Algemeen
Introductie
Het IBS "Produceren" bestaat dus uit 2 onderdelen ("vakken"):
- Business Practice
- Sector-keten-kwaliteitszorg
In het onderdeel (project) Sector-keten-kwaliteitszorg ga jij je oriënteren op een te kiezen sector in de veehouderij. Voor die sector ga je onderzoeken:
- welke soort producten in die sector gebruikt of geproduceerd worden,
- met welke leveranciers en afnemers men te maken kan krijgen,
- met welke organisaties men in die sector te maken krijgt,
- welke keurmerken in die sector gehanteerd kunnen worden,
- hoe de kwaliteit van producten geborgd wordt.
Telkens bereid je je eerst voor d.m.v. (theoretisch) onderzoek en vervolgens ga je de opgedane kennis toetsen aan de praktijk door het bezoeken van een leerbedrijf.
Dit alles resulteert in het maken van een verslag en het uitvoeren van een presentatie.
Het verdient de voorkeur dit project in groepsverband uit te voeren, maar het kan ook individueel.
Uitgebreidere informatie staat in een flyer, die bij taak-1 opgenomen is.
Inhoud
De inhoud van dit project zou je kunnen afleiden van de linkerkant van het scherm als je de diverse hoofdstuktitels "uitklapt".
In grote lijnen omvat het project:
- een voorbereiding:
- informatie verzamelen over een bepaalde sector (de "theorie")
- eventueel ook d.m.v een excursie of het uitnodigen van derskundigen
- een bezoek aan een bedrijf en daar "de theorie" toetsen aan de praktijk
- een presentatie over het leerbedrijf
- een voorbereiding over kwalitetszorg/-borging en kwaliteit in het algemeen
- een bezoek aan een leerbedrijf in kader van kwaliteitsborging
Studiewijzer
De voorlopige studiewijzer (planning) staat in onderstaand document aangegeven.
Qua planning is het heel eenvoudig. Dit onderdeel moet in 7 weken van periode 2 afgewerkt worden.
Dat zijn de 7 weken ná de blokstage op het varkensbedrijf.
Een aantal zaken kunnen zich nog wijzigen.
Projectbeschrijving
Oriëntatie op project
Om een beeld te krijgen van de doelstelling, inhoud en werkwijze van dit project, kun je het hele arrangement doorlezen. Dat is veel werk, maar om een goed eerste indruk te krijgen is het mogelijk om onderstaande flyer goed door te lezen.
Die flyer kun je ook gebruiken om een veehouder te informeren als je een praktijkbedrijf gaat zoeken voor de uitvoering van het "praktische" gedeelte.
Plan van aanpak maken
Een project is vaak een probleem dat opgelost moet worden, of een prestatie die geleverd moet worden. Om dit voor jezelf zo overzichtelijk mogelijk te maken is het handig om te werken met een Plan Van Aanpak. Hierna volgt een schema met de te zetten stappen om de klus een beetje gestructureerd aan te pakken
Opdracht
- Bestudeer het format voor een PvA, zoals je dat hieronder kunt downloaden.
- Maak een Plan van Aanpak voor dit project als de docent dit nadrukkelijk opdraagt.
- Sla het document op in je groepsmap én
lever een afdruk op papier in op de afgesproken datum.
- Bespreek je PvA met de docent.
Opmerking: dit PvA is een hulpmiddel om het proces te begrijpen, je hoeft het niet in je eindrapportage te vermelden.
check & act
Je hebt (na bespreking met docent) een goedgekeurd PvA.
Logboek bijhouden
Het kan een keer voorkomen dat een van de groepsleden afwezig is. Als je dan een logboek bijhoudt, kan die nalezen wat afgesproken is. Ook de docent kan t.b.v. de begeleiding gerichter te werk gaan, zich specifieker op de groep afstemmen.
Onder deze tekst kun je een “voorgeprogrammeerd” document downloaden om als LOGBOEK te gebruiken.
- Download onderstaand document.
- Vul in dat document bovenaan de gevraagde gegevens in (namen leden van de groep en groepsnummer).
- Noteer per projectdag telkens:
- wat is n.a.v. vorige keer (afspraken) niet afgewerkt?
- wat heb je vandaag gedaan
- welke afspraken zijn er in de groep gemaakt voor komende we(e)k(en)?
- Plaats telkens aan het eind van de lesdag het gewijzigde document steeds in je groepsmap.
Het verdient aanbeveling om voor elke schoolperiode (van 10 weken) een apart Word-document te gebruiken.
check & act
Je hebt iedere werkdag een bijgewerkt logboek in je groepsmap op Vibe geplaatst.
Voorbereiding sector-studie
Taak 1: Beschrijving aanpak-werkwijze
Inleiding:
Je kunt nu in principe het concept voor hoofdstuk 1 van je Eindrapportage al schrijven.
D.m.v. de Eindrapportage leg je namelijk verantwoording af voor alles wat je gedaan hebt en wat het resultaat van je onderzoek is. Dit hoofdstuk kun je later nog aanpassen als een aantal dingen toch anders gaan lopen dan gepalnd.
Opdracht:
Maak een Word-document waarin je de aanpak en werkwijze beschrijft voor dit project, zodat je die later als hoofdstuk 1 voor je eindrapportage kunt opnemen.
Dit wordt een voorlopig document, want je kunt er later nog allerlei aanpassingen in doorvoeren.
Taak 2. Belang van de sector
Inleiding:
In Nederland heb je als bedrijf pas bestaansrecht als je een product maakt wat je in de markt kunt afzetten. Je zult dan wel moeten weten:
- Hoe groot is die markt,
- Hoeveel bedrijven (concurrenten) zijn er al werkzaam die hetzelfde maken,
- Enz.
Kortom: je krijgt te maken met heel veel bedrijven binnen de SECTOR.
Met SECTOR bedoelen we: het hele complex aan bedrijven, instellingen en organisaties die zich bezig houden met de productie van een bepaald product.
Enkele voorbeelden van sectoren zijn:
- de melkveehouderij,
- de staalindustrie
- de vrachtwagenindustrie
- de geitenhouderij
Opdracht:
Om een goed inzicht te krijgen in alle mogelijkheden in de sector is het belangrijk om zicht te hebben op de grootte en het belang van de sector (o.a. i.v.m. afzet en inkoop).
Zoek cijfermateriaal om het belang van de door jou gekozen sector te omschrijven. Denk aan:
- omvang in dieren en bedrijven,
- gemiddelde bedrijfsgrootte; hoeveel % in diverse grootte-klasses
- aantal mensen werkzaam in de sector: primaire bedrijven, toeleverende industrie, enz.
- marktprijzen,
- bruto nationale productie (in vergelijking tot bijv. chemische industrie; e.d.)
- omvang van de sector t.o.v. andere agrarische sectoren,
- regio’s in Nederland waar de sector sterk of juist zwak vertegenwoordigd is
- enz., enz. !!!!!
Spreek vooraf goed met de docent af op welke wijze je een sector mag afbakenen: bijv. de totale rundveehouderij óf bijvoorbeeld alleen melkvee. Als je de sector rundvleesproductie kiest, hoort daar zowel de roodvleesproductie als rosé-klaveren én de … bij.
Leg de informatie vast is een Word-document. Dit deel wordt straks hoofdstuk 2 van het eindverslag. Bewaar het document op Vibe in je groepsmap.
check & act
Controleer samen met je groepsleden of inderdaad het juiste document in je groepsmap staat.
Of je alle onderwerpen er in verwerkt hebt.
Vraag de docent een globale beoordeling van dat document te geven.
ENKELE AANDACHTSPUNTEN TER ONDERSTEUNING BIJ HET WERK
Om je een beetje op weg te helpen, vind je hieronder een document met verwijzingen naar internetsites, waar je informatie kunt vinden voor deze taak.
Om een indruk te geven over wat van je verwacht wordt, wordt hieronder als voorbeeld getoond hoe een begin van deze taak er uit zou kunnen zien. Voor deze taak ga je immers heel veel informatie opzoeken via internet. Het moet dan geen kwestie van "kopiëren" en "plakken" worden. Je moet goed nadenken over welke informatie je gebruikt. En dat je je tot hoofdzaken beperkt. Let op: het is een voorbeeld voor het begin.
Aan het begin van de taak is uitgelegd waar je de informatie kunt vinden.
Tot 1 jan. 2015 bestonden er nog Productschappen (melk of vlees). Die publiceerden vaak interessant cijfermateriaal. Hieronder vind je nog een aantal van die publicaties. Ze zijn wel van enkele jaren geleden, maar ze geven voor een aantal dingen toch een heldere tendens.
