Talent programma Construct 2
Dit is de pagina voor de informatie en het delen van onderdelen van het talentprogramma Game Design met Contruct 2
Belangrijke Termen Construct 2
Werkveld
Properties
|
De properties zijn de kenmerken van je game. Hierbinnen vind je veel belangrijke informatie.
|
Layout
|
Je Layout is je bouwveld van je game.
|
Event Sheet
|
Je Event Sheet is het scherm waarbinnen je alles programmeert.
|
Projects
|
Onder Projects vind je alle bouwstenen van je project, namelijk je Layouts en Event Sheets, maar ook al je andere bouwsteentjes.
|
Layers
|
Een Project bestaat vaak uit meerdere laagjes. Zo kun je bijvoorbeeld de achtergrond op 1 laag plaatsen, en de andere objecten op een andere laag. Hiermee creëer je ook verschillende dimensies in je spel.
|
Run Layout
|
Met deze knop bovenaan kun je je spel testen!
|
Grid (te vinden onder View)
|
Een Grid (een rooster) maakt het wat makkelijker om je spel op te bouwen. Onder het tabblad View vind je de opties voor Snap to Grid en Show Grid. De eerste is om objecten netjes op het rooster te laten vallen, de tweede is om dit rooster ook te kunnen zien in je werkveld.
|
Objecten
Sprite
|
Sprites zijn de bouwblokjes van je game. Dit kunnen karakters zijn, of andere elementen in het spel.
|
Input
|
Met de Input bepaal je hoe het spel wordt gespeeld, namelijk met de muis of het toetsenbord, maar ook met Touch (voor op de mobiele telefoon/tablet) of een Gamepad.
|
Tiled Background
|
Hiermee maak je eenvoudig een achtergrond. Tiled staat voor “getegeld”, wat betekent dat je plaatje zich als tegeltjes herhaald.
|
Behaviours
|
Je kunt aan je Sprite een Behaviour vastplakken. Behaviour staat voor “gedrag”. Er zijn veel verschillende Behaviours. Hiermee kun je de Sprites, je bouwblokjes, dus verschillende dingen mee laten doen.
|
Instance Variables
|
Een Instance Variable is een soort waarde die je aan een object kan vastmaken. Hiermee kun je veel ingewikkelde dingen programmeren.
Een eenvoudig voorbeeld is dat je bijvoorbeeld een blauw en een rood blokje heb. Als Instance Variable kunnen we dan instellen dat blauw 1 punt waard is, en rood 2 punten waard is. Maar er zijn nog veel meer andere opties!
|
Programmeren
Event
|
Een event is een gebeurtenis. In Construct 2 zegt een Event dus eigenlijk “als er dit gebeurt”.
Voorbeeld:
Als ik met mijn linkermuisknop op het rode vakje klik.
|
Action
|
Een action is een actie, of een gevolg van een event. In Construct 2 zegt een Action wat er als gevolg komt op een Event. Je kunt dat zien als “dan gebeurt er dit”
Voorbeeld:
… dan begint het spel. (gevolg van het voorbeeld bij de Event)
|
Condition
|
Condition staat voor “criterium” of “voorwaarde”. Je kan hiermee zeggen dat een Event aan iets moet voldoen voordat de Action plaatsvind.
Voorbeeld:
Event: Als ik met mijn linkermuisknop op het rode vakje klik.
Condition: En ik heb tegelijkertijd de spatiebalk ingedrukt.
|
Inverted
|
Inverted betekend “omgekeerd”
Hiermee kun je zeggen dat een Event of Condition omgekeerd is.
Voorbeeld:
Event: Als ik op de pijl naar beneden druk. (Situatie: alleen als ik op de pijl naar beneden druk)
Inverted Event: Als ik niet op de pijl naar beneden druk. (Situatie: alle andere momenten wanneer ik niet op de pijl naar beneden druk.)
|
Overig
Formaten:
|
Altijd breedte x lengte.
(500, 400) is dus 500 pixels breed, en 400 pixels hoog.
|
X en Y as
|
X gaat altijd over een locatie op een lijn van links naar rechts, ook wel horizontaal genoemd.
Y gaat altijd over een locatie op een lijn van boven naar onder, ook wel verticaal genoemd.
|
Pixels
|
De bouwsteentjes van alle figuren op een computer.
|
FPS
|
Frames Per Second, de hoeveelheid beeldjes die per seconden worden weergegeven.
|
Onderdelen van je game?
Onderdeel:
|
Uitleg:
|
|
Thema
|
Wat is het thema van je game?
|
Voorbeeld: het wilde westen, de jungle, de middeleeuwen |
Wereld / Omgeving
|
Hoe moet de speelwereld eruit komen te zien?
|
Denk na over de achtergrond en verschillende objecten en obstakels.
|
Karakters
|
Welke karakters heb je in je spel nodig?
|
Speel je als 1 karakter? Heb je vijanden? Wat kom je nog meer tegen in je game?
|
Verhaal
|
Wat is het verhaal in de game? Welk verhaal komt tot leven in het spel?
|
|
Doel
|
Wat is het uiteindelijke doel van de game of het level?
|
Waar werk je naar toe in je spel? Moet je iemand redden? Zo veel mogelijk punten behalen?
|
Uitdaging
|
Waar zit de uitdaging in je spel?
|
Voorbeeld: je moet een aantal keer moeilijke sprongen maken
|
Mechanics
|
Hoe werkt de game, welke onderdelen heb je in Construct 2 nodig?
|
Voorbeeld: in mijn game zit een poppetje dat moet kunnen lopen en springen. Je moet ook objecten op kunnen tillen. Er moeten vijanden zijn die heen en weer lopen.
|
Een karakter maken
De volgende figuren heten een Sprite.
Heb je meerdere figuren, dan heet het een Sprite Strip.
Sprites zijn je bouwblokjes in een game. Ze kunnen een karaktertje maken of onderdelen van je speelwereld zijn.
Er zijn veel verschillende sprites te vinden online. Om te beginnen gaan we allemaal deze gebruiken.
Robot Idle
Robot Walk
Robot Jump
Flappy Bird
Onderdelen voor Sprites maken
Sprites hebben verschillende functies, soms zijn er dingen waar je goed op moet letten.
Hieronder zie je het puntje over Origin Points. In een animatie moeten alle Origin Points op dezelfde plek zitten, anders verspringt het plaatje.
Origin staat voor "oorsprong"
Dit is dus de locatie waarvandaan je plaatje/sprite ontstaat.
Origin points
Hierna volgen 3 afbeeldingen die laten zien wat de Collision Polygon is. Dit is het raakvlak van je Sprite.
Dat betekent dat de rode lijnen (deze zijn ontzichtbaar buiten dit werkveld) de randen zijn waarmee je Sprite een andere Sprite (of Solid object) raakt.
Dit kan ook belangrijk zijn om je Sprites beter te maken. Ook dit moet bij iedere afbeelding in je animatie aangepast worden.
Collision Polygon