Thema: Krachten der aarde

Thema Krachten der aarde

Inleiding

Surfen op magma

Hoe vaak knip jij je nagels? Of ben je meer een nagelbijter? Knipper of bijter: als je niets doet groeien je nagels vijf centimeter per jaar. Net zo snel als Europa wegdrijft van Noord-Afrika. Want ieder jaar wordt de afstand tussen Amsterdam en New York ongeveer vijf centimeter groter. Tegelijkertijd komt Afrika steeds dichterbij te liggen. Over miljoenen jaren is de Middellandse Zee dicht en ligt New York nog maar 500 kilometer verderop (Horst, 2014).

Waarom Europa wegdrijft en waarom Afrika steeds dichterbij komt te liggen gaan we in dit thema behandelen. Dit thema gaat namelijk over 'Krachten der aarde'.


In dit thema kijk je eerst naar de opbouw en de samenstelling van de aarde. Je leert wat plaattektoniek is en gaat dan op zoek naar de oorzaken en gevolgen van natuurverschijnselen als aardbevingen, vulkanen, erosie en verwering. Ook verdiep je je de geologie van Nederland en onderzoek je waarom er in Nederland aardbevingen voorkomen.

Het thema 'Krachten der Aarde' is verdeeld in 5 onderwerpen:

- Plaattektoniek

- Aardbevingen

- Vulkanen

- Erosie en verwering

- Geologie van Nederland

Ieder onderwerp heeft een eigen digitaal werkboek; deze is te vinden in je google classroom en dat is dus de omgeving waarin je werkt. Zie deze wikiwijs-omgeving dus als je tekstboek en je google classroom-omgeving als je werkboek.  

Het thema met de 5 verschillende onderwerpen sluit je af met het maken van een digitale krant.
In die krant neemt de informatie die je tijdens het maken van de opdrachten hebt verzameld, een belangrijke plaats in.

Succes.

Leerdoelen

Aan het eind van het thema:

  • kun je omschrijven hoe de aarde is opgebouwd.
  • kun je de werking van endogene krachten uitleggen en gevaren noemen die het gevolg zijn van endogene krachten.
  • kun je de landschapsvormende werking van exogene krachten uitleggen.
  • kun je verschillende natuurrampen benoemen en de gevolgen ervan beschrijven.
  • kun je het begrip plaattektoniek omschrijven en je kunt het verschil tussen continentale en oceanische platen beschrijven.
  • kun je drie verschillende plaatbewegingen benoemen en beschrijven.
  • kun je uitleggen wat plaattektoniek te maken heeft met natuurrampen.
  • kun je omschrijven hoe aardbevingen ontstaan.
  • kun je de begrippen epicentrum en hypocentrum beschrijven.
  • kun je uitleggen waarvoor een seismograaf wordt gebruikt en wat de schaal van Richter is.
  • kun je aangeven wanneer je van een tsunami spreekt.
  • kun je een plaats op aarde noemen waar vaak aardbevingen voorkomen.
  • kun je beschrijven bij welke plaatbewegingen vulkanen ontstaan.
  • kun je omschrijven hoe een vulkaan werkt.
  • kun je een plaats op aarde noemen waar vulkanen voorkomen.
  • kun je uitleggen waarom er, ondanks het gevaar, mensen wonen in de buurt van vulkanen
  • kun je beschrijven hoe een orkaan ontstaat.
  • Kun je omschrijven welke geologische processen in Nederland afspelen.
  • Kun je omschrijven hoe horsten en slenken ontstaan. 

Planning

Planning

 

 

De module 'Krachten der aarde' bestaat uit de volgende onderdelen:

 

 

Onderdeel Tijd Eindproduct
Inleiding 0,5 lesuur -
Opdracht: Plaattektoniek 2 lesuren Werkblad
Opdracht: Aardbevingen 2,5 lesuren Eigen keuze
Opdracht: Vulkanen 2 lesuren Portret
Opdracht: Erosie en verwering 2 lesuren Twee posters
Opdracht: Geologie van Nederland 1lesuren ................
Afsluiting 2 lesuren Digitale krant
Totaal 13 lesuren  

Hoofdstuk 1 Plaattektoniek

Vooraf

Oké, de werelddelen liggen dus niet stil. Dat is natuurlijk vragen om problemen. Stel je voor dat Afrika en Europa auto's zijn die zonder te remmen op elkaar afkomen. De bestuurders van Afrika roepen nog: 'Kijk uit voor dat continent'. Maar het is al te laat. De bestuurders van Europa gillen en gooien hun armen omhoog. Beng! Daar knallen ze op elkaar. De voorkant van Europa zit helemaal in de kreukels. In die kreukels heb je misschien weleens gewandeld of geskied. Het zijn de Alpen (Horst, 2014).

Net zoals bij botsende auto's gebeurt er ook erg veel met het landschap als continenten botsen. Om dat te kunnen uitleggen gaan we kijken naar de opbouw van de aarde.  Onder je voeten spelen zich allerlei processen af waardoor er vulkanen uitbarsten, aardbevingen ontstaan en er gebergtes gevormd worden.

Hoe de aarde is opgebouwd leer je in deze opdracht.

Leerdoelen
Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • belangrijke momenten uit de geschiedenis van de aarde noemen
  • omschrijven hoe de aarde is opgebouwd.
  • het begrip plaattektoniek omschrijven en je kunt het verschil tussen continentale en oceanische platen beschrijven.
  • drie verschillende plaatbewegingen benoemen en beschrijven.
  • uitleggen wat plaattektoniek te maken heeft met natuurrampen.


Eindproduct
Je doorloopt een aantal stappen.
Bij iedere stap beantwoord je vragen of doe je een opdracht. Let op: deze doe je in je 'digitale werkboek' in de google classroom. Uiteindelijk heb je een volledig ingevuld werkblad als eindproduct bij dit onderdeel.  
 


Beoordeling
Het werkblad met antwoorden laat je beoordelen door je docent.
Jullie docent geeft jullie een goede beoordeling als het werkblad:

  • volledig is ingevuld.
  • goed is ingevuld.
  • netjes is ingevuld.


Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit
Stap 1 Alleen Video bekijken, informatie lezen en onderdeel van het werkblad 'De opbouw van de aarde' invullen.
Stap 2 Alleen Vragen bewegende platen beantwoorden met behulp van het internet.
Stap 3 Alleen Onderdeel van het werkblad 'De opbouw van de aarde' invullen met behulp van het internet.
Stap 4 Alleen Onderdeel van het werkblad 'De opbouw van de aarde' invullen.
Stap 5 Alleen Informatie opdoen over het ontstaan van oceanen met behulp van het internet.
Stap 6 Alleen Onderdeel van het werkblad 'De opbouw van de aarde' invullen met behulp van het internet.
Stap 7 Alleen Video bekijken, informatie lezen en vragen over plaattektoniek beantwoorden.
Stap 8 Alleen Toets Plaattektoniek maken.
Stap 9 Alleen + samen Op het werkblad één van de drie plaatbewegingen beschrijven.


Benodigdheden

  • de Bosatlas
  • Het digitale werkboek in de google classroom
  • Koptelefoon

Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 uur nodig.

Stap 1

Het ontstaan van de aarde

Voordat je bij dit thema meer gaat leren over de opbouw van de aarde en het ontstaan van natuurrampen ga je je eerst verdiepen in het ontstaan van de aarde.

Als we de geschiedenis van de aarde zouden vergelijken met een dag van 24 uur dan verschijnt de mens pas 20 seconde voor middernacht; er is dus nogal wat tijd verstreken voordat wij op het toneel verschenen.

Bestudeer de tekst in het volgende bestand: Geschiedenis van de aarde

Ga naar je google classroom en open het digitale werkboek bij 'Platentektoniek'.

1. Zet de informatie over belangrijke momenten in de geschiedenis van de aarde in een tabel en benoem de bijbehorende tijdvakken.

Zoek verder zelf twee belangrijke gebeurtenissen in de geschiedenis van de aarde waarbij er grote ‘extincties’ (uitstervingen) hebben plaatsgevonden. Zet ze ook op de goede plek in je tabel.

De opbouw van de aarde
Heel vroeger dachten mensen dat het middelpunt van de aarde de hel was.
Een vlammende oven waar duivels in wonen. Maar de mensen hadden het mis. Er wonen géén duivels. Wél is het er enorm heet: ruim 5000 graden!

Bestudeer het volgende onderdeel uit de Kennisbank aardrijkskunde.

KB: Plaattektoniek

 

Bekijk de volgende clip op de website van SchoolTV.

 

Bekijk het figuur in je werkboek en maak vraag 2 en 3
2. Benoem de vier delen die je ziet.

In de clip komen onder andere de volgende woorden voor.

  • hard
  • dun
  • massief
  • ijzer en nikkel
  • enorme druk
  • gesmolten
  • stroperig
  • 3000 km dik
  • 5000 graden.

3. Zet de woorden bij het juiste deel van de aarde.

Stap 2

Bewegende platen
De aardkorst is maar heel dun en bestaat uit twee soorten platen: continentale platen en oceanische platen. De platen kunnen ten opzichte van elkaar bewegen. Bekijk de afbeelding.

De aarde zag er 200 miljoen jaar geleden heel anders uit dan nu.
Bekijk de video fullscreen. Zorg dat je de jaartallen onderaan de video kunt zien.


1. Zijn de volgende stellingen waar of niet waar?

  1. 200 miljoen jaar geleden hebben de continenten aan elkaar vastgezeten.
  2. 100 miljoen jaar geleden lag India op het zuidelijk halfrond.
  3. Over 50 miljoen jaar zal de evenaar door Australië lopen.

Vergelijk jouw antwoorden met de antwoorden van een klasgenoot.
Zijn jullie het met elkaar eens? Bespreek eventuele verschillen.

Stap 3

Bewegende platen
De aardplaten hebben de 200 miljoen jaar over de aarde gezworven.
En de platen bewegen nu nog.
In de animatie heb je gezien hoe de platen zijn verschoven.

Je ziet bij stap 3 een afbeelding met de namen van de platen.
Als je goed kijkt zie je ook de continenten.
Onder de afbeeldingen zie je een tabel.
In de tabel staan een aantal namen van platen.

Bekijk de afbeelding en video opnieuw.

 

 


1. Geef van de in de tabel genoemde platen aan in welke richting ze bewegen.

Stap 4

Divergentie en convergentie

 

 

In stap 1 heb je gezien dat de aarde uit de kern, de mantel en de aardkorst is opgebouwd. De mantel is een stroperige massa die magma wordt genoemd. Door het temperatuurverschil tussen de kern van de aarde en de aardkorst is de magma voortdurend in beweging. Die bewegingen worden convectiestromen genoemd. Convectiestromen kunnen er voor zorgen dat aardplaten gaan schuiven. Ze kunnen uit elkaar worden geduwd of juist tegen elkaar aan worden geduwd of ze gaan langs elkaar heen schuiven.

Als twee platen uit elkaar worden geduwd spreek je van divergentie (to diverge = uit elkaar gaan). Worden twee platen tegen elkaar aangeduwd dan spreek je van convergentie. Je spreekt van een transforme beweging als twee platen langs elkaar heen schuiven.

 

 

Pak opnieuw je werkblad en bekijk de tabel die je bij stap 3 hebt ingevuld. Vul de antwoorden op de volgende vragen in op je werkblad.

  1. Zijn de Zuid-Amerikaanse plaat en Afrikaanse plaat divergerende of convergerende platen?
  2. Zijn de Zuid-Amerikaanse plaat en Nazca plaat divergerende of convergerende platen?

Stap 5

Ontstaan van oceanen
Bekijk de afbeelding en video opnieuw.

De Zuid-Amerikaanse plaat en de Afrikaanse plaat zijn divergerende platen.
Ze bewegen in tegengestelde richting.
Ze worden uit elkaar geduwd.

1. Zoek nog twee divergerende platen.
Valt het je ook op dat de divergerende platen elkaar raken in de oceanen?

Bekijk nu de volgende afbeeldingen en lees de toelichting.

 

Stap 6

Botsende platen
Als platen ergens uit elkaar gaan moeten ze op andere plaatsen tegen elkaar geduwd worden. Je spreekt dan van convergerende platen.
Bij convergerende platen kunnen zich verschillende situaties voordoen.

  1. twee continentale platen botsen
  2. een continentale plaat botst met een oceanische plaat
  3. twee oceanische platen botsen

Bekijk nu nog een keer de video.


De Zuid-Amerikaanse plaat en de Nazca plaat zijn convergerende platen.
1. Wat voor soort platen botsen op elkaar?
2. Zoek nog een aantal botsende platen.