Taak 3. Leveranciers
Lees, voordat je de opdracht bij deze taak gaat maken, eerst onderstaande "Instructie-vooraf".
Na de instructie-vooraf gelezen te hebben, download dan de opdracht hieronder.
Om je een idee te geven over de gewenste kwaliteit m.b.t. de uitwerking kun je onderstaand document lezen.
Taak 4. Afnemers
Later in dit project ga je voor een praktijkbedrijf bestuderen waarom men zaken doet of gedaan heeft met bepaalde bedrijven. Om daar zinvol over te kunnen praten, moet je nu eerst weten wat er allemaal is. In vorige taak hebben we al aangegeven dat we daarin o.a. onderscheiden:
a) toeleverancier (voer, fokgelten, opfokhennen, enz.)
b) afnemers (eieren, melk,vleesvarkens, enz,)
c) dienstverlenende bedrijven (adviesbureau, accountant, ez.).
In deze taak komt dus b) afnemers aan bod.
Download onderstaand document voor de opdracht.
Onderstaand document helpt jer misschien bij het opzetten van een logische structuur voor het document.
Taak 5. Dienstverlenende bedrijven
VOORAF - AANLEIDING - BELANG:
Later in dit project ga je voor een praktijkbedrijf bestuderen waarom men zaken doet of gedaan heeft met bepaalde dienstverlenende bedrijven. Om daar zinvol over te kunnen praten, breng je nu eerst in beeld welke mogelijkheden er allemaal zijn.
Om het een beetje overzichtelijk te houden, mogen jullie je beperken tot een indeling, zoals die in onderstaand plaatje weergegeven is:
Dienstverlenende bedrijven
TO DO
Maak een beschrijving van de dienstverlenende bedrijven in Nederland volgens de indeling zoals in bovenstaand plaatje weergegeven is.
Dit wordt hoofdstuk 5 van het eindverslag.
Nogmaals:
Voor landelijk opererende bedrijven (bijvoorbeeld banken) moet je ook een aantal bedrijven specifiek beschrijven.
Betreft het meer regionaal werkende bedrijven, beschrijf dan meer in grote lijnen hoe de situatie in Nederland voor dat onderdeel georganiseerd is, bijvoorbeeld ten aanzien van dierenartsen.
CHECK & ACT
Vergelijk de uitwerking voor jouw sector (bijv. melkvee) met de uitwerking van een groep met een andere sector, bijv. varkenshouderij. Controleer of je “vergelijkbare” dingen hebt of juist mist.
En bespreek daarna met de docent de kwaliteit van jullie werk.
Taak 6. Keurmerken
resultaat :
|
Je hebt een beschrijving gemaakt van alle mogelijke keurmerken in Nederland
(voor je gekozen sector).
|
vooraf :
|
|
werktijd :
|
2 lesuren
|
belang :
|
Elk bedrijf heeft praktisch altijd iets te maken met andere bedrijven uit “de sector”. Met “de sector” bedoelen we dus alle bedrijven, die bijvoorbeeld iets óf met melkveeveehouderij óf met varkenshouderij te maken hebben. Dat is dus heel erg breed: dat varieert van bijvoorbeeld maïszaadteler tot zuivelfabrikant.
Soms is een veehouderijbedrijf volledig vrij zelf te bepalen met wie men zaken doet. Maar niet altijd. Soms vormt een bedrijf met andere bedrijven een “echte” keten om een bepaald gecertificeerd product op de markt te brengen.
Bijvoorbeeld een vleesvarkenshouder produceert een speciale kwaliteit vlees. Die productie van varkensvlees begint ergens met een topfokbedrijf, die de basiszeugen en beren produceert die een vereiste vleeskwaliteit hebben. Dat topfokbedrijf levert opfokzeugen aan de subfokker, enz.! Vermeerderaar en vleesvarkenshouder moeten het voer van nader omschreven voerfabrikanten inkopen. De slachterij zet het vlees onder een bepaalde naam af bij supermarkten. Helemaal aan het einde staat dan de consument. Een voorbeeld hiervan is bijvoorbeeld de productie van het Gaasterlands kruidenvarken, geproduceerd door Frieberne. Op de internetsite www.frievar.com vind je alle informatie hierover.
Dergelijke verschijnselen noemen we “produceren onder een keurmerk”. Dat is a.h.w een keten van bedrijven met rechten en plichten aan elkaar. Zo’n reeks bedrijven produceren dan ook vaak onder een bepaald motto. Bijvoorbeeld “Van zaadje tot karbonaadje”.
Voorbeelden van keurmerken zijn o.a. biologisch vlees of melk, Milieukeur, Weidemelk, Star, enz. !
|
Do
Bestudeer eerst de site www.frievar.com zodat je een beeld krijgt van "produceren onder keurmerk"
Beschrijf daarna (in een Word-document) helder en duidelijk:
- Welke vormen van keurmerkproductie aanwezig/mogelijk zijn in jouw sector?
- Wat de belangrijkste specifieke eisen voor een veehouderijbedrijf zijn als het volgens zo’n keurmerk wil produceren.
De beschrijving moet zodanig gedetailleerd zijn dat "iemand uit de stad" (die niet uit de sector komt) begrijpt waarom het ene keurmerk duidelijk anders is dan het andere.
Verderop in dit project (Kwaliteitsborging) ga jij je verder verdiepen in de situatie voor jouw leerbedrijf en ook in de andere schakels binnen dat keurmerk.
Check & act
Bewaar je werkstuk in de groepsmap op Vibe.
Taak 7. Publiekrechtelijke organen
resultaat :
|
Je hebt een beschrijving gemaakt van alle instellingen, publiekrechtlijke organen en overheden, waarmee een veehouderijbedrijf in jouw sector verplicht mee te maken heeft. Al die bedrijven samen zijn verantwoordelijk voor
"Het beleid in de sector"
|
vooraf :
|
|
werktijd :
|
2 lesuren
|
belang :
|
In vorige taken heb je leveranciers, afnemers en dienstverlenende bedrijven beschreven. En mogelijke keurmerken. In al die zaken kan een agrarisch bedrijf vrij kiezen.
Daarnaast is er een categorie instellingen/organisaties waar men die vrijheid niet heeft. Men is verplicht daar gebruik van te maken of diens regels op te volgen, bijvoorbeeld die van de NVWA. Je kunt niet zeggen, dat je geen lid wilt worden. Iedereen moet de regels van de NVWA volgen.
Je kunt ook niet kiezen bij welke gemeente je een bouwvergunning wilt aanvragen. Ook kun je niet kiezen bij wie je een bestemmingsplanwijziging wilt laten toetsen.
Nog meer voorbeelden: Waterschap, provincie, rijksoverheid (bijv t.a.v. fosfaatrechten).
Dergelijke instellingen/organisaties, (publiekrechtelijke en overheids)organen zijn samen verantwoordelijk voor wat we samenvatten als “het beleid binnen een sector”
|
- Inventariseer met welke van dit type instellingen/organisaties en publiekrechtelijke en overheidsorganen een willekeurig veebedrijf uit jouw sector te maken heeft. M.a.w.: vul het lijstje met bovenstaande voorbeelden aan tot het compleet is.
- Geef per organisatie/instelling of orgaan een beknopte omschrijving in 10-15 regels, zodat voor mensen buiten de sector (of van dezelfde sector maar dan in het buitenland) duidelijk is op welke manier een veehouderijbedrijf daarmee te maken heeft.
Een voorbeeld (voor de NVWA) is hierna weergegeven.
- Sla het document op in je groepsmap op Vibe, zodat je het later als een apart hoofdstuk in je eindrapportage kunt gebruiken.
check & act
Check thuis of bij je eigen bpv-opleider (stagebieder) of je overzicht qua aantal bedrijven/organisaties en organen compleet is. Zoiets zou ook een bpv-opdracht kunnen zijn.
Voorbeeld-beschrijving voor NVWA (Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit)
Dit is de controle- en opsporingsdienst van het Ministerie van Economische Zaken (waaronder Landbouw valt). Dit orgaan heeft inspecteurs/controleurs in dienst die toezien op de naleving en handhaving van diverse wetten en regelingen, die betrekking hebben op:
- Diergezondheid
- Dierwelzijn (zoals naleving van Varkensbesluit)
- Diergeneesmiddelen
- Voedselveiligheid
- Meststoffen / bestrijdingsmiddelen
- Natuurbescherming
Voor de varkenshouderij gaat het bijvoorbeeld om het Varkensbesluit, waarin diverse eisen staan m.b.t. tot het welzijn van varkens, zoals: minimale oppervlakte voor dieren in de stallen, wel/niet groepshuisvesting voor dragende zeugen.
