Baas in eigen bedrijf

Inleiding

BAAS IN EIGEN BEDRIJF

Stel je eens voor dat je later de mogelijkheid hebt om baas te worden van een bedrijf. Om ervoor te zorgen dat je bedrijf winst maakt moet jij de juiste keuzes maken. Welke keuzes dit zijn en waarom ze zo belangrijk zijn gaan we bij dit project uitwerken.

Je gaat dit doen door zelf een bedrijf op te richten. Dit bedrijf is niet echt, het bestaat alleen op papier. Alles wat er verder bij komt kijken zul je tegenkomen. Jij moet hier zo goed mogelijk mee om zien te gaan. In het begin heb je nog veel vrijheid en kun je doen wat je wilt met je bedrijf. Maar er zullen ook situaties komen dat er maar één juiste keuze is. En welke maak je dan?

  1. Je maakt de opdrachten in een groep van 2 of 3 personen.
  2. Allereerst maken jullie samen een taakverdeling.
  3. Maak het niet te moeilijk, door iets te kiezen wat jullie leuk vinden, wordt de opdracht ook een stuk leuker.

Bij elk onderdeel lees je wat jullie precies moeten doen. Verdeel als eerst de taken, maak goede afspraken. Ben je klaar met je eigen stuk, controleer dan de stukken van je groepsleden, help ze waar nodig. Jullie zijn samen verantwoordelijk voor een goed ondernemingsplan.

Niemand is klaar met het project, totdat de hele groep klaar is.

Wat is M&O?

Je hebt dit jaar voor het eerst economie, en daarin besteden we ook aandacht aan M&O. In de bovenbouw van de havo kun je kiezen voor het vak economie, en ook voor M&O, dat is dan een apart vak.

Waar houdt het vak Management & Organisatie (M&O) zich mee bezig? Bijna alles wat we tegenwoordig nodig hebben wordt geproduceerd binnen grote organisaties. Er werken steeds meer mensen samen in steeds grotere organisaties. Het vak M&O stelt zich de vraag hoe is de samenwerking tussen deze mensen georganiseerd is en welke regels gelden er bij deze samenwerking?

Om goed te kunnen samenwerken moet je het functioneren van organisaties goed leren kennen. Management & Organisatie geeft leerlingen inzicht in de gang van zaken binnen organisaties en in de problemen die kunnen ontstaan als de externe relaties niet goed zijn.

 

Wat zijn organisaties?

Een organisatie is een verzameling van mensen en middelen (machines) die samenwerken om een bepaald doel te bereiken. Deze doelen kunnen zeer uiteenlopend zijn en dus ook de soorten organisaties. In het vak M&O onderscheidt men organisaties, bedrijven en ondernemingen.

Zo zijn er organisaties met een politiek karakter (zoals politieke partijen of Amnesty International); er zijn sociaal-culturele organisaties (sportclubs, muziekverenigingen) en er zijn organisaties met een economisch doel (ziekenhuizen, scholen, winkels, kantoren en fabrieken).
Organisaties die een deel van de maatschappelijke productie verzorgen noemt men bedrijven. Deze productie kan gebeuren óf op commerciële basis (winkels) óf door subsidies van de overheid (scholen).
Ondernemingen zijn bedrijven die alleen maar kunnen blijven bestaan door het maken van winst (winkels).

 

Wat is management?

De term ‘management’ in de naam van het vak heeft betrekking op de mensen (het management) die leidinggeven aan de organisatie en die verantwoordelijk zijn voor het nemen van belangrijke beslissingen. Om leiding te kunnen geven moet je handig met allerlei gegevens kunnen omspringen. Deze gegevens, die je vaak zelf moet verzamelen, kun je bewerken tot informatie waarmee je de organisatie naar het gewenste doel kunt sturen.

Een manager van een organisatie neemt in de praktijk altijd beslissingen op grond van informatie. Deze haalt hij uit verslagen en jaaroverzichten die organisaties verplicht zijn te publiceren. Bij M&O leer je informatieve overzichten (zoals een balans, een resultatenrekeningen of een liquiditeitsbegroting) samen te stellen en te interpreteren.

In dit project gaan we aan de slag met een aantal aspecten van M&O die hierboven staan beschreven. Jullie gaan je eerste ondernemingsplan schrijven of te wel je wordt BAAS IN EIGEN BEDRIJF.

