Vraag en aanbod
Leerdoelen
Aan het eind van de oefening kun je:
- uitleggen wat de vraag naar en het aanbod van producten is.
- aangeven wie de vragers en aanbieders van producten zijn.
- twee factoren noemen die invloed hebben op de vraag naar producten.
- een voorbeeld noemen van een product waarbij de producent weinig invloed heeft op de verkoopprijs van het product.
- omschrijven wat je weergeeft met een vraaglijn en aanbodlijn.
- uitleggen waarom de vraaglijn daalt.
- uitleggen waarom de aanbodlijn stijgt.
- omschrijven wat de evenwichtsprijs is en wat de evenwichtshoeveelheid is.
Stap 1
De vraag naar een product
Consumenten zijn de vragers van producten.
Welke producten consumenten vragen, hangt af van de behoeften van de consument.
De behoeften zijn afhankelijk van persoonlijke factoren, zoals gezinssamenstelling, beroep, opleiding en inkomen.
Daarnaast hangt de vraag af van: de prijs van het product.
Als de prijs stijgt, zal de vraag meestal afnemen.
Beantwoord de volgende vragen:
- Geef een voorbeeld waaruit blijkt dat de gezinssamenstelling invloed heeft op de vraag naar producten.
- Geef een voorbeeld waaruit blijkt dat het inkomen van een consument invloed heeft op de vraag naar producten.
In de grafiek hiernaast zie je een vraaglijn.
Op de verticale as zie je de prijs. Op de horizontale as de gevraagde hoeveelheid.
- Leg uit waarom de lijn daalt.
Stap 2
Het aanbod van een product
Bedrijven (producenten) zijn de aanbieders van producten.
Om te kunnen blijven bestaan, is het nodig dat bedrijven winst maken.
De bedrijven bieden alleen producten aan als de verkoopprijs hoger is dan de inkoopprijs.
Soms kan een bedrijf de prijs van een product helemaal zelf vaststellen.
Maar vaker zal hij bij het vaststellen rekening houden met zijn concurrenten.
Zijn er heel veel concurrenten, dan heeft de aanbieder zelf weinig invloed op de prijs.

Hoeveel producten een bedrijf aanbiedt hangt dan af van de prijs.
Meestal geldt dat als de prijs stijgt, de ondernemer meer producten zal aanbieden.
Beantwoord de volgende vragen:
- Bekijk de twee bedrijven: supermarkt COOP en vijfsterren restaurant Lekker.
Wie zal bij het vaststellen van de prijs meer rekening moeten houden met zijn concurrenten? Bedenk ook waarom.
In de grafiek hiernaast zie je een aanbodlijn.
Op de verticale as zie je de prijs. Op de horizontale as de gevraagde hoeveelheid.
- Leg uit waarom de lijn stijgt.
Stap 3
Vraag en aanbod
Van veel producten wordt de prijs bepaald door de vraag naar het product en het aanbod van het product.
In de grafiek zie je een vraaglijn én een aanbodlijn.
De aanbodlijn geeft aan welke hoeveelheid bedrijven bij verschillende prijzen willen aanbieden.
De vraaglijn geeft aan welke hoeveelheid consumenten bij verschillende prijzen willen kopen.

Er is één prijs waarbij vraag en aanbod aan elkaar gelijk zijn.
Je noemt dit de evenwichtsprijs.
Bij de evenwichtsprijs hoort de evenwichtshoeveelheid.
Stap 4
De vraaglijn verschuift
De vraaglijn is een dalende lijn, want bij een hoge prijs wordt minder gevraagd dan bij een lage prijs. Als de prijs verandert, kom je op een ander punt op de vraaglijn terecht.
De vraaglijn kan ook in zijn geheel verschuiven.
De vraaglijn zal bijvoorbeeld naar rechts verschuiven als:
- het aantal consumenten toeneemt.
- het inkomen van de consumenten toeneemt.

Bekijk de figuur hiernaast. Gebruik de figuur bij het beantwoorden van de volgende vragen.
- Leg uit waarom de vraaglijn naar rechts verschuift als het aantal consumenten toeneemt.
- Leg uit waarom de vraaglijn naar rechts verschuift als het inkomen van de consumenten toeneemt.
- Stel dat de vraaglijn naar rechts verschuift, maar de aanbodlijn verandert niet. Wat gebeurt er dan met de evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid?
Antwoorden
Stap 1
- Een gezin met vier kinderen heeft een ander uitgavenpatroon dan een gepensioneerde vrouw zonder kinderen.
- Een gezin met een hoog inkomen gaat bijvoorbeeld vaker en luxer op vakantie dan een gezin met een laag inkomen.
- Het is een dalende lijn: bij een hoge prijs is de gevraagde hoeveelheid kleiner dan bij een lage prijs. De consumenten willen veel kopen bij een lage prijs.
Stap 2
- Waarschijnlijk de supermarkt. De meeste supermarkten hebben veel concurrentie. De consument kan zijn boodschappen gemakkelijk bij een andere supermarkt doen.
Een vijfsterren restaurant is een bijzonder restaurant waarvan er niet zoveel zijn. Er is minder concurrentie van andere sterren-restaurants.
- Het is een stijgende lijn: bij een hoge prijs zal de aangeboden hoeveelheid groter zijn dan bij een lage prijs. De aanbieder wil dan veel verkopen voor die (hoge) prijs.
Stap 4
1. De vraag neemt toe. Bij een bepaalde prijs, zijn er meer mensen die het product voor die prijs willen kopen.
2. De consumenten hebben met een hoger inkomen meer geld te besteden en kunnen daarom meer producten kopen bij dezelfde prijs.
3. Als de vraaglijn naar rechts verschuift, krijg je een hogere evenwichtsprijs en een grotere evenwichtshoeveelheid.
Begrippenlijst
Vraaglijn
De lijn in de grafiek die aangeeeft hoe de gevraagde hoeveelheid verandert als de prijs verandert. |
Aanbodlijn
De lijn in de grafiek die aangeeeft hoe de aangeboden hoeveelheid verandert als de prijs verandert. |
Evenwichtsprijs
De prijs waarbij de vraag en aanbod aan elkaar gelijk zijn. |
Evenwichtshoeveelheid
De aangeboden en gevraagde hoeveelhied die past bij de evenwichtsprijs. |
