Welkom bij de online les Online lezen! Iedereen op school, werk en thuis maakt gebruik van informatie op het internet en moet keuzes maken uit het enorme grote aanbod. Het online lezen gaat anders dan lezen in een boek. Wat zoek je en waar? Is de bron betrouwbaar? Hoe vind je snel de juiste informatie?
Is lezen belangrijk?
Lezen is alleen maar belangrijker geworden. Jij zit toch ook het liefst de hele dag op je telefoon? Hierbij lees je eigenlijk de hele dag! Of niet? Je vindt het antwoord in de filmpjes van mensen uit het onderwijs, schrijvers, cabaretiers en de leesmotor. Bekijk ze maar op je gemak en vorm je eigen mening. Daarna lees je verder op deze pagina!
Waarom en wat leer je in deze les?
Na deze les weet je hoe je snel informatie kunt vinden op het internet, online kunt lezen en eventueel schrijven. Deze vaardigheden zijn nodig om onderwijs te kunnen volgen en je als burger te kunnen bewegen in de huidige digitale maatschappij. Denk maar eens aan het invullen van belastingformuleren of het gebruiken van online diensten bij zorgverzekeraars en pensioenfondsen. Klinkt dat een beetje als de ver-van-mijn-bed-show? In het dagelijks leven en op school kun je de online leesvaardigheden gebruiken om zo makkelijk mogelijk schoolwerk te verwerken. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het gebruiken van informatie van internet voor een PowerPoint of een presentatie, maar ook het snel opzoeken van lesstof op internet.
De online les Online lezen is gemaakt voor leerlingen uit de eerste klas vmbo op het niveau van basis, kader en theoretisch. In deze les leer je welke (digitale) leesmanieren er zijn, hoe je online snel de juiste en betrouwbare informatie kunt vinden, verwerken en daarna kan toepassen in het schrijven van een verslag of maken van een presentatie in PowerPoint.
Tijd en hoe doe je dat?
De les kan je geheel of steeds in delen doen op jouw tempo doen. Volg het stappenplan met de pijlen op de pagina's of maak gebruik van het menu aan de linkerkant van deze pagina en vind de uitleg, filmpjes, oefeningen en de oefentoetsen. Wanneer je alles weet en/of alle stappen hebt doorlopen kan je de eindtoets maken. Daarvoor krijg je een cijfer die meetelt op je rapport! Dus doe je best!
Waar vind je hulp?
Heb je tijdens het maken van de les vragen en/of opmerkingen? Probeer het vooral eerst zelf op te lossen, vraag daarna je buur om hulp en vervolgens jouw docent.
Klaar en dan?
Ben je klaar? Als je een goed resultaat hebt voor de eindtoets dan mag je de verdieping bekijken of iets voor jezelf doen. Overleg eerst even met jouw docent.
Wat ga je nu doen?
Nu ga je aan de slag! Lees de volgende pagina voor verdere uitleg. Je gaat alle stappen doorlopen, instromen op jouw kennisniveau of verder waar je de vorige keer gebleven bent.
Succes en veel plezier met de les Online lezen!
juf STV
Werkwijze les Online lezen
De les Online lezen in Wikiwijs werkt via een keuzemenu dat je ziet aan de linkerkant van de pagina. Het is ook mogelijk om op iedere pagina met de pijlen naar de volgende of vorige pagina te gaan. In de tekst staan soms linkjes naar een pagina waar je naartoe moet en ook daar kan je gebruik van maken.
Bij de les Online lezen werk je individueel achter de laptop, pc of telefoon. Je mag er tijdens de les Nederlands aan werken. Heb je meer tijd nodig? Dan is er de volgende les nog tijd genoeg om de les af te ronden.
Je hebt schrijfgerei en een koptelefoon of oortjes nodig om het geluid bij de fimpjes te kunnen horen.
Snap je iets niet? Steek je vinger op en de docent komt langs om je te helpen.
De les Online lezen is opgedeeld in deelvaardigheden. In 8 stappen word jij een expert in online lezen! De stappen zijn van 1 tot en met 8 te doorlopen of kunnen ingezet worden om jouw kennis aan te vullen. Iedere stap start met theorie en daarna ga je oefenen met de nieuwe kennis.
Aan het einde van iedere stap staat een korte oefentoets. Bepaal zelf of je de vaardigheid beheerst of dat je nog eens de theorie en oefeningen moet herhalen.
Ben je helemaal klaar met de les Online lezen? Overleg met je docent over een nieuwe opdracht.
Het lesprogramma is ingericht voor drie leerniveaus
1. Beginners: Weet je nog niet zoveel over hoe je het beste snel de juiste informatie kunt lezen en welke vaardigheden hierbij horen? Doorloop de 8 stappen van het lesprogramma Online lezen.
2. Kenners: Ben je een kenner? Dan kan je per stap zelf bekijken welke theorie je al weet. De oefentoets helpt je bij het bepalen of je de lesstof beheerst.
