Niet alleen als je spreekt maar ook als je schrijft probeer je je zinnen zo goed en aantrekkelijk mogelijk te formuleren. Een prettige manier van formuleren zorgt voor meer aandacht van je publiek. In dit onderdeel behandelen we veel voorkomende taalfouten en geven we een aantal aanwijzingen voor je woordkeuze en zinsbouw.
Veel voorkomende taalfouten:
Dubbelop
Onjuiste herhaling
Tautologie
Pleonasme
Contaminatie
Dubbele ontkenning
Fouten met verwijzen
Onjuist verwijzen
Slordig verwijzen
Fouten met congruentie
De dat/als -constructie
Foutieve weglating (samentrekking) en
foutieve beknopte bijzinnen
Aanwijzingen woordgebruik:
Het gebruik van archaïsmen (synoniemen voor moeilijke en deftige woorden)
Voorzetseluitdrukkingen
Barbarismen
Aanwijzingen zinnen:
Woordvolgorde en ontspoorde zinnen
Het gebruik van de lijdende vorm
Bekijk het filmpje:
Planning
De module 'Formuleren' bestaat uit de volgende onderdelen:
Onderdeel
Tijd
Inleiding
0,5 les
Dubbelop
2,5 lessen
Verwijswoorden
2 lessen
Incongruentie
1 les
Dat/als-constructie
1 les
Foutieve weglating
1 les
Foutieve beknopte bijzin
1 les
Aanwijzing woordgebruik
2 lessen
Aanwijzing zinsbouw
2 lessen
Totaal
13 lessen
Dubbelop
Dubbelop
Dubbelop 1: Herhaling
Je kan twee of meer keer hetzelfde woord herhalen. Als je dat doet moet je je wel afvragen of de herhaling een functie heeft.
Goed is:
Geld, geld is het enige wat hem bezighoudt.
Fout is:
Na dat slecht gemaakte tentamen wilde zij over de gevolgen voor haar studie niets meer over zeggen.
=> tweede over weglaten
Aan dat gedrag van hem krijgen wij een steeds grotere hekel aan.
=> tweede aan weglaten
Bekijk het filmpje:
Dubbelop 2: Tautologie
Met een tautologie zeg je twee keer hetzelfde met verschillende woorden. Deze woorden zijn dus synoniemen en behoren tot dezelfde woordsoort.
Meestal noemen we een tautologie een taalfout maar je kunt een tautologie met opzet als stijlmiddel gebruiken.
Goed is:
De koning werd met pracht en praal begraven.
Het was in de kleedkamer alleen maar kommer en kwel na de nederlaag.
Fout is:
Het gebeurt soms ook wel eens dat hij helemaal niet komt.
=> soms of wel eens weglaten
Door de hevige sneeuwval kon je de weg haast bijna niet meer zien.
=> haast of bijna weglaten
Dubbelop 3: Pleonasme
Met een pleonasme zeg je twee keer hetzelfde met verschillende woorden. Deze woorden behoren niet tot dezelfde woordsoort.
Een pleonasme gebruik je om een eigenschap van iets te benadrukken (grijs beton, witte schimmel, groen gras etc.). Als je een pleonasme gebruikt, moet je je wel afvragen of dat een functie heeft.
Goed is:
Ik vind dat je een prachtige ronde cirkel hebt getekend.
Fout is:
Ze kregen eindelijk toestemming om hun huis te mogen gaan bouwen.
=> kregen toestemming te gaan bouwen, of: mochten gaan bouwen.
De wedstrijd zal naar een later tijdstip uitgesteld moeten worden.
=> Zal naar een later tijdstip verplaatst moeten worden, of: zal uitgesteld moeten worden.
In dat sprookje speelde een grote reus een belangrijke rol.
=> grote weglaten
We kregen bij de boodschappen een gratis cadeau.
=> gratis weglaten
Dubbelop 4: Contaminatie
Als je twee woorden of uitdrukkingen ten onrechte vermengt, spreek je van een contaminatie.
Voorbeelden:
Zijn opa rookte als een ketting.
=> kettingroker en rookte als een ketter
Na die lastige vraag haalde ik alles door de war.
=> haalde door elkaar of: raakte in de war
De secretaris neemt tijdens de jaarvergadering altijd het hoogste woord.
=> heeft het hoogste woord of: neemt het woord
De oorzaak van dat ongeval is te wijten aan zijn roekeloze rijgedrag.
