Week 1 en 2 Steps to my future
Inleiding
De eerste helft van je opleiding heb je achter de rug en daarmee heb je de beroepsbasis gelegd. Je gaat je nu verder verdiepen in de branches waarin je toekomstige loopbaan kunt opbouwen en verder met de examens. Het project 'Steps to my future’ legt een brug tussen wat je hebt geleerd en gaat leren. Het project is een goede voorbereiding op examen B.1 Geeft voorlichting, advies en instructie & Voert een verpleegtechnische handeling uit.
Een effectieve voorlichting kun je niet geven voordat je je hebt verdiept in je doelgroep en waarom worden voorlichtingen eigenlijk vaak mondeling gegeven?!
Met het project 'Steps to my future’ gaan we eerst op een creatieve, visuele manier oefenen met het maken van een voorlichting. Dit doen jullie door een product te maken waarmee je je toekomstige beroep uitbeeldt. Het eindproduct wordt digitaal gepresenteerd (bijv. in een film, video of animatie) en mag maximaal 3 minuten duren. Ook moet het een Engelse ondertiteling bevatten. Alle eindproducten doen mee aan de Noorderpoort competitie / internationale competitie en worden gepubliceerd op de website van het project: www.goodguidanceplus.eu en op het YouTubekanaal van “Goodguidance”. De uiterlijke inleverdatum om mee te doen met dit project is 12 maart.
Wat wil je leren?
De komende 2 weken ga je bezig bij PIT (Project in thema) met het project 'Steps to my future’. Bij PIT werken we met de volgende stappen:
stap 1: bedenken van gezamenlijke leervragen
stap 2: bedenken van persoonlijke leervragen
stap 3: leeractiviteiten volgen; informeren en keuzes maken
stap 4: opleveren en presenteren van de producten en leeropbrengsten
stap 5: waarderen en reflecteren
Geef voor jezelf op een papier antwoord op de onderstaande vragen. Jullie antwoorden gaan we straks klassikaal nabesproken.
1. Als je dit project zou moeten uitvoeren welke vragen heb je dan?
2. Wat wil je aan het einde van deze 2 weken hebben geleerd? (stap 2: persoonlijke leervraag)
Klassikaal
Nabespreken van bovenstaande vragen en formuleren van gezamenlijke leervragen

PIT week 1 en 2 Aan de slag
Stappen:
stap 3: leeractiviteiten volgen; informeren en keuzes maken
Week 1 PIT
1. Wat wil je leren aan de hand van een korte inleiding op dit project?
2. Wat zijn de leerdoelen van de klas?
3. Welke vragen hebben jullie over het project 'Steps to my future' (zie ook Prezi & bijlages)
4. Groepjes maken op basis van branchekeuze
5. Mindmap maken
6. Wat zijn de doelen van jullie voorlichtingsfilm?
7. Welke informatie hebben jullie nog nodig om de voorlichtingsfilm te maken en waar kan je dit vinden?
? Op welke criteria letten de eerstejaars studenten?
? Kan je stageplek misschien nog iets voor jullie betekenen?
8. Schrijf jullie voolichting/ verhaal uit in een script
9. Maak een storyboard
10. Uitleg gebruik Moviemaker (bijlage Moviemaker)
ZW of PIT week 2
11. Filmen voorlichting
12. Monteren van jullie voorlichtingsfilm. Denk ook aan de Engelse ondertiteling en goed opslaan op HD kwaliteit! Anders raak je je
filmpjes kwijt.
13. Puntjes op de i (zie bijlage Tips en eisen)
14. Voorbereiden presenteren voorlichtingsfilm in de eerstejaars klassen:
- Hoe gaan jullie dit doen?
- Hoe weten jullie of je voorlichtingsdoelen zijn bereikt?
PIT week 2
stap 4: opleveren en presenteren van de producten en leeropbrengsten
15. Presenteren van de voorlichtingsfilmpje in de eerstejaars klassen. Rooster krijg je van je docent.
stap 5: waarderen en reflecteren
16. Evalueren
a) ZIjn jullie voorlichtingsdoelen behaald?Leg uit waarom wel / niet.
b) Was het voorlichtingfilmpje geschikt voor de studenten van het eerste jaar? Leg uit waarom wel / niet?
c) Evalueer de vragen die gemaakt zijn bij ' wat wil je leren?'
