Lassen

Lassen

Lassen MIG/MAG inleiding

Beginnende lasser

Hoofdstuk 1 Wat is lassen

Hoofdstuk 2 Lasmethoden

Hoofdstuk 3 Het MIG/MAg lasapparaat

Hoofdstuk 4 Controle en onderhoud van hel lasapparaat

Hoofdstuk 5 Veilig lassen

Hoofdstuk 6 Lasdraad

Hoofdstuk 7 Beschermgas

Hoofdstuk 8 Lasnaadvormen

Lasnaad

 

 

 

 

Lasnaad
Een lasnaad is de opening (ruimte) tussen de twee werkstuk delen vóórdat je gaat lassen.

 

Lasnaad voorbewerking

Lasnaad voorbewerking

Om te kunnen lassen moet je een aantal dingen voorbereiden.

Met lasnaadvoorbewerking bedoelen we alle handelingen die je doet aan de te lassen delen voordat je gaat lassen. Het doel van lasnaadvoorbewerking is om een goede las te krijgen. Om goed te kunnen lassen moet je het werkstuk dus voorbewerken.

 

 

Dit voorbewerken kan zijn:

  1. Knippen 
  2. Zagen.
  3. Autogeen snijden
  4. Slijpen
  5. Verspanen (frezen, schaven, draaien, slijpen) Je haalt spanen (stukken) van het materiaal af.

 

1. knippen
Als je dunne platen aan elkaar moet lassen kunnen de delen worden geknipt. Dit kan met een hefboomschaar of een machinale schaar (guillotineschaar). Een nadeel van knippen is dat er tijdens of na het lassen haarscheurtjes kunnen ontstaan die een slechte las kunnen geven.

 

2. Zagen
Duurder dan knippen. Door te zagen krijg je een gladde gave rand. Dat is beter voor de inbranding. Je kunt niet alles zagen, het materiaal mag niet te groot zijn.

Buizen, hoekprofielen of kokermateriaal wordt vaak op de juiste lengte gezaagd. Vaak is het dan gebruiksklaar als het gebruikt wordt voor constructiewerk. Soms volgt dan nog een nabewerking als afbramen.

 

3. Snijden doe je om schuine randen te maken of kromme lijnen te snijden. Dit kan met de hand of machinaal

 

4. Slijpen kun je doen met slijpmachine of met een haakse handslijpmachine (slijptol).Dit zijn gevaarlijke machines die je met de nodige voorzichtigheid moet bedienen.

Je kunt de slijpmachine goed gebruiken :

  • Voorbereiden van niet te lange las naden.
  • Om de snijrand bij autogeen snijden bij te werken.
  • Lasfouten weg te werken.

 

5.verspanen

frezen, schaven, draaien, slijpen) Je haalt spanen (stukken) van het materiaal af.

 

Lasvormen

 

Lasnaadvormen

Bij lasnaadvormen wordt onderscheid gemaakt tussen stompe lasnaden en niet-stompe lasnaden.

 

Stompe lassen

Een stompe lasnaad is een lasnaad waarbij na het lassen geen spleet in de lasverbinding achterblijft. Dit is het geval als de werkstuk delen over de volle doorsnede (lengte en breedte) zijn samengesmolten. We noemen dit een homogene las. Ook wel “door en door gelast”.

 

Niet-stompe lassen


Als er na het lassen een spleet achterblijft tussen de werkstuk delen spreek je van niet-stompe lassen.
Als er na het lassen een spleet achterblijft heb je kans op inscheuren van de lasverbinding.

Voor lassen waarbij grote krachten, of wisselende belasting, optreedt moet je altijd stompe lassen maken.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Stompe lasnaden

I-naad
De eenvoudigste lasnaadvorm is de I-naad.
Bij een I-naad worden de (dunne) plaatdelen tegen elkaar aan gelegd. De plaatdelen zijn even dik.

Tot een plaatdikte van 2 mm kun je deze lasnaad aan één kant lassen. Als je eenzijdig last spreek je ook wel van een T-naad.

Zijn de plaatdelen dikker dan 2 mm dan moet je een I-naad van twee kanten lassen om een goede sterkte te krijgen. Je last eerst aan één kant. Vervolgens maak je aan de andere kant een las. Dit wordt een tegenlas genoemd. Bij een I-naad zorg je dat de twee werkstukdelen een vooropening hebben van ongeveer 1-2 mm. Vooropening betekent dat de plaatdelen vóór het lassen iets uit elkaar liggen.

 

I-naad

​ I-naad

 

 

 

V-naad (halve en hele V-naad)
Bij grote materiaaldikten kun je de werkstuk delen niet meer goed lassen zonder dat je ze aanschuint.
Als je de werkstuk delen maar aan één kant kunt bereiken kun je gebruik maken van een V-naad.
Bij een V-naad worden de werkstukdelen vóór het lassen aan één kant schuin gemaakt.
De opening die ontstaat wordt vol gelast.

http://www.booglassen.com/wp-content/uploads/2017/06/Lasnaad-open-v-naad-300x39.jpg​V-naad

http://www.booglassen.com/wp-content/uploads/2017/06/V-naad-met-neus-dichte-v-naad-300x193.jpg​ V-naad

 

Bij een open V naad liggen de stukken van elkaar af, bij een gesloten v naad liggen de stukken tegen elkaar aan.