Aanvullend onderzoek
Behalve zoeken op internet, in boeken en vragen bij bpv-opleiders, zijn er nog meer mogerlijkheden om informatie te verzamelen:
- een deskundige uitnodigen op school
- een excursie
- het bijwonen van een ledenraadsvergadering
Bedrijfsstudie-via leerbedrijf
Taak 8 a) Een bedrijf zoeken
VOORAF - AANLEIDING - BELANG:
Je gaat een veehouderijbedrijf bezoeken om met de ondernemer zoveel mogelijk zaken te bespreken m.b.t. alle afwegingen/motieven, die de eigenaar maakt/heeft voordat hij met een leverancier, afnemer of dienstverlenend bedrijf in zee gaat of volgens een keurmerk gaat produceren.
Tevens vraag je naar zijn mening over het functioneren van alle instellingen/ organisaties en publiekrechtelijke en overheidsorganen, die samen “het beleid in de sector” bepalen. Over dat bedrijf verzorg je in de klas ook een zogenaamde “virtuele excursie”. Je keuze van het bedrijf moet aan een aantal criteria voldoen. Die staan in een van de volgende opdrachten genoemd.
Een dergelijke opdracht vereist natuurlijk een goede planning. De data waarop je het bedrijf gaat bezoeken liggen vast. Je moet je gegevens in 2 bedrijfsbezoeken verzamelen:
- voor een kennismaking en een bezichtiging van het bedrijf,
én voor een gesprek over “Keuzes, argumenten, ervaringen , enz. mbt leveranciers enz.”
- voor “Kwaliteitsborging ” (dat is deel-2 van dit project).
“Theoretisch” zou je activiteit a) over 2 bezoeken kunnen verdelen, maar dan belast je het bedrijf toch wel erg veel. Want eigenlijk is het niet zo gepast om direct bij het eerste bezoek de mensen al “het hemd van het lijf te vragen”, maar efficient werken heeft ook zo zijn voordelen. Aan jullie de taak om dit goed uit te leggen bij het bezoek.
TO DO
Zoek met je groep een bedrijf dat voldoet aan de volgende eisen / criteria:
- er moeten levende dieren aanwezig zijn,
- men doet regelmatig zaken met leveranciers, afnemers en dienstverlenende bedrijven,
- men heeft te maken met wettelijke regelingen t.a.v. administratie van dieren, e.d.
- het leerbedrijf is in principe niet het eigen stagebedrijf of het eigen thuisbedrijf, het mag wel het thuisbedrijf zijn van een andere leerling van school of je klas,
- het leerbedrijf moet bij voorkeur een “vreemd bedrijf” zijn.
- het bedrijf mag niet eerder door jou of een ander lid van de groep gebruikt zijn voor een vergelijkbaar project; overleg met docent in geval van twijfel.
- het bedrijf produceert voor een keurmerk met een hoger niveau dan alleen IKB, KKM of Foqus.
Uiterlijk op de afgesproken datum moet je naam en adres van het bedrijf doorgeven aan je leraar. Noteer die datum in je agenda en eventueel in je logboek (als je dat een gebruikt) !!!!
Gebruik onderstaand formulier om gegevens van het bedrijf te noteren. Plaats het ingevulde document in je groepsmap op Vibe.
Check & act
Je hebt de gegevens van je gekozen leerbedrijf op het formulier ingevuld en op Vibe geplaatst.
Taak 8 b) Bezoek voorbereiden
resultaat :
|
Je hebt geïnventariseerd wat je allemaal moeten gaan vragen en moet doen tijdens het bezoek aan een praktijkbedrijf.
|
vooraf :
|
|
werktijd :
|
1 lesuur
|
belang :
|
Bij het (eerste) bezoek begin je natuurlijk met een KENNISMAKING. Tijdens het eerste bezoek ga je:
- met elkaar kennis maken
- foto’s maken,
- gegevens verzamelen.
Met elkaar kennismaken houdt ook in dat je jezelf netjes voorstelt.
De gemaakte foto’s moeten een totaalbeeld van het bedrijf geven: zowel van de buitenkant met zijn omgeving als van de binnenkant.
Met het verzamelde materiaal ga je later een presentatie verzorgen (d.m.v. o.a. PowerPoint) voor je medeleerlingen. Met zo’n presentatie verzorg je als het ware een excursie over het bedrijf.
Bij het eerste bezoek kun je bijvoorbeeld bespreken welk ras dieren men houdt, maar hoef je nog niet te vragen wat de exacte productie is. Je bent immers voor de eerste keer op bezoek.
Bedenk vooraf ook waar je allemaal een foto van wilt maken. En wat je wilt weten. Verdeel datgene wat je wilt weten in naar hoofdstukken, bijvoorbeeld Voeding, huisvesting.
|
Do
- In onderstaand document staat een overzicht (in schema) van de (bedrijfs)gegevens, die je zou kunnen gaan inventariseren.
Bestudeer dat overzicht en bepaal of het volgens jou groep compleet is.
- Pas dat lijstje eventueel aan, specifiek voor jouw type leerbedrijf.
- Maak een lijstje van plaatsen / onderdelen, waarvan je een foto wilt maken.
- Plaats je aangepaste overzicht in je groepsmap op Vibe.
- Maak een afdruk op papier, zodat je die mee kunt nemen voor het bezoek aan je praktijkbedrijf voor de taken, die hierna komen.
check & act
Je hebt een overzicht met aandachtpunten ten behoeve van het bedrijfsbezoek.
Taak 8 c) Aankondiging bezoek
BELANG - AANLEIDING
Binnenkort is het eerste bezoek aan je leerbedrijf gepland. Om te waarborgen dat alles goed geregeld is en dat de school op de hoogte is wanneer jullie naar het bedrijf gaan, gaan we het een en ander bevestigen met een e-mail.
TO DO
Stel een e-mail op waarmee je het bezoek aan het leerbedrijf gaat aankondigen.
In de aankondiging moet je vermelden:
- aanhef, opening
- aankondiging datum, tijd,
- doel van het bezoek; eventueel verwijzend naar de flyer over het project
- werkwijze,
- “nawoord”
- ondertekening (contactmogelijkheden)
Voeg de flyer over het project (zie "Projectbeschrijving" -> "Orientatie op p[roject") als bijlage toe.
Stuur het bericht naar je leerbedrijf en ook CC aan de docent.
CHECK & ACT
Informeer na ongeveer 3 dagen per telefoon naar je praktijkbedrijf of ze de e-mail ook daadwerkelijk ontvangen hebben. Onderneem gepaste actie als dat niet het geval is.
Taak 8 d) Bedrijfsbezoek uitvoeren
resultaat :
|
Je heb het praktijkbedrijf voor dit project bezocht.
|
vooraf :
|
Je hebt voorgaande taak over het verzenden van een brief correct uitgevoerd.
|
werktijd :
|
3 lesuur
|
belang :
|
In voorafgaande taken heb je “de theorie” bestudeerd. Nu ga je de theorie toetsen aan de praktijk door op bezoek te gaan bij een praktijkbedrijf. Dit bezoek zal uitgevoerd worden op een vooraf vastgestelde ochtend of middag. Incidenteel kun je, na overleg met de ondernemer en de docent, een ander tijdstip kiezen. Voorwaarde is wel dat alle groepsleden op dat tijdstip kunnen én dat je tijdig de gegevens hebt voor de volgende opdrachten.
|
Do
Voer het bedrijfsbezoek volgens afgesproken planning en voorbereiding uit.
Noteer de gewenste gegevens en maak de noodzakelijke foto’s, zoals je het voorbereid hebt in taak 8b).
Er wordt van je verwacht, dat je enkele dagen voorafgaande aan het bedrijfsbezoek nog telefonisch contact opneemt met de ondernemer om te informeren of hij/zij jullie kan ontvangen. Elke wijziging dient zo snel mogelijk bij de begeleidende docent gemeld te worden.
Tijdens het bezoek ben je gast op het bedrijf van je praktijkopleider. Gedraag je ook zodanig. De gegevens die je van het praktijkbedrijf verzamelt ,dien je vertrouwelijk te behandelen.
check & act
Je hebt gegevens genoteerd en foto’s gemaakt om in de klas een zogenaamde “virtuele excursie” over je bedrijf uit te voeren.
Taak 8 e) Beschrijving leerbedrijf
resultaat
|
Je hebt een beschrijving van het bezochte praktijkbedrijf gemaakt, aangevuld met een aantal sprekende foto’s.
