Strofebouw en versvormen - 1
Strofen
Gedichten bestaan uit een of meer strofen. Deze worden gescheiden door een witregel.
Strofen onderscheiden we op grond van het aantal versregels, bijvoorbeeld:
- drie regels: terzine of terzet
- vier regels: kwatrijn
- zes regels: sextet.
Voorbeeld: In kwatrijnen en terzinen
(4r) In kwatrijnen
’t Is heus niet zo heel erg gemakkelijk,
sonnet in balans, metrum en rijm te zetten.
Alleen de vorm is al niet toegankelijk
door haar strakke regels en de strenge wetten.
(4r) Verder kom je in de knoop met kwatrijnen
het gebruik van de juiste en nette woorden
die als aanvaardbaar volta kunnen schijnen
welk in de terzinen zich vormt tot akkoorden. |
(3r) In terzinen
3r) Dan vragen wij Muzen te musiceren
willen in reidans de zangen van heen leren
Hoor schoonheid in hun verleidelijke zang.
(3r) Het genot om daar te zijn duurt nooit te lang
samen toeven onder tonen van het kwatrijn
tot we aan het eind van de terzinnen zijn.
|
Strofebouw en Versvormen - 2
Versvormen
Als je let op het hele gedicht onderscheiden we verschillende versvormen.
Enkele versvormen zijn:
- Sonnet
Gedicht van veertien regels met twee strofen van vier (kwatrijn) en twee van drie regels (terzine).
Vaak volgt na de achtste regel een verandering. Deze wending noemen we ook wel chute.
Het rijmschema is vaak: abba - abba - cdc - dcd. (zie voorbeeld op volgende pagina)
- Ode of lofdicht
Een gedicht waarin iets of iemand wordt geprezen.
Voorbeeld: Ode aan een schaal met suikerklontjes
klik hier
- Vrije of dynamische vers
Gedicht dat aan geen regels is gebonden.
Rijm, strofebouw en metrum zijn vrij.
Voorbeeld: RUITER
klik hier
Strofebouw en Versvormen - 3
Voorbeeld Italiaans Sonnet:
Ziehier een zuiver Italiaans sonnet
In jambische pentameter geschreven
Dat was zo, dat is altijd zo gebleven
Het rijm abba hoort bij ’t pakket
Acht regels (2x4), daarna ’t sestet
Dus 2 terzinen - en onthoud dan even
Een essentieel inhoudelijk gegeven:
Er wordt na regel 8 een val gezet
Deel II is commentaar en overdenking
Als slotconclusie na het exposé
Dat witje heeft dus reden van bestaan
Die val (of volta) is geen val, maar zwenking
Het schema is hier tweemaal cde
cdcdcd wordt ook gedaan
(Drs. P)