Het arrangement De Pluriforme Samenleving is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

Inleiding
Deze afgelopen verkiezingen was cultuur een van de grootste onderwerpen, iedere partij heeft het wel gehad over de Nederlandse cultuur. Maar wat is de Nederlandse cultuur? Maxima heeft ooit gezegd dat ‘de Nederlander’ helemaal niet bestaat, en misschien heeft zij wel gelijk. Uiteindelijk komen we bijna allemaal een beetje uit het buitenland; al is het een voorouder die in de 17e eeuw vanuit Frankrijk naar Amsterdam is gekomen of een opa die in de jaren ’60 vanuit Marokko naar Nederland is gegaan.
Wanneer je iemand uit een ander land verteld dat je uit Nederland komt hebben ze een aantal vragen: of je houdt van kaas, of wij allemaal op klompen lopen en of je uit Amsterdam komt. Laten we eens kijken of deze ideeën kloppen;
Buitenlanders zien Amsterdam als het epicentrum van Nederland, maar is het dat wel? Is Amsterdam typisch Nederlands? Op dit moment telt Amsterdam ongeveer 850.000 inwoners, van deze inwoners is ongeveer 50% van Nederlandse afkomst. De andere 50% kent zijn wortels elders, in Amsterdam wonen maar liefst 180 verschillende nationaliteiten bij elkaar. Zo typisch Nederlands is Amsterdam dus ook weer niet.
Amsterdam is het dus niet, dan misschien de kaas. Dat kunnen we makkelijk ophelderen, nee niet iedereen houdt van kaas. Er zijn mensen die kaas niet lusten en er zijn ook in Nederland mensen die er allergisch voor zijn. De klompen dan? Absoluut niet, lang niet iedere Nederlander heeft klompen, laat staan dat hij/zij die iedere dag aan heeft.
Als je een buitenlander dan vraagt wat zij nog meer als typisch Nederlands zien dan is dat het koningshuis, onze blonde koning is volgens de gemiddelde Spanjaard echt typisch Nederlands.
Toch is dat ook niet echt het geval, als je kijkt naar de stamboom van Willem-Alexander is die niet zo Nederlands als we misschien wel denken. De vader van Willem, Claus was een Duitser, zijn opa Bernhard was dat ook, zijn overgrootvader was ook een Duitser. Dat zijn al drie generaties met een Duitse achtergrond, Willem-Alexander zelf is natuurlijk met een Argentijnse getrouwd waardoor onze toekomstige koningin Amalia deels Duits, deels Nederlands en deels Argentijns is. Echt typisch Nederlands is de koninklijke familie dus ook niet.
Het is moeilijk om te bepalen of de Nederlander wel bestaat, of er wel een Nederlandse cultuur is. Wat we wel zonder moeilijkheden kunnen stellen is dat Nederland een hele pluriforme samenleving is, wat betekend dat er veel culturen naast elkaar leven in Nederland. Maar dat gaat niet altijd even goed.
In deze online reader gaan we kijken naar cultuur, wat dat is en welke culturen er samen in Nederland leven en hoe dit gaat ook gaan we natuurlijk kijken of er een Nederlandse cultuur bestaat. Jullie gaan zelf in een praktische opdracht inzoomen op een bepaalde cultuur in Nederland en gaan een voorstel maken om deze cultuur zo goed mogelijk te laten integreren in Nederland.
Toets: Voorbeeldvragen
1. Wat is cultuur?
1.1 Wat vormt een cultuur?
Het woord cultuur wordt op zoveel verschillende manieren gebruikt dat het soms lastig is om te begrijpen wat het allemaal inhoudt.

Een groep mensen kan een gemeenschappelijke cultuur hebben. Een cultuur is een verzameling van waarden, normen en gewoonten die een groep mensen karakteriseert. De waarden van een cultuur zijn de ideeën die door de groep worden gedeeld. Om belangrijke waarden in een groep te beschermen, houden de meeste mensen zich aan dezelfde normen.
Een cultuur kun je vinden in een land, bijvoorbeeld de Nederlandse cultuur. Maar ook in een leeftijdscategorie (de ouderencultuur) of een gebied (de Friese cultuur).
Elke groep gaat uit van een aantal ideeën over wat mensen in die groep belangrijk vinden, deze ideeën worden waarden genoemd. Voorbeelden van waarden zijn vrijheid, gelijkheid, eerlijkheid, respect, solidariteit, vaderlandsliefde en rechtvaardigheid.
Waarden vormen de basis voor de gedragsregels die binnen een groep gelden. Deze gedragsregels worden normen genoemd. Bij de waarde eerlijkheid hoort bijvoorbeeld de norm dat je niet mag liegen en niet mag stelen. Bij de waarde respect hoort bijvoorbeeld de norm dat je naar de argumenten van iemand luistert en andere mensen niet beledigt.

In Nederland zijn de waarden van onze samenleving vastgelegd in de grondwet, de normen zijn uitgewerkt in het wetboek van strafrecht. Daarin staat beschreven waarvoor en hoe je wordt gestraft als je de waarden van ons land in gevaar brengt.
Als jij stomdronken gaat autorijden breng je de anderen in het verkeer in gevaar, als de politie jou betrapt wordt je dan ook gestraft. Je raakt je rijbewijs in eerste instantie kwijt, je moet een hoge boete betalen en je kunt je rijbewijs pas weer terugkrijgen na een dure cursus over de gevolgen van alcohol in het verkeer. De waarde die we hier beschermen is de veiligheid, de norm die erbij hoort dat je niet dronken mag deelnemen aan het verkeer.
De waarden en normen kunnen binnen een cultuur verschillen. Mensen voelen zich misschien verbonden met dezelfde cultuur, maar kunnen heel andere waarden en normen belangrijk vinden. Waarden en normen veranderen vaak ook na verloop van tijd. Waarden en normen die vroeger vanzelfsprekend waren, kunnen nu minder belangrijk zijn voor veel mensen.
Mensen begrijpen elkaar vaak beter als ze bepaalde gewoonten delen. Een gewoonte is iets wat je vaak op dezelfde manier doet, omdat je dat zo gewend bent. Gedeelde gewoonten kunnen mensen het gevoel geven dat ze met elkaar verbonden zijn.
Naast waarden normen en gewoonten bestaat een gemeenschappelijke cultuur uit tradities, symbolen en rituelen.
Een traditie is een gewoonte of gebruik dat van de ene op de andere generatie wordt doorgegeven. Tradities kunnen heel belangrijk zijn in een gemeenschappelijke cultuur. Tradities kunnen mensen het gevoel geven dat ze bij een bepaalde cultuur horen. Een voorbeeld van een traditie is het vieren van Sinterklaas, omdat het zo'n oude traditie is vinden veel mensen het niet wenselijk om deze traditie te veranderen.
Symbolen zijn tekens die een specifieke betekenis hebben binnen de tradities en gewoonten van een cultuur. Ook kunnen mensen door middel van symbolen duidelijk maken bij welke culturele of godsdienstige groep ze horen. Een voorbeeld hiervan is het dragen van een kruisje om aan te geven dat een persoon christen is.
Rituelen zijn handelingen die een bepaalde betekenis hebben in een cultuur. Zo zijn er rituelen die horen bij een speciaal moment of bij een belangrijke gebeurtenis. Ook in het dagelijks leven bestaan er veel rituelen, bijvoorbeeld de manier waarop mensen elkaar begroeten.
Cultuur speelt op verschillende manieren een belangrijke rol in het leven van mensen. Veel mensen begrijpen het gedrag van andere mensen beter als ze tot een gemeenschappelijk cultuur behoren. Hoe meer waarden en normen verschillende mensen met elkaar delen, hoe beter ze elkaar begrijpen.
Daarnaast zorgt cultuur voor samenhang binnen een groep. Een gemeenschappelijke cultuur vormt een verbinding tussen mensen. Mensen delen iets gemeenschappelijks, bijvoorbeeld hun gewoonten. Rituelen en tradities kunnen belangrijke gemeenschappelijke gewoonten zijn.