Wat is een ondernemingsplan?

Een ondernemingsplan is een presentatie van je bedrijf. Je legt erin vast wat je gaat doen, hoe je het gaat aanpakken, wat het kost en wat het moet opleveren.

Op basis van het ondernemingsplan kan een bank beslissen of ze je een lening wil verschaffen. Maar ook als je geen geld wilt lenen, kan een ondernemingsplan je een goed inzicht geven in de haalbaarheid van je plannen en doelen.

Je zet in je ondernemingsplan de ideeën en plannen die je hebt met je onderneming. Je belicht zowel de sterke als de zwakke punten van je plannen. Onderdelen van het ondernemingsplan zijn een marketingplan en een financieel plan.

De eerste stap die je gaat zetten is het zoeken naar een geschikte zakenpartner. Dit ondernemingsplan ga je met z’n tweeën uitwerken. Het is handig om iemand te zoeken waarvan je verwacht dat hij/zij zich goed zal inzetten voor de opdracht. Het is goed om van tevoren duidelijke afspraken te maken.

Wat is de bedoeling van dit project?

Je gaat met dit project zelfstandig aan de slag met klasgenoten. Door middel van opdrachten verzamel je informatie die je uiteindelijk verwerkt in een ondernemingsplan.

 

Wat wordt er verwacht van het eindresultaat?

  • De losse opdrachten lever je in via Showbie.
  • Het uiteindelijke plan maak je in word en als het eenmaal af is, sla je het op als pdf. Dit zorgt ervoor dat de vormgeving zoals je hem hebt bedoeld niet meer kan wijzigen. Dit plan lever je ook in via Showbie.

 

Het ondernemersplan heeft de volgende onderdelen (hoofdstukken):

  • Inleiding (waarom heb je dit verslag gemaakt en met wie)
  • Inhoudsopgave
  • De ondernemers (een stuk over jullie kwaliteiten en hoe je tot de keuze kwam van jullie bedrijf)
  • Marketing (doelgroepbeschrijving en de 4 p's).
  • Financieel plan
  • Slotconclusie & feedback (hoe verliep de samenwerking, wat heb je geleerd, etc.)
  • Eventuele bijlagen.

 

De ondernemer

Kwaliteiten

Je start samen een onderneming. Je bent dus nu ondernemer. Wat zijn de kwaliteiten die nodig zijn? Welke kwaliteiten bezitten jullie? Het is belangrijk dit eerst uit te zoeken voordat je samen een onderneming start.

Jullie gaan daarom nu eerst aan de slag om te ontdekken waar ieders kwaliteiten liggen, en welke zwakke kanten er misschien zijn.

 

Opdracht 1: Maak een sterkte- en zwakteanalyse

Maak een overzicht van je sterke en minder sterke kanten:

  • Wat maakt jou tot de ondernemer die nodig is?
  • Waaruit blijkt dat je over die kwaliteiten beschikt?
  • Maak een onderscheid tussen je vakinhoudelijke kwaliteiten & vaardigheden (skills) en je persoonlijke eigenschappen. Kijk eerst naar de onderstaande link voordat je het schema gaat uitwerken: http://www.lancelots.nl/ontwikkelen/kernkwaliteiten.

Vul onderstaan schema in voor jou persoonlijk.

Open bestand Sterkte- en zwakteanalyse

Het plan

Als ondernemer moet je natuurlijk een goed plan hebben. Ga eerst met elkaar brainstormen, zoek eventueel voorbeelden van bedrijven die je aanspreekt, en kies met elkaar wat voor soort bedrijf je zou willen oprichten. Welk product of welk dienst willen jullie verkopen?

 

Opdracht 2: Maak een keuze voor welk bedrijf je wilt oprichten

Beschrijf jullie keuze en motivatie voor het opstarten van dit bedrijf. Het is wel belangrijk dat jullie allemaal achter deze keuze staan.

 

Opdracht 3: Taakverdeling

Maak een overzicht van taken en hou een to-do list bij. Verdeel de taken onderling. Houd hierbij rekening met elkaars kwaliteiten, wie is waar goed in?

Product

Product en slogan bedenken (gezamenlijk)

Jullie gaan nu daadwerkelijk van start met je eigen bedrijf. Welk product of welke dienst ga je verkopen?