 

 

 

X-naad
Een X-naad is vergelijkbaar met een V-naad. Het verschil is dat een X-naad aan twee kanten toegankelijk moet zijn om te lassen.
Een voordeel is dat de werkstukdelen minder vervormen doordat je om en om last. Ook hoeft in een X-naad minder materiaal toegevoegd. Dat kost minder materiaal en tijd.

http://www.booglassen.com/wp-content/uploads/2017/06/Lasnaad-X-naad-1-300x44.jpg​ X-naad

http://www.booglassen.com/wp-content/uploads/2017/06/X-naad-foto-300x147.jpg​ X-naad

 

 

 

 

Niet stompe lasverbindingen

Bij deze lasverbindingen is er na het lassen nog een spleet tussen de twee stukken metaal. Met deze lasverbindingen maak de 2 stukken metaal dus NIET over heel hun dikte aan elkaar vast.

Deze lasverbindingen gebruik je NIET als de lasverbinding in verschillende lassituaties steeds sterk moet zijn.

 

De meest bekende vorm van een niet stompe lasverbinding is een Hoeklasverbinding. Bij een hoeklasverbinding staan de 2 stukken metaal loodrcht op elkaar.  Er zit geen vooropening tussen de 2 stukken.

Bij het lassen komt dan het meeste metaal van de lasdraad in de hoekop de 2 stukken metaal te liggen.

Hoeveel metaal erop komt te liggen noemen we de Hoeklashoogte.

Hoe meer lastoevoegmateriaal in de hoek komt te liggen hoe hoger de hoeklashoogte en hoe sterker de hoeklas.

 

 

 

 

 

Lasposities

Lasposities

Als je een klein werkstuk hebt kun je dit zo draaien dat je toch last in positie PA. Maar als je moet lassen aan een zware constructie of aan een schip is het niet mogelijk om dit zomaar even om te draaien. Dan moet je in positie lassen.

 

 

Officieel: Lasposities zijn posities waarin de te verbinden materialen zich bevinden tijdens de productie (tijdens het lassen).

 

Er zijn 2 groepen lasstanden ofwel lasposities:

  • horizontaal
  • Verticaal

Elk van die 2 groepen is weer onderverdeeld:

  • P=positie
  • En de letter die de soort positie aangeeft.

 

 

De mogelijke lasposities zijn in de afbeelding weergegeven.

PA = lassen onder de hand.

PA= Onder de hand

PB = staande hoeklas.

PC = horizontaal / verticaal lassen (lassen uit de zij).

PD = hoeklas boven het hoofd.

PE = lassen boven het hoofd.

 

 

PF = lassen van beneden naar boven (verticaal opgaand of “stapelen”).

PG = lassen van boven naar beneden (verticaal neergaand lassen).

PH = Opgaand stapelend lassen voor pijp-pijp of pijp-plaat verbindingen.

PJ = Neergaand lassen voor pijp-pijp of pijp-plaat verbindingen.

Voorbeeld laspositie PA

Voorbeeld laspositie PB

Voorbeeld laspositie PC

 

Om ervoor te zorgen dat het aangeven van lasposities in heel Europa hetzelfde gebeurt zijn hiervoor afspraken gemaakt. Deze afspraken staan omschreven in de Europese norm ISO6947.

 

 

Toets: Toets Hoofstuk 8 Lasnaadvormen

Start

Hoofdstuk 9 Lasvariabelen

Hoofdstuk 10 Lasfouten en lasonderzoek

Hoofdstuk 11 Electriciteit

uitleg wet van ohm

Wat beschrijft de Wet van Ohm?

De Wet van Ohm, vernoemd naar de Duitse natuurkundige Georg Simon Ohm (1789-1854),

beschrijft het verband tussen de spanning U, de stroomsterkte I en de weerstand R.

 

U = I · R

 

In de Wet van Ohm staan de volgende grootheden vermeld:

 

grootheid

symbool

eenheid

symbool

spanning

U

volt

V

stroomsterkte

I

ampère

A

weerstand

R

ohm

Ω

 

Dit schema moet je kennen!

 

TIP: Om berekeningen uit te voeren met de Wet van Ohm kun je gebruik maken van de bovenstaande driehoek. Bedek met je vinger de grootheid die je wilt uitrekenen. Het niet bedekte deel van de driehoek geeft dan de formule die je nodig hebt.TIP: Om berekeningen uit te voeren met de Wet van Ohm kun je gebruik maken van de bovenstaande driehoek. Bedek met je vinger de grootheid die je wilt uitrekenen. Het niet bedekte deel van de driehoek geeft dan de formule die je nodig hebt.

Ezelsbruggetje
Ezelsbruggetje

Oefening: Oefeningen met de wet van Ohm

Start

  • Het arrangement Lassen is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Iris van Heel Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2018-08-27 19:03:59
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Extra ondersteuning MIG MAG lassen niveau 1
    Leerniveau
    Praktijkonderwijs;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Trefwoorden
    mig/mag nil niveau 1

    Bronnen

    Bron Type
    Beginnende lasser
    https://youtu.be/duIR4Y896vU
    Video
    uitleg wet van ohm
    https://www.youtube.com/watch?v=2aOKj7IvDQA
    Video