Inleiding
Opdracht
Hoi groep 5!
De opdrachten zijn verschillende testjes, maar wil je iets op een andere manier testen en zijn de materialen er, dan mag dat natuurlijk ook!
Aan het einde van de les wil ik wel een antwoord op de onderzoeksvraag: "Op welk deel van je huid voel je het best?"
Aan het einde van de les geven jullie een korte presentatie. Hierin vertellen jullie wat je hebt geleerd en waar op de huid je het beste voelt.
Heel veel succes!
Juf Elsbeth
proefje 1
Bij dit proefje ga je kijken of je beter voelt met de bovenkant van je hand of met de onderkant van je voet.
Maar eerst stuur je iemand naar de gang, voordat je het filmpje mag bekijken.
Je mag natuurlijk ook op andere delen van het lichaam testen!
Is er iemand naar de gang? Kijk maar naar het filmpje!
proefje 2
Bij proefje 2 ga je het verschil tussen warm en koud voelen. Soms is het buiten heel koud en binnen lekker warm, maar na lang binnen zijn heb je het binnen dan toch weer koud. Hoe kan dat?
3 bakjes
warm en koud water
5 ijsklontjes
stappen
1. Vul het eerste bakje met koud water en doe daar ijsklontjes bij.
2. Vul dan een bakje met lauw water door koud en warm water uit de kraan te mengen.
3. Vul dan een bakje met warm water.
4. Houd je linkerhand in het bakje met koud water en je rechter hand in het bakje met warm water.
5. Tel tot 60, houd ondertussen je handen in de twee bakjes met water.
Wat denk je dat er gebeurd als je de volgende stap zo gaat uitvoeren?
6. Doe nu je linkerhand in het lauwe water, daarna doe je gelijk je rechterhand erbij.
Wat gebeurd er? Hoe zou dit komen?
|
proefje 3
Hoe goed kan jij tegen kietelen? Dat gaan we uitzoeken.
Voor dit proefje heb je alleen een blinddoek nodig.
1. Doe de blinddoek om bij de proefpersoon.
2. Laat de proefpersoon zijn arm op tafel leggen, met haar elleboog naar beneden.
3. Kriebel met je wijsvinger en middelvinger zachtjes over de hand van je proefpersoon.
4. Zeg tegen de proefpersoon dat hij "Stop!" moet zeggen als je in de holte van zijn elleboog kriebelt.
Wanneer zegt de proefpersoon stop?
proefje 4
Jullie gaan een gevoelig testje uitvoeren. Bij proefje 4 gaan jullie kijken op de site van NEMO. Deze site heeft nog meer proefjes die ook leuk zijn voor thuis, maar jullie voeren eerst het proefje uit die op de pagina staat die jullie te zien krijgen.
Als je na het doen van alle proefjes tijd over hebt. Dan mag je verder kijken op die site voor meer proefjes.
Gevoelig proefje
Presenteren
Hoi onderzoekers,
Julie weten nu als het goed is waar je tastzintuig voor is en waar je het beste voelt op je huid.
Kies een proefje waarover jullie graag aan de klas willen vertellen. Hier vertel je over hoe het ging en wat er uit jullie onderzoek is gekomen. Ik wil ook graag weten hoe het was om op de tablet te werken! Vonden jullie het leuk?
Hier mogen jullie mee bezig tot 10 over half 2!
Juf Elsbeth
Leerkracht
Titel: tastzintuig
Onderwerp: zintuigen, tastzintuig
Vakgebied: natuurkunde, biologie
Doel: Aan het eind van de les weten de kinderen waarvoor de tastzintuig is en wat het gevoeligste plekje van hun huid is.
Kerndoel 41: De leerlingen leren over de bouw van planten, dieren en mensen en over de vorm en functie van hun onderdelen.
schooltype: basisschool
Groep: 5/6
Uitvoering door: 28 leerlingen
Tijdsduur: 90 min
Benodigdheden:
(materialen leg ik van tevoren klaar)
Aanwezig:
- 2 blauwe stiften
- warm en koud water
- werkblad voor proefje 1 (in de ochtend op school printen)
- 2 linialen
- digibord
- 7 pennen en 7 A4'tjes
Meenemen:
- 7 tablets
- 8 bordjes met proefnummers erop
- 8 doeken
- 10 kurken
- 20 spelden
- 2 blauwe stiften (afwasbaar)
- 2 rode stiften (afwasbaar)
- 6 bakjes
- zakijsklontjes (minimaal 40 stuks)
- 7 schrijfborden
Organisatie van de klas: De leerligen werken in groepen van 4 personen aan de opdrachten. Ze zijn vrij in welke proefjes ze doen en mogen op de site die ik heb aangegeven in de webquest verder onderzoeken.
De proefjes zijn verdeeld over de verschillende tafels en de leerlingen lopen met hun groepje langs de tafels.
Rol van de leerkracht: Ik observeer voornamelijk en geef aan het begin een korte uitleg.De leerlingen kunnen met vragen bij mij terecht, maar ik zal eerder een vraag terug stellen dan dat ik antwoord geef op de vraag.
Maker: Elsbeth van der Woerd