17) Inleveren
Septembergoep:
- Inleveren van de winnende voorlichting op een usb-stick.
Februarigroep:
- Inleveren van de winnende voorlichting via we transfer.
Prezi met uitleg steps to my future project
Bijlages belangrijk bij het project
Exameneenheid B.1: Geeft voorlichting, advies en instructie & Voert verpleegtechnische handelingen uit
Examen 7-21 (VTH-examen) en Examen 9 (VAI-examen): Toelichting examens BOL
|
Deze toelichting bevat de aanwijzingen voor de voorbereiding, uitvoering en beoordeling/evaluatie van een examen in geval van examinering op school. De toelichting leidt niet tot wijzigingen in (de beoordeling van) het examen zelf.
|
Werkprocessen
Voert verpleegtechnische handelingen uit
Geeft voorlichting, advies en instructie
(onderdeel van Exameneenheid B van het examenplan MzVz NP-GEW coh. 16)
|
Examenvorm en examenopdrachten
Het examen van deze werkprocessen bestaat uit examenopdrachten met als bewijsstukken: gedragsbeoordelingen en een schriftelijk bewijsstuk. Hoe je deze gaat uitvoeren, staat in sprint 5 en 6 van deze toelichting.
Voordat je aan de uitvoering van de examenopdrachten mag beginnen, moet je aan de voorwaarden van een GO voldoen. Aan deze voorwaarden werk je tijdens sprint 1 tot en met 4.
|
Plaats van het examen
BOL-studenten met fulltimestage doen dit examen in leerjaar 2 op school.
SPRINT 1 tot en met 4: tijdens PIT in periode 7 en 8
SPRINT 5 en 6 (het feitelijke examen): tijdens VVV en ZOEF in periode 8.
BBL-studenten doen dit examen in het laatste leerjaar in de BPV. Voor de BBL geldt deze toelichting niet.
|
Examen 7 / Werkproces B1-K1-W7
Examen 21 / Werkproces P1-K1-W3
Voert verpleegtechnische handelingen uit (VTH-examen)
- Je laat zien dat je werkt volgens de bekwaamheidseisen, veiligheidsregels en voorschriften en wettelijke richtlijnen, zoals de wet BIG en voorziet in een controlesysteem.
- Je controleert de gezondheidssituatie en psychische gesteldheid van de zorgvrager
- Je creëert de voorwaarden waaronder de handelingen uitvoert en neemt angst en onzekerheid bij de zorgvrager weg.
Examen 9 / Werkproces B1-K1-W9 Geeft voorlichting, advies en instructie (VAI-examen)
Geeft voorlichting, of advies, of instructie aan een zorgvrager en/of naastbetrokkenen. Dit kan gaan over:
- Het versterken van de eigen kracht en het behouden en vergroten van de zelfredzaamheid
- De indicatie
- Ziekten en beperkingen en de gevolgen hiervan voor de persoonlijke verzorging en de huishoudelijke zorg
- Gezonde leefstijl, veiligheid en hygiëne in huis
- Het gebruik en financiering van hulpmiddelen
|
SPRINT 1: Introductie en ontwerp casus
- Uitleg over het examen
- Casus ontwerpen: beschrijven cliënt, ziektebeeld en zorgvraag, bijbehorende verpleegtechnische handeling (VTH) en bijbehorende vraag m.b.t. voorlichting, advies en instructie (VAI)
SPRINT 2: Uitwerking ziektebeeld
- Ziektebeeld uitwerken volgens de rode loper
SPRINT 3: Voorbereiding uitvoering verpleegtechnische handeling (VTH)
- Uitwerken aandachtspunten en complicaties
- Uitwerken veiligheidsregels en voor-schriften en wettelijke richtlijnen, zoals de Wet BIG
- Overzicht maken van de benodigde materialen en middelen
SPRINT 4: Schrijven voorlichtingsplan
- Voorlichtingsplan schrijven volgens de ‘sleutel voor het schrijven van een voorlichtingsplan’
- Simulant regelen en voorbereiden op de gedragsbeoordeling van jouw examen
- GO geven als je aan de voorwaarden voldoet
SPRINT 5: Uitvoeren VTH- en VAI-examen: Gedragsbeoordelingen
- Uitvoeren examens volgens rooster
- Geven gedragsbeoordelingen door de examinator(en)
SPRINT 6: Uitvoeren VAI-examen: Schrijven en beoordelen verantwoordingsverslag
- Situatie beschrijving waarin voorlichting, advies en instructie wordt gegeven
- Acties beschrijven
- Keuzes onderbouwen
- Professioneel handelen vanuit eigen visie en ervaringen onderbouwen
- Geven beoordeling van het bewijsstuk door de examinator.
|
Stap 1
Examen B
Neem de toelichting op examen B door
Stap 2
Planning examen B, je levert elke sprint in its learning in.
SPRINT 1: uitleg examen B en casus schrijven en 4 levensdomeinen 22/9
SPRINT 2: uitleg 21/9 en Uitwerken ziektebeeld aan de hand van de rode loper 29/9
SPRINT 3:uitleg 28/9 Verslag aan de hand van de gekozen VTH handeling 6/10 geen les
SPRINT 4: uitleg 28/9Schrijven van een voorlichtingsplan 26/10
Krijgen van een GO ,uiterste go datum verslag in its learning 27/10
Sprint 5: uitleg 26/10 Maken van VIA filmpje 3/11 inleveren
Sprint 6: 4/11 beoordeling VAI filmpje
Sprint7:26/10 uitleg Schrijven verantwoordingsverslag, mits beoordeling VAI filmpje minimaal voldoende is 10/11
Herkansing 17/11
Inleiding
Je zit in het tweede jaar van de opleiding. Je hebt je BPV-1 afgerond en start op school met de afronding van de basisfase. Je kiest dit jaar een uitstroomrichting (profiel) op basis van je studieresultaten en je eigen voorkeur. Onderdeel van studiejaar twee is EXE B (VTH en het geven van voorlichting, advies en instructie) afgenomen.
Het gaat daarbij om de volgende werkprocessen:
- Werkproces B1-K1-W9 Geeft voorlichting, advies en instructie
- Werkproces B1-K1-W7 Voert verpleegtechnische handelingen uit
De algemene voorwaarden om deel te nemen aan dit examen zijn:
- Deelname aan lessen en voorbereidende opdrachten (zie sprint 1 tot en met 4) is verplicht, zodat je aan zoveel mogelijk van de GO-eisen voldoet. Je doet de examens zelf pas na het behalen examen 2 en 8 in BPV-1.
- Je hebt een voldoende op alle aftekenkaarten VTH, d.w.z. alle handelingen zijn in simulatie op school afgetekend.
Let op: tijdens BPV-1 en BPV-2 neem je de aftekenkaarten VTH mee in stage en laat je daar ook zoveel mogelijk handelingen aftekenen. Deze aftekenkaarten voeg je later toe aan het examendossier EXEB.
Via het GO/NO GO-formulier wordt vastgelegd of je aan deze algemene voorwaarden voldoet. Daarnaast moet je aan de voorwaarden op het GO/NO GO-formulier voldoen die samenhangen met de voorbereidende sprints voor deze examens.
Examen 7-21 (VTH-examen) en Examen 9 (VAI-examen): Toelichting examens BOL
|
Deze toelichting bevat de aanwijzingen voor de voorbereiding, uitvoering en beoordeling/evaluatie van een examen in geval van examinering op school. De toelichting leidt niet tot wijzigingen in (de beoordeling van) het examen zelf.
|
Werkprocessen
Voert verpleegtechnische handelingen uit
Geeft voorlichting, advies en instructie (onderdeel van Exameneenheid B van het examenplan MzVz NP-GEW o.b.v.
KD16)
|
Examenvorm en examenopdrachten
Het examen van deze werkprocessen bestaat uit examenopdrachten met als bewijsstukken: gedragsbeoordelingen en een schriftelijk bewijsstuk. Hoe je deze gaat uitvoeren, staat in sprint 5, 6 en 7 van deze toelichting.
Voordat je aan de uitvoering van de examenopdrachten mag beginnen, moet je aan de voorwaarden van een GO voldoen. Aan deze voorwaarden werk je tijdens sprint 1 tot en met 4.
|
Plaats van het examen
BOL-studenten met fulltimestage doen dit examen in leerjaar 2 op school.