Dit wordt straks hoofdstuk 8 van de eindrapportage.
|
vooraf
|
|
werktijd
|
2 lesuren
|
belang
|
De lezer van je eindrapportage heeft waarschijnlijk/misschien niet de presentatie over het bedrijf gezien/gehoord. Om de uitwerking van de gesprekken met de ondernemer binnen een juiste context te kunnen plaatsen, moet hij/zij wel een beeld van het bedrijf hebben,
|
do
- Maak een heldere doch compacte beschrijving (in Word) van je leerbedrijf. Als het goed is, moet iemand, die het bedrijf niet kent én die afwezig is geweest bij jullie presentatie zich een beeld kunnen vormen over het bedrijf ná het lezen van jullie verslag.
- Uiteraard ondersteun je dit gedeelte met enkele sprekende foto’s.
- Dit document wordt later hoofdstuk 8 van de eindrapportage. Uiteraard begin je dit hoofdstuk met een alinea waarin je kort herhaalt wat het doel van het bezoek is geweest. In hoofdstuk 2 heb je namelijk de groter lijn van het geheel beschreven.
check & act
Vergelijking je beschrijving met die van andere groepen en controleer of je volgens eenzelfde idee deze taak gemaakt hebt.
Gesprek met boer over keuzes en beleid
Taak 9 Gesprek over keuzes
VOORAF- AANLEIDING - BELANG
Eerst een korte herhaling: in taak 3 t/m 5 heb je gewerkt aan “de theorie” van:
- Leveranciers (taak 3)
- Afnemers (taak 4),
- Dienstverlenende bedrijven (taak 5)
Hierna ga je naar een ondernemer van een praktijkbedrijf (een praktijkopleider dus) om hem te bevragen/interviewen over zijn ervaringen, menig en visie over die zaken. Het is wel belangrijk dat het bezoek goed voorbereid wordt.
DOEN
Bij het bezoek aan je praktijkbedrijf ga jij uitvoering in gesprek met de ondernemer over zijn/haar:
- Afnemers,
- Leveranciers en
- Dienstverlenende bedrijven
Je bespreekt zijn ervaringen, welke motieven en argumenten een rol spelen rol of hebben gespeeld, enzovoorts.
Lees voorafgaande aan het bezoek je uitwerking van taak 3-4-5 nog eens door.
Maak ook een checklist met aandachtspunten of een vragenlijst, zodat je niets vergeet bij het bedrijfsbezoek.
Zorg dus dat je goed voorbereid op je leerbedrijf aankomt.
Dus nogmaals: je bespreekt voor zoveel mogelijk (maar wel de belangrijkste) leveranciers of afnemers of dienstverlenende bedrijven:
- waarom men met bepaalde bedrijven zaken doet,
- welke ervaringen men in het verleden gehad heeft (met andere partijen),
- op grond van welke motieven men een keuze maakt of gemaakt heeft,
- wat men als plussen en minnen van diverse leveranciers/afnemers/diensverleners ervaart,
- hoe men tot bepaalde keuzes komt,
- enz., enz
Leg de besproken zaken schriftelijk vast voor je eindrapportage.
Dit wordt dan hoofdstuk 9 voor je EINDRAPPORTAGE. Zie hiervoor betreffende taak.
Taak 10 Gesprek over beleid
VOORAF- AANLEIDING - BELANG
Een ondernemer in de veehouderij heeft te maken met diverse belangenorganisaties, publiekrechtelijke organen en overheden. In de meeste gevallen heeft hij daarin niet eens een keuze. Het is gewoon verplicht.
Dit geldt bijvoorbeeld voor het Waterschap of voor de richtlijnen m.b.t. Welzijnswet of de Bestrijdingsmiddelenwet. Of voor de wetgeving t.a.v. fosfaatheffing.
Kort samengevat zou je dit het “Beleid in de sector” kunnen noemen. Ook hierover ga je met de ondernemer praten/discussiëren.
DOEN
Voer een gesprek met de ondernemer over dit onderwerp.
Maak vooraf een lijst met aandachtspunten/vragen. Enkele voorbeelden:
- Wat is zijn idee/mening over het functioneren van de Gezondheidsdienst, over het verplichte (?) lidmaatschap, over de geboden diensten, enzovoorts
- Hebben we weer productschappen (zuivel of vee/vlees) nodig zoals enkele jaren geleden? Wat zouden ze kunnen betekenen voor de sector?
- Voert het Waterschap zijn taken goed uit? Wat zou anders moeten? Of kunnen hun taken net zo goed overgenomen worden door de provincie.
- Voeren boerenbelangenorganisaties hun taken goed uit. Waarom wel/niet.
Bedenk zelf vergelijkbare vragen over de andere organisaties, instellingen en publiekrechtelijke en overheidsorganen, die je eerder beschreven hebt.
Uiteraard kun je ook aan de orde tellen:
- Is het goed dat het melkquotum verdwenen is. Waarom wel/niet?. Enzovoorts.
- Zouden “Varkensrechten” moeten blijven bestaan?
- Is het Nederlandse mestbeleid beter dan de Europese? Waarom wel/niet? Wat zou anders moeten. Hoe / waarom.
- Hoe is het verschil tussen de boerenprijs en de winkelprijs van runds- of varkensvlees of aardappelen of enz. te verkleinden? Wie zou daarvoor verantwoordelijk moeten zijn
- Zouden de boeren zich meer moeten organiseren? Hoe? Onder wiens verantwoordelijkheid?
Maak in je groep afspraken m.b.t.:
- datum, tijd van bezoek
- wie wat wanneer doet (vragen stellen, noteren, enz.)
- wat je eventueel nog n.a.v. vorig bezoek moet navragen bijvoorbeeld.
Noteer de afspraken ook in het logboek in de groepsmap op Vibe.
Leg de besproken zaken schriftelijk vast voor je eindrapportage. Dit wordt namelijk hoofdstuk 10 van je eindrapportage. Zie hiervoor betreffende taak.
CHECK
Je hebt in de groepsmap op Vibe:
- een checklist met aandachtspunten voor bedrijfsbezoek
- het logboek ingevuld met afspraken voor het bedrijfsbezoek
- een document met vastgelegde notities van het gesprek
Presentatie leerbedrijf
Taak voor afsluitingsweek
VOORAF- AANLEIDING - BELANG
Je hebt met je groep een bezoek gebracht aan je leerbedrijf en daarbij gegevens verzameld en foto's gemaakt, zoals omschreven is in Taak 8. Met het verzamelde materiaal ga je een PowerPoint-presentatie maken, waarmee je als het ware een "virtuele excursie” over je bedrijf verzorgt in de klas.
Je hebt bij bezoek ook materiaal verzameld t.b.v. taak 9 en 10, maar dat hoef je niet in de presentatie te verwerken. Dat verwerk je alleen in de eindrapportage (verslag).
DOEN
- Maak m.b.v. PowerPoint een presentatie van je praktijkbedrijf.
Stel die presentatie zodanig samen dat je daarmee als het ware een excursie over het bedrijf verzorgt. Het enige verschil zou moeten zijn dat je (overdreven gesteld natuurlijk) nu de dieren niet kunt ruiken.
- Vermeld bij elke dia in het vakje “Notities” de tekst die je wilt uitspreken bij die dia, zodat iemand de presentatie nog eens kan “nalezen”.
- Zorg dat de gemaakte PowerPoint in je groepsmap op Vibe staat. Neem bij de presentatie voor de zekerheid een kopie mee op een USB-stick.
- Maak hand-outs van je presentatie, druk ide af en lever die lever vóór de presentatie een afdruk in bij de docent. Raadpleeg het hoofdstuk "Hulptaken-bijlage" als je niet weet hoe je hand-outs moet maken.
- Maak ook voor de groep één afdruk van de hand-outs voor in je map.
- Verzorg de presentatie (PowerPoint) over je leerbedrijf voor je klasgenoten.
Inclusief de beantwoording van vragen duurt de presentatie ongeveer 15 minuten.
CHECK & ACT
Maak een afspraak met de docent om de presentatie te evalueren.
Kwaliteitsborging-inleiding
Inleiding deel-2
Opfrissing/herhaling over deel-1
In deel-1 van het project heb jij voor een gekozen sector bestudeerd:
- het belang van de sector voor Nederland,
- met welke leveranciers (voor voer, sperma, enz.) kunnen bedrijven te maken hebben/krijgen,
- welke afnemers zijn actief in die sector (Vion, Vreugdenhil, De RooijMeat, enz.)
- welke soort dienstverlenende bedrijven men kan inschakelen (bank, advies, enz.)
- onder welk keurmerk een bedrijf kan produceren,
- met welke instellingen, publiekrechtelijke organisaties en overheden een agrarisch ondernemer verplicht te maken heeft; men welk beleid men geconfronteerd wordt.
Dit alles heb je eerst in “theorie” bestudeerd. Mogelijk is een en ander ondersteund met een excursie of een inleiding op school.