Ten slotte speelt cultuur een rol in het onderscheiden van verschillende groepen mensen. Cultuur kan duidelijk maken bij welke groep iemand hoort. Een groep kan zich bijvoorbeeld onderscheiden door een eigen kledingstijl, een eigen begroetingsritueel of eigen fatsoensnormen.
Toets: Vragen bij 1.1
1.2 Religieuze cultuur
Cultuur hoort niet alleen bij landen of nationaliteiten, ook religie kent zijn eigen cultuur. Zo kun je in religie tradities, symbolen en rituelen herkennen.
Tradities, symbolen en rituelen in de Joodse cultuur Het eten van matzes tijdens Pesach is een traditie binnen de Joodse cultuur. Tijdens Pesach wordt de Joodse slavernij en de uittocht uit Egypte herdacht. De Joden moesten zo gehaast uit Egypte vertrekken dat er geen tijd was om het brood te laten rijzen. Daarom aten ze matzes. De davidster is een symbool binnen de Joodse cultuur.
Jongensbesnijdenis is een ritueel binnen de Joodse cultuur. Acht dagen na de geboorte worden Joodse jongetjes besneden.
|
Toets: Vragen bij 1.2
1.3 Je eigen cultuur
Een land, groep of religie hebben hun eigen cultuur, jijzelf bent onderdeel van verschillende groepen en verschillende culturen. De combinatie van al deze groepen waar je onderdeel van uitmaakt vormen je eigen cultuur.
Samengevat bestaat een cultuur uit de volgende aspecten:
|
|
Omdat je deel uitmaakt van allerlei verschillende groepen en hun bijbehorende culturen is jouw persoonlijke cultuur anders dan die van een ander. Je persoonlijke cultuur is niet hetzelfde als die van je opa of oma omdat zij zich in een andere leeftijdscategorie bevinden, maar de cultuur van een leeftijdsgenootje uit Amsterdam is ook anders omdat hij/zij in een compleet andere omgeving opgroeit.
Toets: Vragen bij 1.3
2. Nederland Immigratieland
2.1 Immigratiestad Amsterdam
Amsterdam is een echte immigratiestad, er wonen op dit moment 180 verschillende nationaliteiten in Amsterdam en dat is niets nieuws, dat is al heel erg lang het geval.
Het ontstaan van Amsterdam
|
Amsterdam was een aantrekkelijke stad voor handelaren. Het lag namelijk heel gunstig in de wereld. Je kon Amsterdam over zee heel makkelijk bereiken via de Zuiderzee. Daarnaast kon je vanuit Amsterdam heel makkelijk via verschillende rivieren de binnenlanden van Europa in. Aan het eind van de 16e eeuw begint de groei van Amsterdam volop. Handel en scheepvaart ontwikkelen zich tot winstgevende zaken. Amsterdam werd zelfs een kruispunt van handelsroutes over zee. Veel kooplieden gaan zich in Amsterdam vestigen. Om een paar redenen was Amsterdam nòg aantrekkelijker geworden voor kooplieden. Allereerst lag Amsterdam in de noordelijke Nederlanden. Rond 1580 hadden de noordelijke gewesten de Spanjaarden en hun koning verdreven. Daar hadden ze nu geen last meer van. Bovendien werd in dit gebied geen oorlogen meer gevoerd. De noordelijke gewesten gingen nu zelfstandig verder en men noemde zich De Republiek. Het waren nu de burgers zelf die het bestuur vormden. Je betaalde nu niet meer hoge belastingen voor een koning met zijn dure hofhouding en zijn dure soldaten. De nieuwe bestuurders, vaak burgers uit rijke handelsfamilies, wisten wel wat goed was voor de stad en de handel. Besturen deed je nu veel meer met elkaar.
Een ander voordeel was dat in de noordelijke Nederlanden nu godsdienstvrijheid heerste. Hier was geen angst meer voor kettervervolging. Je mocht je geloof vrij kiezen. Veel kooplieden waren tot het protestante geloof bekeerd. De katholieke kerk vond dat hoe meer je verdiende, hoe meer je aan kerkelijke belastingen moest betalen. In het protestante was meer de regel dat je goed en gehoorzaam moest werken. Voor handelaren was dat een goede instelling want zo kon je veel winst maken zonder je schuldig te voelen. Als je met hard en slim werken rijk werd, was dat prima.
Op de vlucht Balthazar de Moucheron was een schatrijke koopman uit Antwerpen. Maar in 1585 veroverden de Spanjaarden de stad en kwam de handel stil te liggen. Bovendien liep de protestantse Balthazar gevaar om gearresteerd te worden door de katholieke Spanjaarden. Hij besloot naar Nederland te vluchten. Hier kon hij in alle vrijheid voor zijn geloof uitkomen en zijn winstgevende handel voortzetten. En dat was ook goed voor Nederland, want Balthazar stak veel geld en tijd in de dure ontdekkingsreizen naar Azië. In die tijd ontvluchtten tienduizenden protestanten de Spaanse Zuidelijke Nederlanden. Kooplieden als Balthazar brachten hun geld en handelskennis mee. Vooral Amsterdam profiteerde daarvan. Dankzij deze vluchtelingen werd het de belangrijkste handelsstad van Europa. ![]()
|
Door enkele bijzondere gebeurtenissen in Europa kwamen er nog eens extra veel handelaren en andere mensen naar Amsterdam. Het gaat om de volgende gebeurtenissen:
- Koning Philips II had een hekel aan Joden omdat zij Christus gekruisigd hadden. Hij verjoeg rond 1580 de Joodse kooplieden uit Spanje en Portugal. Die zochten de veiligheid op en kwamen naar Amsterdam waar ze meer dan welkom waren. Ze namen ook alle handelscontacten met zich mee en dat was voor Amsterdam ook weer gunstig.
- In het midden van de 16e eeuw was Antwerpen een grote handels- en havenstad. De Spanjaarden plunderden in 1576 deze stad met grof geweld. In 1585 werd de stad zelfs door de Spanjaarden ingenomen. Veel kooplieden en handelaren vluchtten toen naar Amsterdam waar het wel veilig en rustig was om handel te drijven. Zo verplaatst de wereldhandel zich naar Amsterdam.
- Door bloedige godsdienstoorlogen in Frankrijk kwamen veel Franse protestanten naar de Nederlanden. Vooral na de Bartholomeüsnacht, een bloedige moord tijdens een bruiloft in 1572, vluchtten veel van deze Hugenoten naar ons land. Ook na 1685 kwam er een grote stroom vluchtelingen naar de Nederlanden.
- Vanaf 1600 is er geen oorlog meer in de noordelijke Nederlanden. De huursoldaten zijn niet meer nodig en kunnen ander werk gaan zoeken, bijvoorbeeld in Amsterdam. Handelaren kunnen nu in Amsterdam in alle rust ondernemen.
Zoals je hebt kunnen lezen was Amsterdam een echte immigratiestad, vooral in de 16e en 17e eeuw toen het heel erg goed ging in Nederland en andere delen van Europa last hadden van (godsdienst)oorlogen. Rond 1600 was één op de drie Amsterdammers een immigrant (iemand die niet in Nederland is geboren). Amsterdam is nog steeds erg populair, maar niet om dezelfde redenen.