=> de oorzaak is of: het ongeval is te wijten aan
Dubbelop 5: Dubbele ontkenning
Dubbele ontkenningen komen vaak voor in de spreektaal en dan hebben ze een versterkende functie. Dit gebruik wordt echter afgeraden (voorbeeld 1).
In zinnen met 'ontkennende' werkwoorden (voorbeeld 2 en 3) wordt soms ten onrechte een tweede ontkenning toegevoegd.
Voorbeelden:
Ik gebruik nooit geen suiker in de koffie.
=> nooit of: geen
De gemeente wil voorkomen dat er geen ongeregeldheden ontstaan.
=> voorkomen dat er ongeregeldheden ontstaan, of: wil dat er geen ongeregeldheden ontstaan
De schoolleiding verbiedt de leerlingen geen vuurwerk af te steken.
=> verbiedt leerlingen vuurwerk af te steken, of: wil dat de leerlingen geen vuurwerk afsteken
Opdrachten 1-4
Opdracht 1: Herhaling
Hebben de herhalingen in de volgende zinnen een functie?
Aan de lessen Frans van die leraar heb ik niets aan gehad.
O, als ik dood zal, dood zal zijn
kom dan en fluister, fluister iets zachts.
J.H. Leopold
Ik heb geen geld en ik heb er ook geen zin in ook.
Niets, maar dan ook niets wil ik daar nog mee te maken hebben!
Kun je mij vertellen waarvan je komst vanaf hangt?
Waar, o waar heb ik dat bestand ook al weer opgeslagen?
Nee, nee en nog eens nee, riep haar moeder toen ze voor de zoveelste keer om een snoepje zeurde.
Opdracht 2: Tautologie of pleonasme?
Schrijf de woorden op die een tautologie of pleonasme vormen.
Schrijf op of het om een tautologie of pleonasme gaat.
Vanzelfsprekend ben ik natuurlijk bereid de consequenties daarvan te dragen.
Hij veronderstelt dat zijn buurman het vermoedelijk heeft gedaan.
In zijn brief van d.d. dato 3 januari 1963 voorspelt hij dat er een Elfstedentocht zal komen.
De dader had het dode lijk in de tuin begraven.
Hij kreeg die kaasschaaf gratis bij aankoop van een kilo kaas.
Hij heeft die reactie opzettelijk uitgelokt met zijn opmerking.
We hebben nog steeds geen rekening ontvangen, hoewel we de koelkast reeds twee weken al in huis hebben staan.
Na veel gedoe kreeg de asielzoeker alsnog toestemming om te mogen blijven.
Voor onze fractie is de doodstraf nooit ofte nimmer aanvaardbaar.
Opdracht 3: Contaminaties
Welke woorden of uitdrukkingen zijn door elkaar gehaald?
Heb je je wel beseft wat dat voor ons inkomen gaat betekenen?
Ik vrees dat ik die deur overnieuw moet schilderen.
Waarom vertel je dat niet tegen je ouders?
Op vakantie lees ik het nieuws op de iPAD om op de hoogte te blijven met de actualiteit in Nederland.
Volgens mijn mening zal de Zwarte Pietendiscussie vanzelf overgaan.
Robben zal zijn ploeg wel eens flink de pan uitvegen.
Als kind zijnde gingen we altijd naar Zeeland op vakantie.
Toen het niet doorging viel er een pak van mijn hart.
Van die onzin die hij je opschotelt moet je niets geloven.
Gelukkig lieten de spelers van Oranje de moed niet in hun schoenen zinken.
Opdracht 4: Dubbele ontkenning/contaminatie
Wat is de fout: dubbele ontkenning of contaminatie?
Welk woord/woorddeel moet je weglaten om een goede zin te krijgen?
Ik kan je verbieden om dat niet te doen.
Het Nederlands hockeyelftal kreeg ongenadeloos op zijn kop van Australië.
Ik heb er nooit geen zin in om naar fitness te gaan.
De mentor zou wel even nachecken op de cijfers goed waren ingevuld.
Wanneer gaan jullie overswitchen naar zonne-energie?
De politie zal meer patrouilleren om te voorkomen dat er niet nog een keer wordt ingebroken.
In korte tijd hadden ze alles opgeconsumeerd.
Hij dacht hij die back makkelijk kon voorbij passeren.
Mijn vader gelooft er niets niemendal van.
In die werkkampen werden de gevangenen onmeedogenloos behandeld.
Verwijswoorden
Verwijswoorden
Verwijswoorden wijzen vooruit of terug naar woorden, woordgroepen of zinnen.
