Bloed, iedereen heeft het en je hebt het vast en zeker gezien, maar heb je enig idee wat er allemaal in zit? Weet je dat jouw bloed 24/7 bezig is om jouw lichaam draaiend te houden? Je zult erachter komen dat er veel meer informatie achter zit dan alleen de kleur rood. Hier lees je voldoende relevante informatie die je zeker hoort te weten over alles wat met de bloedsomloop te maken heeft.
Mijn naam is Deria Ameen en momenteel ben ik een tweedejaars biologie docente student aan de Hogeschool Rotterdam.Voor het vak 'Arrangeren digitaal leermateriaal' heb ik de opdracht gekregen om een gehele eigen site te ontwerpen. Als onderwerp koos ik de bloedsomloop. Uit ervaring weet ik dat de bloedsomloop soms nogal lastig kan zijn en dat de werking van het hart moeilijk te begrijpen is. Daarom heb ik deze site ontworpen die je goed op weg kan helpen!
Heb je vragen over de site? Stuur gerust een mail naar0930696@hr.nl.
Wat wordt er van je verwacht?
Er wordt verwacht dat je de stof, oefenvragen en de toets zelfstandig maakt. Door de stof te lezen, bekijken, beluisteren, de opdrachten te maken en te herhalen blijft de stof veel beter hangen. Het gaat er uiteindelijk om dat je de toets zelfstandig zonder enige hulp goed kunt maken. Tijdens de oefenvragen is het de bedoeling dat je zo min mogelijk terug kijkt naar de theorie, want anders krijg je geen goede inzicht over wat je al weet.
Tip voor het onthouden van informatie: lezen > afbeeldingen en video's bekijken > in eigen woorden de informatie op te schrijven > aan iemand of jezelf uitleggen.
De leerdoelen:
Samenstelling van het bloed.
De verschillen tussen de verschillende soorten bloedcellen.
Het verloop van het bloedvatenstelsel.
De anatomie en fysiologie van het hart.
De verschillen van de 3 soorten bloedvaten.
De verschillen tussen natuurlijke- en kunstmatige immuniteit.
De functie van het lymfevatenstelsel.
Wat gebeurt er met het eindresultaat?
Het eindresultaat zal tevoorschijn komen na het maken van de toets en het wordt automatisch doorgestuurt naar de docent. Je resultaat van de digitale toets zal terug komen in je cijferlijst.
(LET OP! De toets kan niet worden afgebroken en de docent kan zien hoe vaak je het opnieuw hebt gemaakt. Eerste resultaat telt!)
Hoe wordt er gewerkt?
Wat: De stof goed leren,oefenen en de toets zo goed mogelijk maken.
Tijd: Het is je eigen verantwoordelijk dat je op tijd begint ! Hieronder staat een richtlijn om je op weg te helpen.
11-12-2017 leer je de theorie van 'Bloed' en 'bloedsomloop'
12-12-2017 leer je de theorie van 'het hart' en 'de bloedvaten'
13-12-2017 leer je de theorie van 'Natuurlijk- en kunstmatige immunisatie' en 'het lymfevatenstelsel'
14-12-2017 ga je aan de slag met oefenopdrachten 1 en 2
15-12-2017 tot 17-12-2017 herhalen en het maken van eventueel de verrijkingsstof
18-12-2017 (deadline) het maken van de digitale toets
Taken:
Stap 1: Theorie lezen en het bekijken van de video's
(verrijkingsstof is optioneel voor het geval je alles begrijpt en meer uitdaging wilt).
Stap 2: Oefenvragen maken
(extra oefenvragen gaan over de verrijkingsstof, optioneel).
Stap 3: Het maken van de toets.
Resultaat: Het behaalde cijfer van de toets komt terug in je cijferlijst.
Hulp: De theorie op de site of eventueel je leerboek 'BiologieVoorJou' (7de editie).
Klaar: Aan de slag met de verrijkingsstof, als je die niet eerder hebt gemaakt.
Snel klaar en je begrijpt de stof? De verrijkingsstof gaat over bekende ziektes, o.a. atherosclerose en een hartinfarct. Om je kennis erover te testen staat onder het kopje 'oefenvragen' > 'extra oefenvragen (verrijkingsstof). Deze zijn optioneel, maar dit zal je kennis verbreden en ik adviseer je deze te maken. Dit kan op elk moment gemaakt worden en heeft geen deadline.
Let op! De dikgedrukte woorden zijn begrippen die je moet kennen en de blauw gedrukte woorden zijn er om je aandacht nog extra te trekken.
Veel succes en veel leer plezier!
Inhoud
Bloed
Leerdoel 1: De samenstelling van het bloed.