Wereldstad Amsterdam Amsterdam is een populaire stad. Vanuit heel de wereld komen mensen naar de hoofdstad van Nederland. Voor toeristen is er veel te zien en te beleven. Hoge opleidingen en het uitgaansleven maken Amsterdam aantrekkelijk voor studenten. In Amsterdam is heel veel mogelijk en daarom zijn er veel mensen die hier willen wonen en werken. Amsterdam is heel goed te bereiken via Schiphol, spoorwegen en autowegen. De ligging van Amsterdam in West-Europa aan zee is heel gunstig. De stad heeft een groot havengebied. Hierdoor is voor veel internationale bedrijven Amsterdam een aantrekkelijke stad om zich daar te vestigen. Dit geeft veel werkgelegenheid en het trekt ook internationale handel aan. Dat alles is goed voor de economie van ons land en voor Amsterdam in het bijzonder. Het Rijksmuseum met het schilderij De Nachtwacht is wereldberoemd. Maar met het Anne Frankhuis, de grachten, het paleis op de Dam, Madame Tussauds en het Van Gogh-museum heeft de stad veel toeristische topattracties. Zelfs de Wallen, de prostitutiewijk die ook wel het ‘Redlight district’ genoemd wordt, wordt door veel toeristen bezocht. Uitgaan in Amsterdam kan volop. Theater Carré is het bekendste theater van Nederland. In de Heineken Musichall en in de Arena worden vaak grote muziekspektakels gehouden. Het concertgebouw is wereldberoemd. En natuurlijk heb je heel veel cafés, dansgelegenheden en andere uitgaansmogelijkheden in de stad. Amsterdam kent ook bijzondere spektakels die regelmatig terugkeren in de stad. Zo kun je denken aan Sail Amsterdam, de Amsterdamse Uitmarkt, de gay-parade, enz. Doordat er zoveel te doen is in Amsterdam komen er veel mensen uit binnen- en buitenland naar Amsterdam. Dat kunnen dagtoeristen zijn maar ook mensen die voor een langere tijd in de stad verblijven. Sommige mensen gaan definitief in deze stad wonen. Mensen van allerlei nationaliteiten en culturen verblijven dus in Amsterdam. De Amsterdammers vinden dan ook dat ze in een wereldstad wonen. Niet iedereen is blij met Amsterdam. Volgens sommige mensen gebeuren er tegenwoordig dingen in Amsterdam die niet kunnen. In Amsterdam worden coffeeshops toegestaan. Dat trekt verslaafden aan en daardoor zou de criminaliteit in Amsterdam ook groeien. Omdat er zoveel mag in Amsterdam, komen er ook mensen met verkeerde bedoelingen naar de stad. Sommige mensen maken zich ook zorgen over de vele buitenlanders in Amsterdam. Deze mensen zouden teveel vrijheid krijgen en niet elke buitenlander wil zich aan onze cultuur aanpassen. Hierdoor ontstaan er wel eens rellen in de stad. Zij die zich zorgen maken over Amsterdam vinden dat onze hoofdstad afglijdt naar een verloederde stad. Echter, het is maar de vraag of alles wat vandaag de dag in Amsterdam gebeurt ook iets nieuws is. Misschien is het wel zo dat dit alles al vanaf het ontstaan van Amsterdam in de stad aanwezig was.
|
Toets: Vragen bij 2.1
2.2 Koloniale Immigratie
Vanaf de 17e eeuw voerde de VOC handel met Indië. Rijke Europeanen betaalden veel geld voor tropische producten. De Nederlanders verboden de Indiërs om hun goederen aan andere landen te verkopen. Deden ze dat toch, dan gebruikte de VOC harde middelen om hen te straffen. Meer en meer gingen de Nederlanders zich met het bestuur van heel Indië bemoeien. Ten slotte speelden ze er helemaal de baas.
Na 1815 beschouwden de Nederlanders Indië als hun bezit. Indië werd officieel een Nederlandse kolonie. Sommige Nederlanders verhuisden naar ‘Nederlands-Indië’, om daar een nieuw bestaan op te bouwen.

Na verloop van tijd kwamen er steeds meer inwoners van de kolonies ook naar Nederland. Sommigen om hier te werken, soms om hier te kunnen studeren en sommigen waren in het thuisland verliefd geworden op een Nederlander en kwamen voor de liefde naar Nederland.
Na de Tweede Wereldoorlog wilden steeds meer kolonies onafhankelijk worden, ze hadden in Europa geleerd over democratie en verkiezingen en wilden dit ook voor hun eigen land. Ook Nederlands-Indië wilde graag onafhankelijk worden, de Nederlanders zagen dit echter niet zitten.
Nederland heeft in Indië nog een paar jaar met hulp van Indiërs van de Molukken (Molukkers) gevochten om de kolonie te behouden maar in 1949 gaf Nederland toe aan druk van het buitenland en werd de Republiek Indonesië geboren. Vlak daarna vertrokken heel erg veel Molukkers naar Nederland.
Suriname en de Nederlandse Antillen bleven nog lange tijd een kolonie van Nederland, toch kwamen er al veel inwoners van de kolonies naar Nederland om hier te studeren. In 1975 werd Suriname onafhankelijk, toch kozen er best wel veel Surinamers ervoor om naar Nederland te gaan en hier te komen wonen.
De Antillen zijn nooit volledig onafhankelijk geworden, 3 eilanden (Curaçao, Sint-Maarten en Aruba) zijn onafhankelijke landen binnen het Koninkrijk Nederland en de overige 3 eilanden (Bonaire, St. Eustatius en Saba) zijn bijzondere gemeenten van Nederland. De inwoners van deze eilanden hebben de Nederlandse nationaliteit en hebben een Nederlands paspoort. Veel antilianen komen naar Nederland om hier te studeren, voor medische hulp of voor een baan.
Toets: Vragen bij 2.2
2.3 Arbeidsmigranten

In de jaren na de Tweede Wereldoorlog was er heel erg veel werk in Nederland. Er was zelfs zo veel werk dat er niet genoeg mensen waren om al het werk te doen. Er moesten goedkope arbeidskrachten ergens anders vandaan komen om al het werk te doen.
Het begon met een stroom arbeiders uit Italië, vanaf 1949 kwamen er Italianen naar Nederland om hier te werken. Vanaf de jaren ’60 worden er ook arbeiders uit Spanje uitgenodigd om hier in Nederland te komen werken. Een gedeelte van deze arbeiders is in Nederland blijven wonen maar de meesten gingen terug naar Spanje en Italië.
Vanaf de jaren ’60 kwamen er ook veel arbeiders uit Turkije en Marokko, de meeste arbeiders uit deze landen hebben zich uiteindelijk in Nederland gevestigd. Deze arbeiders zorgden uiteindelijk voor een grote stroom immigranten uit Marokko en Turkije.
Vandaag de dag is er nog steeds arbeidsmigratie in Nederland. Vooral in de agrarische sector werken er veel gastarbeiders uit andere landen.
Toets: Vragen bij 2.3
2.4 Soorten immigratie
Er zijn verschillende redenen om naar een ander land te verhuizen:
- Veiligheid: veel migranten ontvluchten hun land omdat er oorlog heerst of omdat ze gevaar lopen door hun politieke mening. Deze migranten noemen we ook wel vluchtelingen of asielzoekers. Deze mensen willen niet per se hier komen wonen, veel hebben de hoop ooit nog terug te kunnen naar het thuisland.
- Werk: Mensen komen vaak hier omdat er in hun eigen land geen werk is en in Nederland wel. Deze migranten noemen we ook wel arbeidsmigranten.
- Onafhankelijkheid van koloniën: Toen de Nederlandse koloniën zelfstandig werden en een eigen regering kregen, hadden sommige mensen weinig vertrouwen in een goede economische en politieke toekomst. Deze migranten noemen we ook wel Koloniale migranten.
- Gezin: Als een vader is gevlucht vanwege oorlog of politiek dan wil hij natuurlijk het liefst dat zijn vrouw en kinderen bij hem komen wonen. Dit noemen we ook wel gezinshereniging. Dit is ook gebeurt met de gezinnen van de arbeidsmigranten uit Turkije en Marokko in de jaren ’60 van de vorige eeuw.
Toets: Vragen bij 2.4
3. De Nederlandse cultuur
3.1 Bestaat de Nederlandse cultuur wel?
De Nederlandse cultuur is erg ingewikkeld, er bestaat veel discussie of er wel een Nederlandse cultuur is en wat dit dan zou zijn. Toch gaan we in dit hoofdstuk kijken of we erachter kunnen komen wat de Nederlandse cultuur is.
|
Op 24 september 2007 hield prinses Maxima een toespraak voor de Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid. Over deze toespraak is veel en soms heftig nagepraat. Prinses Maxima deed in deze toespraak uitspraken over de Nederlandse cultuur die niet door alle Nederlanders leuk werden gevonden.