Het antecedent (datgene waarnaar verwezen wordt) bepaalt welk verwijswoord je moet gebruiken. Bij woordgroepen wordt dat bepaald door het kernwoord.
Bekijk het filmpje:
Bij verwijzingen met persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden
maken we onderscheid tussen mannelijke, vrouwelijke en onzijdige woorden (het-woorden).
hij en zijn verwijzen naar mannelijke (m) woorden
zij en haar verwijzen naar vrouwelijke (v) woorden
het en zijn naar onzijdige (o) woorden
Die en deze verwijzen naar de-woorden en dat en dit naar het-woorden.
Voorbeelden:
Hij kende de weg goed omdat hij die/deze al vaak had gereden.
Als je het fornuis wil verkopen moet je dat/dit maar op Marktplaats zetten.
Opmerking: Namen van landen en steden zijn onzijdig.
Als je twijfelt over het geslacht van een woord, kun je een woordenboek raadplegen of gebruik maken van de website: http://www.inventio.nl/genus/
Op de volgende pagina's vind je uitleg en voorbeelden:
over het gebruik van dat of wat;
over het gebruik van wie of waar;
over het gebruik van hun, hen of ze;
over onjuiste en slordige verwijswoorden.
Dat of wat? Dat gebruik je: als je verwijst naar het-woorden. Voorbeeld: Het werk achter de kassa dat zij regelmatig doet, levert haar niet veel op.
Wat gebruik je:
na onbepaalde voornaamwoorden als veel, niets, iets, alles en het enige;
na de overtreffende trap: het beste wat, het eerste wat, het liefste wat;
als je wat kunt vervangen door datgene wat: Ik zie, ik zie wat jij niet ziet;
als wat verwijst naar een hele zin: Zij zat telkens te lachen, wat de leraar irriteerde.
Wie of waar?
Verwijzen naar personen: voorzetsel + wie Voorbeeld:
De jongen met wie ik op vakantie ga.
Verwijzen naar zaken/dingen: waar + voorzetsel Voorbeeld: Het probleem waarover wij debatteerden.
Hun, hen of ze? Hun gebruik je als:
bezittelijk voornaamwoord meervoud: Hun oma woont bij mij om de hoek.
als meewerkend voorwerp zonder voorzetsel:
Je moet hun vragen of ze ook komen.
Hen gebruik je als:
als lijdend voorwerp:
Ik zie hen al van verre aankomen.
na een voorzetsel:
Wij zouden dat ook van hen krijgen.
Opmerkingen: Hun mag je nooit als onderwerp gebruiken.
Als je niet zeker weet of je hun of hen moet gebruiken kun je altijd ze gebruiken.
Onjuiste of slordige verwijswoorden
Taalfouten kunnen ontstaan bij het gebruikmaken van verwijswoorden.
We maken onderscheid tussen onjuiste en slordige verwijswoorden.
Voorbeelden van onjuiste verwijswoorden:
Hem werd een contract aangeboden die nogal wat onduidelijkheden bevatte. Die moet zijn dat want het is het contract (o).
De scholier stelde de staatssecretaris voor een probleem wat ze niet direct kon oplossen. Wat moet zijn dat want het is het probleem (o).
De Nederlandse scholierenbevolking heeft zijn stem laten horen. Zijn moet zijn haar want bevolking is een vrouwelijk woord (v).
Dat is het beste dat ik ooit gedaan heb. Dat moet zijn wat want na de overtreffende trap gebruik je wat.
Ze doen waar hun zin in hebben. Hun moet zijn ze. Hun mag je niet als onderwerp gebruiken.
Voorbeelden van slordige verwijswoorden:
Het moet altijd duidelijk zijn waarnaar een verwijswoord verwijst. Wat niet mag is dat een verwijswoord verwijst naar iets wat niet in de tekst staat. Voorbeeld:
Literatuur in 4 havo is vaak lastig. Ze zijn niet voor elke leerling leuk om te lezen
(ze verwijst iets wat niet in de tekst staat namelijk naar boeken).
Het moet altijd duidelijk zijn waarnaar wordt verwezen, kortom het moet duidelijk zijn wat het antecedent is. Voorbeeld:
Er ontstonden toch enkele relletjes ondanks de goede organisatie. Daarvoor moet men waardering hebben (daarvoor is dat het feit dat er rellen ontstonden of de goede organisatie?).
Een verwijswoord mag niet naar een deel van een woord verwijzen. Voorbeeld:
Er is niet veel belangstelling in Nederland voor wat de waterpoloërs op dat gebied internationaal presteren (op dat gebied verwijst naar waterpolo).
