: 'Ze hebben die beslissing al zeven keer uitgesteld. En ze willen er geen extra geld in steken.'
Van Keulen benadrukt dat ondergrondse CO2-opslag bovendien geen oplossing is voor de uitstoot van fijnstof. 'Dat heeft voor die gezondheidsrisico's geen effect.'
Greenpeace is nog aan het procederen om het opstarten van de kolencentrales alsnog te laten blokkeren. 'We blijven strijden tot die centrales van tafel gaan. Daar is zeker kans voor.'
Bron: www.rijnmond.nl
Beantwoord de vragen:
Waarom is steenkool een belangrijke brandstof en wordt die veel gebruikt?
Wat zijn de nadelen van het gebruik van steenkool als energiebron?
Bespreek je antwoorden met een klasgenoot.
Stap 2: aardolie
Omgaan met energiebronnen: Aardolie
Bekijk de video.
Het energiegebruik stijgt nog steeds wereldwijd. We gebruiken ook nog steeds meer fossiele energiebronnen.
Het vraagt nogal wat van de bedrijven die deze energiebronnen winnen om de stijgende vraag bij te houden.
Een van de redenen waarom de olie zoveel duurder is geworden, is het opraken van de makkelijk winbare olie. Een belangrijk deel van de olie op de markt komt uit bronnen op moeilijk bereikbare plaatsen, het poolgebied of de open oceaan. Er moet eerst enorm veel geld worden uitgegeven voor je olie uit een olieveld kunt halen dat op 1500 meter diepte in zee ligt en bovendien 2000 kilometer van de dichtstbijzijnde kust ligt.
Ook kost het veel geld om olie uit teerzanden in Canada te halen. Men zegt dat het loont om dat te doen, omdat de prijs van olie nu hoog is. Maar wat men nooit zegt is dat olie uit teerzanden duur is omdat de winning ervan veel geld kost.
Bron: http://zapruder.nl/portal/artikel/olie_en_energiebulletin_week_28/
Beantwoord de vragen:
Waarvoor gebruiken we olie?
Wat zijn de nadelen van het gebruik van olie als energiebron?
Bespreek de antwoorden met een klasgenoot.
Stap 3: aardgas
Omgaan met energiebronnen: Aardgas
Bekijk de video's.
Sinds wanneer gebruiken we in Nederland veel aardgas?
Waarvoor gebruiken we in Nederland aardgas?
Wat zijn de nadelen van het gebruik van aardgas als energiebron?
Noem de voor- en nadelen van het gebruik van schaliegas als vervanger van aardgas.
Bespreek de antwoorden met een klasgenoot.
Stap 4: kernenergie
Omgaan met energiebronnen: Kernenergie
Bekijk de video.
Kernenergie Een van de problemen van kernenergie is het radioactieve afval. Radioactief materiaal heeft een zogenaamde 'halfwaardetijd'.
Met halfwaardetijd of halveringstijd wordt hier bedoeld: de tijd die radioactief materiaal nodig heeft om de helft van zijn straling kwijt te raken. We nemen drie radioactieve stoffen als voorbeeld: jodium, strontium en uranium.
Jodium is in 8 dagen de helft van zijn radioactiviteit kwijt. In nog eens 8 dagen weer de helft daarvan enzovoort..
Strontium heeft voor een halvering 28 jaar nodig.
Bij uranium ligt de halfwaardetijd op 4,5 miljard jaar!
Hoogradioactief afval uit kerncentrales blijft ook heel erg lang radioactief en moet duizenden jaren veilig worden opgeborgen.
Beantwoord de vragen:
Zoek op internet in welke landen veel kerncentrales staan.
Tip: bekijk deze kaart op Wikipedia.
Waarom hebben die landen kerncentrales?
Wat zijn de voordelen van kernenergie?
Wat zijn de nadelen van kernenergie?
Bespreek de antwoorden met een klasgenoot.