3. Kun je van alle drie de verschillende situaties voorbeelden vinden?
Schrijf de voorbeelden op het werkblad.

 

Een continentale plaat botst met een oceanische plaat
In de animatie zie je een continentale plaat botsen met een oceanische plaat:

Doordat de oceanische plaat zwaarder is dan de continentale plaat schuift de oceanische plaat onder de continentale plaat. Dit noem je subductie.
En ontstaan in de subductiezones smalle, diepe kloven in de zeebodem die je troggen noemt.
Je snapt dat er bij het ontstaan van de troggen grote krachten aan het werk zijn. Als de platen over elkaar heen schuiven, is er sprake van veel wrijving en komt er veel energie/warmte vrij. In de animatie zie je dat er magma naar boven komt en dat er een vulkanisch gebergte ontstaat.

Zoek in een atlas een natuurkundige wereldkaart op en geeft het antwoord op de volgende vragen.

4. Hoe heet de diepste trog op aarde?

5. Welke trog ligt voor de kust van Chili?

 

Twee oceanische platen botsen
Bekijk ook de animatie van twee botsende oceanische platen:


Je ziet dat één van de twee botsende platen onder de ander schuift. Er vindt hier dus ook subductie plaats. Er ontstaat een gebergte onder de zee waarvan de toppen boven water uitsteken. Dit is vaak een eilandenboog. Door het over elkaar schuiven van de platen komt er veel energie/warmte vrij en komt er magma naar boven. Dus ook hier vind je vulkanen.

Zoek in de atlas de eilandenboog op die op de rand van twee oceanische aardplaten ligt.

6. Hoe heet deze eilandenboog?

Stap 7

Plaattektoniek
In de Kennisbank aardrijkskunde en in de volgende video van SchoolTV is alles over plaattektoniek op een rijtje gezet. Blader nog een keer door de pagina's in de Kennisbank en bekijk de video.

KB: Plaattektoniek

 

 

Stap 8

Toets
Voor je begint aan de afsluiting maak je de toets 'Plaattektoniek'.
De toets bestaat uit een aantal gesloten vragen.

Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.
Noteer op je werkblad je score en noteer van de vragen die je fout had waarom je dacht dat jouw antwoord goed was geweest. Wees hierin eerlijk; het is niet erg als je nog niet alles weet! 

Klik op de knop 'Start' om te beginnen:

 

Toets:Plaattektoniek

Stap 9

Eindproduct

 

 

Als eindproduct van deze opdracht beschrijf je op je werkblad één van de drie plaatbewegingen (divergent, convergent of transform).

 

 

  • Je zoekt in de atlas of op internet waar die beweging voorkomt.
  • Je schrijft op welke verschijnselen je tegenkomt op de plekken waar die beweging voorkomt.
  • Je legt uit waarom dat verschijnsel daar voorkomt.
  • Je zoekt afbeeldingen op die de ligging en de werking van de plaatbeweging verduidelijken.

Klaar?
Wissel je beschrijving uit met twee klasgenoten die een andere beweging hebben gekozen.
Stel elkaar vragen. Geef elkaar op een goede manier feedback.
Pas je eigen beschrijving eventueel nog iets aan.
Laat je werkblad tenslotte beoordelen door je docent.

Begrippenlijst

Convectiestromen
De beweging van het magma veroorzaakt door het temperatuurverschil tussen de kern van de aarde en de aardkorst.

Divergentie
Uit elkaar bewegen, uiteenlopen.

Convergentie
Naar elkaar toe bewegen.

Transforme plaatgrenzen
De beweging van twee platen is evenwijdig ten opzichte van elkaar.

Aardkorst
De buitenste vaste laag van de aarde. Deze laag bestaat uit twee verschillende soorten aardplaten: de continentale platen (het land) en de oceanische platen (de oceaanbodem).

Continent
Een landmassa omgeven door zee.

Plaattektoniek
Het bewegen van aardplaten tegen, langs en uit elkaar.

Gebergtevorming
Het bewegen van de aardplaten met als gevolg de vorming van reliëf.

Plooiing
Het in en tegen elkaar drukken van aardplaten, zodat deze omhoog komen.

Reliëf
Hoogteverschillen in het landschap.

Vulkanisme
Het proces waarbij vloeibaar gesteente uit de aardmantel naar het aardoppervlak komt.

Vulkaan
Een berg ontstaan door uitbarstingen vanuit het binnenste van de aarde.

Magma
Gloeiend heet gesmolten gesteente in het binnenste van de aarde (de aardmantel).

Trog
Een kloof op de plek waar een zware oceanische onder een lichte continentale aardplaat schuift.

Subductie
Het proces waarbij een oceanische plaat onder een andere oceanische of continentale plaat schuift.

Vulkaanuitbarsting
Het spuwen van lava door een vulkaan.

Breuk
Barsten en scheuren tussen de aardplaten waarbij horsten en slenken kunnen ontstaan.

Hoofdstuk 2 Aardbevingen

Vooraf

Schuddende aarde

Op 11 maart 2011 schoof Japan een paar meter op. Dat gebeurde bij de zwaarste aardbeving ie ooit in Japan is gemeten. De aardbeving vond op zee plaats en veroorzaakte een vloedgolf van 20 meter hoog: een tsunami. In totaal vielen er meer dan 15.000 doden, en nog eens duizenden mensen zijn nooit teruggevonden. Hele dorpen en steden werden verwoest en er gebeurde vreselijk ongeluk met een kerncentrale (Horst, 2014).

Hoe ontstaat een aardbeving? En wat heeft een aardbeving te maken met bewegende platen? En waarom krijgen we tsunami's? Aan het eind van deze opdracht weet je het.

Leerdoelen
Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • omschrijven hoe aardbevingen ontstaan.
  • de begrippen epicentrum en hypocentrum beschrijven.
  • uitleggen waarvoor een seismograaf wordt gebruikt en wat de schaal van Richter is. aangeven wanneer je van een tsunami spreekt.
  • een plaats op aarde noemen waar vaak aardbevingen voorkomen.

Eindproduct
In deze opdracht kom je verschillende begrippen tegen die te maken hebben aardbevingen. Je gebruikt deze begrippen voor het maken van een eindproduct over aardbevingen. De keuze van het eindproduct is vrij.

Beoordeling
Je laat het eindproduct beoordelen door je docent. Je docent zal het eindproduct beoordelen op:

  • de inhoud: komen alle begrippen terug in het eindproduct?
  • de vorm: is het eindproduct origineel en met zorg gemaakt?

Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit
Stap 1 Alleen Video bekijken, informatie lezen en vragen over aardbevingen beantwoorden.
Stap 2 Alleen Vragen over aardbevingen beantwoorden met behulp van de Bostlas.
Stap 3 Alleen Vragen over krachten van de natuur beantwoorden met behulp van het internet.
Stap 4 Alleen Toets Aardbevingen maken.
Stap 5 Alleen Eigen bedacht eindproduct over aardbevingen maken.


Benodigdheden
Voor deze opdracht heb je een Bosatlas nodig.

Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 uur nodig.
Afhankelijk van de keuze van het eindproduct kun je meer of minder tijd nodig hebben. Overleg met je docent.

Stap 1

Aardbeving

Bestudeer in de Kennisbank aardrijkskunde de eerste twee pagina’s en bekijk op de site van SchoolTV de videoclip over aardbevingen.

KB: Aardbevingen



Open het volgende werkboek via de google classroom; Aardbevingen.

Geef antwoord op de volgende vragen.

  1. Wanneer ontstaat een aardbeving?
  2. Op de grens van welke twee platen is San Francisco gebouwd?
  3. Pak je atlas en ga op zoek naar plaatsen op aarde waar ook vaker aardbevingen plaatsvinden.

Stap 2

Aardbeving
Een aardbeving verspreidt zich doorgaans in een cirkelvorm.
Het midden van die cirkel wordt aangeduid met epicentrum.
In het epicentrum zijn de schokken het grootst en vaak vind
je rond het epicentrum de meeste verwoestingen.
Het epicentrum ligt recht boven het hypocentrum.
Het hypocentrum is de plaats onder de aardkorst waar
de aardbeving ontstaat.

Aardbevingen worden geregistreerd met behulp van een
seismograaf. De hevigheid van een aardbeving wordt
gemeten op de schaal van Richter. Een aardbeving met een
sterkte tot 4 op de schaal van Richter is een lichte
aardbeving. Aardbevingen met een sterkte boven de 5 zijn
al vrij krachtig. En met een sterkte boven de 8 is de aardbeving zeer zwaar.

De schade die een aardbeving veroorzaakt aan het landschap en de inrichting wordt weergegeven met de Schaal van Mercalli. Een aardbeving met een hoge waarde op de schaal van Richter hoeft net per se hoog te scoren op de schaal van Mercalli; als er niemand in het gebied woont is de schade bijvoorbeeld maar heel klein.   


Aardbevingen
In Nederland vond in 1992 in de buurt van Roermond een aardbeving plaats.

  1. Zoek op internet hoe sterk deze aardbeving was op de schaal van Richter.
  2. Zoek op wat de schade van deze aardbeving was.

In de buurt van Japan (Sendai) vond in 2011 een zeebeving plaats.

  1. Zoek op wat de kracht van deze beving was.
  2. Wat veroorzaakte deze zeebeving?

Stap 3

Aardbevingen in de atlas

Veel informatie over aardbevingen kun je terugvinden in de atlas.
Je kunt er bijvoorbeeld vinden waar aardbevingen voor komen, maar ook wat voor type plaatgrenzen er zijn en in sommige gevallen de sterkte van de aardbevingen op de schaal van Richter.

In deze stap ga je aan de slag met aardbevingen in de atlas. Vergeet niet te kijken in het trefwoordenregister!
(54e editie)

Vraag 1:
a) Welke symbolen worden in de atlas gebruikt voor type plaatsgrens, epicentrum aardbeving en sterkte van aardbevingen?
b) Bekijk kaartnummer 212-213. Noem 5 landen waar vaak aardbevingen voor komen.
c) Vergelijk nu kaartnummer 216B en 216D met elkaar. Verklaar aan de hand van deze kaarten waarom juist daar veel aardbevingen voorkomen.

Vraag 2:
Gebruik de kaarten 216B en 216D.

a) Bekijk waar de meeste zware (catastrofale) aardbevingen voorkomen.
Wat is het verband tussen het type plaatbeweging en de aanwezigheid van catastrofale aardbevingen?
b) Leg uit waarom er op de plekken waar veel (zware) aardbevingen voor komen, ook (in de meeste gevallen) veel vulkanen aanwezig zijn.
 

Vraag 3:
Vulkaanuitbarstingen onder de gletsjer Eyjafjallajökull op IJsland in maart en april 2010 hebben geleid tot overstromingen (door het abrupte smelten van de gletsjer) en evacuaties op IJsland. Ook was er een grote verstoring van het Europese vliegverkeer door een grote vulkanische aswolk tot meer dan 8 kilometer hoogte. Deze aswolk verspreidde zich over grote delen van noord - en west Europa (zie afbeelding).


a) Noteer de coördinaten van Reykjavik.

b) Wat is de absolute afstand van Reykjavik - Amsterdam?

c) Lees de tekst. Bedenk waarom er zoveel rook ontstond bij de uitbarsting van deze vulkaan.

d) Welke windrichting stond er waarschijnlijk in april 2010?

Voor de volgende vragen heb je de volgende kaart nodig : ´´IJsland: Tektoniek en Vulkanisme´´.

e) Welke twee aardplaten vinden we in IJsland?

f) Waar is het risico op een (zware) aardbeving het grootste en waarom juist daar?

Stap 4

Krachten van de natuur

Op de volgende website vind je een onderdeel over aardbevingen.
Lees de informatie over aardbevingen en geef antwoord op de volgende vragen:

 

  1. Welke typen breuken zijn er?
  2. Hoe wordt een aardbeving gelokaliseerd?
  3. Wat is volgens de website een van de grootste oorzaken dat er mensen overlijden tijdens een aardbeving?
  4. Waar moeten huizen bouwers rekening mee houden als ze in de buurt van een breukvlak bouwen?

Stap 5

Toets

Voor je begint aan de afsluiting maak je de toets 'Aardbevingen'.
De toets bestaat uit een aantal gesloten vragen.

Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.
Noteer op je werkblad je score en noteer van de vragen die je fout had waarom je dacht dat jouw antwoord goed was geweest. Wees hierin eerlijk; het is niet erg als je nog niet alles weet!


Klik op de knop 'Start' om te beginnen:

 

Toets:Aardbevingen

Stap 6

Eindproduct

 

 

In deze opdracht ben je in ieder geval de volgende 'begrippen' tegengekomen.