Opdrachten 5-9
Je gaat nu een aantal oefeningen maken. Hierbij moet je steeds het juiste verwijswoord kiezen.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Onderwerp en persoonsvorm moeten gelijk zijn in getal.
Als het onderwerp enkelvoudig is, moet de persoonsvorm ook enkelvoudig zijn.
Als het onderwerp meervoudig is, moet de persoonsvorm ook meervoudig zijn.
Gelijkheid in getal noemen we congruentie.
Fout is:
Een groot aantal mensen (o) zijn (pv) tegen het plan van de gemeente. Zijn moet zijn: is (aantal is enkelvoudig)
De waarheid van de verslagen over de gebeurtenissen (o) konden (pv) niet makkelijk worden aangetoond. konden moet zijn: kon (waarheid is enkelvoudig)
Volgens Van Gaal heeft (pv) de media (o) er weer niets van begrepen.
Goed is:
de media hebben. (media is het meervoud van medium)
Bekijk het volgende filmpje:
Opdracht 10
Congruentie
In de volgende zinnen staan fouten in de congruentie.
Herschrijf de zinnen.
Het nieuwe virus is een groot gevaar dat de zeehonden bedreigen.
De serie columns die Hanna Bervoets in de Volkskrant schrijft, zijn erg leuk om te lezen.
Na vreselijke dingen te hebben meegemaakt kwamen de groep vluchtelingen aan bij de grens met Turkije.
Dit soort opmerkingen komen de relatie niet ten goede.
Een aantal van de demonstranten wilden de actie nog niet opgeven.
Ik denk dat het merendeel van de leerlingen daar niet blij mee zijn.
De berichten over het vertrek van de jongen zorgde voor veel onrust in de familie.
Alle aanwezigen worden een bijdrage gevraagd.
Er kwamen een massa fans af op het bezoek van de groep aan Nederland.
De kosten die dat bezoek met zich meebrengen, worden door de firma betaald.
Dat - als
Dat - als
Dat/als-constructie
In de volgende zinnen geven de gecursiveerde delen een voorwaarde aan.
Je kunt zo'n voorwaarde beter achteraan de zin zetten. Een aparte zin er van maken mag ook. Als je van 'ik denk' of 'ik vind' 'volgens mij' maakt, kun je het probleem vermijden.
Fout is:
Er is een grote kans, dat als het gemeentebestuur niets doet tegen de vuurwerkoverlast, burgers het heft in handen gaan nemen.
Koop nu een energiezuinige koelkast, zodat als de energieprijzen weer stijgen, jij goedkoop kan koelen.
Goed is:
Er is een grote kans, dat burgers het heft in handen gaan nemen, als het gemeentebestuur niets doet tegen de vuurwerkoverlast.
Koop nu een energiezuinige koelkast, zodat jij goedkoop kan koelen, als de energieprijzen weer stijgen.
Bekijk het volgende filmpje:
Opdracht 11
Dat/als-constructie
De dat/als-constructie in de volgende zinnen is niet goed.
Herschrijf de zinnen.
De westerse landen moeten beter samenwerken zodat wanneer er weer een crisis in Oost-Europa dreigt, ze beter voorbereid zijn.
Ze wilden nog geen kaartjes voor Lowland kopen omdat als het slecht weer wordt, ze nog iets anders kunnen gaan doen.
Hij zegt al jaren dat als hij het wat rustiger aan kan doen, hij veel meer tijd voor zijn hobby zou hebben.
Ik denk dat als je succes wil hebben, je eerst goed moet trainen.
Iedereen weet inmiddels wel dat wanneer je minder kans op een hartaanval wil hebben, je meer moet bewegen en vers fruit moet eten.
Je ziet bij het Engels dat omdat spelling en uitspraak zo verschillen, het bijna onmogelijk is om de spelling goed te leren.
Fouten
Fouten
Weglating (samentrekking)
In zinnen die verbonden zijn door en of maar kun je soms een of meer zinsdelen weglaten. Dat noemen we samentrekken.
Weglating mag alleen als de woorden die je weglaat in beide zinnen:
dezelfde grammaticale functie hebben (onderwerp, meewerkend voorwerp, koppelwerkwoord etc.)
Fout is:
De smartphone van de HEMA kost nog geen 170 euro en vind ik mooi.
('de smartphone' is in de eerste zin onderwerp en de tweede zin lijdend voorwerp)
dezelfde grammaticale vorm hebben (enkelvoud of meervoud)
Fout is:
Er wordt een verkeersdrempel aangelegd en huizen gebouwd.