Stap 5: toets
Toets
Maak ter afsluiting van deze opdracht de toets 'Fossiele bronnen raken op'.
De toets bestaat uit gesloten vragen. Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Atoomstroom, ja of nee?
Op dit moment is er één kernenergiecentrale in Nederland. Soms gaan er stemmen op om er meer te bouwen. Vind je dat een goed idee of juist niet?
Maak samen met een klasgenoot twee posters: een voor en een tegen kernenergie.
Op de poster moet ook een argument staan. Gebruik de volgende posters als voorbeeld.
Op een informatieve poster kun je laten zien wat de belangrijkste delen van de lesstof zijn. Ook kun je weergeven hoe bepaalde delen zich tot elkaar verhouden.
Klaar?
Laat de poster beoordelen door jullie docent.
Bij de beoordeling let de docent op:
• de inhoud: de posters zijn duidelijk voor of tegen kernenergie en bevatten een argument daarvoor. De tekst is kort.
• de vorm: de posters zien er aantrekkelijk uit en de boodschap is goed leesbaar.
• taalfouten: de posters zijn zonder taalfouten.
Duurzaamheid
Vooraf
De term duurzaamheid hoor je tegenwoordig vaak. Duurzaam bouwen, duurzaam eten, duurzame kleding, duurzaam ondernemen, duurzame visserij, enz. Wat betekent dit eigenlijk? Dat is de vraag die in deze opdracht centraal staat.
Leerdoelen
Aan het eind van deze opdracht kun je:
het begrip duurzaamheid omschrijven.
drie voorbeelden van fossiele brandstoffen geven.
drie voorbeelden van duurzame grondstoffen/duurzame energiebronnen noemen.
Eindproduct
Jullie maken een eindproduct over ‘duurzaamheid’. Jullie mogen zelf bedenken wat voor soort eindproduct jullie maken. In het eindproduct wordt duidelijk wat wordt bedoeld met duurzaamheid en wat het gebruik van hulpbronnen en energiebronnen daarmee te maken heeft.
Beoordeling
Het eindproduct laten jullie beoordelen door jullie docent.
Jullie eindproduct wordt beoordeeld op:
de inhoud: het eindproduct laat zien wat wordt bedoeld met duurzaamheid.
de vorm: het eindproduct is origineel en is met zorg gemaakt.
Activiteiten
Stap
Groepsgrootte
Activiteit
Stap 1
Alleen + samen
Bespreken met een klasgenoot wat wel en wat niet duurzaam is.
Stap 2
Alleen
Filmpjes over ijzererts en aardolie kijken en van een aantal grondstoffen en energiebronnen bepalen of ze uitputbaar, onuitputbaar of vernieuwbaar bij verstandig gebruik zijn.
Stap 3
Alleen
Filmpje over biomassa kijken, kennisbank over duurzame energiebronnen bestuderen en vragen beantwoorden.
Stap 4
Alleen + samen
Tekst lezen en bespreek met klasgenoot.
Stap 5
Samen
Een vorm van duurzaamheid kiezen, daar een eindproduct over maken en door de docent laten nakijken.
Benodigdheden
Geen bijzonderheden.
Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 uur nodig.
Stap 1 - Duurzaam
Duurzaam
Er zijn vele definities van de term duurzaam.
Een ervan is: 'duurzaamheid is de mate waarin een samenleving in staat is in haar eigen behoeften te voorzien zonder toekomstige generaties de kans te ontnemen in hun behoeften te voorzien' ofwel `niet meer natuurlijke hulpbronnen gebruiken dan dat er bijkomen, zodat mensen ze ook in de toekomst nog kunnen gebruiken’.
Hieronder wordt iets over de productie van een aantal goederen verteld.
Geef per productieproces aan of het volgens jou wel of niet duurzaam is.
Voor de productie van kozijnen wordt hardhout uit Brazilië gebruikt.
Kartonnen dozen worden gemaakt van gerecycled papier.