Let op: het bedrijf moet aan bepaalde eisen voldoen. Het product of de dienst die je wilt gaan leveren moet bijvoorbeeld niet illegaal zijn. Check even bij de docent of het plan wat je hebt haalbaar en realistisch is en wat er van verwacht wordt met oog op alle opdrachten die je moet doen.

 

​Bekijk onderstaande filmpje om te zien wat de 4P's precies zijn en waar je op moet letten.

 

Bekijk onderstaande filmpje over het gebruik van Microsoft Word:

Open Microsoft Word op je iPad (via Office 365). In onderstaande filmpje wordt de basis van het gebruik van Word toegelicht.
Let erop dat jullie het bestand een goede naam geven en opslaan in Onedrive op jullie schoolaccount! Deel dit document met elkaar. Jullie kunnen nu tegelijkertijd in hetzelfde document werken, hierdoor hoef je het niet meer samen te voegen.


Opdracht 4: Productkeuze

Werk de volgende punten uit:

  1. Welke producten gaan jullie verkopen? Waarom hebben jullie voor dit product gekozen?
  2. Geef jullie bedrijf een naam. Motiveer jullie keuze voor deze naam.
  3. Bedenk een originele en pakkende slogan!

De volgende stappen kun je verdelen je onder de groepsleden. Help elkaar waar nodig, en zorg dat jouw stuk op tijd klaar is.

Logo ontwerpen

Jullie hebben nu de eerste opzet van jullie bedrijf gemaakt. Vervolgens ga je aan de slag met het logo van het bedrijf.

Veel bedrijven vinden dit een belangrijk onderdeel. Het zorgt namelijk voor de uitstraling van een bedrijf en kan heel veel invloed hebben op de manier hoe de mensen naar het bedrijf kijken.

Hier zien jullie allerlei logo's van verschillende bedrijven, bij hoeveel logo's kunnen jullie de bedrijfsnaam noemen? Hoe komt dit?

 

Opdracht 5: ontwerp het logo van jullie bedrijf

Nu gaan jullie een logo maken voor jullie eigen bedrijf. Dit mag op papier of op de computer. Voeg het logo toe aan het Microsoft Word document dat jullie gemaakt hebben. Als jullie het logo op papier maken, maak hier dan een goede foto van en voeg die toe aan het Word bestand. Geef ook aan waarom jullie het logo op deze manier gemaakt hebben.

Doelgroep

De doelgroep is de groep mensen waarvoor het product of dienst bedoeld is. Binnen deze groep bevinden zich de grootste en belangrijkste groep kopers. Aan wie gaan jullie je product of dienst verkopen?


Opdracht 6: Bepaal en beschrijf zo nauwkeurig mogelijk de doelgroep van jouw bedrijf

Een aantal (hulp)vragen die je zou kunnen stellen om je doelgroep te bepalen zijn:

  • Is jouw product of dienst geschikter voor zakelijke klanten, of voor consumenten?
  • Richt je je op lokale klanten, regionale klanten, landelijke klanten, of internationale klanten?
  • Is je product meer iets voor mannen of vrouwen?
  • Leeftijd: welke leeftijdscategorie past bij jouw product? Tieners, dertigers, senioren, kleine kinderen (dus hun ouders)?
  • Inkomen: past jouw product bij mensen met een laag, gemiddeld of hoog inkomen?
  • Wat voor type mensen zijn het?
  • Waar werken je potentiële klanten?
  • Waar winkelen je potentiële klanten?
  • Wat is hun opleidingsniveau?
  • Wat is de gezinssamenstelling van je potentiële klanten?

Concurrentie

Opdracht 7: Concurrentienanalyse

Je bent waarschijnlijk niet alleen in wat je aanbiedt. Daarom is het goed om te kijken wie je concurrenten zijn en wat ze doen. Verzamel informatie over je concurrenten. Vraag bijvoorbeeld je (toekomstige) klant (doelgroep) wie zij als jouw concurrentie beschouwen.

Een aantal (hulp)vragen die je zou kunnen stellen om je concurrenten te bepalen zijn:

  • Wie zijn jouw belangrijkste concurrenten?
  • Op welke klanten richten jouw concurrenten zich?
  • Waarmee onderscheiden zij zich?
  • Hoe halen ze hun klanten binnen?