Daarna ben je naar een praktijkbedrijf geweest om de theorie te toetsen aan de praktijk. Je hebt met de boer besproken waarom hij met bepaalde bedrijven zaken doet, wat zijn ervaringen uit het verleden waren, wat zijn mening is over het beleid, enzovoorts.
Om je kennis en vaardigheden te tonen, heb je het bedrijf gepresenteerd in de klas (of ga je dat nog doen).
Op het einde moet je een eindrapportage op papier (verslag) inleveren. Het weerste gedeelte (Voorwoord, Inleiding, hoofdstuk 1 t/m 10) kun je al maken.
Deel-2 van het project: “Kwaliteitsborging”
Deel-2 van het project gaat over Keurmerken en de daarbij horende Kwaliteitsborging. Ook dit deel wordt eerst op school voorbereid door informatie te laten verzamelen over:
- Wat verstaan we onder “kwaliteit”.
- Onder welke keurmerken (zoals bijv. Milieukeur, biologisch, IKB, Welfare, e.d.) kunnen veehouders binnen de gekozen sector hun product op de markt brengen.
- Wat zijn in de verschillende schakels de belangrijkste voorwaarden om aan dat keurmerk te voldoen.
- Wat kunnen bij elk keurmerk de knelpunten/mogelijke kansen zijn.
- ………… (e.d.)
Na de voorbereiding op school wordt vervolgens weer een bezoek aan een bedrijf gebracht. Het bezoek staat in het teken van Kwaliteitsborging. Dit begrip wordt ook wel eens omschreven als “Zeg wat je doet, maar doe wat je zegt”. Hierbij komen zaken aan bod, zoals:
- Visie en doelstellingen van het bedrijf; motivatie voor een bepaald keurmerk
- Strategie om doelstellingen te realiseren
- Omgaan met Protocollen t.b.v. die kwaliteitskeurmerken
- Noodzakelijke aanpassingen en knelpunten (bij invoering en voortzetting)
- Omgaan met personeel in relatie tot het voldoen aan kwaliteitskenmerken.
- Hoe blijft je als ondernemer op de hoogte?
Dit alles (voorbereiding op school én de uitwerking van het bezoek aan veehouderijbedrijf) verwerk je als groep in de eindrapportage. Het verslag moet ook mondeling verdedigd worden. Indien de planning dat toelaat, kan het onderdeel "oplossing van een knelpunt/probleem" in een presentatie verwerkt worden.
Tevens word je kennis getoetst d.m.v. een theorietoets.
Voorbereiding Kwaliteitsborging
Taak 11 a) Inleiding - Plan van Aanpak
AANLEIDING - VOORAF - BELANG
Je hebt je georiënteerd op de inhoud (+ planning) van deel-2 van dit project (over Kwaliteitsborging) en je hebt een Plan van Aanpak gemaakt
Je werkt voor dit project in groepjes. Voor de meeste taken moet je dingen met elkaar afspreken. Een goede planning is dan noodzakelijk
DOEN
- Bestudeer in grote lijnen de inhoud van deel-2 van dit project.
- Stel verhelderingsvragen indien nodig.
- Bestudeer de verstrekte studiewijzer (via email of Vibe) voor dit project (indien van toepassing).
- Bespreek binnen je groep de taken en de planning.
- Maak een Plan van Aanpak, waarin je vermeldt wat, wanneer enz. je moet doen op het project te behalen.
In zo'n PvA noteer je o.a.:
- wat is de taak die je moet uitvoeren?
- welke gegevens of informatie heb je al?
- planning (taken maken, bedrijfsbezoek, inleveren verslag, wanneer toets)
- enz.
In het hoofdstuk "Projectbeschrijving" (als 2e hoofdstuk in dit arrangement) staat een format voor het maken van het PvA. Gebruik dit format. Vul het eventueel naar eigen inzicht aan met extra punten.
- Plaats het PvA (Plan van Aanpak) in je groepsmap op Livelink. En lever een afdruk op papier in bij de docent indien dit ook opgegeven wordt.
CHECK & ACT
Bespreek het op Vibe geplaatste PvA met de docent. En stel het eventueel bij (indien nodig).
Taak 11 b) Oriëntatie op de problematiek
AANLEIDING - VOORAF - BELANG
Je gaat je in deze taak oriënteren op de problematiek m.b.t “Kwaliteitsborging”.
Je gaat nl een aantal internetsites bekeken van bedrijven, die op hun site aandacht besteden aan het begrip “kwaliteit”, “kwaliteitsborging” en “ketenmanagement”. De begrippen “kwaliteit”, “kwaliteitsborging” en “ketenmanagement” krijgen meer betekenis als je de inhoud bestudeert van internetsites van bedrijven.
DOEN:
- Controleer eerst of er op Vibe een gewijzigde versie staat ivm aanpassingen internet
- Ga naar de hierna genoemde internetsites en bekijk op welke manier die bedrijven aandacht schenken aan de begrippen “kwaliteit”, “certificeringssystemen”, “borging” en “ketenmanagement”.
- Beantwoord (individueel) de bijbehorende vragen.
De antwoorden kun je mede gebruiken voor het schrijven van Hoofdstuk 11 van de eindrapportage (zie betreffende hoofdstuk). Bij de theorietoets wordt de opgedane kennis getoetst. Rood gemarkerde vragen zullen niet in de toets gevraagd worden.
www.qlip.nl
-
Kies “Melkvee” en dan “Audits, Inspecties & Certificering” (via icoontjes rechts). Wat voert Qlip in opdracht van de zuivelondernemingen uit?
-
Welke eisen worden daar genoemd voor “Weidezuivel”(via “Lees meer”)?
-
Ga naar de rubriek “Kwaliteitssystemen voor melkvee” en dan “Ik wil meer weten””.
Vervolgens naar “Klaar te leggen documenten”.
Voor welke 5 modules (t.b.v. KKM) moeten documenten klaar gelegd worden?
-
Zoek op datzelfde tabblad (“Kwaliteitssystemen voor melkvee”) op voor welke 5 kwaliteitssystemen van zuivelondernemngen Qlip de controle uitvoert.
-
Rouveen Kaasspecialiteiten maakt kaas voor wel 4 verschillende keurmerken. Eén ervan is Kosjer-waardige kaas. Wat zijn de andere 3 ?
-
Ga naar “Home”, kies voor tabblad “Zuivel” en dan “Audits, Inspecties & Certificering”. Bestudeer de tekst onder “Productie, opvolgende bereiders, handel en transport”. Voor welk onderdeel in de keten wordt HACCP vooral gebruikt? En waarvoor GMP+ ?
www.geborgdedierenarts.nl
- Kies het tabblad “varkensdierenarts”. Zoek onder “Veel gestelde vragen (FAQ)” wat een geborgde dierenarts is.
- Zoek op diezelfde plaats: Waarom willen de partijen een geborgde dierenarts”
www.ikbvarken.nl
- Kies “Downloads” en dan “Werkboek” (digitaal downloaden). In hoofdstuk 3 wordt uitgelegd wat er veranderd is sinds 1 juli 2013. Welke 2 hoofdoorzaken t.a.v. wetgeving worden genoemd?
- Ga naar “Home” en dan “Over IKB-varken”.
Wat is een “Certificerende instantie”? Welke is dat op dit moment voor IKB?
www.rijksoverheid.nl
- Ga naar “Ministeries” en dan naar het ministerie waar landbouw onder valt.
Hoe heet dit ministerie? Wie zijn de bewindspersonen?
- Ga via “Onderwerpen” naar “Landbouw, natuur en voedsel” en dan naar “Voeding” (of via “Zoeken”). Kies nu “Voedselveiligheid in Nederland”.
Scrol iets naar beneden naar de link ".....................(NVWA) inlichten".
- Wat betekent de afkorting NVWA?
- Wat is de taak van de NVWA?
www.skal.nl
- Wat is de taak van de SKAL ?
Check & act: Je hebt de antwoorden op bovenstaande vragen gecontroleerd.
Taak 11 c) Kwaliteit en kwaliteitsborging in de media
AANLEIDING - VOORAF - BELANG
De hoeveelheid aandacht in de media voor kwaliteit en kwaliteitsborging geeft aan hoe belangrijk de consument dit vindt. Door middel van deze taak ga je een aantal publicaties e.d. uit de media bekijken.
DOEN
- Onder punt 3. hierna staan een aantal links naar artikelen uit de media.L
- Lees de artikelen uit dat mapje:
- Noteer uit die artikelen de kernzaken: waarom kwaliteit, kwaliteitsborging, keurmerken, marktgericht produceren en dergelijke zo belangrijk zijn.
Gebruik deze notities voor het schrijven van hoofdstuk 1 van de eindrapportage.