Het thema identiteit houdt heel veel mensen in ons land sterk bezig. Niet alleen in de wetenschap en in politieke kringen, maar overal. Het raakt ons allemaal. Daarom is het goed dat de WRR dit onderwerp heeft uitgediept. Een ingewikkelde klus, want er zitten zo veel dimensies aan. Zo’n zeven jaar geleden begon mijn zoektocht naar de Nederlandse identiteit. Daarbij werd ik geholpen door tal van lieve en wijze deskundigen. Ik had het voorrecht met veel mensen kennis te maken. Heel veel te zien, te horen en te proeven van Nederland. Het was een prachtige en rijke ervaring waarvoor ik enorm dankbaar ben. Maar ‘de’ Nederlandse identiteit? Nee, die heb ik niet gevonden. Nederland is: grote ramen zonder gordijnen, zodat iedereen goed naar binnen kan kijken. Maar ook: hechten aan privacy en gezelligheid. Nederland is: één koekje bij de thee. Maar ook: enorme gastvrijheid en warmte. Nederland is: nuchterheid en beheersing. Pragmatisme. Maar ook: samen intense emoties beleven. Nederland is veel te veelzijdig om in één cliché te vatten. ‘De’ Nederlander bestaat niet. Als troost kan ik u zeggen dat ‘de’ Argentijn ook niet bestaat. Ik vind het daarom heel interessant dat de titel van het rapport van de WRR niet is ‘De Nederlandse Identiteit’. Maar: ‘Identificatie met Nederland’. Dat laat ruimte voor ontwikkeling. En voor diversiteit. Bij het lezen van het rapport moest ik terugdenken aan 30 maart 2001. De dag dat de verloving van mijn man en mij werd aangekondigd op de Nederlandse televisie. U kunt zich dat misschien nog herinneren. Ik in ieder geval heel goed. Mijn schoonvader, Prins Claus, zei toen het volgende: “Eén vraag die heel moeilijk te beantwoorden is en die mij herhaaldelijk gesteld werd, is hoe het voelt Nederlander te zijn. Mijn antwoord is: ik weet niet hoe het is Nederlander te zijn. Ik heb verschillende loyaliteiten en ik ben wereldburger en Europeaan en Nederlander.” Woorden die ik nooit ben vergeten. Om de identiteit en loyaliteit van een mens zijn geen hekken te plaatsen. Ik denk dat veel mensen het zo voelen. Twee jaar geleden waren mijn man en ik op bezoek in Marokko. We hadden een groepje jonge Nederlanders meegenomen. De helft van hen had een Marokkaanse achtergrond. Zij waren onze gidsen en onze tolken. Ik herinner me een bezoek aan een Koran-school in Marrakesh. Voor ons een onbekend terrein. Maar zij maakten ons wegwijs in de ideeën en gebruiken. Moeiteloos vertaalden ze heen en weer tussen Marokkaans en Nederlands. Wat geweldig, om thuis te zijn in twee culturen en moeiteloos van de een naar de nader te kunnen springen. Bruggenbouwer te kunnen zijn. Ik was enorm trots op hen. Een ander voorbeeld. Vorig jaar was ik vanuit mijn interesse te gast bij een aantal gesprekken van Pauline Meurs met studenten. Het ging over de ontwikkeling van hun eigen identiteit en wat het voor hen betekent Nederlander te zijn. Een van de studenten was Semra, een studente Rechten. Zij vertelde dat ze bij het slagen voor haar eindexamen haar schooltas had gehangen aan een mast met twee vlaggen: een Turkse en een Nederlandse. Een mooi beeld. Een bungelende schooltas. Twee feestelijk wapperende vlaggen. Wel één mast. Het rapport van de WRR geeft veel aandacht aan functionele identificatie. Dat betekent heel simpel: elkaar leren begrijpen omdat je samen een belang deelt. Denk aan een sportclub. Of een bedrijf. Of een school. Of een buurt. Het goede daarvan is dat de nadruk niet ligt op de zichtbare verschillen tussen mensen. Maar op het gezamenlijke doel. En op ieders persoonlijke kwaliteiten. Zo kunnen vooroordelen wegsmelten. Samen spelen. Samen studeren. Samen werken. Dat geeft jonge mensen met verschillende achtergronden een gezamenlijk perspectief. Dat is enorm belangrijk in een wereld van open grenzen. We denken nog teveel in scheidslijnen. Ook nieuwkomers doen dat. Soort bij soort. Maar Nederland is geen Artis. Juist verscheidenheid en vermenging geven ons kracht. Eerder heb ik eens het volgende voorbeeld gegeven. Ik was een tijdje geleden op werkbezoek in een supermarkt. De manager vertelde dat hij had geprobeerd de omzet te verhogen met een nieuw assortiment Marokkaanse producten. Dat lukte van geen kant. Tot een kassamedewerkster met een Marokkaanse achtergrond zich ermee bemoeide. Zij gaf het advies de producten veel lager in het schap te zetten. Toen vlogen ze de winkel uit. Wat was het probleem geweest? Heel eenvoudig. De Marokkaanse huivrouwen hadden de spullen wel willen kopen, maar ze konden er gewoon niet bij. Daarom zeg ik ook als econoom: het is goed als je organisatie mensen in huis heeft die van elkaar verschillen. Diversiteit loont. Dames en heren, volgens cijfers van de Verenigde Naties leven er op de wereld 175 miljoen mensen in een land waar ze niet zijn geboren. Ik ben een van die 175 miljoen. Voor ons huis staat een paddenstoel. Zo’n echte Hollandse ANWB-paddenstoel. Die paddenstoel geeft de coördinaten van mijn leven. Buenos Aires. New York. Brussel. Den Haag. Wassenaar. Ze staan er allemaal op. Met de juiste richting en de afstand in kilometers. Elke keer als ik weg ga of thuiskom, kom ik erlangs. Al die plaatsen en de mensen die erbij horen, maken deel uit van mijn leven. Ze horen bij mijn identiteit als Nederlandse. Ze zijn me dierbaar. Ik hoop dat het rapport van de WRR aanleiding zal zijn tot een open discussie zonder generalisaties over het thema De toespraak van Máxima |
In hoofdstuk 2 hebben we geleerd dat Nederland een echt immigratieland is, velen van ons hebben onze wortels niet in Nederland liggen. Sommige recent anderen al eeuwen terug, maar voor de meeste Nederlanders geldt dat zij buitenlandse wortels hebben. Daarom is het ook zo moeilijk om te bepalen waarom iemand een Nederlander is. Ben je dat als je een Nederlands paspoort hebt, of pas als je beide opa's en oma's ook een Nederlands paspoort hebben. Of moet het nog verder terug gaan? Maar dan is zelfs onze koning geen echte Nederlander meer.
Maar misschien is dat niet waar we naar moeten kijken, misschien is het belangrijker om te kijken naar wanneer we ons Nederlander voelen. We voelen ons Nederlander als we trots kunnen zijn op ons land, bijvoorbeeld tijdens de Olympische Spelen, of wanneer het Nederlands elftal wint.
Maar niet iedereen is even begaan met iedere sport, daar waar de ene Nederlander enorm kan genieten van een overwinning in het zwembad droomt de andere Nederlander van de wereldtitel in het voetbal. Niet iedereen zal zich even snel een Nederlander voelen vanwege de sport.
We voelen ons ook Nederlander op speciale dagen, op koningsdag bijvoorbeeld of 4 en 5 mei wanneer we onze vaderlandse geschiedenis eren en vieren. Maar niet iedereen heeft hier even veel mee, sommige mensen houden niet van koningsdag omdat zij vinden dat een monarchie te ouderwets is.
Een laatste ding wat ervoor zorgt dat we ons Nederlander voelen is minder leuk. Wanneer er sprake is van een ramp, wanneer er iets ergs gebeurt voelen we ons allemaal betrokken. Dan zijn we allemaal Nederlander, omdat we in zo'n geval verdriet of boosheid met elkaar delen.