Leerdoel 2: De verschillen tussen de verschillende soorten bloedcellen.
- Het bloed bestaat uit:
Bloedplasma
Witte bloedcellen
Rode bloedcellen
Bloedplaatjes.
- Bloedplasma is het vloeibare deel van het bloed zonder de witte- en rode bloedcellen en bloedplaatjes. Het is licht van kleur en bestaat uit (zie gele deel van afb. 1: Samenstelling van het bloed in een reageerbuis):
Plasma-eiwitten(o.a. fibrinogeen, dit speelt een rol bij de bloedstolling)
Water
Opgeslote stoffen
Afbeelding 1: Samenstelling van het bloed in een reageerbuis.
- De delen van de reageerbuis op de afbeelding:
Geel = Bloedplasma
Wit = Leukocyten (witte bloedcellen) en trombocyten (bloedplaatjes)
Rood = Erytrocyten (rode bloedcellen)
- Bloedplasma wordt bloedserum genoemd als het bloed is gaan stollen. In serum zit geen plasma-eiwitten meer, doordat deze zijn gaan stollen bij de bloedstolling.
- Rode bloedcellen (Erytrocyten)
Geen celkern
Ronde vorm, dikker aan de rand
Vervoeren zuurstof (O2)
- Hemoglobine
Bij het inademen van lucht bindt O2 (zuurstof) zich aan hemoglobine in de rode bloedcellen.
Hemoglobine is een eiwit die zorgt voor het transport van O2 in het bloed. Zo krijgen alle organen dankzij het bloed genoeg O2 om goed te kunnen functioneren.
Als hemoglobine in de rode bloedcellen aanwezig zijn kleuren deze helder rood, dit komt doordat er Ijzer in de hemoglobine aanwezig is.
Afbeelding 2: Voorbeeld van rode bloedcellen in een bloedvat.
- Witte bloedcellen (Leukocyten)
Wel een celkern
Kunnen van vorm veranderen
Vechten tegen ziekteverwekkers
Etter bestaat uit witte bloedcellen en gedode bacteriën
Video fragment 1: Hier zie je een witte bloedcel die achter een bacterie (zwarte kleine puntje) zit tussen rode bloedcellen.
Speelt samen met plasma-eiwitten een rol bij de bloedstolling
Bloedsomloop
Leerdoel 3: Het verloop van de dubbele bloedvatensomloop.
- Het bloedvatenstelsel wordt gevormt door het hart en de bloedvaten.
- De bloedsomloop is de weg die het bloed door het gehele lichaam loopt. Het wordt ook wel de dubbele bloedsomloop genoemd, omdat het bloed twee keer door het hart stroomt.
- Er zijn twee soorten bloedsomlopen (zie afb. 3: de dubbele bloedomloop):
Kleine bloedsomloop
Grote bloedsomloop
Afbeelding 3: de dubbele bloedsomloop
- Kleine bloedsomloop
Rechter kamer van het hart (rechter ventrikel), zuurstofarm bloed> longslagader, zuurstofarm bloed > longen > longhaarvaten > longader, zuurstofrijk bloed > linker boezem van het hart (linker atrium), zuurstofrijkbloed.
- Zuurstofrijkbloed
Bloed kan pas zuurstofrijk bloed worden genoemd als het bloed langs de longen is gepasseerd.
In de longen wordt O2 en voedingsstoffen aan het bloed afgegeven.
CO2 (koolstofdioxide) en afvalstoffen worden aan de lucht (uitademing) afgegeven.
Het doel van de kleine bloedsomloop is daarom ook het opnemen van O2 uit de lucht > in het lichaam en het afgeven van CO2 van het lichaam aan de lucht.
Leerdoel 4 : De anatomie en fysiologie van het hart.
Anatomie betekent de bouw van het lichaam en fysiologie betekent de functie van de bouw. De kennisclip is 7:20 minuten en de volgende punten worden uitgelegd:
De benamingen hartonderdelen
De functies van de hartonderdelen
Het verschil tussen zuurtstofarm en zuurstofrijk
Aan het eind krijgen jullie ook een opdracht te zien en te horen. De opdracht gaat als volgt:
Wat: Het maken van een schematisch hart en het benoemen van de hartonderdelen en de functies.
Tijd: C.a. 10 minuten voor de opdracht.
Taken: Eindopdracht van de kennisclip.
Teken een hart met de hartondelen;
Benoem de onderdelen;
Schrijf de functies van de onderdelen;
Teken met pijltje de richting van de stroming van het bloed;
Leg het hart aan jezelf of iemand anders uit.