(na 'en' moet 'worden' ingevoegd worden)
dezelfde betekenis hebben
Fout is:
De bokser trok zijn badjas uit en zich niets van het publiek aan.
(trekken is in uittrekken letterlijk en in zich aantrekken van figuurlijk gebruikt.
Bekijk het filmpje:
Beknopte bijzin
In een beknopte bijzin staat geen onderwerp (het zogenaamde verzwegen onderwerp). Als je er een gewone bijzin van maakt, moet het onderwerp uit die bijzin verwijzen naar dezelfde persoon/ zaak als het onderwerp uit de hoofdzin.
Fout is: Slapend bracht mijn vader mij naar mijn bed.
(Mijn vader (onderwerp) slaapt niet, maar ik.)
Goed is: Terwijl ik sliep, bracht mijn vader mij naar mijn bed.
Fout is: Na de garagedeur te hebben geschilderd barstte er een onweer los.
(Onweer (onderwerp) is niet degene die geschilderd heeft.)
Goed is: Nadat ik de garagedeur had geschilderd barstte er een onweer los.
Fout is: Wandelend in het park ging de zon al snel onder.
(De zon (onderwerp) wandelt niet).
Goed is: Terwijl ik in het park wandelde, ging de zon al snel onder.
Er zijn drie soorten beknopte bijzinnen:
met te + infinitief
Voorbeeld: Na de garagedeur te geschilderd te hebben begon ik met de voordeur.
met een voltooid deelwoord
Voorbeeld: Slapend werd ik door mijn vader naar mijn bed gebracht.
met een onvoltooid deelwoord
Voorbeeld: Wandelend in het park zag ik dat de zon al snel onder ging.
Bekijk het filmpje:
Opdrachten 12-13
Opdracht 12: Weglating
De volgende zinnen bevatten foutieve samentrekkingen. Verbeter de zinnen.
Hier werd veel gespeeld en muren met graffiti bespoten.
De schaatser stond op het bordes van het stadhuis en werd een erepenning overhandigd.
Godelief maakte eerst het logeerbed op en vervolgens zichzelf.
Ben is een grote liefhebber van de natuur en dan ook veel buiten.
Deze wasmachine is deze week honderd euro goedkoper en heeft mijn vrouw daarom gekocht.
De prijzen zijn wel wat hoger, maar de service ook veel beter.
Deze tweet is beledigend van toon en zal ik dan ook niet beantwoorden.
Angela smeerde haar gezicht in en hem daarna snel naar het strand.
Opdracht 13: De beknopte bijzin
De volgende zinnen bevatten een onjuiste beknopte bijzin. Verbeter de zinnen.
Te laat op school komend, was de klas al bezig met het proefwerk.
Na de opgave geprint te hebben, bleek de inkt al weer op te zijn.
Na de koffie gedronken te hebben, kwam de ober met onze rekening.
Spelend in de tuin, kwam de bal op het dak van de buren.
Fietsend langs het kanaal, kwam de regen plots met bakken uit de lucht vallen.
Mijn ouders hebben me geleerd met mes en vork te eten.
Bij de bushalte aangekomen, reed de bus naar Utrecht net weg.
Liggend onder de boom, viel de appel bijna op mijn gezicht.
Na te zijn overleden, brachten wij onze vader naar zijn laatste rustplaats.
Zonder zich iets aan te trekken van de protesten van de studenten, zagen we de minister het podium verlaten.
Woordgebruik
Woordgebruik
Aantrekkelijk taalgebruik: woordgebruik
Voor luisteraar en lezer is het prettig als taal correct geformuleerd en in een prettige stijl geschreven is.
We behandelen hier een aantal stijlkwesties op woordniveau.
A. Het gebruik van archaïsmen We noemen woorden die sterk verouderd/niet gangbaar meer zijn archaïsmen.
Je kunt ze beter niet gebruiken en vervangen door minder deftiger synoniemen.
voorzetten is beter dan bestendigen
leuk / grappig is beter dan koddig
aanbellen is beter dan aanschellen
daarom is beter dan derhalve
verwerpelijk is beter dan abject
Bekijk het filmpje:
N.B. Sommige woorden komen in bepaalde situaties wel en in andere niet archaïsch over.
Zo is het gebruik van de persoonlijke voornaamwoorden gij en ge in Vlaanderen en
Brabant heel gewoon, terwijl dat in de rest van Nederland niet zo is.
