Antwoorden

Stap 1

  1. Een gezin met vier kinderen heeft een ander uitgavenpatroon dan een gepensioneerde vrouw zonder kinderen.
  2. Een gezin met een hoog inkomen gaat bijvoorbeeld vaker en luxer op vakantie dan een gezin met een laag inkomen.
  3. Het is een dalende lijn: bij een hoge prijs is de gevraagde hoeveelheid kleiner dan bij een lage prijs. De consumenten willen veel kopen bij een lage prijs.

Stap 2

  1. Waarschijnlijk de supermarkt. De meeste supermarkten hebben veel concurrentie. De consument kan zijn boodschappen gemakkelijk bij een andere supermarkt doen.
    Een vijfsterren restaurant is een bijzonder restaurant waarvan er niet zoveel zijn. Er is minder concurrentie van andere sterren-restaurants.
  2. Het is een stijgende lijn: bij een hoge prijs zal de aangeboden hoeveelheid groter zijn dan bij een lage prijs. De aanbieder wil dan veel verkopen voor die (hoge) prijs.

Stap 4

1. De vraag neemt toe. Bij een bepaalde prijs, zijn er meer mensen die het product voor die prijs willen kopen.

2. De consumenten hebben met een hoger inkomen meer geld te besteden en kunnen daarom meer producten kopen bij dezelfde prijs.

3. Als de vraaglijn naar rechts verschuift, krijg je een hogere evenwichtsprijs en een grotere evenwichtshoeveelheid.