Hulp: Zelfstandig zonder hulpmiddelen.
Resultaat: Een leertool voor jezelf. Hier zit geen cijfer aan verbonden.
Klaar: Check door middel van de dia's van de kennisclip of je het goed getekend hebt en of je uitleg overeenkomt.
Leerdoel 5: De verschillen van de 3 soorten bloedvaten.
- In ons lichaam hebben we 3 soorten bloedvaten:
1. Slagaders
Het bloed stroomt van het hart weg.
De wanden van deze vaten hebben een hoge boeddruk.
Deze vaten zijn dik, heel stevig met een elastische wanden.
Bij deze vaten kun je een hartslag voelen (bij je pols of hals).
De vaten liggen diep in het lichaam, behalve de vaten waarbij je de hartslag kunt voelen en meten.
Als de slagaders beschadigt raken spuit het bloed uit het lichaam door de hoge druk in de vaten.
Het bloed in deze vaten zijn zuurstofrijk, behalve in de longslagader.
- Slagaders zijn zuurstofrijk, omdat het bloed in deze vaten via de kleine bloedsomloop al door de longen zijn gebasseerd. dat betekend dat ze zuurstof via de longen in het bloed is gekomen en zo naar de organen van het lichaam kan.
- Met uitzondering tot de longslagader. Deze slagader komt voor de longen en en heeft nog geen zuurstof kunnen ophalen.
- De reden waarom het een slagader zonder zuustofrijk bloed genoemd is, is omdat het een bloedvat is die van het hart weg gaat (kenmerk van een slagader) en nog niet in de longen zijn beland.
2. Haarvaten
Zorgen voor de overgang van een slagader naar een ader.
Dunste wand, maar één cellaag dun.
Vormen samen een haarvatennetwerk.
De bloeddruk is hier heel erg laag.
Vocht, zuurstof en voedingsstoffen kunnen door de wand heen om vervolgens naar de lichaamscellen te gaan.
CO2 en afvalstoffen worden via het lichaamsvocht terug via de wanden in het bloed opgenomen.
3. Aders
Gaan van de organen naar het hart toe.
Een lage bloeddruk, geen hartslag voelbaar.
De wanden zijn dunner.
Minder elastisch dan die van de slagaders.
Deze liggen minder diep in het lichaam en meer onder de huidoppervlakte.
Aders bevatten kleppen die ervoor zorgen dat het bloed niet terug gaat stromen.
- Bijzondere gevallen:
De longen met omgekeerde functies:
de longslagader (deze is zuurstofarm)
de longader (deze is zuurstofrijk)
De lever met 3 bloedvaten:
De leverslagader (zuurstofrijk, van de aorta naar de lever).
De leverader (zuurstofarm, van de lever naar de holle ader bij het hart).
De poortader (zuurstofarm, van de dunne darm naar de lever).
- In de dunne darm wordt via de wand voedingsstoffen opgenomen en deze worden via de poortader naar de lever vervoert.
Leerdoel 6: De verschillen tussen natuurlijke- en kunstmatige immuniteit.
- Het lichaam kan geïnfecteerd worden door virussen, bacteriën en parasieten.
- Antigenen = Zijn ziekteverwekkers met lichaamsvreemde eiwitten.
- Witte bloedcellen vechten tegen antigenen/lichaamsvreemde stoffen. Er zijn witte bloedcellen die ze onschadelijk maken door ze "op te eten" of door antistoffen te maken.
- Antistoffen hechten zich aan de antigenen en maken deze onschadelijk, zodat een organisme niet ziek wordt. Onthoud dat 1 antistof alleen reageert op 1 bepaalde soort antigen.
- Natuurlijke immuniteit = Het lichaam maakt zelf antistoffen tegen een ziekte/antigen die je hebt opgelopen.
Witte bloedcellen onthouden hoe ze een bepaalde antistof tegen een bepaalde antigen hebben gemaakt. Als je het weer oploopt kan je lichaam er sneller tegen vechten, omdat die het herkent. Dit zorgt voor immuniteit.
- Kunstmatige immuniteit = Door een prik te krijgen via inentingen of vaccinaties krijg je dode of verzwakte ziektverwekkers/antigenen binnen.
Het lymfevatenstelsel
Leerdoel 7: De functie van het lymfevatenstelsel.
Je weet nu dat witte bloedcellen en vocht door de wand van de haarvaten heen kunnen. Het vocht, zuurstof en voedingsstoffen kunnen via de wanden van de haarvaten weg en in het weefsel terecht komen door de geringe bloeddruk in de haarvaten. Zo ontstaan er weefselvocht buiten de haarvaten.
