Waterketen

Waterketen

De Module waterketen is gearrangeerd voor tweede en derdejaars studenten Sportvisserij en tweede jaars Watermanagement.

1. Introductie

Video over Mindmappen

Van Hall - Waterzuivering voor HAVO (blz. 8 t/m 11)

Studiewijzer

Leerdoelen

Onderstaande tabel geeft de concepten die in deze cursus worden besproken weer:

Inleiding Gezond oppervlaktewater Wat komt er in het riool Vormscheiding Massascheiding Biologische reiniging Chemische reiniging Extra verdieping
riool oppervlaktewater keutels voorscheiding Scheiding door verschil in massa aerobe bacterien polishing desah
Cloaca Maxima Ecosysteem pies harkrooster bezinken anaerobe bacterien absorptie  
zinkput abiotische factoren toiletpapier zeven influent biologisch zuurstofverbruik adsorptie  
beerput biotische factoren krantenpapier filtreren effluent lozingseisen actieve kool  
sanitatie fotosynthese fecalien   sedimentatie stikstofkringloop defosfateren  
RWZI producenten versnijdende pomp   opromen aerobe zuivering    
afvalwater consumenten voorreiniging   floteren anaerobe zuivering    
harkrooster, fijnrooster, zeef reducenten tissues   voorbezinktank reducenten    
voorbezinktank zelfreinigend vermogen vezeldoekjes   vet consumenten    
primair slib kringloop maandverband   oplossing nitriet    
actief slib energiestroom tampons   emulsie nitraat    
beluchtignstank nutriënten       ammonium    
nabezinktank fosfaat       methaangas    
slibvergistingstank nitraat       biobrandstof    
  eutrofiëring            
  sediment            
  waterplanten            
  algen            
  diatomeeën            
  zoöplankton            
  brasem            
  snoek            
  optimum            
  verbranding            

Leerdoelen Waterketen (Tom Lievense)

Introductieopdracht

1. Introductieopdracht

a. Voor welke dingen gebruik jij water?
b. Sinds wanneer komt er schoon water bij ons uit de kraan? Raadpleeg internet, noteer de informatie en het webadres waar je de informatie hebt gevonden. Verwerk dit in je mind-map.
c. Voor welk gebruik kan het water wat minder schoon zijn? Noem minstens twee toepassingen in huis en twee toepassingen buitenshuis. Raadpleeg internet, verwerk informatie in je mind-map, noteer het webadres.
d. Zet de volgende landen in de juiste kolom in het overzicht in figuur 3.
België, Turkije, Japan, Zuid-Afrika, India, Suriname, Indonesië,
Argentinië, Australië, Zimbabwe

Merendeel van de huishoudens in het land is aangesloten op riolering Huishoudens in steden aangesloten op riolering, huishouderns op platteland verzorgen sanitatie zelf. Merendeel huishouderns in het land verzorgt sanitatie zelf (sanitatie betekent: scheiding van afval- en drinkwater)
     
     
     
     

 

2. Drinkwater en huishoudwater

Drinkwaterbereiding (Lentech)

Drinkwaterbesluit (Overheid.nl)

Artikel over huishoudwater (WUR)

Van Hall - Waterzuivering voor HAVO (blz. 8 t/m 11)

In en om het huis - Drinkwater (Milieu Centraal)

Drinkwater

Koud leidingwater zorgt voor wat milieubelasting, maar lang niet zoveel als warm water. Minder water gebruiken en kraanwater drinken in plaats van verpakt water, gaan onnodige milieubelasting tegen. Neem voor je gezondheid maatregelen tegen de Legionellabacterie.

man-water-glas-iStock_108258-2.jpg

Het drinkwater in Nederland is van zeer goede kwaliteit. Het winnen, zuiveren en vervoeren van drinkwater kost wel energie; maar waterbedrijven maken relatief veel gebruik van duurzame energiebronnen. Verder daalt door winning van drinkwater het grondwaterpeil; dat versterkt verdroging van natuurgebieden.

