Lasnaadvormen

Bij lasnaadvormen wordt onderscheid gemaakt tussen stompe lasnaden en niet-stompe lasnaden.

 

Stompe lassen

Een stompe lasnaad is een lasnaad waarbij na het lassen geen spleet in de lasverbinding achterblijft. Dit is het geval als de werkstuk delen over de volle doorsnede (lengte en breedte) zijn samengesmolten. We noemen dit een homogene las. Ook wel “door en door gelast”.

 

Niet-stompe lassen


Als er na het lassen een spleet achterblijft tussen de werkstuk delen spreek je van niet-stompe lassen.
Als er na het lassen een spleet achterblijft heb je kans op inscheuren van de lasverbinding.

Voor lassen waarbij grote krachten, of wisselende belasting, optreedt moet je altijd stompe lassen maken.