- Weefselvocht kan via meerdere wegen afgevoerd worden in het lichaam:
Afvalstoffen komen uit de cellen in het weefsel en worden terug opgenomen in de haarvaten.
Andere stoffen worden door vertakte lymfevaten in het lymfevatenstelsel opgenomen.
- Lymfe = vloeistof > het bestaat uit water, opgeloste stoffen en witte bloedcellen
- De rollen van het lymfevatenstelsel:
Het vervoeren van vocht en stoffen uit het weefselvocht en toevoegen aan het bloed.
Ziekteverwekkers onschadelijk maken die in de lymfe terecht zijn gekomen.
Vertakte lymfevaten in de darmvlokken (in de wand van de dunne darm) absorberen vetten.
- Deze organen horen bij het lymfevatenstelsel (zie afb. 4: Het lymfevatenstelsel):
Lymfeklieren/knopen
Amandelen
Milt
Zweverik
Blinde darm
Afbeelding 4 : Het Lymfevatenstelsel
- Net als de aders bevatten lymfevaten ook kleppen. Ze vervoeren lymfe van het weefselvloeistof af naar de twee grote lymfevaten in het lichaam:
De rechterlymfe
de borstbuis.
Deze twee monden beide uit in de ader onder het sleutelbeen en komt zo terug in het hart via de bovense holle ader.
- Lymfeknopen/lymfeklieren = Ze zorgen voor het produceren van bepaalde witte bloedcellen om de lymfe te kunnen zuiveren.
Dit doen ze door witte bloedcellen te produceren.
Deze zijn de macrofagen (macro = ziekteverwekkers en fagen=opeten) en lymfocyten (lymfocyten = de witte bloedcellen speciaal gemaakt in de lymfe).
In de video hieronder worden de genoemde dikgedrukte termen nogmaals uitgelegt. Verder wordt er verteld wat er gebeurt als het lymfevatenstelsel niet goed functioneerd.
Wat gebeurt er bij een lage bloeddruk gehalte? > Duizeligheid en hoofdpijn
Welke complicatie ontstaat er bij een te hoge bloeddruk gehalte? > verhoogde kans op hart en vaatziektes.
- Artheroscelerose = Slagaderverkalking in een bloedvat met als oorzaak vet (cholestrol) dat blijft vastplakken aan de wand van een bloedvat.
Als gevolg: Stijve en minder elastische bloedvat >vernauwing > bloeddruk gaat omhoog en het hart moet meer moeite doen om het bloed door de vernauwde vat te pompen > leiden tot een hartinfarct
Oplossing: Dotteren = Het invoegen van een hele kleine soort ballonetje in het bloedvat en het vet weg te halen.
- Hartinfarct/hartaanval = Een deel van de hartspier krijgt te weinig/geen zuurstof en voedingsstoffen meer.
Video fragment 4: Uitleg over een hartinfarct/hartaanval:
Alle theorie doorgelezen en begrepen? Goed zo! Hier wordt je kennis op de proef gezet. De bedoeling is dat je de oefenvragen zonder hulp zelfstandig maakt. Lukt het niet of twijfel je over een antwoord? Zoek het gerust op. Je bent hier om te leren.
Snel aan de slag en veel succes!
Oefenopdracht 1
Opdracht 1: Het invullen van een woordenpuzzel.
Bij deze opdracht word je kennis over het bloed en het bloedsomloop getest. De antwoorden staan link. Goed geleerd? > Maak de test zonder hulpmiddelen !
9. Van deze bloedcellen heb je het meeste in je bloed.
Rodebloedcellen
10. Waar staat Atrium voor?
Boezem
11. Deze bloedsomloop bevat de poortader.
Grotebloedsomloop
12. Waar staan Ventrikel voor?
Kamer
13. Dit is vloeibaar zonder bloedcellen en bloedplaatjes.
Bloedserum
14. Welk eiwit zit niet in bloedserum?
Fibrinogeen
15. Welke stof bind zich aan Hemoglobine?
Ijzer
Down
1. Deze bloedsomloop voorziet het lichaam van zuurstofrijkbloed.
Kleinebloedsomloop
2. Deze bloedcellen bevatten een celkern.
Wittebloedcellen
5. Deze bloedvat bevat NOG geen zuurstof.
Longslagader
6. Deze bloedcellen maken een deel uit van de bloedstolling.
Bloedplaatjes
7. Welke stof bindt zich aan Erytrocyten om zich te voorzien van O2?
Hemoblogine
8. Is het bloed in de longader zuurstofarm of zuurstofrijk?
Zuurstofrijk
Oefenopdracht 2
Opdracht 2: Video met vragen over het hart
Deze video met vragen gaat over het hart. Zorg ervoor dat je van te voren weet hoe het hart werkt met de hartonderdelen. De video duurt 6.38 minuten. Vind je het nog steeds een beetje lastig > bekijk de kennisclip over het hart.
