Taalgebruik

Taalgebruik

Met formeel taalgebruik wordt Algemeen Nederlands bedoeld dat veel mensen vormelijk (ouderwets of stijf) vinden.
Formeel betekent: zoals het hoort, netjes.

Informeel taalgebruik is correct taalgebruik dat we als 'los' ervaren.
Informeel betekent gewoon, zoals je praat.

Het verschil tussen formeel en informeel taalgebruik zie je vaak in het verschil tussen schrijftaal en spreektaal:

Schrijftaal is in het meestal formeler. Denk aan een zakelijke brief. Informelere schrijftaal in een e-mail en op sociale media.

Spreektaal is informeler. Uitzondering is een zakelijk telefoongesprek.

Taalgebruik

Een paar voorbeelden van het verschil tussen formele en informele taal.

Formele taal Informele taal
u jij, je en jou
Geachte heer/mevrouw, Hoi Ella,
Hoogachtend, Mazzel!
Met vriendelijke groet, Groetjes,
meedelen vertellen
wellicht misschien
verzoeken vragen
tot onze spijt/helaas sorry/jammer
deelnemen meedoen
achternaam voornaam
  • Het arrangement Taalgebruik is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2017-09-29 13:49:28
    Licentie
    CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    De Kennisbanken bevatten de theorie bij de opdrachten.
    Leerinhoud en doelen
    Nederlands;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld