Wisten jullie dat één druppel bloed naast 450 miljard erytrocyten ook nog 700.000 leukocyten bevat?
In de afgelopen lessen hebben jullie al geleerd
waarom er zoveel erytrocyten in ons bloed zitten en wat ze daar doen.
Maar waarom zouden er zoveel leukocyten in ons
bloed zitten en wat doen ze daar dan?
Tijdens deze digitale les gaan jullie dit ontdekken.
Foto bron 1
Welkom
Welkom op de website met als thema LEUKOCYTEN
Deze website is gemaakt voor tweedejaars studenten van het middelbaar laboratoriumonderwijs, die gekozen hebben voor BML (de biomedische richting) en hoort bij het vak klinische chemie periode 5.
Jullie kunnen je met behulp van deze website zelfstandig de leerstof over leukocyten eigen maken door het lezen van de theorie, het bekijken van fimpjes en door het doen van allerlei oefeningen.
Het zelfstandig werken met deze website doe je niet tijdens de les, maar is een huiswerkopdracht.
In het menu vind je onder het kopje instructie uitleg over hoe deze website werkt.
Veel plezier met deze website.
Open nu het tabblad instructie en lees dit goed door.
Foto: Bron 2
Instructie
Hoe werkt deze website?
De bedoeling van deze website is dat je geheel zelfstandig de lesstof over leukocyten
doorneemt en leert. Om alle lesstof goed te kunnen beheersen zal het doorlopen van deze
website ongeveer 51 minuten in beslag nemen.
Je begint als volgt:
Lees deze instructie goed door. (ongeveer 3 minuten)
Je begint bij het tabblad leerdoelen. Hier staat precies beschreven wat je als
je de website doorlopen hebt moet weten over de lesstof leukocyten.
Dit is belangrijk om te weten voor de eindtoets klinische chemie en je krijgt een indruk over wat je allemaal in deze website kan leren. (ongeveer 3 minuten)
Vervolgens ga je naar het tabblad theorie. De theorie is in 3 stappen verdeeld. Lees alle informatie op deze pagina's goed door en bekijk de filmpjes en foto's aandachtig. Als je meer over een onderwerp wilt weten kun je op de knoppen klikken. Je krijgt dan verdiepingsstof over een bepaald onderwerp te zien.
Bij elke stap maak je een oefening over de behandelde lesstof. (Totaal ongeveer 30 minuten)
Bij het tabblad staan alle oefeningen over de lesstof.
Oefeningen 1 en 2 heb je al bij tabblad theorie gemaakt. Maak ook oefening 3, dit gaat over alle lesstof en is ter voorbereiding op de eindtoets. (ongeveer 5 minuten)
Als je extra wilt oefenen met begrippen en met de leukocyten herkennen kun
je ook oefening 4 maken.
Als je alle lesstof beheerst maak je de eindtoets onder het tabblad eindtoets.
Deze toets is voor een cijfer. (ongeveer 10 minuten)
Leerdoelen
Als je deze website helemaal doorlopen hebt, ben je in staat om:
Te vertellen/beschrijven in welk orgaan leukocyten gemaakt worden.
Te vertellen/ beschrijven uit welke cel de leukocyten in het beenmerg gemaakt worden.
Uit te kunnen leggen wat diapedese is en waartoe dit dient.
Uit te kunnen leggen wat de concentratie leukocyten in het bloed beïnvloedt.
Uit te kunnen leggen wat leukocytose en leukopenie is.
Een aantal ziektebeelden te kunnen noemen bij leukocytose en leukopenie.
Aangeven / verklaren bij een aantal ziektebeelden of er leukocytose of leukopenie zal zijn.
De verschillende soorten leukocyten te kunnen benoemen.
De functies van de verschillende leukocyten te kunnen benoemen.
Verschillende leukocyten van afbeeldingen te kunnen herkennen en benoemen.
De uiterlijke kenmerken van de verschillende leukocyten te kunnen benoemen.