Met een concurrentieanalyse kijk je hoe anderen hun brood verdienen op dezelfde markt. Ook kun je de ´gaten in de markt´ zien: de klantengroepen en marktsegmenten waar ruimte is voor een nieuwe speler. Dat zijn in potentie aantrekkelijke ´plekken´ om je te positioneren. Daarnaast geeft je concurrentieanalyse inzicht in datgene waarmee jij je kunt onderscheiden.

Promotie

Promotiemiddel ontwerpen

 

Opdracht 8: Maak een promotiemiddel

Hoe ga je je product of dienst aanbieden op de markt? Het gaat bij promotie dus niet alleen om het maken van reclame. Je hebt bij promotie vele mogelijkheden: advertentie plaatsen, billboards, promotiefoldertjes (op straat of bij de verkoop), mondelinge promotie bij feestjes en verenigingen, mond tot mond reclame (lever kwaliteit en goede service), gerichte promotiefolder, telefonisch contact, winkelinrichting (bijv. mooie verkoopzuil of goede plaats in de winkel), kortingsbonnen, persbericht, eigen website, webvertising (adverteren op andere websites), sponsoring, acties (2e halve prijs, 2 halen 1 betalen) of een openingsactie, spaarkaart en natuurlijk socialmedia.

De ideeën zijn eindeloos. Houd bij je keuze rekening met de doelgroep, hoe bereik je deze het beste? En houd rekening met de kosten. Jullie zijn een beginnend bedrijf en kunnen geen flitsende tv-commercials betalen en zullen ook hiernaar moeten kijken.

Het is de bedoeling dat je een van je ideeën ook gaat uitwerken in de vorm van een flyer, folder, poster reclamefilmpje. Je kunt ook een website (www.weebly.com) of een facebookpagina vullen! Leg je keuze uit en hou bij de uitleg ook rekening met je doelgroep. Leg je keuze uit en hou bij de uitleg ook rekening met je doelgroep.

Prijs

Inkopen

Opdracht 9: De inkoopprijs

In deze opdracht gaan jullie de producten inkopen die jullie van plan zijn te gaan verkopen.

  1. Ga op het internet op zoek naar bedrijven die jullie product verkopen. Gebruik dezelfde prijzen die de website aan geeft. Zoek net zolang totdat jullie het product volgens jullie kwaliteitseisen hebben gevonden tegen een zo laag mogelijke prijs. Maak hier een screenshot van en voeg deze toe in jullie Word bestand.
  2. Als laatste kijken jullie hoeveel BTW je over het product moet betalen en bekijk of jullie dit bedrag terug kunt krijgen of dat je dit toch moet betalen via de website www.belastingdienst.nl/ondernemers. Leg in jullie bestand uit waarom jullie de BTW wel of niet moeten betalen.

Verkopen

Opdracht 10: De verkoopprijs

Jullie gaan het product verkopen tegen de verkoopprijs die jullie hebben vastgesteld. Welke prijs is dit eigenlijk? En wat doe je met de BTW?

  1. Stel jullie verkoopprijs vast, laat een berekening zien waar duidelijk uit blijkt hoe jullie tot deze verkoopprijs zijn gekomen. Hou rekening met de inkoopprijs en de winst die jullie graag willen behalen per product.
  2. Maak een rekening of een bon (net als in de supermarkt) waarin staat dat jullie 1 product hebben verkocht. De klantnaam en het adres mogen jullie zelf bedenken, de prijzen en de BTW moeten wel kloppen. Pak er een bestaande bon of rekening bij als hulpmiddel.
  3. Ook gaan jullie samen bedenken hoeveel producten jullie verwachten in het eerste jaar te gaan verkopen, hoe zijn jullie op dit aantal gekomen? Maak een berekening waaruit blijkt hoeveel winst jullie zullen gaan maken in het eerste jaar (excel kan hierbij een handig hulpmiddel zijn)

Plaats

Vestigingsplaats

Opdracht 11: Waar ga je verkopen?