Voorbeelden van dergelijke rampen zijn de bijlmerramp in 1992 toen een vliegtuig neerstortte in een flat in de Amsterdamse Bijlmer, de aanslag tijdens koninginnedag 2009 in Apeldoorn of de crash van de MH17 boven Oekraïne in de zomer van 2014. Al deze gebeurtenissen zorgden ervoor dat mensen zich allemaal Nederlander voelden omdat iedereen dezelfde gevoelens van verdriet, woede, angst en onbegrip had.
Het meest recent is de ramp met Malaysia Airlines vlucht MH17, een commerciële vlucht die op 17 juli 2014 vanaf Amsterdam vertrok om naar Kuala Lumpur te gaan maar werd neergeschoten boven Oekraïne. Alle 283 inzittenden overleefden de ramp niet, onder deze 283 mensen waren 193 Nederlanders. Het schokte het hele land, 193 Nederlanders op weg naar hun vakantiebestemming of op reis voor werk waren slachtoffer geworden van een oorlog waar Nederland niets mee te maken had. Nederland was een land in verdriet, hoe meer er bekend werd hoe bozer de Nederlanders werden. Vanwege de vele doden, vanwege het aantal kinderen (80), vanwege de behandeling van de slachtoffers in Oekraïne, vanwege de reacties vanuit Rusland en de lijst gaat maar door. Er was veel om boos om te zijn, veel om verdrietig om te zijn en weinig wat te begrijpen was. Toen de slachtoffers teruggebracht werden naar Nederland was het een nationale dag van rouw, de eerste sinds 1962. Zelfs nu, ruim 3 jaar later voelen veel Nederlanders zich hiermee verbonden. Toch bleek dat niet iedereen deelde in deze rouw, een columniste van het AD schreef een column in 2017 waarin zij uitlegt dat zij niets voelt voor deze ramp.
Nouri vs. MH17 Deze week was het drie jaar geleden dat Nederland werd getroffen door een ramp: vlucht MH17 van Amsterdam naar Kuala Lumpur werd boven Oekraïne geraakt door een raket waarna het vliegtuig neerstortte. Geen van de inzittenden overleefde. Het was een zwarte dag voor de families en naasten van de 298 slachtoffers maar omdat het vooral om Nederlanders ging, was het ook een nationaal trauma. Wekenlang domineerde het de voorpagina’s. Hanina Ajarai, 20-7-2017 in het AD |
De column werd haar niet in dank afgenomen, de reacties waren zeer negatief en veel Nederlanders waren erg boos om hetgeen wat zij schreef. In een open brief aan het AD is er zelfs iemand die adviseert dat ze naar een psycholoog moet gaan. Een andere columniste van het AD biedt zelfs haar excuses aan voor de worden van Ajarai. Uiteindelijk verschijnt ze in RTL Late Night om haar column te verantwoorden en aan tafel krijgt zij woorden met een journalist die destijds in Oekraïne is geweest en families van de slachtoffers heeft ontmoet.
Even later in het gesprek vraagt Ajarai zich af of het wel zo erg is dat zij die gevoelens van rouw niet heeft. Dat zij deze ramp niet als iets collectiefs beschouwt. |
Uiteindelijk heeft haar column en de reacties ervoor gezorgd dat deze schrijfster niet langer schrijft voor het AD. Toen bekend werd dat zij ontslagen werd door het AD werd dit door veel mensen als een positief iets gezien, veel mensen vonden het gepast dat zij niet langer schrijft voor deze krant.
Uit het gesprek en de column blijkt dat deze columniste niet hetzelfde gevoel heeft bij deze ramp als andere Nederlanders, misschien zijn deze gezamenlijke rampen dus niet zo verbindend als dat we denken (misschien wel hopen). Wanneer voelen we ons dan wel Nederlander? Wanneer zijn we dan wel Nederlander? Bestaat de Nederlander wel?
De Nederlandse cultuur is heel ingewikkeld, net als de culturen van ieder land. In hoofdstuk 3 gaan we op zoek naar dingen die ons alsnog verbinden, gezamenlijke factoren die onze cultuur kunnen vormen. Maar hierbij moeten we ons wel realiseren dat dit niet op gaat voor iedere Nederlander.
Toets: Vragen bij 3.1
3.2 Nederlandse normen en waarden
Naast je persoonlijke normen en waarden kun je in veel landen en gebieden ook gedeelde waarden vinden. Dingen die de meeste mensen in een land of gebied belangrijk vinden. Zo ook in Nederland, er zijn een aantal waarden en bijbehorende normen die de meeste Nederlanders belangrijk vinden en waarvan we vinden dat immigranten ze moeten leren en accepteren.
Maar wat zijn normen en waarden ook al weer?
Elke groep gaat uit van een aantal ideeën over wat mensen in die groep belangrijk vinden, deze ideeën worden waarden genoemd. Voorbeelden van waarden zijn vrijheid, gelijkheid, eerlijkheid, respect, solidariteit, vaderlandsliefde en rechtvaardigheid.
Waarden vormen de basis voor de gedragsregels die binnen een groep gelden. Deze gedragsregels worden normen genoemd. Bij de waarde eerlijkheid hoort bijvoorbeeld de norm dat je niet mag liegen en niet mag stelen. Bij de waarde respect hoort bijvoorbeeld de norm dat je naar de argumenten van iemand luistert en andere mensen niet beledigt.
Maar wat zijn dan de normen en waarden die we in Nederland met z'n allen delen, waar staan we voor?
De belangrijkste Nederlandse normen en waarden volgens het Ministerie van Sociale zaken en Werkgelegenheid
|
De belangrijkste waarden van de samenleving zijn vastgelegd in de grondwet, de grondwet is de basis waarop Nederland gebouwd is. De rechten die benoemd zijn in de grondwet noemen we ook wel grondrechten, we vinden deze rechten zo belangrijk dat iedereen die in ons land woont deze rechten heeft. Als iemand onze grondrechten schendt wordt hij/zij gestraft, je zou dus kunnen zeggen dat de grondrechten de waarden van Nederland zijn en het wetboek van strafrecht staat vol normen om onze waarden te beschermen.
Grondrechten |
De grondrechten staan beschreven in hoofdstuk 1 van de Nederlandse grondwet, je zou dus kunnen zeggen dat de belangrijkste waarden in hoofdstuk 1 staan beschreven. Let wel, dit zijn de waarden die in Nederland gehandhaaft worden. Iedere groep houdt er vaak eigen waarden op na. Groepen voegen waarden toe die zijn belangrijk vinden, als deze groepen erg groot zijn kan het zo zijn dat deze waarden ook een beetje de 'Nederlandse waarden' zijn geworden omdat zo veel mensen ze belangrijk vinden.
Toets: Vragen bij 3.2
3.3 Nederlandse tradities en gewoonten
Tradities en gewoonten zijn een belangrijk onderdeel van de cultuur, het zijn momenten waarop we allemaal hetzelfde doen en we ons verbonden kunnen voelen.
Een traditie is een gewoonte of gebruik dat van de ene op de andere generatie wordt doorgegeven. Tradities kunnen heel belangrijk zijn in een gemeenschappelijke cultuur. Tradities kunnen mensen het gevoel geven dat ze bij een bepaalde cultuur horen.
Nederlandse tradities volgens stichting STIR |
Bovenaan bijna iedere lijst van Nederlandse tradities staat Sinterklaas, het kinderfeest op 5 december waarbij kinderen cadeautjes krijgen.
Sinterklaas is niet meer weg te denken. Ieder jaar weer wordt er een heleboel aandacht aan besteed. Denk aan de hoge kortingen die gegeven worden zodat iedereen massaal cadeaus gaat kopen, maar ook de intocht die ieder jaar weer op televisie te zien is en in vele steden en dorpen gedaan wordt. De Sint is niet alleen populair bij kinderen, maar er zijn nog steeds genoeg volwassenen die het feest ieder jaar weer vieren. Het gaat natuurlijk om de gezelligheid, het lekkere eten en het samenzijn. Op 5 december is het pakjesavond en zijn er veel gezinnen in Nederland die hier volop van genieten.
Sinterklaas wordt niet alleen in Nederland gevierd, ook de Belgen vieren Sinterklaas. De Belgen doen het wel ietsjes anders dan hier in Nederland; zo vieren zij sinterklaas op 6 december en niet op 5 december en rijdt Sinterklaas in Wallonië (Franstalig België) op een ezel in plaats van een witte schimmel.