Al bovenstaande punten te kunnen toepassen.
Theorie
Stap 1
Bij deze lesstof wordt ervan uitgegaan dat je de lesstof over bloed, zoals beschreven is in hoofdstuk 1 van de theoriehandleiding "Theorie Klinische Chemie en Hematologie, periode 5" van TCR en in hoofdstuk 15 "Erytrocyten" van het boek "Klinische Chemie en Hematologie voor analisten, deel 1" (ISBN 978 94 91764 103, tweede druk) beheerst.
Lees voordat je verder gaat eventueel eerst deze hoofdstukken nog een keer door en/of bekijk onderstaand filmpje over bloed.
Om te controleren of je bovenstaande lesstof beheerst, maak je voordat je begint met het lezen van de theorie over leukocyten, eerst oefening 1 door op de knop te klikken.
Kies bij elke vraag het juiste antwoord uit het keuzemenu. Ga net zo lang door totdat je alle antwoorden goed hebt ingevuld.
Lees onderstaande tekst goed door en bekijk de filmpjes.
Als je meer over het onderwerp wilt weten kun je op de knoppen klikken.
Zoals jullie weten bestaat bloed uit de bloedvloeistof plasma en de bloedcellen
erytrocyten (rode bloedcellen), leukocyten (witte bloedcellen) en trombocyten (bloedplaatjes).
De leukocyten vormen een verzameling bloedcellen met verschillende vormen en functies.
Ze hebben gemeen dat ze niet rood, zoals de erytrocyten, zijn. Vandaar de naam witte bloedcellen.
Het grootste verschil met de andere bloedcellen (erytrocyten en trombocyten) is dat alle leukocyten
een kern hebben.
Figuur 1 Leukocyten, erytrocyten en trombocyten [bron 5]
Zoals jullie al gezien hadden in het hoofdstuk over erytrocyten worden alle bloedcellen gemaakt in
het (rode) beenmerg. Een klein deel van de leukocyten rijpt echter uit in het lymfatisch weefsel
zoals de lymfeklieren.
Hoe heet ook alweer de cel in het beenmerg waaruit alle soorten bloedcellen ontstaan?
Figuur 2 Bot met beenmerg, waarin de bloedcellen gemaakt worden.[Bron 6]
Wisten jullie het nog? Deze cel heet de hematopoïetische stamcel
Figuur 3 De bloedcellen ontstaan allen uit de hematopoïetische stamcel in het beenmerg.[ Bron 7]
Alhoewel de leukocyten op zich allen een andere functie hebben,vormen ze gezamenlijk het
leger in ons lichaam. De leukocyten spelen dus een rol bij de afweer
De leukocyten kunnen binnengedrongen ziekteverwekkers bestrijden:
De leukocyten oefenen hun functie dus vooral buiten de bloedbaan uit. Immers de meeste ziekteverwekkers
dringen binnen in de weefsels. Bijvoorbeeld bij een ontsteking van je teen: de ziekteverwekker zit in het weefsel
van je teen.
Als een ziekteverwekker een weefsel is binnengedrongen worden er signaalstofjes uitgezonden, zodat de leukocyten
precies weten waar ze naartoe moeten gaan. De leukocyt gaat via de bloedbaan naar de plaats waar
de ziekteverwekker het weefsel is binnengedrongen. Daar treedt de leukocyt zonder het bloedvat te beschadigen
uit het bloedvat en gaat het weefsel in om naar de ziekteverwekker toe te gaan. Dit wordt diapedese genoemd.
Bekijk nu onderstaand fimpje (Let op: er is geen geluid bij):
Als iemand een bepaalde ziekte heeft kunnen er de volgende veranderingen optreden:
De concentratie leukocyten kan veranderen.
De onderlinge verhouding van de leukocyten kan veranderen.
Dit is belangrijk, omdat bepaalde veranderingen typerend zijn voor verschillende ziekten. Dit wordt dan ook
gebruikt om mede een diagnose te stellen. De arts zal dan bloedonderzoek aanvragen met de bepalingen
aantal leukocyten en differentiatie van de leukocyten.