3. Experts: Denk je dat je alle theorie en vaardigheden beheerst? Experts kunnen de diagnostische toets maken en bij voldoende resultaat de verdiepende lesstof gebruiken.
De diagnostische toets (eindtoets)
Het is de bedoeling dat alle leerlingen de diagnostische toets met voldoende resultaat afronden. Dit cijfer komt in magister te staan en telt mee voor het komende rapport.
Heb je de diagnostische toets afgerond? Overleg met je docent over het resultaat. Heb je een voldoende gehaald? Dan krijg je een nieuwe opdracht, mag je de 'verdieping' of iets voor jezelf doen. Heb je geen voldoende gehaald? Dan krijg je het advies om enkele onderdelen nog een keer te oefenen.
Aan de slag! Of toch niet?
Klik op de pijlen rechtsonderaan de pagina's en doorloop de acht stappen. Je kunt ook gebruik maken van het menu links. Zo kun je altijd instromen of verder gaan waar je gebleven bent.
Vragen? Lees alles nog een keer rustig door. Lukt het dan nog niet? Vraag je buur en vervolgens je docent om hulp.
Veel succes en plezier!!
8 STAPPEN naar expert in (online) lezen
STAP 1: Alfabetiseren
Alfabetiseren betekent woorden op alfabet kunnen zetten of opzoeken. Dit is een vaardigheid die bij snel zoeken in boeken nodig is. Denk hierbij aan een woordenboek of een atlas. Bij online zoeken is het handig als je kennis van de letters van het alfabet hebt.
Ken je het alfabet al en ben je een expert? Ga dan verder naar stap 2.
Ken je het alfabet nog niet of een beetje? Start met de uitleg en doe daarna de oefentoets.
Wil je het alfabet leren of opfrissen? Lees de theorie, doe de oefeningen en sluit af met de oefentoets.
Theorie alfabetiseren
Wat weet je al?
De letters ken je, anders zou je niet op deze pagina terecht zijn gekomen.
Ken je al delen van het alfabet?
Schrijf op een blaadje wat je al weet.
Uitleg
In woorden staan letters in een vaste volgorde, zodat iedereen de betekenis van het woord kan begrijpen.
In een woordenboek, atlas, schoolboek, informatief boek en internet staan woorden gesorteerd op de volgorde van het alfabet.
Het is handig om het alfabet te kennen om zo snel mogelijk woorden te kunnen vinden.
Het alfabet
Het alfabet kun je in je hoofd stampen of een liedje leren om de alfabetische volgorde te onthouden.
De letters van het alfabet zijn in deze volgorde:
a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z
Check met je blaadje wat je al wist.
Wat weet je nu?
Schrijf de volgorde van letters uit het alfabet die je nu weet.
Wat heb je goed en wat weet je volgende keer wel?
Oefenen
Je gaat nu oefenen met de volgorde van de letters van het alfabet. Dit doe je zelfstandig en neem gerust de tijd.
Als je het niet meer weet kan je terug naar deze theoriepagina.
Gebruik een koptelefoon om het geluid bij de filmpjes te kunnen horen.
Na het oefenen kan je de oefentoets STAP 1: Alfabetiseren doen.
Oefenen alfabetiseren
Alfabet
Bekijk het filmpje over het alfabet hierboven.
Je gaat nu zelf oefenen met het alfabet. Klik op onderstaande link of open deze in een nieuw tabblad. Trek lijntjes tussen de letters van het alfabet. De pijl brengt je naar nieuwe alfabetpuzzels.
Oefen met deze link leuke spelletjes met het ALFABET
STAP 2: Leesdoel, tekstdoel, tekstsoort en tekstvorm
Leesdoel, tekstdoel, tekstsoort tekstvorm en publiek .... Gaan deze termen je al duizelen of is het gesneden koek?
Met welk leesdoel ga jij als lezer iets in een boek of op internet zoeken?
Om snel en efficiënt te zoeken op internet moet je weten waarom je iets zoekt en wat de bedoeling van de schrijver is. De bedoeling van de schrijver noem je het tekstdoel.
Je moet ook weten wat voor soort tekst je nodig hebt en welke tekstvormen er bestaan.
Weet je hier alles van en is het voor jou 'appelje eitje'? Jij bent een expert en ga door naar stap 3.
Weet je hier al een beetje van? Ga de uitleg lezen, misschien kan je daarna meteen naar de oefentoets gaan.
Weet je nog niets of wil je meer weten? Ga beginnen en lees verder op de theoriepagina.
Theorie Leesdoel, tekstdoel, tekstsoort, tekstvorm en publiek
Om een tekst goed te kunnen kiezen moet je weten wat jouw leesdoel is. Daarnaast ga je achterhalen wat het tekstdoel van de schrijver is, dus voor welk publiek is de tekst geschreven en met welke tekstsoort heb je te maken? Vervolgens vraag je je af wat de tekstsoort is.