SPRINT 1 tot en met 4: tijdens PIT in periode 7 en 8
SPRINT 5 en 6 (het feitelijke examen): tijdens VVV en ZOEF in periode 8. BBL-studenten doen dit examen in het laatste leerjaar in de BPV. Voor de BBL geldt deze toelichting niet.
|
Examen 7 / Werkproces B1-K1-W7
Examen 21 / Werkproces P1-K1-W3 Voert verpleegtechnische handelingen uit (VTH-examen)
- Je laat zien dat je werkt volgens de bekwaamheidseisen,
veiligheidsregels en voorschriften en wettelijke richtlijnen, zoals de wet BIG en voorziet in een controlesysteem.
- Je controleert de gezondheidssituatie en psychische gesteldheid van de zorgvrager
- Je creëert de voorwaarden waaronder de handelingen uitvoert en neemt angst en onzekerheid bij de zorgvrager weg. Examen 9 / Werkproces B1-K1-W9 Geeft
voorlichting, advies en instructie (VAIexamen)
Geeft voorlichting, of advies, of instructie aan een zorgvrager en/of naastbetrokkenen. Dit kan gaan over:
- Het versterken van de eigen kracht en het behouden en vergroten van de zelfredzaamheid
- De indicatie
- Ziekten en beperkingen en de gevolgen hiervan voor de persoonlijke verzorging en de huishoudelijke zorg
- Gezonde leefstijl, veiligheid en hygiëne in huis
- Het gebruik en financiering van hulpmiddelen
|
SPRINT 1: Introductie en ontwerp casus
- Uitleg over het examen
- Casus ontwerpen: beschrijven cliënt, ziektebeeld en zorgvraag, bijbehorende verpleegtechnische handeling (VTH) en bijbehorende vraag m.b.t. voorlichting, advies en instructie (VAI)
SPRINT 2: Uitwerking ziektebeeld
- Ziektebeeld uitwerken volgens de rode loper
SPRINT 3: Voorbereiding uitvoering verpleegtechnische handeling (VTH)
- Uitwerken aandachtspunten en complicaties
- Uitwerken veiligheidsregels en voorschriften en wettelijke richtlijnen, zoals de Wet BIG
- Overzicht maken van de benodigde materialen en middelen
SPRINT 4: Schrijven voorlichtingsplan en
GO/NO GO voor de examens
- Voorlichtingsplan schrijven volgens de ‘sleutel voor het schrijven van een voorlichtingsplan’
- Simulant regelen en voorbereiden op de gedragsbeoordeling van jouw examens
- GO geven als je aan de voorwaarden voldoet
SPRINT 5: Filmen van VAI
- Film de VAI met de simulant volgens voorlichtingsplan.
SPRINT 6: Uitvoeren VTH- en VAI-examen:
Gedragsbeoordelingen
- Uitvoeren examens volgens rooster
- Geven gedragsbeoordelingen door de examinator(en)
SPRINT 7: Uitvoeren VAI-examen: Schrijven en beoordelen verantwoordingsverslag
- Situatie beschrijving waarin voorlichting, advies en instructie wordt gegeven
- Acties beschrijven
- Keuzes onderbouwen
- Professioneel handelen vanuit eigen visie en ervaringen onderbouwen
- Geven beoordeling van het bewijsstuk door de examinator.
|
SPRINT 1: Introductie en ontwerp casus
Sprint
|
Uitvoering
|
SPRINT 1: Introductie en casus schrijven
-
Uitleg over de examens
-
Kiezen verpleegtechnische handeling
-
Casus schrijven: beschrijven cliënt, ziektebeeld en zorgvraag, bijbehorende verpleegtechnische handeling (VTH) en bijbehorende vraag m.b.t. voorlichting, advies en instructie (VAI)
|
Plaats waar je de voorbereidende opdracht doet: Deze opdracht wordt uitgevoerd en beoordeeld op school.
Beoordelaar:
Eigen docent
|
Startactiviteit:
Neem de examens goed door.
Kies een verpleegtechnische handeling waarop je je gaat richten. Deze verpleegtechnische handeling gebruik je gedurende deze examenvoorbereiding en –uitvoering bij alle opdrachten.
Je hebt keuze uit:
-
Katheteriseren van een vrouw
-
Verzorgen van een stoma
-
Inbrengen van een neusmaagsonde
-
Injecteren intramusculair (verplicht voor branche/profiel GHZ).
Wanneer je hebt gekozen voor een verpleegtechnische handeling, ga je in een groep van vier personen een planning maken voor de komende periode.
Activiteit 1:
Maak een mindmap waarin je in het midden de naam van de cliënt zet, denk bijvoorbeeld aan een casus uit jouw BPV-1, en vervolgens ga je de zijtakken invullen met sleutelwoorden/kernwoorden die informatie geven over de achtergronden en het ziektebeeld van de cliënt en de hierbij horende door jou gekozen verpleegtechnische handeling.
Op internet kun je genoeg voorbeelden vinden voor het maken van een mindmap. Ga bijvoorbeeld naar: http://www.jijbenteensuperheld.nl/super-slim/mindmap-maken-zo-maak-je-een-mindmap-7stappen/
Als hulpmiddel voor de mindmap geven we een aantal sleutel-/kernwoorden:
-
Persoonlijke gegevens
-
Medische gegevens
-
Voorgeschiedenis (waar opgegroeid, getrouwd, kinderen, bijzondere levensgebeurtenissen, beroep)
-
Huidige leefsituatie
-
Lichamelijke welbevinden/ gebreken/ beperkingen
-
Mentaal welbevinden
-
Sociaal leven/ participatie
-
Beperkingen dagelijks leven
-
Bijbehorende zorgvraag m.b.t. gekozen verpleegtechnische handeling (VTH) waarover je voorlichting zal gaan geven
Aan de hand van de mindmap werk je de casus van de zelfbedachte cliënt zo volledig mogelijk uit. Check bij de skills docent of de handeling past bij jou gekozen ziektebeeld. De casus lever je in volgens de eisen die gelden voor het maken van een verslag (zie checklist verslag in de bijlagen bij deze toelichting).
Activiteit 2:
De verzamelde gegevens werk je nu uit vervolgens de vier zorgdomeinen van verantwoorde zorg. In je verslag zet je het uitgewerkte formulier met de vier domeinen van verantwoorde zorg.
Activiteit 3:
De casus is besproken met de skillsdocent en het ziektebeeld past bij de gekozen handeling.
Elke sprint lever je in its learning ,wanneer alles is goedgekeurd lever je alles in als verslag in its learning voor een GO .
SPRINT 2: Uitwerking ziektebeeld
Sprint
|
Uitvoering
|
SPRINT 2: Uitwerken ziektebeeld
• Ziektebeeld uitwerken volgens de rode loper, met behulp van literatuur en bijbehorend Vilans-protocol
|
Plaats waar je de voorbereidende opdracht doet:
Deze opdracht wordt uitgevoerd en beoordeeld op school. Beoordelaar:
Eigen docent
|
Activiteiten in sprint 2
In je casus heb je een cliënt beschreven met een ziektebeeld. Werk dit ziektebeeld uit met behulp van de rode loper. Een rode loper is een hulpmiddel waarmee je je kunt verdiepen in een ziektebeeld. Bij GZK (AF/P) is uitgelegd wat een rode loper is en welke onderwerpen aan bod moeten komen in de uitwerking van een rode loper. Gebruik hiervoor het format 'rode loper'.
Doe dit uitgebreid en zorg voor theoretische verdieping door gebruik te maken van de kennis die jij al bezit door de AF/P-lessen. De bedoeling is dat je eerst in je theorieboeken zoekt naar informatie. Als het hier niet in staat of de informatie daarin is te beperkt, dan kan je op het internet gaan zoeken. Overleg met je docent over welke websites betrouwbaar zijn. Ook moet je gebruik maken van het Vilans-protocol over de verpleegtechnische handeling die noodzakelijk is bij het ziektebeeld.
Eisen rode loper:
- Schrijf in eigen woorden (geen knippen/ plakken).
- Per kopje een uitgebreide uitwerking.
- Onder elk kopje staat welke bronvermelding is gebruikt.
- De uitwerking van de rode loper is minimaal 3 pagina's lang (A4).
SPRINT 3: Voorbereiding uitvoering verpleegtechnische handeling (VTH)
Sprint
|
Uitvoering
|
SPRINT 3: Voorbereiding uitvoering verpleegtechnische handeling (VTH)
- Uitwerken aandachtspunten en complicaties
- Uitwerken veiligheidsregels en voorschriften en wettelijke richtlijnen, zoals de Wet BIG
- Overzicht maken van de benodigde materialen en middelen
|
Plaats waar je de voorbereidende opdracht doet: Deze opdracht wordt uitgevoerd en beoordeeld op school.
Beoordelaar:
Eigen docent
|
Activiteiten in sprint 3
Activiteit 1:
In deze sprint maak je een verslag over jouw gekozen verpleegtechnische handeling, dit is hoofdstuk 3 van je verslag.
.Neem voordat je begint aan dit verslag het protocol van deze handeling door. Deze kun je vinden in Vilans. Ook kun je bij het maken van dit verslag je ervaringen uit de BPV gebruiken en lessen die je hebt gevolgd bij ZGKv en VVV gebruiken.
In dit verslag verwerk je onderstaande punten, schrijf deze over en schrijf daar onder de tekst.
- Waarom moet deze handeling bij deze cliënt uitgevoerd worden?
- Beschrijf welke veiligheidsregels en -voorschriften en wettelijke richtlijnen zoals de Wet BIG die van toepassing zijn bij deze verpleegtechnische handeling.
- Werk de aandachtspunten en complicaties van de gekozen verpleegtechnische handeling uit en geef duidelijk aan wat vooral van toepassing is bij jouw cliënt.
- Maak een overzicht van de benodigde materialen en middelen van de gekozen verpleegtechnische handeling.
- Recent Vilans-protocol van de gekozen verpleegtechnische handeling opnemen als bijlage.
Activiteit 2:
Oefen de gekozen verpleegtechnische handeling bij VVV
Let op:
Voor een GO voor het examen moet je niet alleen deze verpleegtechnische handeling laten aftekenen op je VTH-aftekenkaarten, maar moeten alle verpleegtechnische handelingen volgens de richtlijnen op de aftekenkaarten zijn afgetekend.
SPRINT 4: Schrijven voorlichtingsplan en GO
Sprint
|
Uitvoering
|
SPRINT 4: Schrijven van een voorlichtingsplan
- Schrijf een voorlichtingsplan volgens de ‘sleutel voor het schrijven van een voorlichtingsplan’.
- GO geven als je aan de voorwaarden voldoet.
|
Plaats waar je de voorbereidende opdracht doet:
Deze opdracht wordt uitgevoerd en beoordeeld op school. Beoordelaar:
Eigen docent
|
sprint 4
Het examen wat je straks gaat uitvoeren is het doen van de verpleegtechnische handeling bij de cliënt die jij hebt beschreven in de casus. Bij dit examen wordt ook beoordeeld hoe jij voorlichting, advies en instructie geeft aan de cliënt. Dit wordt beoordeeld aan de hand van een filmpje wat je gaat opnemen waarop jij de client voorlichting, advies en instructie geeft.
Om je hier goed op voor te bereiden schrijf je een voorlichtingsplan., dit is hoofstuk 4 van je verslag.
Dit doe je met behulp van de ‘’sleutel voor het schrijven van het voorlichtingsplan’’. Het voorlichtingsplan lever je in als een verslag en deze voldoet aan de eisen van een verslag (zie de checklist verslag).
Bij het schrijven van je voorlichtingsplan let je op onderstaande punten:
- Welke leeftijd, begripsvermogen, persoonlijkheid, aanwezige kennis heeft de cliënt uit jouw casus? Probeer je in te leven in de denk- en gevoelswereld van deze cliënt.
- Wat is het doel van de voorlichting? Denk bv. aan: o Het versterken van de eigen kracht en het behouden en vergroten van de zelfredzaamheid
- Duidelijkheid geven over de indicatie
- Leren omgaan met de gevolgen van de ziekte/beperking/handeling bij de persoonlijke verzorging en/of huishoudelijke zorg
- Stimuleren van gezonde leefstijl, veiligheid en hygiëne in huis o Meer/beter gebruik van hulpmiddelen.
Door het maken van de vorige sprints heb je voldoende kennis opgedaan over de verpleegtechnische handeling. Wat is, gezien je doel, belangrijk om te vertellen aan de cliënt tijdens deze voorlichting? Het kan een hulpmiddel kan zijn, om jezelf de vraag te stellen: Wat zou ik zelf graag willen weten/kunnen als deze handeling bij mij zou worden uitgevoerd?
Vraag een GO aan je begeleidend docent.
Wanneer je een GO hebt mag je beginnen met het examen voorlichting advies en instructie.
SPRINT 5: Maken VAI film
Sprint
|
Uitvoering
|
SPRINT 5: Maken van VAI film
- Maak een film van het geven van de voorlichting, advies en instructie.
- Plaats de link van de film in its learning map examen B VAI voor het examenmoment volgens rooster.
|
Plaats waar je de examenopdracht doet:
Dit examen wordt beoordeeld op school.
Examinator:
Docent
|
Je hebt aan het eind van sprint 4 van je begeleidende docent een handtekening voor een GO voor examinering gekregen via het GO/ NO GO formulier. Dat is een voorwaarde voor deze sprint.
Voer een voorlichting, advies en instructie gesprek met de cliënt in de vorm van een echt gesprek met een simulant.
Belangrijk is dat je de simulant goed voorbereid. Dit betekent dat je jou casus en voorlichtingsplan hebt besproken met de simulant zodat deze zich goed in de rol van de client kan inleven.
Tijdens het voeren van het gesprek rekening met de eigen kracht en (medische) voorgeschiedenis van de cliënt, diens ervaringsdeskundigheid en met individuele verschillen die de communicatie kunnen beperken.
Neem het gesprek op (met beeld en geluid) zodat het achteraf beoordeeld kan worden. Let op dat je zelf en je client goed in beeld zijn. De film moet tussen de 8 en 10 minuten duren en moet ingeleverd worden in its learning
Dit kun je doen door de film in youtube te plaatsen. Belangrijk is dat je de instellingen van openbaar naar verborgen zet zodat de film alleen bekeken kan worden wanneer de link gedeeld is. Deze link wordt geplaatst in its learning,map examen B video voorlichting advies en instructie.
Bij de beoordeling wordt de gedragsobservatie uit exameneenheid B gebruikt bladzijde 4 van de 15.
Examen criteria:
- voorlichtingsmaterialen, hulpmiddelen of instructiematerialen gebruikt die aansluiten bij het onderwerp
- voorlichtingsmaterialen, hulpmiddelen of instructiematerialen gebruikt die aansluiten bij de mogelijkheden van de zorgvrager en/of naastbetrokkenen
- onderwerpen duidelijk en correct uitlegt op het kennis- en taalniveau van de zorgvrager en/of naastbetrokkenen
- regelmatig verbaal of non-verbaal controleert of informatie goed is overgekomen.
SPRINT 6: Gedragsbeoordelingen ( film en praktijk)
Sprint
|
Uitvoering
|
SPRINT 6: Uitvoeren VTH examen: Gedragsbeoordelingen
- Uitvoeren examens volgens rooster
- Geven gedragsbeoordelingen door de examinator(en)
|
Plaats waar je de examenopdracht doet:
Dit examen wordt uitgevoerd en beoordeeld op school.
Examinator:
Docent en z.m. werkveldbeoordelaar
|
Activiteiten in sprint 6:
Je hebt aan het eind van sprint 4 van je begeleidende docent een handtekening voor een GO voor examinering gekregen via het GO/ NO GO formulier. Dat is een voorwaarde voor deze sprint.
In sprint 6 staat de uitvoering van de verpleegtechnische handeling (werkproces B1-K1-W7 / P1-K1W3) en het geven van voorlichting, advies en instructie (werkproces B1-K1-W9) daarover centraal.
Dit doe je bij een cliënt, in de vorm van een zelfgeregelde simulant, die te maken heeft met:
- Katheteriseren van een vrouw
- Verzorgen van een stoma
- Inbrengen van een neusmaagsonde
- Injecteren intramusculair.
Activiteit 1, Examenmoment plannen
De VVV-docent heeft een planningsschema met de examenmomenten. Schrijf je in voor één van de examenmomenten en stem dit af met je simulant. Zorg dat de simulant weet waar en wanneer het examen plaatsvindt en ga na welke voorbereidingen je verder nog moet treffen.
Gebruik de VVV en EXTR-lessen in periode 5 en 6 om je gekozen handeling te oefenen en het examenmoment te simuleren. Vraag feedback van je docent en medestudenten.
Verzamel alle benodigde materialen voor de uitvoering van je examen. Deze materialen heb je dus al in bezit voordat je je examen gaat uitvoeren en heb je bij je op de dag van je examen.
Activiteit 2, Examen uitvoeren en beoordelen periode 6
Op het geplande examenmoment voer je je examen uit in ca. 30 minuten (incl. voorbereidingstijd en afhandeling) met één of twee examinatoren.