Milieugevolgen van drinkwater

Een huishouden gebruikte in 2013 gemiddeld 95 m3 water. Dat komt neer op 119 liter drinkwater per persoon per dag. Ongeveer de helft daarvan gaat op aan warm water; de rest aan het toilet (28 procent), de was (13 procent), en andere activiteiten zoals de afwas, koken, en water drinken (samen 9 procent). De totale milieubelasting van koud water is laag vergeleken met die van warm water: warm water vergt 20 keer meer energie dan drinkwaterbereiding.

De winning, zuivering en het vervoer van drinkwater kosten wel energie, maar drinkwaterbedrijven gebruiken daarvoor vaak duurzame energiebronnen. Ook kost het energie om het rioolwater te zuiveren dat ontstaat na gebruik van het water.

Verdroging

Een ander effect op het milieu is verdroging van natuurgebieden. Zo'n 60 procent van ons drinkwater is afkomstig uit grondwater: regen- en rivierwater dat door de bodem naar grotere diepte is gesijpeld. Door waterwinning daalt het grondwaterpeil; dat is één van de oorzaken van het verdrogen van natuurgebieden. De rest van het drinkwater komt uit rivieren en meren: dat vereist meer energie en chemicaliën voor zuivering, maar draagt niet bij aan verdroging.

Gezond drinkwater: strenge eisen

Ernstige vervuiling kan de hele bevolking bedreigen. Daarom gelden er strenge wettelijke regels rond de winning, zuivering en levering van leidingwater. Zo gelden strenge normen voor 66 meetbare aspecten, onder andere voor mogelijk aanwezige chemische stoffen en bacteriën. De drinkwaterkwaliteit in Nederland voldoet ruim aan de wettelijke eisen.

Dagelijkse controle

Waterleidingbedrijven controleren dagelijks en tijdens alle fasen van het zuiveringsproces de waterkwaliteit. Als er verhoogde concentraties voorkomen, worden maatregelen genomen: bijmengen van schoon water bijvoorbeeld, of in het uiterste geval sluiting van de bron of inlaat.

Verpakt water: duurder maar niet beter

Verpakt bron- of mineraalwater is nadeliger voor het milieu dan kraanwater, vooral vanwege de productie en het afval van de verpakkingen (zie ook Drankverpakkingen). Water verpakt in een fles of pak is ook duurder: bijna 200 keer duurder dan kraanwater (inclusief belastingen en vastrecht kost drinkwater gemiddeld 1,81 euro per 1000 liter, prijspeil 2017; de prijs van kraanwater is vergeleken met die van een 1,5 literfles uit de supermarkt).

Wel verpakt: bij bewaren, loden leiding, of in buitenland

In huizen met loden leidingen is het aan te raden babyvoeding aan te maken met verpakt water. En in het buitenland ben je soms aangewezen op water uit een fles of pak, omdat kraanwater van (te) lage kwaliteit kan zijn. Ook voor noodpakketten is verpakt water nodig; kraanwater blijft niet lang goed.

Toilet: waterbesparende stortbak

Heeft jouw wc nog een stortbak of spoelbak van 9 liter? Vervang die dan door een waterbesparende spoelbak van 6 liter, met spoelonderbreking of spoelkeuzeknop en een 6 liter wc-pot. Die werkt net zo goed maar bespaart drinkwater: 23.000 liter per jaar (dat scheelt 27 euro, prijspeil 2017).

Spaarknop monteren

Bij sommige bestaande stortbakken kun je de gewone bedieningsknop met een ombouwsetje ombouwen tot spoelonderbreker. Dat is eenvoudig en kost een paar euro; het levert 8 m3 waterbesparing per jaar op (9 euro, prijspeil 2017).

Waterfles of baksteen?