B. Voorzetseluitdrukkingen Nogal wat teksten bevatten veel voorzetseluitdrukkingen.
Voor de lezer is het prettiger als je die vervangt door één voorzetsel.
Ten aanzien van vervangen door: over Met betrekking tot vervangen door: voor
Let er op dat je de juiste voorzetsels gebruikt.
Fout is:
In vergelijking tot de resultaten van klas 4b vallen de resultaten in onze klas mee. => in vergelijking met
Bij zijn afscheid werd ook nog even stilgestaan voor zijn verdiensten voor het vrijwilligerswerk. => stilstaan bij
C. Barbarismen
Barbarismen of leenvertalingen zijn woorden en uitdrukkingen die onterecht uit vreemde talen zijn overgenomen.
We onderscheiden woorden die uit het Engels zijn overgenomen (anglicismen), uit het Duits (germanismen) en uit het Frans (gallicismen).
Gemanismen
beduidend in plaats van aanmerkelijk
eerstens in plaats van ten eerste
middels in plaats van door middel van
Anglicismen
de Obama-administratie in plaats van de regering Obama
sale in plaats van uitverkoop
het tiende hoogste gebouw in plaats van het op negen na hoogste gebouw
Gallicismen
duur kosten in plaats van is duur of kost veel
artistieke middens in plaats van artistieke kringen
de trainer onderstreepte het belang van... in plaats van ...benadrukte
Opdrachten 14-17
Opdrachten 14-17
Je gaat nu een aantal opdrachten maken over woordgebruik.
Opdracht 14 Kies uit de rechterkolom een goed synoniem.
Naast het woordgebruik is ook de zinsbouw belangrijk als je aantrekkelijk wil schrijven. We behandelen hier een aantal stijlkwesties op zinsniveau.
A. Verkeerde woordvolgorde
Woorden die bij elkaar horen moet je zo dicht mogelijk bij elkaar zetten.
Fout is: Iedereen kan niet op wintersport.
Goed is: Niet iedereen kan op wintersport.
B. Ontspoorde zinnen (anakoloeten)
Als je te lange zinnen maakt, loop je het gevaar dat je zin 'ontspoort'.
Zo'n zin noemen we een ontspoorde zin of anakoloet.
Fout is: Het is te verwachten dat mensen die naar de film 'Komt een vrouw bij de dokter' gaan, en dat zullen er waarschijnlijk veel zijn, die zullen niet de zaal uitlopen van ergernis.
Goed is: ..... en dat zullen er waarschijnlijk veel zijn, niet de zaal uitlopen van ergernis.
C. De lijdende (passieve) vorm
In de meeste zinnen verricht het onderwerp de handeling die in het gezegde wordt genoemd. Deze zinnen staan in de bedrijvende (actieve) vorm.
In een zin in de lijdende (passieve) vorm is het lijdend voorwerp uit de bedrijvende vorm onderwerp geworden en het onderwerp een bepaling met ’door’.
In een zin in de lijdende vorm staat ook altijd een vorm van het werkwoord 'worden' of 'zijn'. Zinnen in de lijdende vorm vindt men minder direct (omslachtig) en daarom geeft men de voorkeur aan de bedrijvende (actieve) vorm.
Dus liever:
Ik voer de kippen elke ochtend.
De ING heeft 1700 werknemers ontslagen.
Maar: Als je de handeling centraal stelt en niet de handelende persoon, kan je de lijdende vorm wel gebruiken:
De kippen worden elke ochtend (door mij) gevoerd.
1700 werknemers zijn (door ING) ontslagen.
Bekijk het filmpje met uitleg over lijdende en bedrijvende vorm:
Opdrachten 18-19
Opdracht 18: Verkeerde woordvolgorde of ontspoorde zin
Lees de volgende zinnen.
Geef per zin de soort fout aan:
A = verkeerde woordvolgorde of B = ontspoorde zin.
Verbeter vervolgens de zin.
De automobilist uit Kerkrade werd vanwege de aanrijding waarbij drie mensen omkwamen tot een taakstraf veroordeeld.
De kamer was donker en verwaarloosd die zij kon huren.
De vorig jaar van mijn reis naar Nepal meegebrachte muts heeft mijn dochter laten liggen in een restaurant.
Ik heb die app al lang gedownload die je aanraadde.
De begeleider was lui en sprak slecht Frans die we meekregen.
Mijn buurman, hij is stuurman op een cruiseschip geweest, hij zei dat hij heel veel van de wereld heeft gezien.