. Het resultaat is dat je laat zien dat je werkt volgens de bekwaamheidseisen, veiligheidsregels en -voorschriften en wettelijke richtlijnen, zoals de wet BIG en voorziet in een controlesysteem. Je controleert de gezondheidssituatie en psychische gesteldheid van de zorgvrager. Je creëert de voorwaarden waaronder je de handelingen uitvoert en neemt angst en onzekerheid bij de zorgvrager weg.
Je krijgt een gedragsbeoordeling op het uitvoeren van de verpleegtechnische handeling al
Je gedrag wordt beoordeeld aan de hand van de beoordelingsformulieren bij examen 7/21 (VTHexamen) die je via de ,mail hebt gekregen. Hiervoor maken de examinatoren aantekeningen op de beoordelingslijsten. Ze gebruiken hun observaties en aantekeningen vervolgens om de beoordelingslijsten in te vullen en je examenresultaten te bepalen.
Ten aanzien van de verpleegtechnische handeling laat je concreet zien dat je (zie ook beoordelingsformulier):
- de zorgvrager informeert over de verpleegtechnische handeling
- handelt naar de voorgeschreven protocollen en werkprocedures t.a.v. de handeling o de juiste materialen en middelen in zet voor de handeling
- de benodigde materialen en middelen efficiënt gebruikt voor het uitvoeren van de handeling o vlot en accuraat rekent als het gaat om verpleegkundig rekenen o hygiënisch werkt
- precies en bekwaam werkt volgens de bekwaamheidseisen, veiligheidsregels en voorschriften en wettelijke richtlijnen, zoals de wet BIG
- rekening houdt met de specifieke kenmerken en de beleving van de zorgvrager o angst en onzekerheid wegneemt door uitleg te geven over de handeling die je uitvoert o maatregelen neemt om mogelijke risico’s (op incidenten) te verminderen.
SPRINT 7: Schrijven van een verantwoordingsverslag
Sprint
|
Uitvoering
|
SPRINT 7: Uitvoeren VAI-examen: Schrijven en beoordelen verantwoordingsverslag
- Situatiebeschrijving waarin voorlichting, advies en instructie wordt gegeven
- Acties beschrijven
- Keuzes onderbouwen
- Professioneel handelen vanuit eigen visie en ervaringen onderbouwen
- Beoordelen van het bewijsstuk door de examinator
|
Plaats waar je de examenopdracht doet:
Dit examen wordt in periode 8 uitgevoerd en beoordeeld op school.
Examinator:
Docent
|
Activiteiten in sprint 7
Voorwaarde voor sprint 7 is dat je examens in sprint 6 hebt uitgevoerd.
Activiteit 1, Schrijven verantwoordingsverslag
Schrijf een verantwoordingsverslag waarin je de gemaakte keuzes in jouw geboden voorlichting, advies en instructie onderbouwt. Dit doe je:
- individueel
- volgens de beoordelingscriteria voor het verantwoordingsverslag in examen 9
- als je dat handig vindt, kun je de STRAK-methode of STARRT-methode gebruiken
- volgens de eisen voor lay-out en Nederlands in de checklist Verslag.
Activiteit 2, Inleveren en beoordelen verantwoordingsverslag
De inleverdatum voor het verantwoordingsverslag is uiterlijk een week nadat je je examen hebt uitgevoerd bij de PIT-docent. De PIT-docenten zorgen voor het verzamelen van alle verantwoordingsverslagen en het verdelen van de verslagen over alle docenten om te beoordelen.
Bij de beoordeling maakt elke examinator gebruik gemaakt van de beoordelingslijst verantwoordingsverslag in examen 9 bladzijde 4 van de 15. In het verantwoordingsverslag moet een beschrijving staan van:
- de situatie, waar binnen je de voorlichting, advies en instructie hebt gegeven
- de acties die je hebt uitgevoerd
- een overzicht van de gemaakte keuzes met betrekking tot de geboden voorlichting, advies en instructie
- een onderbouwing van de keuzes vanuit:
- de theorie over communicatiemogelijkheden en –methoden
- de afspraken en de visie van de organisatie (d.w.z. de visie op het beroep binnen de opleiding zoals beschreven is in het beroepsprofiel in de studiewijzer)
- De motivatie van jouw professioneel handelen vanuit je eigen visie en ervaringen.