 

 

  • aardbeving
  • epicentrum
  • hypocentrum
  • schaal van Richter
  • schaal van Mercalli
  • seismograaf
  • schuivende platen
  • tsunami

Gebruik deze begrippen om het eindproduct voor deze opdracht te maken. Je mag zelf kiezen wat voor soort eindproduct je maakt. Dat kan een poster of collage zijn, maar misschien ook een animatiefilm over aardbevingen. In het eindproduct moeten de verschillende begrippen duidelijk worden uitgelegd.

Klaar?
Laat je eindproduct beoordelen door je docent.

Begrippenlijst

Aardbeving
Het schokken van de aarde doordat aardplaten ten opzichte van elkaar bewegen en er zo opgebouwde druk vrijkomt.

Epicentrum
Een aardbeving verspreidt zich doorgaans in een cirkelvorm. Het midden van die cirkel wordt aangeduid met epicentrum.

Hypocentrum
De plaats onder de aardkorst waar de aardbeving ontstaat.

Schaal van Richter
De hevigheid van een aardbeving wordt gemeten op Schaal van Richter.

Zeebeving
Een aardbeving waarvan het epicentrum in de zee ligt.

Schaal van Mercalli

Schaal om de effecten van een aardbeving op het landschap en de inrichting (schade) aan te geven.

 

Hoofdstuk 3 Vulkanen

Vooraf

Knallende bergen

Ongeveer 100 kilometer onder je voeten is het een helse toestand. Daar stroomt een stroperige, gloeiend hete steenmassa: magma. En wat heet is, wil omhoog. Kijk maar naar de damp die uit de waterkoker opstijgt. Logisch dus dat er op sommige plekken lava boven de grond komt. Dat kan heel rustig aan, als een sloom riviertje van borrelden oranje stroop, maar het kan ook via een verschrikkelijke vulkaanuitbarsting (Horst, 2014).


In deze opdracht staan vulkanen centraal.

Leerdoelen
Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • beschrijven bij welke plaatbewegingen vulkanen ontstaan. omschrijven hoe een vulkaan werkt.
  • een plaats op aarde noemen waar vulkanen voorkomen.
  • uitleggen waarom er, ondanks het gevaar, mensen wonen in de buurt van vulkanen.

Eindproduct
In het eindproduct van deze opdracht staat een 'bekende' vulkaan centraal.
Het eindproduct laat zien waar de vulkaan ligt, hoe de vulkaan is ontstaan, of de vulkaan nog actief is en waarom de vulkaan tot de bekende vulkanen behoort.

Beoordeling
Je laat het eindproduct beoordelen door je docent. Je docent zal het eindproduct beoordelen op:

  • de inhoud: wordt de vulkaan goed in beeld gebracht?
  • de vorm: is het eindproduct origineel en met zorg gemaakt?

Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit
Stap 1 Alleen Met Google Earth de 'Isola Volcano' opzoeken.
Stap 2 Alleen Video's bekijken, informatie lezen en vragen over vulkanen beantwoorden.
Stap 3 Alleen Vragen over de krachten van de natuur beantwoorden met behulp van het internet.
Stap 4 Alleen Toets Vulkanen maken.
Stap 5 Alleen Eindproduct maken waarin de eigen gekozen vulkaan centraal staat.


Benodigdheden

  • de Bosatlas
  • een computer met Google Earth

Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 uur nodig.

 

Stap 1

Isola Volcano

Het Italiaans eiland Vulcano  dankt zijn naam aan de god van het vuur, Vulcanus. Deze Romeinse god werd door de Romeinen verantwoordelijk gehouden voor het vulkanische geweld dat soms zichtbaar was voor de kust van het huidige Sicilië. Het woord vulkaan komt dus van Vulcano. 


- Zoek met Google Maps  'Isola Volcano'; op.
- Verander het beeld (linksonder) naar ´´ satelliet ´´.

 

  1. Wat valt je op als je kijkt naar het satelliet beeld van Isola Volcano?
  2. Rechtsonder zie je een geel poppetje. Sleep deze naar de vulkaan en plaats deze in of rondom de vulkaan. Wat is er opvallend aan het gesteente?
  3. Vergelijk de vulkaan met de rest van het eiland. Wat zie je?
  4. Kijk ook naar de omringende eilanden (bijvoorbeeld het eiland Stromboli). Is daar vulkanische activiteit?

 

Stap 2

Werking vulkanen
Bestudeer van het onderdeel 'Vulkanen' en bekijk de twee videoclips over vulkanen.

 

Geef na het bekijken van deze clips antwoord op de volgende vragen.

 

  1. Bij welke plaatbewegingen ontstaan vulkanen en eilanden?
  2. De dikke vloeibare massa die vanuit de aarde in de vulkaan wordt geduwd noem je magma. Maar zodra de vulkaan is uitgebarsten en de vloeibare massa langs de berg naar beneden stroomt, krijgt die vloeibare massa een andere naam. Welke naam?
  3. Waarom wonen er, ondanks het gevaar, mensen in de buurt van vulkanen?

Stap 3

Op de volgende website vind je de nodige informatie over vulkanen.
Krachten der Aarde: Vulkanen

Probeer in ieder geval antwoord te vinden op de volgende vragen:

  1. Waar komen vulkanen voor? Wat is de 'Ring of Fire';?
  2. Hoe ontstaan vulkanen?
  3. Wat zijn de verschillen tussen 'eilandboog vulkanen', 'hot spots', 'rift vulkanen' en 'subductie vulkanen'?

Bouw op de website ook je eigen vulkaan.

Stap 4

Toets
Voor je begint aan de afsluiting maak je de toets 'Vulkanen'.
De toets bestaat uit een aantal gesloten vragen.

Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.
Noteer op je werkblad je score en noteer van de vragen die je fout had waarom je dacht dat jouw antwoord goed was geweest. Wees hierin eerlijk; het is niet erg als je nog niet alles weet! 

Klik op de knop 'Start' om te beginnen:

 

Toets:Vulkanen

Stap 5

Eindproduct

 

Op de website www.vulkanisme.nl vind je heel veel informatie over vulkanen en vulkaanuitbarstingen. Ga naar de website en surf er een tijdje rond.
Bezoek de pagina bekende vulkanen. Kies één van deze vulkanen uit.

Deel 1: Voor dat je gaat beginnen aan het eindproduct (de tekening), beantwoord eerst de onderstaande vragen:

  • Waar de vulkaan ligt.
  • Hoe de vulkaan is ontstaan.
  • Of de vulkaan nog actief is.
  • Waarom de vulkaan, volgens jou, tot de bekende vulkanen behoort.


Deel 2: Maak een tekening waarin de vulkaan die jij gekozen hebt centraal staat.
In je tekening moeten de volgende begrippen terug komen:

  1. Oceanische en continentale platen
  2. Breuklijn
  3. Convectiestromingen
  4. Soort vulkaan
  5. Lava / magma / pyroclastisch materiaal  

 

Klaar?
Laat je eindproduct, de tekening, beoordelen door je docent. Je krijgt hier een cijfer voor dat 1x meetelt.

Bij je eindproducht lever je ook de vragen in die je bij deel 1 heb gemaakt. 

Begrippenlijst

Krater
Het binnenste van een vulkaan, daar waar de lava omhoog komt en boven het aardoppervlak uitstroomt.
Gesteente
Materiaal waaruit de aardkorst bestaat.
Lava
Gloeiend heet gesmolten gesteente dat boven het aardoppervlak is gekomen. Onder de aardkorst noemen we dit magma en erboven lava.
Hotspot
Een zeer hete plek in de aardmantel (mantelpluim) waar de aardplaten over heen schuiven.
Geisers
Een heetwaterbron ontstaan door vulkanisme.

Hoofdstuk 4 Erosie en verwering

Vooraf

Het eeuwig leven van steen

Zeg, als die bergen maar blijven groeien, waarom is de wereld dan niet vol onmetelijk hoge bergen? Dan zijn de Mount Everest en de Vaalserberg over een tijdje toch twee keer zo hoog? Dan zit er in de Tour de France van 2000015 toch zeker een klim van honderd kilometer (Horst, 2014)? 

De aardkorst verandert door natuurkrachten voortdurend van vorm. Er zijn krachten die van binnenuit op de aardkorst inwerken, denk aan vulkanisme en aardbevingen. En er zijn krachten die van buitenaf op de aardkorst inwerken. In deze opdrachten kijk je naar twee krachten die van buitenaf op de aardkorst inwerken: erosie en verwering.

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • het verschil tussen exogene en endogene krachten uitleggen en kunt voorbeelden van beide soorten krachten noemen.
  • het verschil uitleggen tussen erosie en verwering.
  • drie verschillende vormen van verwering beschrijven.
  • beschrijven wat sedimentatie is.

Eindproduct
Het eindproduct bestaat uit twee A4-postertjes. Op één poster staat erosie centraal. Op de andere poster verwering. Als de twee posters naast elkaar liggen moet het duidelijk zijn wat het verschil is tussen erosie en verwering.

Beoordeling
Je laat het eindproduct beoordelen door je docent.
Je docent zal het eindproduct beoordelen op:

  • de inhoud: zijn de verschillen tussen erosie en verwering goed in beeld gebracht?
  • de vorm: is het eindproduct origineel en met zorg gemaakt?

Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit
Stap 1 Alleen Informatie lezen en vragen over exogene en endogene krachten beantwoorden.
Stap 2 Alleen Video's bekijken en vragen over verwering en erosie beantwoorden.
Stap 3 Alleen + samen Met Google Earth verschillende plekken op aarde bezoeken waar erosie of verwering plaatsvindt.
Stap 4 Alleen Toets Erosie en verwering maken.
Stap 5 Alleen Twee posters maken; op één poster staat erosie centraal, op de andere poster staat verwering centraal.


Benodigdheden

  • de Bosatlas
  • een computer met Google Earth

Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 uur nodig.

 

Stap 1

Endogeen en exogeen
Bestudeer het onderdeel 'Landschapsvorming' uit de kennisbank.

KB: Landschapsvorming

 

Bekijk nu de volgende vier afbeeldingen.
Geef per afbeelding aan of je te maken hebt met exogene krachten of met endogene krachten. Leg je keuze uit. 


Stap 2

Bekijk de volgende drie videoclips op de website van SchoolTV.

Clip 1: Erosie, de bodem glijdt weg

Clip 2: U-dalen en V-dalen

Clip 3: mechanische verwering en chemische verwering

 

In de clips heb je gezien dat de aardkorst kan veranderen door exogene krachten. We maken een onderscheid tussen verwering en erosie. Verwering is het afbrokkelen van gesteente. Erosie is het afslijten van gesteente. Verwering kan gebeuren door planten, bomen, vorst en zure regen. Erosie gebeurt door wind, water en ijs.

  1. Geef bij de zes afbeeldingen aan of je te maken hebt met verwering of met erosie
  2. Geef vervolgens bij de zes afbeeldingen aan om welk soort erosie of verwering het gaat. (Er zijn dus 3 vormen van erosie en 2 vormen van verwering, weet je nog precies welke?)

Stap 3

Erosie of verwering?

 

Jullie gaan met behulp van Google Earth een aantal plekken op aarde bezoeken en bekijken welke vorm van erosie of verwering er plaatsvindt.
Zorg dat Google Earth/ Google Maps op jullie computer staat.
Ga op zoek naar de volgende plekken:

  • De Morteratchgletscher (Zwitserland)
  • De kust bij Dover (Engeland)
  • Wave rock (Australië)
  • Karstgebergte Guilin Yangshuo (China)
  • De Boeddha van Leshan (China)

 

Geef per plek aan of er sprake is van erosie of van verwering (er zijn 5 soorten van erosie/verwering).
Zet een afbeelding van elke plek in jullie werkboek.
Geef ook aan waardoor de erosie/verwering is ontstaan.

 

Als eindproduct: Verzamel van alle plaatsen die jullie bezocht hebben een afbeeldingen met daarbij aangegeven om welke soort erosie/verwering het gaat. Leg ook uit waarom een bepaalde soort erosie/verwering is. Dus waarom heb je voor bijv. watererosie gekozen. 

Stap 4

Je hebt nu geleerd over verschillende soorten verwering. Misschien ben je weleens op vakantie geweest in een grot en heb je toen ook geleerd over de ontstaanwijze van een grot? Want wist je dat een grot ontstaat door chemische verwering? Je gaat in dit onderdeel op onderzoek uit naar de ontstaanwijze van grotten.

 

Lees de eerste drie stukjes van deze tekst.

Beantwoord de volgende vragen:

  1. Wat is kalkgesteente?
  2. Hoe wordt kalkgesteente gevormd?
  3. Is kalkgesteente hard of zacht gesteente? Los Kalk dus makkelijk of juist moelijk op?
  4. Hoe heten de vormen in het landschap die ontstaan door opgelost kalk? Lees onderstaande tekst.