Sinterklaas is niet een traditie waar iedere Nederlander nog volledig achterstaat. De laatste paar jaren is er een discussie ontstaan over het uiterlijk van Zwarte Piet. Het zwartgeschminkte gezicht, de rode lippen en de gouden oorbellen van Zwarte Piet worden door sommige mensen ervaren als een verwijzing naar de slavernij en dus als een belediging naar donkere mensen. Er is dus een discussie over dit uiterlijk en of dit veranderd moet worden. Tegenstanders van verandering willen niet dat het uiterlijk van Zwarte Piet veranderd omdat dit een oude traditie is die we moeten eren. Maar als niet iedereen van deze traditie kan genieten is het dan niet tijd om de traditie te vervangen?
Een andere Nederlandse traditie is Koningsdag (eerder koninginnedag). Koningsdag begon als koninginnedag op 31 augustus 1891, ter ere van de verjaardag van Wilhelmina. In het begin was het vooral een feest voor kinderen, langzaamaan werd het steeds meer een feest voor alle Nederlanders. Vanaf 1949 word koninginnedag gevierd op 30 april, de verjaardag van Juliana. Juliana hield een defilé, de hele koninklijke familie ging op het bordes van paleis Soestdijk staan en de Nederlanders liepen langs en gaven geschenken. In 1981 veranderde dat, Beatrix was het jaar daarvoor koningin geworden en hoewel de dag nog altijd op 30 april gevierd werd (Beatrix' verjaardag is in januari en het weer was niet geschikt voor een viering) en besloot dat zij het land in ging om daar met de Nederlanders haar verjaardag te vieren.
Sinds het aantreden van Willem-Alexander in 2013 is koningsdag verplaatst naar zijn verjaardag (27 april) en worden de Koningsspelen gehouden (een sport-evenement voor kinderen). Over de jaren heen heeft Koningsdag (koninginnedag) zich ontwikkelt tot een groot feest wat in het hele land wordt gevierd. Overal zijn festivals en vrijmarkten en heel veel mensen krijgen een vrije dag voor de festiviteiten. Koningsdag is ook buiten Nederland heel erg beroemd, veel buitenlanders hebben de wens om ooit in Nederland koningsdag mee te vieren. Nederland is het enige land wat een dergelijk uitbundig feest viert ter ere van de verjaardag van onze monarch, de Belgen kennen wel een soort koningsdag alleen vieren hierbij geen feest.
Mensen begrijpen elkaar vaak beter als ze bepaalde gewoonten delen. Een gewoonte is iets wat je vaak op dezelfde manier doet, omdat je dat zo gewend bent. Gedeelde gewoonten kunnen mensen het gevoel geven dat ze met elkaar verbonden zijn.
De meest bekende Nederlandse traditie is fietsen, Nederland is gek op fietsen. Ons land is natuurlijk ook heel praktisch voor het fietsen, het grootste gedeelte van Nederland is namelijk plat waardoor je zonder veel moeite van A naar B kunt fietsen. We zijn in het buitenland dan ook beroemd vanwege onze liefde voor fietsen. Buitenlanders zijn gefascineert door de fietscultuur in Nederland. Het is zelfs zo'n groot onderdeel van onze samenleving dat 36% van de Nederlanders de fiets aanwijst als hun primaire vervoersmiddel. In 2015 waren er 22,5 miljoen fietsen in Nederland, 22,5 miljoen fietsen op een bevolking van 17 miljoen. Er zijn in Nederland dus meer fietsen dan mensen, het fietsen is dan ook een groot onderdeel van ons dagelijks leven.
Andere Nederlandse gewoonten kunnen het eten van aardappels zijn, het schaamteloos uiten van onze mening of delen van de rekening na een etentje. Veel gewoonten worden gedeeld door veel Nederlanders, maar niet door iedereen. Er zijn namelijk ook Nederlanders die helemaal niet kunnen fietsen, die bijna nooit aardappels eten of juist vinden dat je je mening niet altijd moet uiten.
Het bepalen van de tradities en gewoonten van een land is erg ingewikkeld, niet iedereen staat achter dezelfde tradities en niet iedereen heeft dezelfde gewoonten. Gewoonten zijn ook afhankelijk van de plek waar iemand woont of de religie die iemand aanhangt, een jood in Amsterdam heeft andere gewoonten dan een katholiek in Maastricht. Toch zijn er wel tradities en gewoonten die algemeen geaccepteerd zijn in Nederland, dat wil zeggen dat de overgrote meerderheid van de Nederlanders deze tradities eert en gewoonten uitvoert, zoals het vieren van koningsdag en met de fiets naar school gaan.
Toets: Vragen bij 3.3
3.4 De Nederlandse cultuur volgens het buitenland
Er bestaan veel vooroordelen over de Nederlandse cultuur in het buitenland.
Nu is dit niet heel erg vreemd, wij hebben zelf immers ook vooroordelen over het buitenland. Zo maken wij veel grapjes over hoe dom de Belgen volgens ons allemaal zijn. Hierbij vergeten we wel dat de Belgen ook veel grapjes maken over ons.
Er zijn heel erg veel vooroordelen over Nederland in het buitenland, deze vooroordelen kun je gemakkelijk herkennen:





Dit zijn echter beelden van mensen die nog nooit in Nederland zijn geweest of alleen op een citytrip naar Amsterdam. Ook interessant is het lezen van verhalen van mensen die hier voor langere tijd hebben gewoond of nog steeds wonen. Een leuk voorbeeld is Stuart: Stuart is een man van Britse komaf die in 2001 voor werk naar Nederland is verhuisd en inmiddels ook getrouwd is met een Nederlandse vrouw. In 2006 begint hij een blog (http://www.invadingholland.com/)waarin hij je verteld over zijn verassingen en ongelukjes die hij meemaakt als immigrant in Nederland. Hij legt bijvoorbeeld uit hoe obers in Nederland zich gedragen en wat je beter niet/wel kunt doen om geholpen te worden in een restaurant of café.
Al met al bestaan er veel onjuiste beelden over de Nederlandse cultuur in het buitenland, het is aan onszelf om buitenlanders Nederland en zijn cultuur te laten zien. Toch kun je in die vooroordelen vaak wel een beetje waarheid ontdekken; we zijn zelf ook trots op onze kleurrijke tulpenvelden, we zijn trots op het feit dat de kaas uit Gouda over de hele wereld word gegeten & we zijn trots op het feit dat je in Nederland kunt zijn wie je bent en kunt worden wat je wilt. De vooroordelen zijn misschien niet allemaal juist, maar een kern van waarheid zit er in veel gevallen toch wel in.
Toets: Vragen bij 3.4
4. Andere culturen
4.1 Religieuze subculturen
In 1.2 hebben we gekeken naar religieuze cultuur. De religieuze cultuur van Nederland is natuurlijk moeilijk te bepalen, er is in Nederland als sinds 1796 een bepaalde mate van vrijheid van religie, deze vrijheid van religie werd in 1848 vastgelegd in de grondwet. Het gevolg hiervan is dat we allemaal iets anders mogen geloven en dat dus ook doen. Niet iedereen in Nederland geloofd in God en Christus, daarnaast vult niet iedereen zijn geloof op dezelfde wijze in.
Toch kunnen we spreken van een religieuze cultuur in Nederland, we hebben het dan over de dominante religieuze cultuur, dit is de religie van de meeste mensen in Nederland. De andere religies zijn dan religieuze subculturen.

Om te bepalen wat de religieuze subculturen zijn moeten we eerst kijken naar de dominante religieuze cultuur van Nederland, welke religie word door de meeste Nederlanders aangehangen?
Hiernaast zie je de percentages per religie volgens het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek). Het grootste gedeelte van de Nederlanders (42%) geeft aan niet religieus te zijn.
De grootste wel religieuze groep in Nederland zijn de Rooms-katholieken (29%) samen met het Protestantisme (19%) is het Christendom verreweg de grootste religieuze cultuur van Nederland. De Christenen zijn dus de dominante religieuze cultuur in Nederland.
