Omschrijving:
De beginnend beroepsbeoefenaar reflecteert op zichzelf. Hij onderzoekt in welke omgeving en bij welke omstandigheden hij wel en niet tot zijn recht komt, wat de motieven en drijfveren zijn voor eigen handelen, wanneer hij floreert, waar hij goed in is, waar zijn voorkeuren liggen en hoe hij reageert bij stress of bij veranderingen.
Resultaat:
De beginnend beroepsbeoefenaar heeft een beeld van eigen kwaliteiten, talenten, drijfveren en voorkeuren.
Gedrag:
- toont zich bewust van zijn gedrag (positief, kracht en valkuilen);
- toont zich in staat om vragen, standpunten en gedragingen vanuit een verschillend perspectief waar te nemen;
- staat open voor en luistert actief naar nieuwe ideeën en kritiek;
- vormt zich een realistisch beeld van zijn kwaliteiten, talenten, drijfveren en voorkeuren.
De onderliggende competenties zijn: Leren, Onderzoeken, Aandacht en begrip tonen