 

Een goed voorbeeld van chemische verwering vind je in kalkgesteente. Dat gesteente lost gemakkelijk op in zuur grond of regenwater. Er ontstaan dan bijzondere vormen in het karstlandschap. Alle landschapsvormen die te maken hebben met het oplossen van kalk in water, noem je karst.

Bron: Basisboek De Geo, 2013

Stap 5

In deze stap gaan dieper in op het karstenlandschap. Lees daarvoor de volgende tekst. Beantwoord vervolgens de onderstaande vragen.

 

Bron: https://blog.tix.nl/top-10/bizarre-natuurlandschappen/

 

  1. Waar is het woord karst van afgeleid?

  2. Leg in je eigen woorden uit hoe karstverschijnselen ontstaan.

  3. Welke landschapsvormen ontstaan er door karstverschijnselen? Leg de twee landschapsvormen kort uit.

  4. Hoe ontstaan stalactieten en stalagmieten?

Stap 6

Toets
Voor je begint aan de afsluiting maak je de toets 'Erosie en verwering'.
De toets bestaat uit een aantal gesloten vragen.

Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.
Noteer op je werkblad je score en noteer van de vragen die je fout had waarom je dacht dat jouw antwoord goed was geweest. Wees hierin eerlijk; het is niet erg als je nog niet alles weet! 

Klik op de knop 'Start' om te beginnen:

 

Toets:Erosie en verwering

Stap 7

Eindproduct
Je gaat aan de slag met het eindproduct. Het eindproduct bestaat uit twee A2/A3-tjes. Deze A2/A3-tjes mogen digitaal zijn. Ook mag je de plaatjes uitprinten en op een poster plakken.

postertjes.
Op één A2/A3-tjes staat erosie centraal.
Op de andere poster verwering.

Als de twee A3-tjes naast elkaar liggen moet het duidelijk zijn wat het verschil is tussen erosie en verwering. Ook moeten de verschillen in erosie en de verschillen in verwering duidelijk worden gemaakt. Wie zorgen voor erosie? En hoeveel verschillende vormen van verwering hebben we ook alweer?

Je zoekt minimaal 6 verschillende afbeeldingen op van de verschillende soorten erosie en verwering:

- minimaal 3 plaatjes over de verschillende soorten erosie.

- minimaal 3 plaatjes over de verschillende soorten verwering.

- Je geeft bij elk plaatje kort uitleg over waarom dit het soort erosie/verwering is, dat je denkt dat het is.

Klaar?
Lever de opdracht in via Google Classroom zodat de docent het kan beoordelen.

Als je alles hebt uitgeprint mag je het ook inleveren bij de docent zodat het kan worden beoordeeld.

Begrippenlijst

Endogene krachten
Krachten van binnenuit de aarde.
Exogene krachten
Krachten van buiten af die ervoor zorgen dat de aardkorst verandert.
Verwering
Het breken en loskomen van gesteente aan het aardoppervlak door invloeden van planten, bomen, vorst en zure regen.
Erosie
Het uitschuren, afslijten van een vast oppervlak en het afvoeren van los materiaal van de aardkorst naar een andere plek door wind, stromend water en ijs.
Sedimentatie
Het afzetten van sedimenten zoals zand, grind en klei in een ander gebied dan de plek van herkomst.
Wind
De verplaatsing van lucht over het aardoppervlak veroorzaakt door verschillen in luchtdruk.
IJs
De vaste vorm van water.
Gletsjer
Een ijsbekken met daarbij een langzaam naar het dal glijdende ijstong.
Zandsteen
Gesteente ontstaan door op elkaar gedrukte lagen zand.
Kalksteen
Gesteente ontstaan uit op elkaar gedrukte lagen met kalkskeletten van zeedieren.

Hoofdstuk 5 Geologie van Nederland

Vooraf

In deze opdracht kijk je naar de opbouw van de aarde in Nederland. Oftewel je gaat de geologie van Nederland bestuderen. Ook in Nederland spelen zich allerlei processen af waardoor er aardbevingen kunnen ontstaan.

Wat de geologie van Nederland is leer je in deze opdracht.

Leerdoelen
Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • Kun je omschrijven welke geologische processen in Nederland afspelen.
  • Kun je uitleggen waar in Nederland aardbevingen zijn en wat voor aardbevingen daar zijn.
  • Kun je omschrijven hoe horsten en slenken ontstaan.
  • Kun je het verschil vertellen tussen natuurlijke aardbevingen en geïnduceerde bevingen.

 

  • Eindproduct
    Je doorloopt een aantal stappen.
    Bij iedere stap beantwoord je vragen of doe je een opdracht. Let op: deze doe je in je 'digitale werkboek' in de google classroom. Uiteindelijk heb je een volledig ingevuld werkblad als eindproduct bij dit onderdeel.  


Beoordeling
Het werkblad met antwoorden laat je beoordelen door je docent.
Jullie docent geeft jullie een goede beoordeling als het werkblad:

  • volledig is ingevuld.
  • goed is ingevuld.
  • netjes is ingevuld.

Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit
Stap 1 Alleen Tabel bestuderen en krantenartikel lezen om te kijken waar in Nederland aardbevingen zijn
Stap 2 Alleen Vragen over horsten en slenken beantwoorden met behulp 3 artikelen en een filmpje
Stap 3 Alleen Vragen over natuurlijke aardbevingen en geïnduceerde bevingen in Nederland beantwoorden door de website van KNMI te bestuderen
     


Benodigdheden

  • Werkboek van google classroom
  • Koptelefoon


Tijd
Voor deze opdracht heb je 1 uur nodig.
Afhankelijk jou snelheid kun je meer of minder tijd nodig hebben. Indien eerder klaar overleg met je docent wat je vervolgens kan gaan doen.

Stap 1

Aardbevingen Nederland

Misschien sta je er nooit bij stil maar ook in Nederland komen lichte aardbevingen voor. We hebben geleerd dat aardbevingen alleen bij plaatranden voorkomen dus je zou zeggen Nederland kent helemaal geen aardbevingen. Toch zitten er door de verschuiving van platen breuken in onze ondergrond. Naast platentektoniek zijn er ook andere oorzaken voor aardbevingen in Nederland, maar welke?

 

Bestudeer de tabel en dit artikel van de Volkskrant

Ga nu de volgende vraag beantwoorden:  

In welke delen van Nederland komen regelmatig aardbevingen voor?