Bekijk de tekst op de volgende afbeelding en bekijk daaronder het filmpje met uitleg over: leesdoel, tekstdoel, tekstsoort en tekstvorm. Vervolgens lees je verder om meer te weten te komen over het publiek. Met publiek worden de mensen bedoeld die een tekst lezen.
Publiek
De schrijver kan een tekst schrijven voor een groot publiek. Dat betekent dat er veel lezers zulen zijn. Denk maar aan een landelijke krant of een reclamefolder.
Een kleiner en gemiddeld publiek bestaat uit een groep mensen die een bepaald onderwerp interessant vindt, zoals een tijdschrift voor gamers of hondenbezitters en een gemeentekrant.
Een klein pubiek bestaat uit een select gezelschap van bijvoorbeeld een mentor, een vriend(in) of een schooldirecteur. De tekst bestaat dan uit een brief of een e-mail, maar kan ook een persoonlijk appje zijn.
Heb je een idee of beeld gekregen wat een leesdoel, tekstdoel, tekstsoort, tekstvorm en publiek zijn? Ga aan de slag met het oefenen van STAP 2!
Of kijk nog even de kennisclip van juf STV, want zij legt je alles uit over 'publiek'.
Oefenen leesdoel, tekstdoel, tekstsoort, tekstvorm en publiek
Je gaat oefenen met de kennis die je nu hebt over leesdoel, tekstdoel, tekstsoort, tekstvorm en publiek.
Welke leesmanieren bestaan er? Wat wil je nog meer weten of wat weet je al? In STAP 3 leer je verschillende manieren hoe je het lezen en verwerken van een tekst kunt doen.
Leesstrategieën zijn voor jou bekend terrein? Ga door naar de stap 4.
Je weet nog niet zoveel over leesstrategieën en wilt meer weten? Lees de uitleg en doe de oefentoets.
Je denkt nu, "Wat zijn leesstrategieën?" Dan ga je de theorie lezen, oefenen en daarna de oefentoets maken.
Theorie leesstrategieën
Lees de theorie en bekijk het filmpje over leesstrategieën.
De bron van de tekst
Waar komt de tekst vandaan? Dat noem je de bron van de tekst. De bron staat bijna altijd onderaan de tekst vermeld. De bron kan bijvoorbeeld komen van de NOS of een krant. Dat zijn nieuwsbronnen.
Opbouw tekst
Een leestekst is opgebouwd uit een kop, lijf en staart. Net als een lijf van een dier of mens.
We noemen deze opbouw: Inleiding-middenstuk-slot
De inleiding is het eerste stukje van de tekst. Bij het lezen van de inleiding introduceert de schrijver het onderwerp van de tekst.
Het middenstuk omvat het grootste gedeelte van de tekst en geeft informatie over het onderwerp.
In het slot van de tekst vertelt de schrijver wat zijn conclusie is of hij geeft een samenvatting over de tekst.
Alinea's, tussenkopjes en kernzinnen
Een tekst is verdeeld in kleinere stukjes tekst. Dat zie je aan witregels of de tekst springt op sommige plaatsen in. Dat noem je alinea's. Iedere alinea vertelt een stukje over een onderwerp.
Boven een alinea of een paar alinea's kan een titel staan. Dat noemen we een tussenkopje. Het tussenkopje vertelt over welk deel van het onderwerp de alinea's eronder zullen gaan.
Een kernzin vertelt jou waar de alinea over gaat en is meestal de eerste zin van de alinea. Heel soms staat de kernzin als laatste zin in de alinea. Wanneer je een tekst snel wilt lezen, kan je alleen de kernzinnen lezen. Zo weet je vaak precies waar een tekst te melden heeft.
Leesstrategieën
Bekijk nu het filmpje over leestrategieën.
Nu weet je al meer over leesstrategieën. In de eerste klas van het voortgezet onderwijs leer je een aantal leesstrategieën. Hiermee kan je snel beoordelen of het tekstdoel geschikt is voor jouw leesdoel.
Welke leesstrategieën zijn voor jou belangrijk?
De volgende leesstrategieën zijn nu het belangrijkst om te weten. De andere leesstrategieën komen in een hoger leerjaar aan bod.
1. Verkennend lezen: Bekijk de titel, afbeelding, opvallende woorden, de bron (waar de tekst vandaan komt) en lees de eerste zinnen van de tekst. Voorspel of waar de tekst over gaat. Wat is het onderwerp? Past het onderwerp van de tekst bij jouw leesdoel? Tot slot besluit je voor jezelf of je de tekst helemaal gaat lezen.
2. Zoekend lezen: Je hebt een vraag en wilt het antwoord uit de tekst halen. Kijk de leestekst dan snel door en let hierbij op de titel, tussenkopjes en opvallende woorden. Je kunt de kernzinnen van de alinea's lezen. Dit is de eerste of laatste zin van de alinea en die geeft meestal de belangrijkste informatie, want de rest van de zinnen geven extra uitleg over wat er in de kernzin gezegd is.