De concentratie van een leukocytensoort in bloed wordt bepaald door:
De snelheid waarmee de leukocytensoort wordt aangemaakt en aan het bloed wordt afgegeven.
De mate waarin zij de bloedbaan verlaten en eventueel daarin weer terugkeren.
De mate waarin zij in de weefsels ten gronde gaan of het lichaam verlaten.
Neutrofiele granulocyten overleven meestal het fagocyteren niet. Zij gaan samen met de gefagocyteerde ziekteverwekker dood en vormen zo pus.
De leeftijd van de patiënt: Kinderen tot ongeveer 5 jaar oud hebben meer lymfocyten en
minder granuloycten dan volwassenen. Dit komt door de ontwikkeling van het immuunsysteem.
Bij een verhoogde of verlaagde leukocytenconcentratie is vaak slechts één leukocytensoort verhoogd
of verlaagd.
Als de totale leukocytenconcentratie boven de referentiewaarden (4,0-10,0 x 109/l) ligt, wordt dit een leukocytose genoemd.
Als de totale leukocytenconcentratie daarentegen beneden de referentiewaarden
(4,0-10,0 x 109/l) ligt, wordt dit leukopenie genoemd.
Een aantal zietebeelden waarbij leukocytose op kan treden kan ook een leukopenie veroorzaken.
Of er een leukocytose of een leukopenie optreedt hangt af van de omstandigheden. Een bepaald virus
kan bijvoorbeeld een leukopenie veroorzaken, terwijl een ander soort virus juist een leukocytose kan
veroorzaken. Ook kan de toestand waarin de patiënt zich bevindt (bijvoorbeeld heel erg verzwakt)
hierbij een beslissende rol spelen.
Een leukopenie kan voorkomen bij:
sommige infecties
sepsis (bloedvergiftiging: de bacterie bevindt zich in de bloedbaan)
gebruik van bepaalde geneesmiddelen
megaloblastaire anemie (Wat was dit ook alweer? Als je dit niet meer weet, zoek het dan op!)
na bestraling en chemotherapie (medicijnen tegen kanker, waarbij niet alleen de kankercellen
maar ook de gezonde cellen worden vernietigd)
ernstige beenmerginsufficëntie (het beenmerg werkt niet goed meer)
Ook als de totale leukocytenconcentratie niet verhoogd is, kan het zinvol voor de arts zijn om een
differentiatie van de leukcoyten aan te vragen. De verhouding van leukocyten kan immers ten gevolge
van een ziekte/aandoening veranderd zijn.
Maak nu de volgende oefenening door op de knop te klikken. Vul bij Student login: schuitemaker866 en bij het volgende invulveld je naam.
Oefening 4 is een extra oefening over alle lesstof over de leukocyten. Met behulp van deze oefening kan je de behandelde begrippen en de verschillende soorten leukocyten oefenen.
Rechts onderaan kun je kiezen met welke leermethode je wilt oefenen: combineren, leren, test, kaarten of speller.
Als je combineren kiest , moet je bij de leukocyten klikken op de juiste naam en daarna op het rondje in de juiste foto.
Eindtoets
Bronnen
Onder dit tabblad staan alle gebruikte bronnen vermeld.
Bron 7: By Mikael Häggström, from original by A. Rad (Image:Hematopoiesis (human) diagram.png by A. Rad) [GFDL (http://www.gnu.org/copyleft/fdl.html) or CC-BY-SA-3.0 (http://creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0/)], via Wikimedia Commons
Foto header : https://nl.wikipedia.org/wiki/Witte_bloedcel
Creative Commons: CC BY SA 3.0
auteur: Electron Microscopy Facility at The National Cancer Institute at Frederick (NCI-Frederick)
Het arrangement Leukocyten is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Saskia Schuitemaker-Looij
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2017-11-02 19:45:07
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Oefening 3 Leukocyten
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.