Oefenopdracht 3
Opdracht 3: Video met vragen over de 3 bloedvaten.
Net als bij opdracht 2 over het hart krijg je nu weer een video met vragen, maar deze keer over het onderwerp 'bloedvaten'.Deze video duurt 2:33 minuten. Zorg eerst voor een inlogaccount.
Heel veel succes !
Oefenopdracht 4
Opdracht 4: Flashcard check over natuurlijk- en kunstmatige immunisatie en het lymfevatenstelsel.
Dit is een handige manier van overhoren en oefenen. Als je op de link klikt komt er een apart tabbald tevoorschijn die je verwijst naar de site. Je ziet vierkante kaarten met cijfers (de cijfers zijn niet van belang) te zien. Nou hoe werkt het?
Je klikt op een kaart > een vraag komt tevoorschijn > je beantwoord de vraag in je hoofd en zegt het hardop > klik op reveal answer > het antwoord komt tevoorschijn en je kunt checken of je het goed had.
Ontzettend goed van je dat je de theorie van de verrijkingsstof hebt doorgelezen en dat je de bijbehorende video's hebt bekeken. Heb je dit nog niet gedaan? Doe dat dan eerst voordat je aan deze opdracht begint, want er staat een leuke Kahoot op je te wachten. Als je nog niet bekend bent met Kahoot staan hieronder alle stappen voor je omschrijven.
Wat heb je nodig?
Een laptop of computer om de site te openen en de vragen te zien. En een smartphone of een tablet om te kunnen antwoorden.
Hoe werkt het?
Klik op de onderstaande link. Vervolgens zal de site in een nieuw tabblad worden geopend. Het kan zijn dat je je eerst moet inloggen. Als je nog geen inloggegevens bij Kahoot hebt doe dit dan eerst, het is binnen 1 minuutje gedaan. Als je je hebt ingelogt klik je op play om te starten.
Bij Kahoot heb je twee mogelijkheden (spelmodus) om te spelen.
Mogelijkheid 1: Player vs player (classic). Hierbij kun je zelfstandig spelen.
Mogelijkheid 2: Team vs team. Hierbij kun je met meerdere mensen spelen. Iedergebruikt dan zijn eigen mobiel, laptop of tablet om te antwoorden.
Nadat je je spelmode hebt gekozen krijg je op je laptop/computer scherm eencodete zien. > Ga op je smartphone of tablet naarwww.kahoot.it> Typ de code die je op je laopt/computer scherm ziet. > Typ je naam in. Als het goed is zie je nu je naam tevoorschijn komen op je laptop/compuer scherm. > Als je klaar bent om te beginnen klik je op start (rechtsboven).
Je krijgt in totaal 10 vragen waarbij je 10-30 seconde (afhankelijk van de vraag) hebt om op een antwoord te klikken. Je zult alleen meerkeuzevragen krijgen.
Het arrangement Bloedsomloop is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Deria Ameen
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2017-10-30 15:09:34
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
De links staan onder de afbeeldingen en video's weergeven. Alle credits gaan naar de originele makers.
De gebruikte tools voor deze website zijn:
- www.puzzlemaker.discoveryeducation.com
- www.edpuzzle.com
- www.studyblue.com/online-flashcards
- Microsoft Office Forms
Aanvullende informatie over dit lesmateriaal
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Wist jij dat je bloedsomloop in totaal ongeveer 100.000 kilometer lang is? 24/7 Pompt je hart zo'n 5 a 6 liter bloed door je gehele lichaam. De vraag is alleen hoe het allemaal werkt.
Door deze site leer je door middel van theorie, ondersteunde afbeeldingen en handige oefenvragen hoe het bloedsomloop en bijbehorende functies samenwerken om jouw lichaam in stand te houden.
Veel leer plezier !
Leerniveau
HAVO 2;
Leerinhoud en doelen
Biologie;
Instandhouding en ontwikkeling;
Instandhouding;
Wist jij dat je bloedsomloop in totaal ongeveer 100.000 kilometer lang is? 24/7 Pompt je hart zo'n 5 a 6 liter bloed door je gehele lichaam. De vraag is alleen hoe het allemaal werkt.
Door deze site leer je door middel van theorie, ondersteunde afbeeldingen en handige oefenvragen hoe het bloedsomloop en bijbehorende functies samenwerken om jouw lichaam in stand te houden.
Veel leer plezier !
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.