Toen de gasten van het hotel in paniek raakten doordat er brand was uitgebroken, deelde brandweer mee dat ze, als iedereen rustig bleef, hij veilig met de ladderwagen naar beneden kon.
De muziekvoorkeur van die oudjes valt nogal wat op aan te merken.
Opdracht 19: Van lijdende naar bedrijvende vorm
Zet de volgende zinnen in de bedrijvende (actieve) vorm.
Over tien dagen worden de gesprekken tussen Nederland en België over de Westerschelde hervat.
Van de subsidieregeling voor zonnepanelen wordt door steeds meer mensen gebruik gemaakt.
In de bebouwde kom wordt door veel bestuurders nog veel te hard gereden.
In Heerenveen werd door de Nederlandse schaatsploeg hard getraind voor het komende kampioenschap.
Door de secretaris werd het nieuwe lid informatie verstrekt over het lidmaatschap van de partij.
Door de ziektekostenverzekering werd veel aandacht besteed aan de voorlichting over het nieuwe polisjaar.
Door de overheid wordt in haar campagne tegen alcoholgebruik onder jongeren gewezen op de schade die alcohol kan veroorzaken aan hersenen en andere organen.
Antwoorden
Antwoorden
Dubbelop
Opdracht 1 Herhaling
Aan ... aan => fout
dood ... dood => wel een functie
ook ... ook => fout
Niets ... niets => wel een functie
waarvan ... vanaf => geen functie
Waar ... waar => wel een functie
Nee… nee… nee => wel een functie
Opdracht 2 Tautologie en Neoplasme
A. Vanzelfsprekend ... natuurlijk
B. tautologie
A. veronderstelt ... vermoedelijk
B. pleonasme
A. van d.d. 3 januari
B. pleonasme
A. dode lijk
B. pleonasme
A. kreeg gratis
B. pleonasme
A. opzettelijk uitgelokt
B. pleonasme
A. reeds ... al
B. tautologie
A. toestemming ... mogen
B. pleonasme
A. nooit ... nimmer
B. tautologie
Opdracht 3 Contaminaties
Beseft en je gerealiseerd
Opnieuw en over
Zeg je dat niet tegen en vertel je dat niet aan
Op de hoogte blijven van en bekend zijn met
Volgens mij en Mijn mening is dat
De mantel uitvegen en Een veeg uit de pan geven
Als kind en kind zijnde
Last van mijn schouder gevallen en het was een pak van mijn hart
Opdissen en voorschotelen
Lieten de moed niet zakken of zonk de moed niet de schoenen
Opdracht 10 Achter de juiste persoonsvorm staat telkens het woord dat de vorm van de persoonsvorm bepaalt.
bedreigen => bedreigt (gevaar = enkelvoud)
zijn => is (serie = enkelvoud)
kwamen => kwam (de groep = enkelvoud)
komen => komt (soort = enkelvoud)
wilden => wilde (aantal = enkelvoud)
zijn => is (merendeel = enkelvoud)
zorgde => zorgden (berichten = meervoud)
worden => wordt (iemand (impliciet onderwerp) verzoekt aan alle aanwezigen (= meewerkend voorwerp))
kwamen => kwam (massa = enkelvoud)
meebrengen => meebrengt (bezoek = enkelvoud)
Dat/als-constructie
Opdracht 11
De westerse landen moeten beter samenwerken zodat ze beter voorbereid zijn, wanneer er weer een crisis in Oost-Europa dreigt.
Ze wilden nog geen kaartjes voor Lowland kopen omdat ze nog iets anders kunnen gaan doen, als het slecht weer wordt.
Hij zegt al jaren dat hij veel meer tijd voor zijn hobby zou hebben, als hij het wat rustiger aan kan doen.
Ik denk dat je eerst goed moet trainen, als je succes wil hebben.
Iedereen weet inmiddels wel dat je meer moet bewegen en vers fruit moet eten, wanneer je minder kans op een hartaanval wil hebben.
Je ziet bij het Engels dat het bijna onmogelijk is om de spelling goed te leren, omdat spelling en uitspraak zo verschillen.
Fouten
Opdracht 12
Hier werd (enkelvoud) veel gespeeld en werden (meervoud) muren met graffiti bespoten.
De schaatser (onderwerp) stond op het bordes van het stadhuis en hem (meewerkend voorwerp) werd een erepenning overhandigd.
Godelief maakte eerst het logeerbed op (het bed opmaken) en maakte (zich opmaken) vervolgens zichzelf op.