Zie laatste taak (nr. ...).
- Onder dit punt 4 staat een tabel met links naar TV-uitzendingen over het onderwerp van dit project.
Bekijk betreffende videofragmenten.
Maak ook hiervan notities, zodat je die kunt gebruiken voor het schrijven van hoofdstuk 1 van de eindrapportage.
check & act
Je hebt notities voor het schrijven van hoofdstuk 1 van de eindrapportage (de laatste taak ...).
Taak 11 d) Borgingssystemen: theorie
AANLEIDING - VOORAF - BELANG
Om kwaliteitsborging serieus uit te voeren moet je op de hoogte zijn welke systemen men kan hanteren. Oftewel: hoe garandeer je dat het waar is wat je zegt. Door middel van deze taak ga je dat bestuderen.
DOEN
Marktgericht produceren
- Vraag aan docent DVD nr. 256 “Marktgericht produceren” en bekijk/bestudeer die zorgvuldig. Beantwoord daarna de uit onderstaande vragen de nummers 2. t/m
- Tegenwoordig is men zich meer bewust dat men moet produceren wat de klant wil. Voor die klant zijn 3 hoofdgroepen van eisen belangrijk. Welke 3 zijn dat?
- Merkproducten zijn anders dan standaardproducten. Dat heeft consequenties voor elke schakel in de keten.
a) Welke 5 schakels worden genoemd?
b) Welk concrete eis of voorwaarde wordt per schakel genoemd?
- Op welke 4 gebieden moet een veehouder voldoen aan eisen als hij meedoet aan de keten voor Blonde d’Aquitaine vlees?
- Bij de verwerking van Blonde d’Aquitaine vlees heeft men het over een “paspoortboekje”. In welke schakels van de keten gebruikt men die? En voor welk doel?
- Waarop is de administratieve controle bij de productie van Natupur-eieren gericht? Waarop controleert men dan vooral? Hoe ?
- Bij het “vermarkten” van merk-producten zijn belangrijk: logistiek, prijsvorming en reclame. Een belangrijk probleem is om het aanbod af te stemmen op de vraag. Hoe kan de slachterij daar op inspelen (2 methodes)?
- Hoe zorgt men ervoor dat men niet te vaak “nee hoeft te verkopen” aan de detailhandel?
- Men probeert bij merk-producten de prijs op niveau te houden door o.a. een “wederzijdse afnameverplichting”. Welke 2 concrete praktijk voorbeelden worden genoemd.
HACCP in de vleessector
- Vraag aan docent DVD nr. 259 “HACCP in de vleessector” en bekijk/bestudeer die zorgvuldig. Over de DVD zelf hoef je geen vragen te beantwoorden. Het is enkel een voorbereiding op onderstaande vragen 12 en verder.
- Start Internet, start Google en vul als zoektermen en: “melk borging systeem wikipedia”.
Selecteer “Leerboek – Ketenkwaliteit melkwinning”. Maak de volgende vragen.
- Waarom is het noodzakelijk dat er een kwaliteitsborgingsysteem is voor melkveehouders?
- Waarom hebben niet alle zuivelondernemingen hetzelfde systeem. Geef voorbeelden.
- Welke bedrijven werken met een basispakket en welke met een meer uitgebreid systeem?
HACCP: betekenis
- Start Internet, start Google en vul als zoektermen en: “haccp wikipedia”.
Selecteer de site van wikipedia.org en maak de volgende vragen.
- Wat betekent de afkorting H.A.C.C.P. ?
- Wat is de Nederlandse vertaling daarvan?
- Voor welke doel is HACCP in eerste instantie ontwikkeld?
- Waarom gebruikt men het nu in de levensmiddelenindustrie?
- Uit welke 7 principes bestaat een HACCP?
- Wat is een ‘Hazard”?
- Wat verstaat men onder “Analysis”?
check & act
Je hebt je eigen uitwerking in de les gecontroleerd.
Taak 11 e) Kwaliteit en ketenmanagement
AANLEIDING - VOORAF - BELANG
Om kwaliteitsborging serieus uit te voeren moet je op de achtergronden kennen. Dat wordt door middel van deze taak toegelicht. Over de behandelde stof kunnen/zullen vragen gesteld worden in de toets.
DOEN
a) Bestudeer de teksten in bijlage 1 en 2, verderop in deze taak.
b) Stel verhelderingvragen over die dingen, die je niet begrijpt.
c) Maak onderstaande vragen
Vragen over Bijlage 1: Inleiding over “kwaliteit”
- Voedsel kan verontreinigd zijn met de Salmonellabacterie. Tot wat voor soort klachten kan dat leiden bij de mens? Goed uitleggen.
- Wat bedoelt men met het begrip “productaansprakelijkheid”?
Vragen over Bijlage 2: Het hoe, wat en waarom van ketens
- Leg met een voorbeeld uit dat het begrip “kwaliteit” voor de een (bijvoorbeeld een varkensboer) totaal iets anders is dan voor de ander (bijvoorbeeld de consument).
- Het is een kunst om “kwaliteit” inzichtelijk te maken. Je moet dan een Plan van Aanpak maken. Ten eerste moet je transparant maken dat anderen snappen/begrijpen wat jij doet ten behoeve van die kwaliteit.
Wat is de tweede stap in zo’n Plan van Aanpak?
- Als het gaat om ‘kwaliteit”, stelt een wet eisen aan de kwaliteit.
In het algemeen stelt de consument 3 soorten eisen aan levensmiddelen. Welke 3 soorten eisen zijn dat?
- De erkenningsregelingen voor melkveehouderij en varkenshouderij (KKM en IKB) richten zicht op minstens 6 aandachtsgebieden. Een daarvan is “Diergeneesmiddelen“.
- Op welk hoofddoel richt men zich binnen het aandachtsgebied “Diergeneesmiddelen”?
- Op welke manier probeert men dat hoofddoel te realiseren. Noem 2 dingen.
- Door wie is KKM in het leven geroepen? Waarom heeft men dat gedaan?
- Noem (behalve Diergeneesmiddelen) nog 4 andere aandachtsgebieden uit de erkenningsregelingen voor KKM óf IKB.
- Geef voor elk van die 4 aandachtsgebieden een korte omschrijving, waar die zich specifiek op richt.
- Bijna alle agrarische sectoren in Nederland doen hun uiterste best om het vertrouwen van consumenten te houden of te versterken. Een belangrijk begrip in deze problematiek is het denken in “ketenmanagement”. Leg in eigen bewoordingen uit wat daarmee bedoeld wordt.
- Stel: een veehouderijbedrijf wil aan de erkenningsregeling voor IKB = Integrale KwaliteitsBeheersing) voldoen.
Aan welke regeling moeten resp, de mengvoerbedrijven en de dierenartsen dan voldoen? Geef zowel de afkorting als de betekenis van die afkortingen.
- Stel je raakt in gesprek met iemand, die pas begonnen is als inkoper voor een supermarktketen. Tijdens zijn opleiding heeft hij geleerd dat er in Nederland een zeer strenge wet geldt m.b.t. de kwaliteit van voedsel. Een en ander is vastgelegd in de nVWA. en wordt regelmatig gecontroleerd door medewerkers van die nVWA (nieuwe Voedsel en WarenAutoriteit). Nu snapt hij niet dat er dan ook nog een KKM / IKB is.
Leg helder en duidelijk voor zo’n “leek uit:
- waarom er dan toch nog zo’n KKM (QLip) / IKB is
- door wie het opgezet is, wie / wat controleert
- hoe het een en ander gefinancierd wordt (d.w.z.: wie betaalt de controles en hoe)
check & act
Controleer je uitwerking aan de hand van controlebladen (te verstrekken in de les).
Bewaar je uitwerkingen om te bestuderen voor het maken van de theorietoets.
Taak 11 f) Ketenmanagement in bedrijfsleven (Nutreco)
AANLEIDING - VOORAF - BELANG
Nutreco is een vooraanstaand bedrijf op het gebied van voeding (in de ruimste zin van het woord). Een belangrijk speerpunt van het bedrijf is voedselveiligheid en de controle daarop. Het bedrijf probeert een voortrekkersrol daarin te spelen. In het verlengde daarvan hebben medewerkers daarvan een bijdrage geleverd in de ontwikkeling van lesmateriaal t.b.v. het project “Geboeid door de keten’’. Dit materiaal is een samenvatting van de instructiebijeenkomsten voor praktiserende varkenshouders. De voor je liggende instructiebundel is uitgangspunt geweest voor dit Deel II (“Kwaliteitsborging”). Ze zijn vooral op de varkenshouderij gericht, maar het principe is voor elke andere sector toepasbaar.
