Later in dit project ga je voor een praktijkbedrijf bestuderen waarom men zaken doet of gedaan heeft met bepaalde bedrijven. Om daar zinvol over te kunnen praten, moet je nu eerst weten wat er allemaal is. In vorige taak hebben we al aangegeven dat we daarin o.a. onderscheiden:
a) toeleverancier (voer, fokgelten, opfokhennen, enz.)
b) afnemers (eieren, melk,vleesvarkens, enz,)
c) dienstverlenende bedrijven (adviesbureau, accountant, ez.).
In deze taak komt dus b) afnemers aan bod.
Download onderstaand document voor de opdracht.
Onderstaand document helpt jer misschien bij het opzetten van een logische structuur voor het document.