3. Grondig lezen: Deze leesstrategie gebruik je als je de inhoud van de tekst goed wilt begrijpen. Dit heb je bij leren voor een toets hard nodig. Lees de tekst grondig door en lees moeilijke zinnen met volle aandacht. Na het grondig lezen van een tekst kan je de meeste vragen beantwoorden.
Oefenen leesstrategieën
Kijken en oefenen met leesstrategieën
Onderstaand filmpje geeft je informatie over leesstrategieën die je in de eerste klas moet weten.
Tijdens het filmpje krijg je vragen die je moet beantwoorden.
Kijk en lees dus goed tijdens het fimpje, dan lukt het je vast wel om de antwoorden te bedenken!
Oefenen met leesstrategieën
Weet je nu iets meer over leesstrategieën? Zo ja, dan kan je gaan oefenen met Oefening 1.
Weet je het nog niet zo goed, dan kan je terug naar de pagina met theorie.
Klik op deze link om te oefenen met leesstrategieën bij Cambiumned: OEFENING 1
Oefenen met alinea's
Alinea's zijn kleine onderdelen van de hele tekst. Ze vertellen een stukje over het onderwerp. Ook wel deelonderwerpen genoemd. Alinea's worden gescheiden door een witte regel. Zo kan je ze makkelijk herkennen.
Een tekst lezen van papier is dezelfde vaardigheid als het lezen van een online tekst.
Let op!! Het gaat hier over online teksten die vergelijkbaar zijn met teksten op papier. Meestal zijn het pdf. teksten.
Bij lezen van teksten gebruik je een stappenplan. In dit onderdeel verwerf je kennis over de aanpak van het lezen van een stuk (online) tekst.
Ben je een expert in stappenplannen en begrijpend lezen? Ga dan naar de STAP 5.
Weet je niet meer zo goed welke stappen je maakt om een leestekst te begrjipen? Lees de uitleg nog eens door en doe de oefentoets.
Ken je geen stappenplan of aanpak voor het lezen van een tekst? Ga aan de slag met de theorie, oefeningen en daarna kan jij de oefentoets maken.
Theorie stappenplan (online) leesteksten
Wanneer je het moeilijk vindt om een tekst te lezen en snappen, dan is een stappenplan een hulp. Probeer stap voor stap de tekst aan te pakken bij het kiezen, lezen en verwerken van de inhoud.
Heb je de grote lijnen van de aanpak om een tekst te lezen in je hoofd? Dan gaat het voortaan als vanzelf.
Lees het onderstaande stappenplan een paar keer door.
Probeer voor jezelf de stappen in je hoofd te herhalen of schrijf ze even op een blaadje.
STAP 1: Leesdoel
Kies jouw leesdoel en zoek of bekijk de tekst.
STAP 2:Verkennend lezen
Bepaal het onderwerp van de tekst door verkennend lezen. Bekijk de titel, tussenkopjes, afbeeldingen en opvallende woorden. Wat is de bron?
Maak een voorspelling waar de tekst over gaat. Wat is het tekstdoel? Dus wat is de bedoeling van de schrijver met de tekst?
Wil je verder lezen en past het onderwerp bij jouw leesdoel en wat weet je al?
STAP 3:Leesstrategie
Kies nu welke leesstrategie je gaat toepassen, bijvoorbeeld zoekend of grondig lezen.
STAP 4: Lees de tekst
Lees de tekst volgens de gekozen leesstrategie en probeer voor je te zien wat je leest. De tekst leest zogenaamd alsof je naar een film kijkt.
Wat doe je bij een moeilijke zin? Lees nog een keer de zin of lees de tekst verder door.
Wat doe je bij een onbekend of moeilijk woord? Heb je de betekenis van het woord echt nodig om de tekst te begrijpen? Zo ja: Kijk naar de zinnen en haal de betekenis van het woord eruit. Misschien ken je al een deel van het woord. Zoek het woord op of vraag iemand naar de betekenis van het woord. Zo nee: Ga verder met de tekst lezen.
STAP 5: Reflecteren of terugblikken
Je hebt de tekst gelezen en bedenk nu wat erin staat. Is je voorspelling uitgekomen? Wat ben je over het onderwerp te weten gekomen? Weet je nu genoeg of wil je meer weten?
Je weet nu wat leesstrategieën zijn. Hiermee kan je bepalen hoe je een tekst gaat lezen.
Hoe vind je snel de juiste informatie op internet? Daarvoor hanteer je een zoekstrategie. Dat is manier om snel te vinden waarnaar jij op zoek bent.
Kan je al snel vinden wat je zoekt op het internet? Dan ga je naar STAP 6.
Wil je sneller worden met het zoeken naar de juiste informatie op internet? Lees de uitleg en doe de oefentoets.
Je hebt geen idee hoe je snel informatie kunt zoeken op internet? Ga aan de slag met de theorie, oefeningen en daarna de oefentoets!