Daarnaast heeft men een aantal PowerPoint-presentaties, welke gebruikt werden voor voorlichting en instructies, beschikbaar besteld.
Do
Bestudeer onderstaande PowerPoint-presentaties van Nutreco (als groeps óf individueel).
Maak (individueel) onderstaande vragen en bespreek ze daarna.
Vragen over onderstaande PP 0. Voedsel: kans of bedreiging ?
- Welke 6 stoffen worden als bedreiging voor de voedselveiligheid genoemd? Waarin komen ze voor.
- In sommige situaties is voedselveiligheid strijdig met andere wensen vanuit de maatschappij. Welke 3 voorbeelden worden genoemd?
- Wie wordt aansprakelijk gesteld als een slachterij een lijn moet sluiten?
- Met welk keurmerk wil men de hele verwerking certificeren?
Vragen over onderstaande PP 1. Duurzame productie?
- Beschrijf in eigen bewoordingen de visie van Nutreco t.a.v. “Duurzaam Produceren.
Vragen over onderstaande PP 2. Trends
- Volgens welke 4 kwaliteitskenmerken kan men de kwaliteit van (varkens)vlees uitdrukken. Geef bij elk een korte uitleg.
- De toegenomen belangstelling voor voedselveiligheid heeft GEVOLGEN voor de PRODUCENT. Welke 3 in hoofdzaak?
- Via welk systeem worden voedselveiligheid en kwaliteit meestal geborgd in de voedselketen?
Vragen over onderstaande PP 3. HACCP
- Wat betekent de afkorting HACCP
- Wat zijn de kernpunten van de HACCP-systematiek?
- Ten aanzien van “Aard van de bedreigingen” worden 3 vormen genoemd. Welke 3? Geef voor elk een beknopte omschrijving, aangevuld met voorbeelden.
Taak 11 g) Excursie naar verwerkingsbedrijf
AANLEIDING - VOORAF - BELANG
Je kunt misschien deelnemen aan een excursie naar een bedrijf, dat agrarische producten verwerkt tot levensmiddelen. Eén keer horen, zien, ruiken en proeven zegt meer dan 1000 woorden.
DOEN
- Organiseer een excursie naar een verwerkingsbedrijf van bijvoorbeeld melk of vlees.
- Maak onderling afspraken over:
- Zijn er afspraken gemaakt met het bedrijf over:
- plaats, datum en tijd van het bezoek
- doel van het bezoek
- Is een vragenlijst of opdracht of iets vergelijkbaars gemaakt / beschikbaar?
Als dat niet het geval is, dan luidt de opdracht voor het bezoek:
Bespreek met het excursiebedrijf zo uitgebreid mogelijk op welke wijze “kwaliteit” een belangrijke rol speelt in de bedrijfsvoering.
- Wie neemt er een attentie mee?
- Wie maakt aantekeningen tijdens de excursie / het bezoek?
- Wie maakt het verslag (van ongeveer 1 A4)?
- Maak een kort verslag over deze excursie en neem die als bijlage op in de eindrapportage. Vermeld in dat verslag:
- Inleiding: kader waarbinnen bezoek heeft plaatsgevonden.
- Bezocht bedrijf: naam, adres, soort bedrijf, enz.
- Datum en tijd wanneer je naar het bedrijf geweest bent.
- Typering bedrijf
- Behandelde onderwerpen tijdens inleiding.
- Besproken / bezichtigde onderdelen tijdens rondleiding
- Verrichte activiteiten (wat je gedaan hebt), indien van toepassing.
- Ervaringen: hoe het verlopen is.
- Aanbevelingen: voor eventueel andere leerlingen in een ander jaar.
check & act
Je hebt in de eindrapportage een verslagje als bijlage over deze excursie opgenomen
Zicht op de keten
Taak 12 a) Keuze van een keurmerk
AANLEIDING - VOORAF - BELANG
Je hebt een keurmerk gekozen, waarvoor je de rest van dit project gaat uitwerken.
Het gekozen keurmerk is de centrale opdracht voor de uitwerking van de rest van dit project. Aan de hand daarvan passeer je alle aspecten van het “keten‑management” en “keten-denken” en “kwaliteitsborging”.
Do
- Maak als groep een keuze, waarvoor je het laatste deel van dit project gaat uitwerken.
Dat zou het keurmerk kunnen zijn van het leerbedrijf wat je in deel-1 van dit project gebruikt hebt.
Deel-1 ging over Afnemers/leveranciers/dienstverlening, publiekrechtelijke organen, enz.).
Het mag ook iets anders zijn, zoals:
- Biologisch
- Demeter,
- ………………..
Bedenk dat het te kiezen keurmerk méér moet zijn dan het meest gangbare, “simpele” keurmerk zoals IKB of KKM (Foqus, e.d.). Dit is in Taak-17 van deel-1 reeds aangegeven.
- Bespreek je keuze met de begeleidend docent, uiterlijk op de afgesproken datum (genoemd in de studiewijzer). Ga pas verder als je goedkeuring hebt.
check
Je hebt uiterlijk op de afgesproken datum goedkeuring gekregen van de docent voor je keuze voor een keurmerk.
Taak 12 b) Informatie over gekozen keurmerk
AANLEIDING - VOORAF - BELANG
Als men een systeem van kwaliteitsborging gaat invoeren of het in werking wil blijven houden, is het belangrijk dat:
1. begrip hebt voor het belang van keurmerken en kwaliteitsborging
2. kennis hebt over de keten en het keurmerk.
Het eerste heb je nu hopelijk wel als je taak 11 goed uitgevoerd hebt.
In deze taak ga je aan de slag met het 2e aandachtspunt.
DOEN
- Beschrijf uit welke schakels de totale keten bestaat voor het door jouw gekozen keurmerk? Met totale keten wordt bedoeld: vanaf de teelt van grondstoffen of zaad tot en met het product wat in de winkel kom te liggen voor de consument.
- Beschrijf wat het doel is van het door jou gekozen ketenkeurmerk. En wat het nu is om aan dit keurmerk mee te doen.
- Jouw leerbedrijf heeft ook te maken met toeleveranciers en afnemers van producten (voer, fokmateriaal, melk, dieren). Ook die bedrijven hebben met protocollen te maken. Beschrijf in grote lijnen (globaal dus) de belangrijkste kenmerken/eisen zijn voor alle andere schakels in de keten.
- Beschrijf waaraan het veehouderijbedrijf moet voldoen volgens dit keurmerk?
Hoe wordt dit gecontroleerd?
Is er een bestaand protocol beschikbaar of moet je dat zelf maken?
- Vermeld de bronnen, die je hebt geraadpleegd? Geef dus aan waar of bij wie (welke organisaties) je de informatie gehaald hebt.
Leg alle verzamelde informatie schriftelijk vast, zodat je deze kunt gebruiken voor hoofdstuk 12 van je EINDRAPPORTAGE.
CHECK
Je hebt informatie verzameld over de totale keten waarbinnen je leerbedrijf produceert. Je leerbedrijf is dus één van de schakels in die keten.
Bewaar dit document in je groepsmap op Vibe.
Bedrijfsbezoek Kwaliteitsborging
Taak 13 a) Bedrijfsbezoek voorbereiden
AANLEIDING - VOORAF - BELANG
Voor de uitwerking van taak 13 ga je naar je leerbedrijf om gegevens te verzamelen.
In deze taak ga je het bezoek voorbereiden.
DOEN
- Zorg dat je vooraf alles goed doorgenomen hebt en binnen de groep goede afspraken gemaakt hebt.
Bestudeer voorafgaande aan het bedrijfsbezoek:
- de verzamelde informatie uit vorige taken,
- de hierna nog resterende taken
- Zorg dat je beschikt over het officiële protocol, wat voor het gekozen keurmerk van toepassing is. Doe dit via de organisatie van dat keurmerk). Het protocol moet als bijlage bij eindverslag (taak 40) toegevoegd zijn.
- Bestudeer voorafgaande aan het bezoek onderstaande aandachtspunten en tips.
Aandachtspunten i.v.m. bedrijfsbezoek:
- Zijn er afspraken gemaakt met het bedrijf over: datum/tijdstip, doel van het bezoek, tijdstip, duur van het bezoek, werkwijze?
- Is een lijst met aandachtspunten of iets vergelijkbaars gemaakt /beschikbaar?
- Wie neemt er een attentie mee?
- Is plaats en tijdstip van vertrek goed afgesproken?
- Wie maakt aantekeningen tijdens het bezoek? Wie neemt fototoestel mee
- Leg goed de afspraken vast wanneer de praktijkopleider het verslag kan inzien en kan ondertekenen. En wanneer hij een kopie ontvangt.