Een fles met water in de stortbak zetten, vermindert het volume en dus de hoeveelheid water per spoeling. Let wel op dat het volume van de stortbak groot genoeg blijft (6 liter bij grote boodschap, 3 bij kleine) om verstopping van het riool te voorkomen.

Zet liever geen baksteen in de stortbak voor waterbesparing: de poreuze steen maakt het makkelijk voor bacteriën om in de stortbak te gaan woekeren.

Check op lek!

Met dit soort losse voorzieningen in de stortbak is regelmatige controle op lekkage noodzakelijk. Kijk of er geen water lekt via de bodemklep naar de toiletpot (al dan niet via een valpijp). Zo'n lekkende bodemklep veroorzaakt een aanzienlijke waterverspilling.

Waterbesparende wc: WST-toilet

WST-toilet staat voor Water Saving Technology-toilet. Dat is een waterbesparende wc met een 4-liter toiletreservoir en bijpassende 4-liter toiletpot. Om verstopping in rioolleiding tegen te gaan, heeft een WST-toilet een booster: die verhoogt de afvoersnelheid naar het riool. Een WST-wc bespaart zo'n 20.000 liter water per jaar, vergeleken met een wc met 9-liter stortbak. Een 6-liter wc met spoelkeuzeknop bespaart meer, omdat die ook met 3 liter kan spoelen.

Toilet: regenwater voor spoeling?

Hemelwater (smelt- en regenwater) gebruiken voor toiletspoeling kan leidingwater besparen, maar de milieuwinst is klein. En er zitten praktische nadelen aan zo'n hemelwater-wc.

Apart leidingsysteem verplicht

De aanleg van een apart leidingwatersysteem in huis is verplicht, om te voorkomen dat het regenwater met drinkwater mengt. En alleen een installateur kan een kant-en-klaarsysteem voor hemelwaterspoeling plaatsen. Er komt dan een kunststof voorraadtank (400 tot 1.000 liter) in huis, en een leidingsysteem met filters tegen verstopping

Pomp

Als de voorraadtank hoger kan staan dan de wc, is een elektrische pomp niet nodig. Maar gezien het grote gewicht van de voorraadtank kan dat niet altijd. Dan is een elektrische pomp nodig om het regenwater in het tweede leidingnet te pompen; elektriciteitsproductie veroorzaakt milieubelasting.

Waterleiding aanleggen: kort en dun

Ga je nieuwe waterleidingen (laten) aanleggen? Let er dan op dat het korte en dunne leidingen worden. Dat bespaart kraanwater, energie en wachttijd bij de warmwaterkraan in de keuken of badkamer.

Houdt 10 meter aan als maximale leidinglengte. Voor de inwendige doorsnede is 10 mm gangbaar voor keukenleidingen, maar 8 mm kan soms ook voldoende zijn. Leidingen naar de badkamer zijn meestal 13 mm, maar ga voor 10 mm als dat mogelijk is. Overleg hierover met de installateur, want de waterdruk moet voldoende blijven.

Legionella bacterie voorkomen

De legionellabacterie veroorzaakt de ernstige longontsteking veteranenziekte. Legionella gedijt goed in stilstaand water van 20 tot 55 graden Celsius, zoals verwarmingstoestellen met een voorraadvat, of leidingen naar kranen die (tijdelijk) niet worden gebruikt.

Maatregelen tegen legionella via drinkwater

  • Isoleer drinkwaterleidingen niet, zelfs niet de gedeeltes die door onverwarmde ruimtes lopen; de warmwaterleiding moet zo snel mogelijk afkoelen tot temperaturen waarbij Legionella niet gedijt (onder 25 graden).
  • Circulatieleidingen voor warm tapwater mag je wél isoleren. Deze bevatten water van meer dan 60 graden, en dan sterft Legionella.
  • Ook leidingen van collectieve systemen voor warm water (warmtenetsysteem) mag je isoleren; isoleer dan de warmwater- en de koudwaterleiding in de meterkast. Door de warmtewisselaar in de meterkast kan de gemiddelde temperatuur oplopen.