Theorie over snel zoeken op internet
Vind je tijd verspillen zonde van andere dingen die je zou kunnen doen? Dan word je handiger en sneller met de volgende tips om snel informatie op internet te zoeken!
Als je op zoek bent naar informatie op internet gebruik je een zoekmachine, zoals Google of Bing en volg de onderstaande stappen:
1. Vat het onderwerp in één of twee woorden samen en wees zo precies mogelijk. Wil je bijvoorbeeld informatie over Max Verstappen, vul dan niet alleen Max in, want dan krijg je veel te veel zoekresultaten. Typ in de zoekbalk: Max Verstappen
2. Wil je nog minder treffers bij Max Verstappen? Typ dan het woord of de woorden tussen dubbele aanhalingstekens. Dat zijn deze "...... " hoge dubbele komma's.
3. Weet je wat je welke informatie je zoekt over Max Verstappen? Typ dan een extra woord dat met hem te maken heeft. Bijvoorbeeld Formule 1 of coureur. Dan krijg je zoekresultaten die over Formule 1 en Max Verstappen gaan.
Oefenen met snel zoeken op internet
Snel vinden wat je zoekt, dat scheelt veel tijd. Je hebt de theorie gelezen en nu ga je oefenen met de kennis.
Succes met oefenen!
Oefentoets STAP 5: Snel zoeken op internet
Ken je de theorie en heb je geoefend met snel online zoeken?
De woorden die je voor de zoekmachine kiest zijn dus heel belangrijk.
Ga ontdekken of je al een expert in dit onderdeel bent en maak de oefentoets!
Race naar STAP 6 bij voldoende resultaat of maak nog een ronde langs de theorie bij onvoldoende resultaat.
Online teksten op webistes kunnen hele andere vormen hebben dan gewone online leesteksten.
Welke online tekstsoorten en tekstvormen bestaan er nu?
Wie is de schrijver of de maker?
Leer deze herkennen, zodat je snel bij de juiste informatie kunt komen.
Weet je alles al over online tekstsoorten en vormen? Ga naar STAP 7.
Weet je niet zo goed meer wat online tekstsoorten en tekstvormen zijn? Lees de uitleg en doe de oefentoets.
Ben je onbekend met online tekststructuren? Ga aan de slag met de theorie, oefeningen en tot slot de oefentoets!
Theorie online tekststructuren
Online teksten en papieren teksten
Online teksten zijn anders opgebouwd dan een tekst op papier of pdf. Daar moet je rekening mee houden als je naar informatie op internet zoekt, want je kiest een andere aanpak om een tekst kiezen en lezen.
Kenmerken van online teksten
Op school lees je teksten op papier uit bijvoorbeeld een schoolboek. Daarnaast lees je online teksten. Er zijn grote verschillen tussen papieren en online teksten. Je moet dus weten wat de verschillen zijn om een juiste strategie te kunnen kiezen hoe je verder gaat met lezen. Kenmerken van online teksten zijn:
1. De opbouw inleiding-midden-slot ontbreekt.
2. De tekstopbouw online bestaat vaak uit delen van teksten.
3. Er zijn andere tekstvormen online, zoals blogs en tweets.
4. Online teksten zijn vaak interactief opgebouwd, dus je gaat soort van in gesprek en je moet iets doen.
5. Er worden naast letters ook schema's, afbeeldingen, animaties en video's gebruikt.
6. De online teksten zijn vaak met elkaar verbonden via hyperlinks (= koppeling naar een ander punt in de tekst, afbeelding of video).
7. Online teksen worden vaak geschreven door meerdere auteurs (=schrijvers). Daardoor is het tekstdoel van de schrijver niet duidelijk.
8. Online teksten zijn continu aan verandering onderhevig.
Oefenen met online tekststructuren
Je hebt de theorie over de verschillen tussen papieren en online teksten gelezen.
Oefen met de theorie over online teksten en maak daarna de oefentoets om te kijken of je de volgende stap kunt nemen.
Oefentoets STAP 6: Online tekststructuren
Je hebt weer goed de theorie gelezen? Dan lukt het je zeker om de oefentoets met goed resultaat te maken!
Bij een voldoende resultaat ga je door naar STAP 7 en ben je bijna door de lesstof heen geraced.
Heb je onvoldoende resultaat? Geen man over boord en lees de theorie gewoon nog een keer goed door. Daarna lukt de oefentoets vast wel.
Internet biedt een grote hoeveelheid informatie. In deze stap leer je omgaan met een leesstrategie voor online lezen 'zoekend lezen'.
Bij zoekend lezen ga je doelgericht de juiste informatie vinden op internet.
Je zult uit de gevonden informatie een keuze moeten maken. Wat is bruikbaar en wat niet?
Ben je een online talent met een goed gevoel om snel de juiste informatie vinden? Ga door naar STAP 8.
Lukt het niet altijd om snel de juiste informatie te vinden? Lees de uitleg en doe de oefentoets.
Als je graag wilt leren hoe je doelgericht de juiste informatie op internet vindt, dan kan je aan de slag met de theorie, oefeningen en daarna de oefentoets!
Theorie Online informatie kiezen
Internet groeit
Internet groeit dagelijks. Het is niet meer de vraag of iets op internet staat, maar waar staat het op internet? Daarvoor moet je eerst jouw leesdoel bepalen natuurlijk. Waar ga je naar op zoek? Er zijn tips en trucs om snel de juiste informatie te vinden. De truc met de juiste kernwoorden intypen en tussen "aanhalingstekens" plaatsen weet je inmiddels al. Gebruik ook synoniemen van woorden (= woorden met dezelfde betekenis).
Zoeken op internet
Het zoeken naar de juiste informatie gaat via een zoekmachine. Google is de bekendste en misschien ook wel de grootste èn de snelste. Daarnaast bestaan er zoekmachines zoals BING, Yahoo, Ilse en vinden.nl.
Wat wil je zoeken?
Zoek je naar informatie over een onderwerp, dan kan je kijken bij Startpagina.
Wil je iets opzoeken in Wikipedia? Besef dan dat niet alle informatie hierin betrouwbaar is, omdat iedereen op internet informatie kan toevoegen of wijzigen. Er worden wel controles door Wikipedia uitgevoerd en jij als gebruik bent traceerbaar. Dus bezint voordat je hieraan begint!
Wil je iets weten over woorden, dan zijn er veel woordenboeken online te vinden. De juiste schrijfwijze vind je altijd in woordenlijst.org.
Verder kan je online vakanties boeken, winkelen en het nieuws volgen. Er is nog veel meer natuurlijk, maar dat weet je al te vinden.
URL's
Als je een grote hoeveelheid informatie hebt gevonden, dan moet je de URL's lezen (= internetadressen) om te bepalen of de link biedt waar je naar op zoek bent. Probeer aan het webadres al te herkennen of de informatie bij jouw leesdoel past.
Zoekend lezen of scannen met je ogen
Wat je bij al deze speurtochten nodig hebt om snel de juiste informatie te vinden, is 'zoekend lezen'. Je moet zelf informatie zoeken, kiezen en begrijpen. Aan het begin van deze online les is 'zoekend lezen' al ter sprake gekomen bij de leesstrategieën. We gaan er nog wat dieper op in. Naast 'zoekend lezen' moet je ook 'doelgericht lezen' en je niet af laten leiden door alle informatie die voorbij komt. Bij doelgericht lezen moet je voor de zoekmachine 'slim' vragen kunnen stellen en synoniemen of antonymen (= tegenstellingen) gebruiken.
Bij zoekend lezen lees je niet de hele tekst, maar je bekijkt de opvallende onderdelen van een webpagina. Dus, bekijk de titels, tussenkopjes, opvallende woorden of cijfers en foto's of tekeningen enz. Kijk ook naar de kernzinnen van de alinea's. Dit is meestal de eerste zin van een stukje teks. Daarin staat de belangrijkste informatie. Lees eventueel het eerste begin en het laatste stukje eind van de tekst.
Meestal als je op zoek bent naar een bepaald woord en je scant met je ogen de tekst, dan verschijnt het vanzelf.
Oefenen Online informatie kiezen
We gaan oefenen met online informatie kiezen. Bekijk eerst de volgende video over URL's. Beantwoord voor jezelf daarna de vraag: Wat is een URL?
Dit fimpje is vooral grappig. Kan jij het al beter dan deze mensen?
Oefentoets STAP 7: Online informatie kiezen
Je gaat nu de oefentoets van STAP 7 Online informatie kiezen maken.
Lukt het je om een voldoende te halen, dan mag je naar de laatste STAP 8!
Slaag je er niet in om een voldoende te halen, dan probeer je het na het lezen van de theorie gewoon nog een keer. Succes!
Wat weet je al over betrouwbare bronnen en kritisch lezen op internet?
Om je hersenen te laten brainstormen over wat je al weet, vul je de woordspin of het woordweb in.
Kritisch lezen
Welke informatie op internet is betrouwbaar? Welke bron is betrouwbaar?
Wanneer is iets op internet gezet en door wie?
Hoe ga je om met tegenstrijdige informatie?
Dat leer je in STAP 8!
Weet je alles van het beoordelen op betrouwbaarheid van bronnen en informatie? Ga naar de diagnostische toets. Bij voldoende resulaat kan je de verdiepingsstof maken. Overleg eerst even met je docent.
Weet je niet zo veel meer over betrouwbare informatie en bronnen? Lees de uitleg en doe de oefentoets.
Als je alles over betrouwbaren bronnen en informatie wilt weten dan kan je aan de slag met de theorie, de oefeningen en daarna maak je de oefentoets!
Theorie kritisch lezen
Kritisch lezen is nadenken over de betrouwbaarheid van de bron. Waar komt de informatie vandaan of van welke schrijvers? Hoe oud is de informatie en wanneer is de informatie voor het laatst bijgewerkt? Je leert in STAP 8 of een bron betrouwbaar is om te gebruiken.
Bekijk het volgende filmpje en je bent direct een stuk wijzer! Let voor de betrouwbaarheid van bronnen vooral op stap 3 in het filmpje.
Oefenen met kritisch lezen
Op school krijg je vakken zoals Mens&Maatschappij of geschiedenis. Bij deze vakken wordt gesproken van betrouwbare bronnen, omdat de boeken of educatieve sites jou goed informeren over de onderwerpen. Wanneer zijn bronnen betrouwbaar? Ze moeten echt bestaan. Dat is ook een beetje zo met informatie op internet.
Bekijk onderstaande figuur eens. In het midden staat redeneren en dat betekent communiceren of praten.
Zou een advertentie een betrouwbaren bron kunnen zijn? Vanuit het vak Nederlands weet je al dat het hier om een overtuigende of overhalende tekst gaat. Het tekstdoel is om jou over te halen om iets te gaan doen. Het is goed om bekendheid over een product of dienst te krijgen, maar niet geschikt als informatie voor een werkstuk.
Betrouwbare en onbetrouwbare bronnen herkennen
Kijk en luister naar het onderstaande filmpje. De informatie wordt snel verteld, dus kijk daarna gerust nog een keer.
Beantwoord voor jezelf de vier vragen met de de 4 W's: Waar, wie, wat en wanneer is... bij een website?!
Oefentoets STAP 8: Kritisch lezen
De laatste oefentoets ... STAP 8!!
Je bent al ver gekomen of hoog ingestroomd! Dit is de laatste oefentoets voordat je de eindtoets kan gaan maken.
Lukt het je om de oefentoets goed te scoren? Geweldig en maak daarna de eindtoets!
Lukt het je nog niet om op de oefentoets van stap 8 goed te scoren? Doe stap 8 nog een keer en daarna gaat het je zeker lukken! Zet 'm op!!
Heb je alle stappen doorlopen? Of nog niet, heb je lef en denk je dat je alles weet en kunt? Het klinkt allemaal geweldig!
Maak de diagnostische toets om erachter te komen of je een expert, kenner of beginner bent. De uitslag is bepalend voor wat je gaat doen.
En let op!! Je krijgt een cijfer voor de eindtoets ;) die meetelt op je rapport.
De uitslag van de diagnostische toets Online lezen
Alle leerlingen moeten de eindtoets voldoende afronden. Jij bepaalt met jouw kennis en vaardigheden hoe hoog jouw cijfer gaat worden!
Ben je een expert? Dan mag je meewerken aan de les Online lezen en een onderwerp bedenken en toevoegen of een bestaand onderwerp veranderen in een betere versie. Overleg dus even met jouw docent na het halen van een hoog cijfer voor de eindtoets.
Ben je een kenner en heb je een (on)voldoende? Dan mag je kiezen of je onderdelen uit de les herhaalt of dat je hiermee een ander keer verder gaat. Wanneer je vaardigheden nog niet beheerst, ga daarmee nog een keer aan de slag. Maak van jezelf een expert!
Ben je een beginner? Kijk bij welke stappen jij jouw vaardigheden en kennis kunt verbeteren. Je kunt de les hervatten bij stap 1 of extra oefenen. Je mag ook de gaten in jouw kennis en vaardigheden opvullen en de onderdelen herhalen waar jij nog geen expert in bent. Maak van jezelf een expert!
Extra oefenen met Online lezen
Wil je extra oefenen met de lesstof van Online lezen? Dan staan hier meer filmpjes en oefeningen. Veel plezier!
STAP 1: Het alfabet
De allereerste stap om snel informatie te zoeken en vinden, lukt door kennis te hebben van het alfabet. Bekijk het filmpje met internetkenmerken en kan je daarna het alfabet opdreunen?
STAP 2 en 3: Tekstsoorten
Jij als lezer bepaalt zelf waarom je iets leest. Daar hoort een bepaalde tekst bij. Welke soorten teksten er zijn en welke leesstrategieën je kunt gebruiken, zie je in dit filmpje.
STAP 3: Tekstdoelen en publieksgerichtheid
Via de volgende link kom je op de website van Cambiumned. Hier kom je meer te weten over tekstdoelen van de schrijver en publieksgerichtheid. Je kunt er ook een filmpje zien en oefenen met je kennis.
Bekijk het onderstaande filmpje om meer te weten te komen over hoe het lezen van een tekst aanpakt. Wat doe je voordat je gaat lezen? Tijdens het lezen? En na het lezen van de tekst?
STAP 5: Snel zoeken op internet
Wil je je vaardigheden om snel de juiste informatie te vinden op internet verbeteren? Bekijk en lees goed mee met de volgende video. Als de tekst te snel gaat, zet het filmpje dan op pauze om rustig te kunnen meelezen.