We houden dan automatisch een aantal religeuze subculturen over in Nederland: de Islam (5%) en overige religies (5%), hierbij kun je bijvoorbeeld denken aan hindoes en boeddhisten.
De grootste religieuze subcultuur is de Islam, dat is dan ook de religieuze subcultuur waar we naar gaan kijken in deze paragraaf.
De Islam is een monotheïstische godsdienst, dat wil zeggen dat de moslims in 1 God geloven; Allah. De religie is van origine afkomstig uit wat nu Saoedi-Arabië is.

De Islam is gebaseerd op 5 zuilen:
- Geloofsbelijdenis
- Gebed
- Vasten
- Aalmoes
- Bedevaart
Geloofsbelijdenis De geloofsbelijdenis (sjahada) is het uitspreken van een gelofte die een Moslim dagelijks zou moeten afleggen. In de belijdenis word Allah als enigste God erkent en Mohammed als enigste profeet. De belijdenis klinkt alsvolgt: "Er is geen god dan Allah en Mohammed is zijn profeet" De Sjahada wordt traditioneel uitgesproken in het Arabisch. |
De Sjahada is een ritueel van de Islamitische cultuur, net als het ondernemen van een bedevaart naar Mekka. Dit is een ritueel (cultureel aspect) van de Islamitische cultuur die niet echt botst met de dominante religieuze cultuur. Toch zijn er aspecten die wel kunnen botsen met de Nederlandse cultuur.
Bijvoorbeeld de derde zuil, het vasten kan een probleem opleveren binnen de Nederlandse cultuur. Ieder jaar wordt de Ramadan ondernomen door de moslims, dit is een maand waarin zij tussen zonsopgang en zonsondergang niet mogen eten en drinken. Op zich is deze traditie geen probleem, maar het leven in Nederland gaat gewoon op dezelfde manier door. Islamitische kinderen moeten gewoon naar school, en dat terwijl zij tot laat wakker waren om te kunnen eten. Een islamitische bouwvakker moet vaak doorwerken terwijl hij een maand lang minder eet en drinkt. De ramadan wordt afgesloten met het Suikerfeest, islamitische kinderen moeten op deze dag eigenlijk naar school. Ze kunnen natuurlijk vrij krijgen voor het Suikerfeest maar soms kan het niet voorkomen worden dat deze kinderen een toets of iets anders belangrijks missen. Zo was er aan het eind van het vorige schooljaar een school in Den Haag waar 2 islamitische kinderen ontbraken op de klassenfoto omdat zij thuis waren voor het Offerfeest: https://nos.nl/artikel/2182460-schadevergoeding-voor-kinderen-die-niet-op-klassenfoto-konden.html
De dominante religieuze cultuur kan per gebied veranderen, landelijk is het katholicisme de dominante religie. Maar per gebied kan dat verschillen:

Zoals je in deze afbeelding kunt zien is het katholicisme vooral de dominante religie in het Zuiden van Nederland, terwijl in het Noorden het protestantisme groter is dan het katholicisme. De dominante religieuze cultuur is dus verschillend per gebied, het veranderd ook met de tijd. Er zijn tegenwoordig veel meer mensen die niet geloven dan 50 jaar geleden. De dominante religieuze cultuur kan dus over de tijd veranderen omdat er minder mensen gelovig worden. In België zie je dat dit proces is begonnen: in België gaan er ongeveer 40.000 moslims iedere week naar de moskee terwijl er maar 20.000 katholieken naar de kerk gaan (http://www.standaard.be/cnt/dmf20160319_02191726). Het aantal actief belijdende moslims is op dit moment groter dan het aantal actief belijdende katholieken. De dominante religieuze cultuur in België is dus langzaam aan het verschuiven en het katholicisme wordt steeds minder dominant in België.
Toets: Vragen bij 4.1
4.2 Etnische subculturen
Je etniciteit is het land waar je vandaan komt, de cultuur van Marokkanen, Turken en Iraniërs noemen we dus een etnische cultuur. De dominante etnische cultuur in Nederland is dan ook de Nederlandse nationaliteit en cultuur. De mensen met een andere achtergond maken onderdeel uit van een etnische subcultuur (een kleinere cultuur binnen het land).
Zoals je kunt zien in de tabel hiernaast is de grootste groep inwoners van Nederland autochtoon (zijzelf en hun beide ouders zijn geboren in Nederland). Allochtonen zijn mensen die in het buitenland zijn geboren of van wie een van de ouders in het buitenland is geboren.
In Nederland zijn de meeste allochtonen van niet-westerse afkomst, zij komen uit gebieden zoals het Midden-Oosten en Afrika. De andere helft allochtonen komt uit het Westen, bijvoorbeeld uit andere Europese landen of uit Noord- en Zuid-Amerika.
Allochtonen kunnen gewoon de Nederlandse identiteit hebben en een Nederlands paspoort hebben. Soms kan het zelfs zo zijn dat zij naast het Nederlandse paspoort nog een ander paspoort hebben. Koningin Máxima bijvoorbeeld heeft zowel een Nederlands als een Argentijns paspoort. We noemen dit ook wel een dubbele nationaliteit hebben.
Alle allochtonen in Nederland kunnen deel uitmaken van een etnische subcultuur, namelijk de cultuur van het land van herkomst of het land waar zijn/haar ouder vandaan komen. Dat betekend echter niet dat zij niet onderdeel uitmaken van de Nederlandse cultuur.
![]()
![]() ![]()
|

Omdat er in Nederland een groot aantal allochtonen wonen uit verschillende landen en windstreken zijn er veel etnische subculturen in Nederland.
In bron 2 kun je zien waar de allochtonen in Nederland vandaan komen. Een groot gedeelte van de Nederlandse allochtonen komen uit Suriname en Indonesië, dat is best wel logisch zoals we hebben geleerd in hoofdstuk 2.
Voor sommige etnische subculturen is de afstand tot de dominante cultuur in Nederland niet zo groot, de allochtonen uit de EU-landen zullen bijvoorbeeld minder moeite hebben met de Nederlandse cultuur dan de allochtonen uit Afrika.
Iemands etnische cultuur hangt vaak nauw samen met je religieuze cultuur, allochtonen uit Marokko delen bijvoorbeeld vaak een religieuze cultuur omdat de dominante religieuze cultuur van dit land de Islam is. Dit versterkt het gevoel van een etnische subcultuur binnen Nederland, de Marokkaanse groep kan zich namelijk in meerdere aspecten als groep voelen.
Soms ligt de etnische subcultuur zo ver van de Nederlandse cultuur dat dit een botsing kan leveren, zo vinden allochtonen uit het Midden-Oosten het soms moeilijk dat vrouwen in Nederland zo veel vrijheid hebben. Nederlanders snappen op hun beurt weer niet dat vrouwen in het Midden-Oosten minder vrijheid hebben waardoor de twee meningen botsen. De beste manier om deze botsingen op te lossen is om voor wederzijds begrip te zorgen. Maar dat is natuurlijk erg moeilijk om te doen.
Toets: Vragen bij 4.2
4.3 Jeugdculturen
De meest interessante cultuur voor jullie is misschien wel de jeugdcultuur, dit zijn namelijk verschillende culturen binnen jullie eigen leeftijdscategorie.
De jeugdculturen kwamen op in de jaren '50 van de vorige eeuw. |
In de jeugdculturen kun je net als in de religieuze culturen een profiel gemakkelijk invullen.
Hippiecultuur Het Peaceteken is een symbool in de hippiecultuur, je De belangrijkste waarden van de hippiecultuur zijn vrijheid van meningsuiting, vrede en anti-geweld. Een voorbeeld van een norm binnen de hippiecultuur is dan ook het demonstreren tegen oorlogen en geweld. Een gewoonte van de hippies was om wiet te roken om te laten zien dat mensen vrij moesten zijn van regels en stress en gewoon moesten doen wat zij zelf wilden doen, wat goed voelde. |
Een dergelijk profiel kun je invullen voor de meeste jeugdculturen, net als religieuze culturen en etnische culturen hebben deze jeugdculturen ook normen, waarden en tradities.