Heb je een zonneboiler? Schakel dan het circulatiepompje dat warm water uit de collector naar het voorraadvat pompt, niet uit in de zomervakantie. De pomp brengt de watertemperatuur in het voorraadvat regelmatig boven 60 graden, zodat legionella sterft.

Legionella voorkomen via cv-installatie

  • Stel de temperatuur van warmwatertoestellen zoals boilers en cv- combiketels in op minimaal 60 graden Celsius.
  • Verzeker je ervan dat het water in de boiler vóór gebruik 20 minuten 60 graden Celsius is geweest (of 5 minuten minstens 70 graden).
  • Maak de afstand tussen koud- en warmwaterleidingen (en bijvoorbeeld cv-leidingen en vloerverwarming) zo groot dat de koudwaterleiding niet kan opwarmen boven 20 graden. Installateurs die lid zijn van Uneto-VNI hebben hier richtlijnen voor.

Legionella voorkomen na vakantie

Als het drinkwater langer dan een week heeft stilgestaan in de leidingen (wegens vakantie bijvoorbeeld) én de temperatuur in huis meerdere dagen boven 25 graden komt, dan is het raadzaam de leidingen af te tappen. Volg het stappenplan:

  1. Draai de hoofdkraan van de waterleiding dicht;
  2. draai alle kranen open;
  3. draai het aftapkraantje open (meestal vlakbij de hoofdkraan, aan de kant van het huis) en vang het water op;
  4. sluit het aftapkraantje als er geen water meer uitkomt;
  5. open de hoofdkraan weer, zodat de waterleidingen en aangesloten apparaten voor (warm) water weer vollopen;
  6. laat alle leidingen een paar minuten doorlopen;
  7. spoel de warmwaterleidingen met water van circa 60 graden;
  8. houd de douchekop tijdens het doorspoelen ondergedompeld in een emmer met water zodat er geen waterdruppels in de lucht komen.

Alle beetjes helpen

  • Spaar wasgoed op tot de capaciteit van de wasmachine vol is.
  • Repareer lekkende leidingen. Tien druppels per minuut lijkt weinig, maar is ruim 1.000 liter per jaar. Dat is onnodig verlies.
  • Gebruik regenwater (uit een regenton) voor het wassen van de auto en het water geven in de tuin.
  • Geef de tuin 's zomers niet dagelijks water, maar bijvoorbeeld één maal per week een flinke hoeveelheid. Dan ontwikkelen de planten langere wortels, waardoor in droge tijden minder water geven nodig is.

Koop waterbesparende kranen, kraanmondstukken en douchekoppen. Meer hierover op Bespaartips warm water.

Waterfilter niet nodig

Een waterfilter voor huishoudkranen filtert stoffen uit het leidingwater ná de waterzuivering die waterleidingbedrijven uitvoeren. Maar vanwege de hoge kwaliteit van het Nederlandse drinkwater zijn dergelijke waterfilters niet nodig.

De kwaliteit van het drinkwater kan zelfs verslechteren door het gebruik van een filter, namelijk als er bacteriën op het filter gaan groeien.

Waterontharder: pas op nadelen

Steeds meer waterleidingbedrijven ontharden het drinkwater centraal: ze verminderen de hoeveelheid calcium in het water, waardoor bijvoorbeeld de kalkaanslag in apparaten vermindert. Je kunt ook kalkaanslag verwijderen uit apparaten met huishoudazijn of biologisch afbreekbare kalkoplossende middelen.

Overweeg je een waterontharder, zoals een onthardingsapparaat, te gebruiken? Informeer eerst bij jouw waterleidingbedrijf naar de waterhardheid. Ontharden kan wel zorgen voor minder kalkaanslag in apparaten, waardoor die iets zuiniger zijn met elektriciteit, maar dat is alleen zinvol bij een waterhardheid van 12 °DH of hoger. Dat is slechts in enkele Nederlandse regio's het geval.