Ben is (koppelwerkwoord) een grote liefhebber van de natuur en (hij) is (zelfstandig werkwoord) dan ook veel buiten.
Deze wasmachine (onderwerp) is deze week honderd euro goedkoper en die (lijdend voorwerp) heeft mijn vrouw daarom gekocht.
De prijzen zijn (meervoud) wel wat hoger, maar de service is (enkelvoud) ook veel beter.
Deze tweet (onderwerp) is beledigend van toon en die (lijdend voorwerp) zal ik dan ook niet beantwoorden.
Angela smeerde (besmeren) haar gezicht in en smeerde (er vandoor gaan) hem daarna snel naar het strand.
Opdracht 13
Toen ik/hij/zij te laat op school kwam, was de klas al bezig met het proefwerk.
Nadat ik/hij/zij de opgave geprint had, bleek de inkt al weer op te zijn.
Nadat wij de koffie hadden gedronken, kwam de ober met onze rekening.
Toen ik/hij/zij/wij in de tuin speelde(n), kwam de bal op het dak van de buren.
Terwijl ik/hij/zij wij langs het kanaal fietste(n), kwam de regen plots met bakken uit de lucht vallen.
Mijn ouders hebben me geleerd dat ik met mes en vork moet eten.
Toen ik/hij/zij wij bij de bushalte aankwam(en), reed de bus naar Utrecht net weg.
Terwijl ik onder de boom lag, viel de appel bijna op mijn gezicht.
Nadat onze vader was overleden, brachten wij hem naar zijn laatste rustplaats.
Zonder dat hij/zij zich iets aantrok van de protesten van de studenten, zagen we de minister het podium verlaten.
Woordgebruik
Opdracht 14
1 = b
10 = m
2 = f
11 = a
3 = g
12 = e
4 = q
13 = o
5 = h
14 = l
6 = j
15 = n
7 = d
16 = r
8 = p
17 = k
9 = c
18 = i
Opdracht 15
Met betrekking tot => over
ten behoeve van => voor
Als gevolg van => door
ten behoeve van = voor
Met behulp van => met
Onder invloed van => door
Ter zake van => over
Door middel van => door
Opdracht 16
1. bij of in
11. naar
2. tot
12. om
3. op
13. aan
4. uit
14. aan
5. op
15. aan
6. aan
16. op
7. bij
17. voor
8. voor
18. onder
9. met
19. aan
10. over
Opdracht 17
1 = m
10 = g
2 = h
11 = b
3 = k
12 = c
4 = l
13 = n
5 = d
14 = j
6 = a
15 = e
7 = i
8 = o
9 = f
Zinsopbouw
Opdracht 18
1 = B
2 = Vanwege de aanrijding waarbij drie mensen omkwamen werd de automobilist uit Kerkrade veroordeeld tot een taakstraf.
1 = A
2 = De kamer die zij kon huren was donker en verwaarloosd.
1 = B
2 = De muts die ik vorig jaar heb meegebracht van mijn reis naar Nepal heeft mijn dochter laten liggen in een restaurant.
1 = A
2 = Ik heb die app die je aanraadde al lang gedownload.
1 = A
2 = De begeleider die we meekregen was lui en sprak slecht Frans.
1 = B
2 = Mijn buurman, hij is stuurman op een cruiseschip geweest, zei dat hij heel veel van de wereld heeft gezien.
1 = B
2 = Toen de gasten van het hotel in paniek raakten doordat er brand was uitgebroken, deelde de brandweer mee dat ze, als iedereen rustig bleef, veilig met de ladderwagen naar beneden konden.
1 = A
2 = Op de muziekvoorkeur van die oudjes valt nogal wat aan te merken.
Opdracht 19
Over tien dagen hervatten Nederland en België hun gesprekken over de Westerschelde.
Steeds meer mensen maken gebruik van de subsidieregeling voor zonnepanelen.
Veel bestuurders rijden in de bebouwde kom nog veel te hard.
In Heerenveen trainde de Nederlandse schaatsploeg hard voor het komende kampioenschap.
De secretaris verstrekte het nieuwe lid informatie over het lidmaatschap van de partij.
De ziektekostenverzekering besteedt veel aandacht aan de voorlichting over het nieuwe polisjaar.
De overheid wist in haar campagne tegen alcoholgebruik onder jongeren op de schade die alcohol kan veroorzaken aan hersenen en andere organen.
Het arrangement Module Formuleren H5 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Valesca van Diejen
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
De of het?
Deze, die, dat of dit?
Hen of hun?
Dat, wat, wie, waarop, etc.
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.