Stap 2

 

 

 

Lees link. Zie ook tekst en afbeelding over horsten en slenken.

1. Waarom komen er aardbevingen in Zuid-Nederland voor? (gebruik in je uitleg in ieder geval de begrippen: horsten en slenken)

Lees link1 en link2. Bekijk filmpje.

2.  Waarom komen er in Noord-Nederland aardbevingen voor? (gebruik in je uitleg in ieder geval de begrippen: aardolie en aardgas). 

3. Waarom is de kans op een zware aardbeving in Nederland klein?

4. Is er in jou eigen omgeving een kans op een aardbeving? Leg uit waarom wel of waarom niet?

Stap 3

Nederland

Er zijn dus aardbevingen in Nederland. Dus ook in Nederland moeten deskundigen aardbevingen bestuderen en meten. Iemand die zich bezighoudt met het meten en bestuderen van aardbevingen noem je een seismoloog.

Een aardbeving is dus een trilling of schokkende beweging van de aardkorst wanneer er plotseling energie vrijkomt.
Er zijn natuurlijke aardbevingen maar ook geïnduceerde bevingen.
Wanneer gaswinning aardbevingen veroorzaken noemen we dat ook wel geïnduceerde bevingen.

- Ga naar de website : www.knmi.nl
- Ga naar het kopje ´´Nederland nu´´
- Klik nu op het kopje Seismologie

 

Beantwoord de volgende vragen:

  1. Wanneer en waar is de laatste aardbeving in Nederland geweest?
  2. Welke kracht had deze beving?
  3. In welke provincies in Nederland komen de meeste aardbevingen voor?
  4. Waardoor ontstaan deze aardbevingen?

                                                                                                                                              Bron : knmi.nl

Begrippenlijst

Geïnduceerde bevingen

Aardbevingen die ontstaan door niet-natuurlijke oorzaken, zoals gaswinning.

Seismoloog

Wetenschapper die zich bezighoudt met het bestuderen van aardbevingen.

Horst

Een lang een breukvlak omhoog gekomen deel van de aardkorst

Slenk

Een langs en breukvlak omlaag gezakt deel van de aardkorst

 

Thematoets

Krachten der aarde

Nu de thematoets via Socrative.

 

Ga naar de website van socrative: students. Zit je in klas 2Ga of 2Va: ga dan naar lokaal: MARLOUS1. 

 

Je gebruikt je eigen naam, voornaam is voldoende, zodat ik later kan controleren of je het ook daadwerkelijk hebt gedaan. 

Afsluiting thema

Krachten der aarde

Je hebt alle opdrachten van het thema Krachten der aarde gemaakt.
Tijd voor de afsluiting. Je gaat met z'n tweeën een online krant maken.
In de krant komen artikelen, foto's, schema's, tijdlijnen, enzovoorts. Alles wat in de krant komt heeft te maken met het thema.

Natuurlijk kunnen jullie gebruik maken van de eindproducten die jullie al gemaakt hebben, maar jullie kunnen ook nieuwe producten maken.
De krant maak je op de site: www.krantenmaken.nl
Op de site wordt uitgelegd hoe je een goede krant maakt.

Beoordeling
De digitale krant wordt beoordeeld door je docent.
Je krijgt een goede beoordeling als:

  • Inhoud: de krant minimaal vijf producten (artikelen, stips, fotocollages, etc) bevat. Minstens twee van vijf producten moeten gaan over een gebeurtenis dat niet ouder is dan één maand.
  • Inhoud: de producten in de krant over de onderwerpen uit de opdrachten gaan.
  • Netheid: er aandacht is besteed aan de opmaak/lay-out van de krant.
  • Taal: de teksten bevatten geen taalfouten (vergeet dus ook niet hoofdletters en leestekens).

Je krijgt voro dit product een cijfer. DIt cijfer 2x mee. 

Verderkijker

Krachten der aarde

Aan het eind van dit thema vind je de 'verderkijker'.
De verderkijker biedt een selectie bij het thema passende videofragmenten.

SCHOOLTV
De filmpjes van SchoolTV gaan over krachten der aarde.

Plaattektoniek
Aardbevingen zoals in 2010 op Haiti komen regelmatig voor op aarde. Maar niet overal. Hoe wordt zo'n ramp nou veroorzaakt? Want het behoud van energie is een onwrikbare natuurwet, maar in de praktijk raakt energie wel degelijk ooit op. Dat heeft alles te maken met plaattektoniek.

Aardbevingen
Aardbevingen komen dagelijks wel ergens op de wereld voor. Wetenschappers hebben uitgezocht waar de kans op aardbevingen het grootst is. Maar een aardbeving komt vaak onverwacht, ondanks het feit dat wetenschappers al heel veel over aardbevingen weten, kunnen ze nog niet voorspellen wanneer een aardbeving precies plaats vindt.

Vulkanen
Een vulkaanuitbarsting kan er spectaculair uitzien, maar ook heel gevaarlijk zijn. In dit scrollverhaal lees je alles over verschillende vulkaantypes, lavastromen en aswolken.

  • Het arrangement Thema: Krachten der aarde is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Laatst gewijzigd
    2024-05-30 10:33:18
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

    Bronnen:

    Horst, ter. M. (2014), Hé Aardbewoner [Gottmer, Haarlem]. 

    Brink, ten. W.B. & e.a. (2013), De Geo Basisboek [ThiemeMeulenhoff, Amersfoort]. 

    Geologie van Nederland (2017), [Online]. www.geologievannederland.nl 

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Dit thema heeft als titel 'Krachten der aarde'. In dit thema kijk je eerst naar de opbouw en de samenstelling van de aarde. Je leert wat plaattektoniek is en gaat dan op zoek naar de oorzaken en gevolgen van natuurverschijnselen als aardbevingen, vulkanen, erosie en vewering en tornado's.
    Leerniveau
    VWO 2; HAVO 2;
    Leerinhoud en doelen
    Landschappen (en menselijke activiteit); Systeem aarde; Endogene processen; Werking van endogene krachten wereldwijd; Relaties tussen endogene processen; Aardrijkskunde; Werking van exogene processen; Exogene processen; Natuurrampen;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    13 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    leerlijn, rearrangeerbare

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content Aardrijkskunde. (2019).

    Thema: Krachten der aarde - hv123

    https://maken.wikiwijs.nl/52468/Thema__Krachten_der_aarde___hv123

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Plaattektoniek

    Aardbevingen

    Vulkanen

    Erosie en verwering

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.