Nadelen verkeerd gebruik

Gebruik een waterontharder niet zomaar. Er kan bacteriegroei ontstaan bij verkeerd gebruik van een apparaat dat werkt op omgekeerde osmose of een ionenwisselaar.

Bij filters bestaat ook de kans dat het water te veel onthardt, waardoor metaaldeeltjes uit de waterleiding kunnen oplossen in het drinkwater. Dat is schadelijk voor de gezondheid.

Van fysische antikalkapparaten is aangetoond dat ze niet leiden tot het vrijkomen van metalen uit leidingen, maar de onthardende werking van dit type apparaat is niet altijd zeker.

Drinkwaterpracticum

Practicumopdracht 1.1: Maak een poster

Er staan verschillende watermonsters verspreid in het klaslokaal. Elk watermonster komt van een andere plek. Jullie gaan voor één watermonster met je groepje een paar vragen beantwoorden en schrijven die op een poster. Straks worden de posters opgehangen en besproken.

In de poster beantwoord je de volgende vragen:

  • Waar wordt dit water voor gebruikt?
  • Wat is de functie van dit water? Waar komt het vandaan?
  • Eisen waaraan dit water volgens jullie moet voldoen:
  • Hoe zouden ze nagaan of het aan de gestelde eisen voldoet?
  • Lijkt het jullie belangrijk om je in hierin te verdiepen?

Practicumopdracht 1.2: overeenkomsten en verschillen
 

Bekijk de posters van één andere groep:

Welke verschillen en/of overeenkomsten vallen je op als je de antwoorden met elkaar vergelijkt?

De posters worden klassikaal besproken. Jullie gaan samen een stappenplan opstellen wat gedurende de lessenserie steeds wordt aangevuld en bijgewerkt.

Het stappenplan komt voor in de klas te hangen, in bijlage -1 kun je het voor jezelf bijhouden.

 

 

 

 

Practicumopdracht 1.3: Durf je dit water te drinken?

Jullie hebben nu verschillende situaties gezien waarin waterkwaliteit getest en beoordeeld wordt. Deze lessenserie gaan jullie je verder verdiepen in ‘hoe dat in het echt gaat’ in zo’n laboratorium.

We nemen het geval van drinkwater als voorbeeld (zie kader). Voor dit voorbeeld gaan jullie zelf de waterkwaliteit testen en beoordelen. Uiteindelijk gaan jullie een advies geven: drinken of niet?.

Om te beginnen krijgt elke groep een niet getest, echt watermonster.

Opdracht 3: drinkwaterkwaliteit?

A. Haal de doppen maar eens van de watermonsters af en bekijk het water zelf eens goed. Hoe ruikt het water? Hoe ziet het eruit? Bekijk het bijvoorbeeld nog eens onder de microscoop. Denk je dat dit water voldoet aan de eisen voor drinkwater? En hoe zeker ben je daarvan?

Ik denk dat dit water wel / niet voldoet aan de eisen voor drinkwater Ik ben hier al vrij zeker / nog niet zo zeker van, want ....

B. Als je er nog niet zo zeker van bent, wat voor soort informatie mis je dan nog?

Om zeker te zijn dat het water voldoet aan de eisen om te drinken, zou ik ook nog moeten weten ....

 

3. Hemelwater

Literatuur

Bron:

Afvalwaterketen tot 2030 (Unie van Waterschappen)

Kansenkaart waterketen (Unie van Waterschappen)

Module Waterzuivering voor Natuur, Leven en Techniek (HAVO)

4. Huishoudelijk afvalwater

4. Industrieel afvalwater

5. Riolering

De geschiedenis van het rioolstelsel gaat terug tot de tijd vóór de Grieken en de Romeinen. Bij opgravingen van steden en
dorpen uit de Griekse en Romeinse tijd vindt men vaak nog overblijfselen die erop wijzen dat men toen al ingenieuze
rioolstelsels en waterleidingen had. Huizen hadden nog geen aansluiting op het riool, meestal werd het afvalwater samen
met het regenwater via goten afgevoerd naar het riool.

