inleiding
Ik ben Esmee van Polen, ik ben 17 jaar.
Mijn stageplek is Vredewold in Leek.
Vredewold is een zorginstelling waar mensen met dementie wonen.
In Vredewold ben ik activiteitenbegeleider en doe ik dus mee met alle activiteiten.
Op maandag hebben we met het hele huis (ongeveer 150 ouderen) bingo middag, op dinsdagen hebben we spelmiddagen dus gezellig sjoelen en klaverjassen.
De woensdagochtend geef ik zelfstandig gymnastiek aan een groepje van 18 ouderen met dementie, dat is altijd echt super gezellig.

D1-K1-W1 Onderzoekt zichzelf
Omschrijving:
De beginnend beroepsbeoefenaar reflecteert op zichzelf. Hij onderzoekt in welke omgeving en bij welke omstandigheden hij wel en niet tot zijn recht komt, wat de motieven en drijfveren zijn voor eigen handelen, wanneer hij floreert, waar hij goed in is, waar zijn voorkeuren liggen en hoe hij reageert bij stress of bij veranderingen.
Resultaat:
De beginnend beroepsbeoefenaar heeft een beeld van eigen kwaliteiten, talenten, drijfveren en voorkeuren.
Gedrag:
- toont zich bewust van zijn gedrag (positief, kracht en valkuilen);
- toont zich in staat om vragen, standpunten en gedragingen vanuit een verschillend perspectief waar te nemen;
- staat open voor en luistert actief naar nieuwe ideeën en kritiek;
- vormt zich een realistisch beeld van zijn kwaliteiten, talenten, drijfveren en voorkeuren.
De onderliggende competenties zijn: Leren, Onderzoeken, Aandacht en begrip tonen
bewijstukken D1-K1-W3
D1-K1-W2 Verkent de ontwikkelingen in de wereld waar hij deel van hij maakt en zoekt daarin zijn mogelijkheden
Omschrijving:
De beginnend beroepsbeoefenaar ontwikkelt maatschappelijk bewustzijn, weet wat er speelt in de wereld en in zijn directe leef-en werkomgeving en beseft dat hij deel uitmaakt van een groter geheel (een groter krachtenveld). Hij volgt hiertoe actief trends en ontwikkelingen in zijn vakgebied en de maatschappij. Hij schat in hoe deze zijn eigen werk zullen beïnvloeden en wat de toepasbaarheid is van zijn eigen expertise in een breed (maatschappelijk) perspectief. Hij deelt zijn visie met anderen en betrekt anderen in het gesprek daarover.
Resultaat:
De beginnend beroepsbeoefenaar kent de mogelijkheden van zijn omgeving en welke bijdrage hij kan leveren aan de ontwikkeling van die omgeving.
Gedrag:
- onderneemt proactief actie om trends en ontwikkelingen in zijn vakgebied en de maatschappij te volgen;
- heeft een onderzoekende houding bij het inschatten van de toepasbaarheid van zijn expertise in breed (maatschappelijk) perspectief, ziet zijn leefomgeving als een leeromgeving;
- laat anderen zien een duidelijke visie te hebben op de toekomst vanuit een breed (multidisciplinair) perspectief en stimuleert anderen (door eigen gedrag) om ook mee te denken.
De onderliggende competenties zijn: Analyseren, Leren, Omgaan met verandering en aanpassen
Bewijsstukken D1-K1-W2
D1-K1-W3 Levert een bijdrage aan de wereld en zijn directe leefomgeving
Omschrijving:
De beginnend beroepsbeoefenaar toont eigen kwaliteiten in de samenleving waar hij deel van uitmaakt, door samen te werken met projectleden, collega's en/of andere betrokkenen. Hij neemt initiatief om de match te realiseren tussen persoonlijke identiteit en omgeving (verbinding tussen mogelijkheden en eigen talent) door betrokkenheid te tonen bij wat er moet gebeuren en zijn ideeën te presenteren. Hij creëert en/of draagt actief bij aan persoonlijke netwerken. Hij initieert samenwerking c.q. overleg met anderen als hij dat nodig vindt. Hij overtuigt anderen, zijn collega’s of mensen met wie het samenwerkt als het gaat om zijn nieuwe ideeën of activiteiten. Indien nodig, organiseert hij zelf zijn hulp- en/of adviesbronnen en mobiliseert hij zijn netwerk.
Resultaat:
Ideeën, standpunten en/of voorstellen zijn onderbouwd met steekhoudende argumenten en pakkende voorbeelden. Eigen belangen en/of belangen van anderen zijn goed behartigd.
Gedrag:
- gaat makkelijk om met mensen (van verschillende echelons) in zijn directe omgeving;
- is vriendelijk en gastvrij (hospitality) in zijn omgang met anderen
- kan goed samenwerken met projectleden, collega’s en/of andere betrokkenen;
- maakt in het contact een krachtige, positieve, bevlogen indruk en weet zichzelf en zijn ideeën zo te presenteren dat het indruk maakt (gedraagt zich als ambassadeur, geeft het goede voorbeeld);
- toont lef en durf (nek uitsteken) en een sterke mate van betrokkenheid bij wat er moet gebeuren;presenteert zichzelf als ter zake kundig en maakt een geloofwaardige indruk (anderen weten wie ik ben en wat ik kan);
- streeft overeenstemming na door bezwaren van anderen serieus te nemen en creëert draagvlak en betrokkenheid;
- houdt rekening met de verwachtingen, taal en benaderingswijze van een ander;
- is proactief, betrokkenen en helpt anderen hun idee vorm te geven;
- laat zien achter de eigen beslissingen te staan en voelt zich verantwoordelijk voor zijn ideeën (ideeën zijn geloofwaardig, realistisch, uitvoerbaar en haalbaar)
De onderliggende competenties zijn: Relaties bouwen en netwerken, Overtuigen en beïnvloeden, Presenteren, Op de behoeften en verwachtingen van de "klant" richten, Met druk en tegenslag omgaan, Gedrevenheid en ambitie tonen
Bewijsstukken D1-K1-W3
1. Interpersoonlijk competent
1.1 Ik beheers sociale en communicatieve vaardigheden zoals gespreksvaardigheden, luistervaardigheden, feedbackvaardigheden.
Vorig jaar in leerjaar 1 hadden we les van Anne en Sieger.
We kregen les in communicatie, tijdens die les leerden we het beheersen van sociale en communicatieve vaardigheden zoals:
gespreksvaardigheden, luistervaardigheden en feedbackvaardigheden.
om deze vaardigheden goed te oefenen hebben we verschillende opdrachten gedaan zoals een gesprek voorbereiden met verschillende gesprekstechieken en die voordragen aan Anne voor een cijfer.
ik vond het een erg lastig vak maar na veel oefenen begrijp ik het en vind ik dat ik het kan.