Toets: Vragen bij 4.3
5. De Multiculturele Samenleving
5.1 Integratie
Wanneer mensen nieuw in Nederland komen is het belangrijk om ervoor te zorgen dat zij goed in Nederland kunnen wonen, dat zij goed in onze samenleving kunnen meedraaien. Een manier om hier voor te zorgen is om de nieuwkomers te laten integreren.
Integratie is het proces waarbij nieuwkomers veel van de Nederlandse gewoonten overnemen, maar ook veel van hun eigen cultuur houden. |
Integratie is het proces wat in Nederland het meest gebruikt word, of in ieder geval geprobeerd wordt. We proberen nieuwkomers te leren over de Nederlandse cultuur en onze tradities. De nieuwkomers (of asielzoekers) moeten uiteindelijk een inburgeringsexamen doen waarin zij moeten aantonen dat zij voldoende hebben geleerd over onze cultuur en onze taal. Niet iedereen is van mening dat deze methode ook echt werkt.
Dit zijn al 2 mensen die denken dat de integratie in Nederland anders moet, zij vinden dat een inburgeringsexamen niet voldoende is. En dat is misschien ook wel zo, we verwachten in Nederland namelijk wel dat immigranten Nederlands leren en leren over onze gebruiken en gewoonten. Maar zelf leren we eigenlijk maar erg weinig over waar deze immigranten vandaan komen, wat zij belangrijk vinden.
Er zijn een aantal voorwaarden voor integratie, zonder deze voorwaarden kan het nooit goed werken:
- Relatief weinig vooroordelen over elkaars cultuur
- Een positieve houding tegenover andere groepen
- Binding met de samenleving
Aan al deze voorwaarden kunnen/moeten wij als Nederlanders meewerken. Wij moeten proberen om ons in te lezen in de culturen van de asielzoeker, in ieder geval proberen te begrijpen waar zij vandaan komen. Hetzelfde moet de asielzoeker doen met de Nederlandse cultuur, zodat hij/zij begrijpt wat onze uitgangspunten zijn.
Een positieve houding tegenover elkaar, dit gaat natuurlijk beide kanten op. De asielzoeker moet een positieve houding hebben tegenover ons, maar wij ook tegenover de asielzoeker. Als we niet bereidt zijn om iemand op te nemen in onze samenleving kan diegene nog zo hard werken, geaccepteerd wordt hij toch nooit.
Een binding met de samenleving is lastiger om te bereiken, om iemand goed te laten opgaan in de samenleving moet hij/zij natuurlijk wel iets kunnen bijdragen aan deze samenleving. Hij moet in contact komen met Nederlanders, hij moet in contact komen met onze gebruiken en gewoonten en hij moet inzicht krijgen in onze normen en waarden. Dit zijn dingen die je niet gemakkelijk vanuit een boek kunt leren, we hebben in de voorgaande hoofdstukken wel gezien dat cultuur heel erg moeilijk samen te vatten is.
Integratie is moeilijk om te bereiken, het is iets waar we allemaal aan moeten meewerken. Maar hoe we dat het best kunnen doen staat niet vast. Er is altijd ruimte voor verbetering en misschien kunnen jullie die verbetering wel geven.
Toets: Vragen bij 5.1
5.2 Assimilatie
Wanneer mensen nieuw in Nederland komen is het belangrijk om ervoor te zorgen dat zij goed in Nederland kunnen wonen, dat zij goed in onze samenleving kunnen meedraaien. Een manier om hier voor te zorgen is om de nieuwkomers te laten assimileren.
Assimilatie is het proces waarbij nieuwkomers heel veel van hun eigen cultuur vervangen door de cultuur van Nederland. |
In dit proces verliezen de nieuwkomers dus veel van hun eigen cultuur, zij moeten zich volledig aanpassen aan de Nederlandse cultuur. Dit proces is dan ook heel erg moeizaam, het is namelijk erg moeilijk om je eigen cultuur los te laten.
Zelf kunnen veel Nederlanders dit ook niet doen, je ziet dit goed in de zwarte pieten-discussie. Mensen uit andere landen vinden dat we dit gewoon moeten aanpassen, wij zelf vinden dat het veel gevoeliger ligt omdat het een diepgewortelde traditie is in Nederland.
In dit fragment van RTL Late Night is de Amerikaanse documentairemaker Roger Ross Williams te gast. Hij heeft de documentaire Blackface gemaakt waarin hij uitlegt waarom hij vindt dat Zwarte Piet veranderd moet worden. Aan tafel zitten meerdere gasten, geen van deze gasten zegt zo gemakkelijk dat Zwarte Piet een andere kleur moet krijgen dan Williams. Als buitenstaander is hij ook niet verbonden met de traditie van Sinterklaas, de Nederlanders aan tafel zijn dat veel meer. |
De belangrijkste vraag die bij assimilatie gesteld moet worden is dan ook of het wel een goed idee is om mensen hun eigen cultuur helemaal op te laten geven. Er zijn natuurlijk ook culturele aspecten die zo erg botsen dat een nieuwkomer de nieuwe aspecten bijna niet kan overnemen omdat het zover van zijn/haar eigen normen en waarden afstaan.
Assimilatie kent niet dezelfde voorwaarden als integratie, deze theorie verwacht niet van Nederlanders dat zij de asielzoeker leren te begrijpen. Hij/zij moet zich volledig aanpassen aan de Nederlandse cultuur, alles wat wij dus moeten doen is deze persoon de Nederlandse cultuur aanleren. Hierbij doet zich wel hetzelfde vraagstuk voor als bij de integratie; hoe kunnen wij dit het best doen? Via een inburgeringsexamen zoals het nu gebeurt of moeten we zelf actief de asielzoekers iet leren over de cultuur. En als we dat zelf moeten doen; wat moeten we ze dan leren? We hebben in eerdere hoofdstukken al geleerd dat de Nederlandse cultuur erg moeilijk is en niet makkelijk samen te vatten.
Toets: Vragen bij 5.2
5.3 Segregatie
Naast het integreren en assimileren is er nog een theorie over nieuwkomers in een land. In plaats van ervoor zorgen dat de nieuwkomers samen gaan leven met de Nederlanders is het kernidee van deze theorie dat ze juist niet samen gaan leven met de Nederlanders, dit noemen we ook wel segregeren.
Segregatie is het proces waarbij er een sterke afscheiding is tussen de nieuwkomers en de Nederlanders. |
In het verleden was segregatie erg normaal, zelfs in bekende landen zoals de Verenigde Staten werd er aan segregatie gedaan. Het verleden toont wel aan dat segregatie geen goed idee is en dat het juist zorgt voor meer problemen in een land.
Een historisch voorbeeld van segregatie speelt zich af in de Verenigde Staten, toen de slavernij werd afgeschaft in de VS kregen donkere mensen niet dezelfde rechten als blanke mensen in dit land. Zo mochten donkere mensen niet in alle gebouwen of moesten ze op speciale momenten boodschappen doen. De zwarte gemeenschap werd volledig gesegregeerd van de blanke Amerikanen. Er was bijna geen contact tussen beide groepen, de zwarte gemeenschap was duidelijk minderwaardig aan de blanke gemeenschap. Dit zorgde uiteindelijk tot problemen tussen beide groepen.
Doordat Rosa Parks haar plaatsje in de bus niet op wilde geven ontstonden er rellen in heel Amerika, er werd nog wel geprobeerd dit tegen te houden maar de bom was al gebarsten. Uiteindelijk kon de regering niets anders doen dan de segregatie te stoppen, maar dit heeft wel heel erg veel moeite, levens en geld gekost. De segregatie van de zwarte bevolking van Amerika is overduidelijk mislukt.
Er zijn meer voorbeelden zoals de segregatie van donkere mensen in Amerika, zoals bijvoorbeeld de nazi's met de joodse bevolking. Er zijn echter geen succesverhalen over segregatie, vandaar dat de Nederlandse overheid actief segregatie tegenhoudt door wetten tegen discriminatie.