Knossos, het paleis van koning Minos op Kreta, had al riolering. Dit paleis werd zo’n 1600 jaar voor het begin van onze
jaartelling gebouwd. Na de ineenstorting van het Romeinse Rijk en in de Middeleeuwen was er weinig goede riolering. Het afval,
waaronder fecaliën (duur woord voor poep), werd op straat gegooid. Men deed zijn behoefte letterlijk overal: in de vrije
natuur, op straat, op de mesthoop, vanaf de stadsmuur of in een emmer die vervolgens op straat werd geleegd. Als
drinkwater gebruikte men regenwater en water uit ondiepe putten. Vaak kon het water pas worden gedronken zonder dat
je er ziek van werd, als het was bewerkt tot bier, of als het was gekookt, zoals bij soep en kruidenthee.

In de 18e eeuw begon men zogenaamde beerputten te bouwen, om de fecaliën op te vangen. De micro-organismen hieruit
sijpelden vaak met het vocht vanuit de beerputten de grond in en kwamen in het grond- of oppervlaktewater terecht. Dit
water werd vaak gebruikt als drinkwater. Dat veroorzaakte nogal eens ziektes. Soms werd de mest uit de putten gebruikt
als meststof voor de akkerbouw. Tijdens de Industriële Revolutie (vanaf 1750) nam het waterverbruik en daarmee de hoeveelheid afvalwater (met daarin veel organische stoffen) toe. De beschikbare beerputten raakten steeds sneller vol, veroorzaakten veel stank en er bleven epidemieën heersen.

Het duurde tot ver in de 19e en 20e eeuw voordat er in Europa en in de Verenigde Staten op grote schaal rioleringswerken
werden uitgevoerd. In Londen was de cholera-epidemie van 1830 aanleiding om een rioolstelsel aan te leggen. Het
afvalwater werd vanuit de steden afgevoerd naar het oppervlaktewater, waardoor de rivieren en waterlopen heel vies
waren. Vanaf 1860 ging men bewust zoeken naar technische maatregelen om de riviervervuiling als gevolg van rioollozingen
aan te pakken.

Dit was het begin van de afvalwaterbehandelingstechniek. Eerst bracht men het afvalwater op het land als bemesting. Maar er was te weinig grond beschikbaar. Daarna ging men allerlei proeven doen met de zuivering van rioolwater.

Van Hall - Waterzuivering voor HAVO (blz. 8 t/m 11)

6. Rioolwaterzuivering

Van Hall - Waterzuivering voor HAVO (blz. 8 t/m 11)

In een rioolwaterzuiveringsinstallatie

De proceskeuze van een zuiveringsinstallatie is afhankelijk van de hoeveelheid te zuiveren afvalwater en van de lozingsnormen. Ook de investerings- en exploitatiekosten, de benodigde oppervlakte, de inpasbaarheid in het landschap en de omgevingsimpact worden mee in overweging genomen. 

RWZI Wommelgem - het afvalwater zoals het binnen komt... en weer naar buiten stroomt
RWZI Wommelgem
  zuiveringsproces deel 1 (.wmv)   zuiveringsproces deel 2 (.wmv)

 

Een klassieke rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) behandelt vuilvrachten groter dan 2000 inwonersequivalenten. Ze is geschikt om het huishoudelijk afvalwater in verstedelijkte gebieden te zuiveren. Het hele zuiveringsproces duurt gemiddeld 24 uur. Het rioolwater doorloopt eerst een mechanische en daarna een biologische zuivering. De mechanische zuivering verwijdert alle grof afval uit het water. Tijdens het biologische zuiveringsproces haalt zuiveringsslib zeer fijne en opgeloste afvaldeeltjes uit het water. Het teveel aan zuiveringsslib wordt nadien verwijderd. Het gezuiverde afvafvalwater is niet drinkbaar, maar kan wel verder gezuiverd worden tot het zelfs drinkwaterkwaliteit verkrijgt.