Tips voor de foto’s:
Laat de gemaakte foto’s aansluiten bij je rapportage. De beelden moeten een functie hebben. Bijvoorbeeld:
- de opslag van medicijnen, (afsluitbaar ?, naar diersoort gescheiden ?),
- in de stal een duidelijk leesbare beschrijving voor het herkennen van behandelde dieren,
- beschikbaarheid van bedrijfskleding, ontsmetten
- inrichting bijzondere ruimtes volgens de richtlijnen ??
- enz., enz.
Taak 13 b) Bedrijfsbezoek: gegevens verzamelen
AANLEIDING - VOORAF - BELANG
Je gaat naar een praktijkbedrijf om de theorie te toetsen aan de praktijk
DOEN:
Verzamel op het praktijkbedrijf antwoorden of materiaal ten behoeve van de uitwerking van onderstaande competenties:
1. Visie op de keten bepalen
Bespreek (en noteer) met de praktijkopleider wat zijn mening is over doel, het nut, en dergelijke van ketengericht produceren. Het gaat dus om de visie van de ondernemer. Dit is dus een aanvulling op de informatie, die je zelf al verzameld hebt.
2. Strategie bepalen
Wat is de mening van de veehouder over ketengericht produceren op de lange termijn (in de toekomst) voor zijn bedrijf? Op welke wijze moet de consument overtuigd worden?
Wiens verantwoordelijkheid is dat? Doet hij alleen het minimaal noodzakelijke óf wil men “een stapje hogerop” (keurmerk, NenIso, HACCP, )? Wat zou de rol van supermarkten moeten zijn?
Welke ontwikkeling ziet hij voor de sector in zijn geheel?
Vermeld ook motieven.
Indien het leerbedrijf bezig is met certificering voor een “hoger niveau”, ga dan na hoe ze dat voor elkaar denken te krijgen? Beschrijf dus welke acties op korte en op lange termijn nodig zijn.
3. Protocollair werken
Als men binnen een bepaald keurmerk werkt, moet men volgens bepaalde protocollen werken. In 2017 mag je er van uit gaan dat elk bedrijf wel zo’n protocol heeft. In Taak 13 a) is opgedragen een exemplaar te regelen. Gebruik nu dat boekje en voer voor het bedrijf de volgende stappen uit:
- Ga als een “soort controleur” met het protocol in de hand het bedrijf over om helder zicht te krijgen op wat voor eisen er in het protocol staan.
En om “gevoel te krijgen” wat een controleur allemaal moet checken.
Belangrijk is dat je in de stal (of op kantoor) kijkt (“controleert”) hoe alles nu ook geborgd wordt: d.w.z. vastgelegd wordt dat het ook daadwerkelijk gebeurt zoals het op papier staat.
Bestudeer ook goed: hoe is geregeld wie wat wanneer moet doen? Bijvoorbeeld als er stagiaires zijn.
Enkele punten als voorbeeld:
- de opslag van medicijnen, (afsluitbaar ?, naar diersoort gescheiden ?),
- in de stal een duidelijk leesbare beschrijving voor het herkennen van behandelde dieren,
- beschikbaarheid van bedrijfskleding, ontsmetten.
- Noteer enkele markante onderdelen uit het protocol, waarvan jij belangrijk vindt om die aan consumenten duidelijk te maken. Om zo te illustreren hoe men in de veehouderij met kwaliteit om gaat. Ondersteun dit met foto’s.
Dit gedeelte moet minimaal 2 A4-tjes tekst met minimaal 4 foto’s (van 4 bij 5 cm) opleveren.
4. Sociaal omgaan - leiding geven
In onze huidige maatschappij komen dingen alleen tot een goed resultaat als alle betrokken partijen goed meewerken. De basis hiervoor is: goede wil, de juiste houding, verantwoordelijkheidsbesef, e.d.!
- Met wie heeft de ondernemer in dit verband te maken? Denk aan personeel, stagiairs, weekend hulpen, familieleden, enzovoort.
- Beschrijf welke administratieve handelingen stagiairs of wee-end hulpen moeten uitvoeren, die noodzakelijk zijn i.v.m. he protocol.
- Wie heeft de leiding? En wie is nog meer verantwoordelijk voor aansturing en dergelijke.
- Ga na welke normen op het bedrijf belangrijk gevonden worden om tot een goede samenwerking te komen. Denk aan zaken zoals:
- Welke eisen stelt men aan de samenwerking?
- Hoe wil men dat er met elkaar wordt omgegaan?
- Hoe treedt men corrigerend op?
- Ten aanzien van welk handelen / gedrag / houding soms / ooit / vaak bijgestuurd (gecorrigeerd) worden
5. Bedrijfsaanpassingen - knelpunten oplossen
D.m.v. punt 3. heb je het protocol goed bekeken. Om aan alle voorwaarden van het protocol te kunnen voldoen (bij invoering óf tijdens de looptijd) heeft men (in het verleden) op het bedrijf een aantal zaken moeten aanpassen. Of problemen moeten oplossen. Een procedure voor “bedenken van aanpassingen of problemen oplossen” omvat 7 stappen:
- Signaleren: wat is er fout gegaan of waaraan kon men moeilijk voldoen; waar was aanpassing noodzakelijk?
- Welke mogelijke oplossingen zijn er voor de geconstateerde problemen of gewenste aanpassingen.
Meestal heeft men eerst meerdere opties.
- Een beoordeling ( + en - ) van de voorgestelde mogelijke oplossingen/aanpassingen.
- Kiezen van de beste oplossing uit de mogelijke oplossingen (met vermelding van motieven).
- Uitvoering van de gekozen oplossing. Beschrijf hoe.
- Evaluatie van de uitvoering van de gekozen oplossing. Heeft men achteraf de juiste keuze gemaakt? Waarom wel of niet?
Beschrijf minstens 2 concrete situaties / gevallen, waar volgens bovenstaande procedure een opgetreden probleem opgelost is of het bedrijf aangepast is. Dit mag ook iets van jaren geleden zijn. Of wat nog moet gebeuren.
Het is belangrijker en leerzamer dat je 2 problemen goed beschrijft en inhoudelijk goed uitwerkt dan dat je veel problemen oppervlakkig bespreekt.
Maak voor dit onderdeel foto’s om je teksten te ondersteunen. De beelden moeten natuurlijk een functie hebben. Bijvoorbeeld:
- de opslag van medicijnen, (afsluitbaar ?, naar diersoort gescheiden ?),
- kwaliteit drinkwater
- inrichting bijzondere ruimtes volgens de richtlijnen ??
6. Geboeid zijn/blijven door de keten.
In deze paragraaf moet de “dubbele” betekenis van GEBOEID DOOR DE KETEN tot uitdrukking komen. GEBOEID betekent namelijk enerzijds “met handen en voeten gebonden”, maar kan ook betekenen: “er in geïnteresseerd zijn”. Bespreek met de ondernemen hoe hij deze 2 invalshoeken ervaart.
Eindrapportage-verslaglegging
Eindrapportage sectorstudie
Gedurende het project heb je aan diverse taken gewerkt.
In de afsluitingsweek lever je een verslag in, waarin het geheel van taken in één totaal-verslag verwerkt is, zodat het een samenhangend geheel is. Als je slim bent geweest, heb je dit verslag vanaf begin af aan opgebouwd. Als het goed is, staat dan alles in één Word-document. Voordeel daarvan is dan ook dat het eenvoudig te verzenden of op te slaan is.
Hanteer daarbij de indeling zoals in onderstaand document weergegegeven is.
Lever je rapportage (verslag) op papier in bij de docent en zorg dat het overeenkomstige document in de groepsmap op Vibe staat.
Maak een afspraak met de docent om je rapportage ook mondeling te verdedigen.
check & act
Je hebt d.m.v. de omschreven eindrapportage dit deel van het IBS afgerond.
Hulptaken
Een Powerpoint-pres maken
AANLEIDING - VOORAF - BELANG
Voor een toehoorder of beoordelaar bij een presentatie is het prettig om voorafgaande aan de presentatie hand-outs verstrekt te krijgen.
En 2e handige toepassing in PowerPoint is de mogelijkheid om in het vakje “Notities” vast te leggen wat je bij een dia gaat bespreken.
DOEN
- Open het Powerpoint bestand.
- Rechtsonder staat
Hier kun je uitleg schrijven bij de dia.
- Om hand-outs te maken, kies "Bestand" -> "Afdrukken".
- Het vakje met

verander je in: 
- Daarna kun je "Afdrukken".
Bij "printereigenschappen" kun je nog kleur of zwat/wit instellen.
Als het niet lukt, vraag dan uitleg aan een andere leerling of aan de docent.