STAP 6: Online tekststructuren
De opbouw van een tekst op papier of in een pdf is bijna altijd volgens de drie stappen: inleiding-middenstuk-slot. Het is belangrijk om dit te weten en te herkennen. Bij lezen op internet merk je dat de teksten soms niet volgens deze opbouw gaan. Om de belangrijkste informatie te zoeken, moet je dan letten op andere tekstkenmerken, zoals kopjes en kernwoorden of afbeeldingen. Ga nog eens kijken naar een filmpje over tekstopbouw.
STAP 7: Online informatie kiezen, dus doelgericht lezen
Als je op zoek gaat naar informatie op internet, dan gebruik je meestal een zoekmachine zoals Google. Het is handig om te weten hoe een zoekmachine komt tot het aanbieden van mogelijkheden op jouw zoektocht.
STAP 8: Kritisch lezen
Hoe betrouwbaar is de bron waar je informatie in zoekt? Bekijk het filmpje en kom meer te weten waar jij op moet letten bij het beoordelen of wat je op internet leest, ook geschikt is.
Verdieping kennis en vaardigheden Online lezen
Weet je al veel over (online) lezen en wil je nog meer weten? Dan vind je hieronder extra's. Let op, dat kan op een hoger schoolniveau zijn, dus zet 'm op!
Fictie en non-fictie
Soms zijn de termen verwarrend. Fictie is altijd beeld of tekst dat geheel of gedeeltelijk verzonnen is. Bij non-fictie gaat het over werkelijkheid, feiten dus. Oftewel niet-verzonnen.
Kijk maar naar dit filmpje.
Eindexamen Nederlands
Alle leerlingen gaan een keer eindexamen Nederlands doen. Het onderstaan de filmpje is een voorbereiding op het eindexamen. Het gaat niet alleen over tekstverklaren, maar ook over tekstsoorten en tekstdoelen.
Extra oefenen met leesstrategieën
Met deze link kan je verdiepend oefenen met leestrategieën bij Cambiumned: OPDRACHT 2 Leesstrategieën.
Extra oefenen met verbindingswoorden en signaalwoorden
Verbindingswoorden of voegwoorden metselen twee zinnen aan elkaar.
Bijvoorbeeld: Jan eet vandaag een ijsje en Kim eet morgen een zak chips.
Het woordje 'en' verbind twee zinnen met elkaar.
Signaalwoorden zijn verbindingswoorden of voegwoorden met en extra functie. Wannneer je deze ziet, dan weet je dat er een reden, oorzaak of gevolg komt.
Bijvoorbeeld: Jan eet een ijsje, omdat hij zojuist zijn zakgeld heeft gekregen.
Door het woordje 'omdat' weet je dat er een reden komt.
Andere signaleringsworden zijn: maar, want, daardoor enz.
Het onderstaande filmpje brengt je meer kennis bij over 'Slim kiezen' bij online lezen en zoeken.
Docentenpagina
Beste docenten en onderwijsondersteuners,
Online lezen is niet meer weg te denken uit de huidige maatschappij en verdient aandacht in het onderwijs.De theoretische grondslag voor de les Online lezen komt uit het artikel 'Het nieuwe lezen, anders bekeken' van Jeroen Clemens. Hierin staat een pleidooi voor aanbieden van gericht onderwijs over online communiceren. Leerlingen lijken online zeer vaardig, maar wanneer het aankomt op online tekstbegrip blijkt dat in weinig gevallen dat echt zo te zijn. Hierbij is een goed offline tekstbegrip geen garantie voor een goed online tekstbegrip. Daar zijn andere vaardigheden voor nodig en deze dienen onderwezen te worden. Helaas is daar nog weinig of geen materiaal of geschikte methode voor beschikbaar. De digitale les Online lezen is een poging om het hiaat tussen theorie en praktijk te overbruggen.
Het digitale leerarrangement Online lezen is ontworpen in opdracht van het vak Arrangeren Digitaal Leerarrangement van de lerarenopleiding Nederlands aan de Hogeschool Rotterdam. De doelgroep is de eerste klas van het vmbo. De les kan ingezet worden ter ondersteuning van de lesmethode of als losse les. De les is ook bruikbaar voor remediërende (online) leesactiviteiten. De duur van de les zal meerdere uren in beslag nemen wanneer alle stappen worden doorlopen. Het is tevens goed mogelijk om lesonderdelen uit te kiezen en dan is de lesduur aanzienlijk korter.
Veel succes en plezier met het digitale leerarrangement Online lezen!
Het arrangement Digitaal leerarrangement is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Ellen Straver
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2019-04-19 14:54:51
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Oefentoets STAP 1: Kan je alfabetiseren?
Oefentoets: Leesdoel, tekstdoel, tekstsoort, tekstvorm en publiek
Oefentoets: Leesstrategieën
Oefentoets: Stappenplan (online) leesteksten
Oefentoets: Snel zoeken op internet
Oefentoets: Online tekststructuren
Oefentoets: Online informatie kiezen
Oefentoets: Kritisch lezen
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.