Strofebouw en versvormen - 1

Strofen

Gedichten bestaan uit een of meer strofen. Deze worden gescheiden door een witregel.
Strofen onderscheiden we op grond van het aantal versregels, bijvoorbeeld:

Voorbeeld: In kwatrijnen en terzinen

(4r) In kwatrijnen
’t Is heus niet zo heel erg gemakkelijk,
sonnet in balans, metrum en rijm te zetten.
Alleen de vorm is al niet toegankelijk
door haar strakke regels en de strenge wetten.

(4r) Verder kom je in de knoop met kwatrijnen
het gebruik van de juiste en nette woorden
die als aanvaardbaar volta kunnen schijnen
welk in de terzinen zich vormt tot akkoorden.

(3r) In terzinen
3r) Dan vragen wij Muzen te musiceren
willen in reidans de zangen van heen leren
Hoor schoonheid in hun verleidelijke zang.

(3r) Het genot om daar te zijn duurt nooit te lang
samen toeven onder tonen van het kwatrijn
tot we aan het eind van de terzinnen zijn.