Voor de productie van één kilo kipfilet is 4300 liter water nodig.
Uit één boom worden 15 pakken A4-papier gemaakt.
Als je in de winter aardbeien eet, zijn die afkomstig uit Egypte of Israël.
Gerecycled plastic wordt gebruikt voor de productie van vuilniszakken.
Opdracht:
Bespreek je antwoorden met een klasgenoot.
Zijn jullie het met elkaar eens? Praat met elkaar over de verschillen.
Stap 2 - Duurzame hulpbronnen
Duurzame hulpbronnen
Voor de fabricage van producten die je dagelijks gebruikt zijn grondstoffen en energie nodig.
IJzererts is een voorbeeld van zo'n grondstof en aardolie wordt gebruikt voor de opwekking van energie.
Bekijk onderstaande clips van de site van schooltv.
Hulpbronnen worden soms ingedeeld in uitputbare hulpbronnen en onuitputbare hulpbronnen.
Soms is de grens tussen deze twee soorten hulpbronnen niet zo duidelijk.
Het ligt er aan hoe je met de hulpbron omgaat.
Opdracht:
Hieronder zie je een aantal grondstoffen en energiebronnen.
Zijn ze volgens jou uitputbaar, onuitputbaar of vernieuwbaar bij verstandig gebruik?
IJzererts
Vis
Katoen
Hout
Tarwe
Regenwater
Windenergie
Aardolie
Bodemwarmte
Stap 3 - Duurzame energie
Duurzame energie
Veel van onze energie komt van fossiele brandstoffen, zoals aardolie, gas en kolen.
Het kan ook anders.
Kijk naar de volgende filmpjes op schooltv.
De vraag naar elektriciteit neemt toe. Er worden steeds meer windmolens en zonnepanelen gebouwd om alle huishoudens in Nederland op een duurzame manier te kunnen voorzien van elektriciteit.
De zon is een bron van energie en warmte. Met behulp van zonnepanelen zou iedereen in Nederland de benodigde stroom op kunnen wekken. Maar dat doen we nog niet. In Europa lopen we erg achter met het opwekken van zonnestroom. Op Ameland geven ze het goede voorbeeld, daar streeft men naar 100% zonne-energie.
In de Kennisbank Aardrijkskunde vind je ook een onderdeel over duurzame energiebronnen.
Bestudeer dit onderdeel.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Denk hier maar eens over na!!
Bij de kassa van een supermarkt stelt de jonge caissière mij voor, dat ik voortaan mijn eigen boodschappentas meebreng, in plaats van een plastic tas te kopen.
"Want plastic tassen zijn niet goed voor het milieu", zo zegt ze.
Ik verontschuldig me en leg haar uit: "Wij hadden dat groene gedoe niet toen ik jong was!"
De caissière antwoordt: "Ja, en dat is nou juist ONS PROBLEEM vandaag-de-dag: JULLIE generatie maakte zich niet druk om het milieu te sparen voor de toekomstige generaties!"
Ze heeft gelijk, onze generatie had dat groene gedoe niet in onze dagen.
Toen hadden we melk, frisdrank en bier in flessen, die we leeg en omgespoeld terugbrachten naar de winkel. De winkel stuurde deze dan terug naar de fabriek en daar werden deze flessen gesteriliseerd en opnieuw gevuld. Wij deden echt aan recycling.
Wij liepen of fietsten en verplaatsten ons niet iedere keer in een 200-PK-machine, als we twee straten verder moesten zijn.
We droogden onze kleren aan de lijn en niet in een energieverslindende machine die continu 220 volt verbruikt. Wind- en zonne-energie droogden onze kleren.
Babyluiers gingen in de kookwas, omdat wegwerpluiers niet bestonden.
Kinderen droegen de afdankertjes van oudere broers en zussen en kregen geen gloednieuwe kleren.
Maar de jonge dame heeft gelijk! Wij hadden dat groene gedoe niet in onze tijd.
In die tijd hadden we – misschien – één tv of radio in huis en niet een op elke kamer.
De tv had een klein schermpje, formaat zakdoek en niet een scherm ter grootte van een kamerwand.
In de keuken werden gerechten gemengd en geroerd met de hand, omdat we geen elektrische apparaten hadden die alles voor ons deden.
Wanneer we een breekbaar object moesten versturen per post, dan verpakten we dat in een oude krant en niet in piepschuim of plasticbubbeltjesfolie.
Wij gebruikten onze eigen boodschappentassen of kartonnen dozen bij de supermarkt.
In die tijd gebruikten we geen maaimachine op benzine als we het gazon maaiden. We gebruikten een maaier die geduwd moest worden en functioneerde op menselijke kracht.
Wij sportten door te werken, zodat we niet naar een fitnessclub hoefden te gaan om op ronddraaiende loopbanden te gaan rennen, die werken op elektriciteit.
Maar ze heeft gelijk. Wij hadden dat groene gedoe toen niet.
Wij dronken uit de kraan wanneer we dorst hadden, in plaats van uit een plastic fles of blikje, die na 30 slokken wordt weggegooid. Wij vulden zelf onze pennen met inkt, in plaats van elke keer een nieuwe pen te kopen.
Wij vervingen de mesjes van een scheermes, in plaats van het hele ding weg te gooien alleen omdat het mesje bot is.
Maar, wij hadden dat groene gedoe niet in onze tijd.
Mensen namen de trein of de bus en kinderen liepen of fietsten naar school in plaats van hun moeder als 24-uurstaxi te gebruiken.
Wij hadden één stopcontact per kamer en niet een heel arsenaal aan stekkerdozen en verlengsnoeren om een dozijn apparaten van stroom te voorzien.
Wij hadden één vaste telefoon in de gang en geen mobiele telefoon om een signaal op te vangen van een satelliet die 2.000 mijl verderop in de ruimte hing, zodat we konden overleggen met anderen om de dichtstbijzijnde pizzatent te vinden.
Maar is het niet in-en-in triest dat de huidige generatie klaagt over hoe verspillend wij 'oudere mensen' waren, gewoon omdat wij 'dat groene gedoe' niet hadden in onze tijd?
Opdracht:
Lees de tekst. Heeft de mevrouw een punt?
Beschrijf samen met een klasgenoot een aantal dingen waarop jullie zelf zouden kunnen bezuinigen.
Zijn jullie het met alles eens? Noem ook een aantal zaken waarmee jullie het oneens zijn.
Vergelijk dat met andere klasgenoten. Praat met elkaar over de verschillen en vul elkaar aan.
Stap 5 - Eindopdracht
Duurzaam
De term duurzaamheid hoor je tegenwoordig vaak. Kies één van de duurzame energiebronnen en maak een presentatie over deze energiebron. Verzamel met je groepje informatie over alternatieve energie en geef antwoord op de volgende vragen:
1. Wat is het? (m/h/v)
2. Wat zijn de voor- en nadelen van deze energiebron? (m/h/v)
3. Waar komt het in Nederland voor? (m/h/v)
4. Hoe wordt het toegepast in Nederland? (h/v)
5. Wat doet de Nederlandse overheid en/of het bedrijfsleven om dit te promoten? (v)
Kies één van deze duurzame energiebronnen:
Zonne-energie
Wind-energie
Waterkracht
Getijden-energie
Golfslagenergie
Aardwarmte
Klaar?
Lever je presentatie in via Google Classroom en laat het eindproduct beoordelen door jullie docent. Jullie eindproduct wordt beoordeeld op:
de inhoud: het eindproduct laat zien wat wordt bedoeld met duurzaamheid.
de vorm: het eindproduct is origineel en is met zorg gemaakt.
Het arrangement Energiebronnen en duurzaamheid is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Fossiele bronnen raken op
Biomassa
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.