Materie en techniek
Inleiding
Alle voorwerpen die je ziet bestaan uit stoffen en materialen. Als je stoffen en materialen gebruikt, moet je hun eigenschappen kennen en je moet weten hoe je veilig met die stoffen om kunt gaan.
In dit thema staan een aantal belangrijke stofeigenschappen centraal. Dit eerste thema bestaat uit vijf paragrafen:
- Eigenschappen van stoffen
- Vast, vloeibaar en gas
- Verbruik van stoffen
- Veiligheid met stoffen
- Massa, volume en dichtheid
Wat ga je leren?
Leerdoelen
Aan het eind van dit thema kun je:
Eigenschappen
- (met behulp van voorbeelden) duidelijk maken wat stofeigenschappen zijn.
- minimaal twee voorbeelden van materiaalgroepen noemen.
- omschrijven wat een zuivere stof en wat een mengsel is.
- de volgende soorten mengsels onderscheiden: oplossing, suspensie, emulsie en legering.
- van de volgende scheidingsmethoden aangeven wanneer je ze kunt gebruiken: indampen, extraheren, filtreren, bezinken, centrifugeren en destilleren.
Vast-vloeibaar-gas
- (met behulp van voorbeelden) duidelijk maken dat je stoffen kunt onderverdelen in vaste stoffen, vloeibare stoffen en gassen.
- (met behulp van een voorbeeld) duidelijk maken dat een stof in meerdere fasen voor kan komen en kun je de benaming van de zes fase-overgangen noemen.
- uitleggen waarom het kookpunt, smeltpunt en stolpunt stofeigenschappen zijn.
Verbruik van stoffen
- (met behulp van voorbeelden) duidelijk maken wat natuurlijke grondstoffen zijn.
- de afkortingen GFT en KCA voluit schrijven.
- het begrip recycling omschrijven.
- (met behulp van voorbeelden) uitleggen wat wordt bedoeld met milieuvriendelijk gedrag.
Veiligheid
- minimaal drie voorbeelden van gevaren van het werken met gevaarlijke stoffen noemen.
- minimaal twee voorbeelden van beschermende maatregelen noemen die je kunt nemen als je werkt met gevaarlijke stoffen.
Massa-Volume-Dichtheid
- de begrippen massa, volume en dichtheid omschrijven en kun je deze drie begrippen het symbool opschrijven.
- de aangeven wat de eenheid van massa, volume en dichtheid is.
- van een stof de dichtheid berekenen als je de massa en het volume weet.
- met behulp van het begrip dichtheid uitleggen wat wordt bedoeld met drijven, zinken en zweven.
Wat ga je doen?
Het thema 'Materie en techniek' bestaat uit de volgende onderdelen:
Onderdeel |
Tijd in lesuren |
Inleiding |
0,5 |
Opdracht: Eigenschappen |
2 |
Opdracht: Vast, vloeibaar en gas |
2 |
Opdracht: Verbruik van stoffen |
2 |
Opdracht: veiligheid |
2 |
Opdracht: Massa - volume - dichtheid |
2 |
Afsluiting |
2 |
Totaal |
14 à 15 |
De tijd is een inschatting.
Opdrachten
Hier vind je de vijf opdrachten die samen het thema Materie en techniek vormen.
Maak je keuze.
Afsluiting
Samenvattend
In dit thema ben je de volgende Kennisbankitems tegengekomen.
Begrippenlijst
Bij dit thema is een begrippenlijst in Excel aanwezig.
Open de begrippenlijst en ga na of je de begrippen herkent.
D-Toets
Test je kennis. Maak de D-toets.
D-toets: Materie en techniek
Examenopgaven
Op deze pagina vind je enkele examenvragen uit examens van vorige jaren.
De vragen sluiten zo goed mogelijk aan bij de onderwerpen van deze opdracht.
Maak bij het beantwoorden ook gebruik van wat je al eerder geleerd hebt.
Als je de vraag niet kunt beantwoorden, probeer het dan later opnieuw.
Nadat je de vragen beantwoord hebt, kun je de vraag zelf nakijken en je score aangeven.
VMBO GT NaSk-1 Eigenschappen van materialen
VMBO GT NaSk-1 Stoffen herkennen
VMBO GT NaSk-1 Gevaren van stoffen
Dichtheid
Water, water, water
Stofeigenschappen
Zuiver of mengsels?
Soorten mengsels
Productonderzoek
Meer oefenen?
Ga naar ExamenKracht en oefen op onderwerp of hele examens.
Terugkijken
Kan ik wat ik moet kunnen?
- Lees de leerdoelen onder het kopje 'Wat ga je leren?' nog eens door.
Ga na of je de genoemde begrippen kunt omschrijven.
Hoe ging het?
- Tijd
Voor iedere opdracht in dit thema staat ongeveer 2 uur.
De totale tijd voor het thema is ongeveer 14 uur.
Ben je die tijd ongeveer met de opdracht bezig geweest?
- Opdrachten
Dit thema bestaat uit 5 opdrachten. Welke opdracht vond je het leukst?
En welke opdracht het minst leuk. Zeg ook waarom?
- Afsluiting D-toets
Heb je de D-toets gemaakt. Was je goed voorbereid?
- Examenopgaven
Ging het beantwoorden van de examenvragen goed?