 

Inwonersequivalent

De proceskeuze van een installatie is o.a. afhankelijk van het aantal te zuiveren inwonerequivalenten afvalwater (IE). Een inwonersequivalent is de gemiddelde hoeveelheid afvalwater die één persoon per dag produceert: 150 liter. Deze waarde ligt hoger dan de hoeveelheid water die de Vlaming dagelijks gebruikt (120 liter), omdat ook rekening wordt gehouden met het sanitaire afvalwater van scholen, ziekenhuizen, KMO's...                  

Zuiveringsproces
 

Mechanische voorzuivering
Roosters halen allerlei grof vuil uit het water: blikjes, papiertjes, … Op sommige installaties stroomt het afvalwater daarna nog door een vet- en zandvanger. Een vetvanger doet de vetten en oliën bovendrijven en schraapt ze van het wateroppervlak. Vaak wordt een vetvanger gebruikt in combinatie met een zandvanger, die door de trage stroming grind en zand doet bezinken. In een aantal installaties haalt een voorbezinktank nog de laatste fractie bezinkbaar materiaal uit het rioolwater.

Rooster

 

Biologische zuivering
De vervuiling die na de mechanische zuivering nog overblijft, bestaat uit heel fijne of opgeloste deeltjes die vragen om een aërobe afbraak.

Het rioolwater wordt in een selectortank gemengd met miljoenen bacteriën en andere piepkleine diertjes die wemelen in een actieve slibmassa. Zij vormen de schoonmaakploeg van de waterzuivering.

Actief slib

 

In het beluchtingsbekken brengen systemen als ronddraaiende borstels of schroeven grote hoeveelheden zuurstof in het mengsel. De bacteriën in het slib hebben die zuurstof immers nodig om het organisch materiaal in het rioolwater af te breken tot koolstofdioxide (CO2), stikstofgas (N2) en water (H2O). De activiteit in het beluchtingsbekken is een nabootsing van het natuurlijk zuiveringsvermogen van een waterloop. Alleen verloopt het proces in een zuiveringsinstallatie sneller, door een hogere concentratie bacteriën en de continue en gestuurde inbreng van zuurstof in het rioolwater.

 

Nabezinking
De laatste stap in het zuiveringsproces is de nabezinking in grote ronde nabezinktanks. Door een voldoende lange verblijftijd en een rustige stroming zakt het slib naar de bodem van de tank, waar het met een bodemschraper naar een centrale put wordt geleid. Bovenaan bevindt zich het gezuiverde water (effluent), dat zachtjes overstort en via een meetinstallatie naar een nabije waterloop stroomt.

Nabezinktank

Hergebruik van slib in het zuiveringsproces
Het slib dat in de centrale put van de nabezinktank wordt verzameld, wordt grotendeels teruggevoerd naar het startpunt van de biologische zuivering, de selectortank. Maar niet alle slib kan opnieuw gebruikt worden in het zuiveringsproces. De actieve slibmassa groeit immers steeds aan doordat de bacteriën zich voeden met de verontreinigde stoffen. Hierdoor ontstaat een overschot aan slib (spuislib), waarvoor een afzet moet worden gevonden.                                                                                                      

 

Ladder van Lansink
Slib is een nevenproduct van de waterzuivering. Het is noodzakelijk in het zuiveringsproces, maar doordat het continu aangroeit, ontstaat er al snel een overschot. Aquafin tracht de slibproductie zo minimaal mogelijk te houden en hanteert voor de verwerking van het overschot een strikte ecologische hiërarchie (ladder van Lansink). Sinds 2002 wordt geen slib meer gestort. Preventie, hergebruik, recuperatie en verbranding met energierecuperatie genieten de voorkeur.