1.2 Ik kan sociale interacties bij een cliënt herkennen en verklaren.
Tijdens stage leren we ook om sociale interacties te herkenen en te verklaren.
Om sociale interacties te kunnen herkennen moet je goed kunnen observeren. op school hebben we verschillende lessen gehad over observatie. zo kenne we ook verschillende observatie methoden zoals: participerend, niet participerend, papagaaien enz.
op een stagedag heb ik veel met cliënten te maken zo zie ik ook wanneer en hoe ze sociale interacties proberen te leggen met de andere cliënten.
elke cliënt probeert op een andere manier om contact te leggen en per cliënt moet je dus opnieuw bekijken hoe je iemand benaderd.

1.3 Ik schep een klimaat voor samenwerking met de clienten en tussen de clienten onderling.
Door de omgeving en de sfeer (het klimaat) zo veilig mogelijk te maken voor de cliënt probeer je te zorgen dat ze een samenwerking aan durven te gaan met andere cliënten of met jou zelf.
Als het klimaat waarin ze leven niet veilig is zullen ze minder snel een samenwerking aan durven te gaan
hoe zorg je ervoor dat het klimaat veilig is? ik loop stage met demente ouderen en door gewoon heel open te zijn en eerst veel over jezelf te vertellen voor je alles over hun vraagt geeft ze een veilig gevoel en daardoor durven ze uiteindelijk zichzelf meer te uiten.