Direct

Waar gaat het bedrijf zich vestigen? Leg je keuze uit. Denk ook aan de volgende onderdelen:

  • Bereikbaarheid voor klanten en leveranciers (openbaar vervoer, parkeerplaatsen)
  • Huren of kopen van een bedrijfspand?
  • Zijn er uitbreidingsmogelijkheden?
  • Is het bedrijf wel in overeenstemming met het bestemmingsplan?
  • Zijn er vergunningen nodig?
  • https://maps.google.nl/
  • www.funda.nl

Indirect

Waar ga je de producten of diensten verkopen?

Hebben jullie een eigen winkel of webshop of wordt het product geleverd via de groothandel of via winkels? Wil je dat het product gemakkelijk te verkrijgen is of wordt er een selectie gemaakt uit winkels om het product juist exclusief te houden? Indien er een selectie wordt gemaakt uit winkels of een winkelketen: waarom kies je voor deze winkels?

Leg je keuze uit en hou bij de uitleg ook rekening met je doelgroep.

Financieel plan

Investeringsbegroting

Opdracht 12: Maak een investeringsbegroting

Wat voor bedrijf jullie ook zullen beginnen, je zal altijd producten moeten aanschaffen en geld moeten investeren. Je kan hierbij denken aan de het kopen van een bedrijfspand, inventaris van je kantoor, winkel- of bedrijfsruimte, de aanschaf van machines of voor de inkoop van je producten. Naast de investeringsbegroting moet je ook beschrijven hoe je denk dit te gaan financieren. Dit beschrijf je in het financieringsplan.

Het is de bedoeling dat jullie nu een investeringsbegroting, financieringsplan voor jullie eigen onderneming gaan opstellen, en wat vooral belangrijk is de bedragen moet je kunnen verantwoorden.

Dit kun je pas doen, nadat je opdrachten van 4.3 in learnbeat hebt gemaakt.

Resultatenrekening & balans

Opdracht 13: Maak de balans op

Doel van een ondernemer is continuïteit van zijn onderneming, een ondernemer wil op korte en lange termijn winst maken. Hij doet dit door omzet te maken. De omzet bestaat uit de hoeveelheid verkochte producten maal (x) de (verkoop)prijs van één product.

De prijs (die jullie hebben toegelicht in de marketingmix) wordt onder andere bepaald door de prijs van jullie concurrenten. Daarnaast moet je als ondernemer ook goed weten wat je kosten zijn van de productie, of wat je inkoopkosten zijn. Daarnaast zijn er nog bedrijfskosten, naast de inkopen, die gemaakt moeten worden om omzet te kunnen maken.

Jullie gaan dus nu op zoek naar de inkoopkosten van jullie product. Daarnaast zijn er vier hoofdsoorten bedrijfskosten:

  • loonkosten
  • overheadkosten
  • rentekosten
  • afschrijvingskosten.

Evaluatie

Hoe is het gegaan?

Opdracht 14: Evaluatie

Naast het verslag met alle bovenstaande punten moeten jullie antwoord geven op de vraag hoe jullie aan dit project hebben (samen)gewerkt. Geef geen antwoord op de vraag door te zeggen goed, leuk, niet leuk etc. maar geef ook aan waarom dat zo was. Onderstaande punten verwerk je in een verhaal. Iedere zakenpartner maakt zijn eigen evaluatie!

Enkele vragen hierbij zijn:

  • Hoe waren de taken verdeeld?
  • Hield iedereen zich aan de taakverdeling? Zo nee, hoe werd daar dan op gereageerd?
  • Was alles op tijd af?
  • Wat ging goed en willen jullie de volgende keer hetzelfde doen?
  • Wat kon beter en willen jullie volgende keer anders doen?
  • Hoe zou je het de volgende keer doen?
  • Hoe was de onderlinge samenwerking?
  • Hoe vonden jullie het werken aan dit project?

Beoordelingscriteria

  • Het arrangement Baas in eigen bedrijf is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Fanja Hubers Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2018-01-30 12:20:39
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Project M&O, havo 3.
    Leerniveau
    HAVO 3; VWO 3;
    Leerinhoud en doelen
    Economie;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    3 uur en 30 minuten

    Bronnen

    Bron Type
    https://youtu.be/OXwQu-uXfwE
    https://youtu.be/OXwQu-uXfwE
    Video

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Michels, Vera. (2016).

    Thema 4 Eigen bedrijf

    https://maken.wikiwijs.nl/92970/Thema_4_Eigen_bedrijf