Examen 7-21 (VTH-examen) en Examen 9 (VAI-examen): Toelichting examens BOL |
||
Deze toelichting bevat de aanwijzingen voor de voorbereiding, uitvoering en beoordeling/evaluatie van een examen in geval van examinering op school. De toelichting leidt niet tot wijzigingen in (de beoordeling van) het examen zelf. |
||
Werkprocessen Voert verpleegtechnische handelingen uit Geeft voorlichting, advies en instructie (onderdeel van Exameneenheid B van het examenplan MzVz NP-GEW coh. 16) |
Examenvorm en examenopdrachten Het examen van deze werkprocessen bestaat uit examenopdrachten met als bewijsstukken: gedragsbeoordelingen en een schriftelijk bewijsstuk. Hoe je deze gaat uitvoeren, staat in sprint 5 en 6 van deze toelichting.
Voordat je aan de uitvoering van de examenopdrachten mag beginnen, moet je aan de voorwaarden van een GO voldoen. Aan deze voorwaarden werk je tijdens sprint 1 tot en met 4. |
Plaats van het examen BOL-studenten met fulltimestage doen dit examen in leerjaar 2 op school. SPRINT 1 tot en met 4: tijdens PIT in periode 7 en 8 SPRINT 5 en 6 (het feitelijke examen): tijdens VVV en ZOEF in periode 8. BBL-studenten doen dit examen in het laatste leerjaar in de BPV. Voor de BBL geldt deze toelichting niet.
|
Examen 7 / Werkproces B1-K1-W7 Examen 21 / Werkproces P1-K1-W3 Voert verpleegtechnische handelingen uit (VTH-examen)
Examen 9 / Werkproces B1-K1-W9 Geeft voorlichting, advies en instructie (VAI-examen) Geeft voorlichting, of advies, of instructie aan een zorgvrager en/of naastbetrokkenen. Dit kan gaan over:
|
SPRINT 1: Introductie en ontwerp casus
SPRINT 2: Uitwerking ziektebeeld
SPRINT 3: Voorbereiding uitvoering verpleegtechnische handeling (VTH)
SPRINT 4: Schrijven voorlichtingsplan
SPRINT 5: Uitvoeren VTH- en VAI-examen: Gedragsbeoordelingen
SPRINT 6: Uitvoeren VAI-examen: Schrijven en beoordelen verantwoordingsverslag
|