Startpagina
Het onderwerp evolutie is een leuk maar ingewikkeld onderwerp... daarom is deze site gemaakt!
Deze site is gemaakt voor de 3/4 jaars vmbo-t leerlingen. De site is bedoeld zodat de leerlingen het hoofdstuk beter kunnen begrijpen en dat ze hiermee kunnen oefenen. Op deze site staat de inhoud van het boek Nectar.
De leerdoelen van de site:
Leerlingen weten wie Darwin is
Leerlingen begrijpen de evolutietheorie en de bijbehorende begrippen
Leerlingen begrijpen de afbeeldingen over tijdperken
Leerlingen snappen hoe fossielen zijn ontstaan
Leerlingen kunnen een stamboom over de voorouders lezen
Op deze site zijn een aantal opdrachten aanwezig. Ook staat er bij de samenvatting een korte kennisclip.
De toets die te zien is wordt in de les gemaakt. TOETS NIET THUIS MAKEN HET KAN MAAR 1 KEER.
Veel succes met leren van dit interessante onderwerp.
Inhoud
- Informatie
- Evolutietheorie
- Fossielen
- Tijdperken
- Voorouders
- Samenvatting
- Oefenopdrachten
- Toets
Informatie
Er worden 4 onderdelen behandeld: Evolutietheorie, Fossielen, Tijdperken en Voorouders. Hieronder staan deze onderdelen uitgelegd. De informatie op deze site komt uit het boek Nectar.
Evolutietheorie
Lamarck
Lamarck was één van de eersten die een wetenschappelijke hypothese opstelde over biologische evolutie. zijn opvatting over de overerving van verworven eigenschappen is bekend geworden onder de noemer Lamarckisme. Deze opvattingen hebben echter nooit algemene aanvaarding gekregen binnen de wetenschap.
> oudste jaarlagen ongewervelden, pas later gewervelden
> soort langzaam veranderen = nieuwe ontstaan
Het Lamarckisme verklaart evolutie dus door overerving van kenmerken die werden verkregen door aanpassing aan de omgeving of aan veranderde omstandigheden.
Lamarck beweerde: Doordat een giraffe zijn nek steeds verder uitrekt om bij de bladeren te kunnen, wordt de nek van zijn nageslacht ook langer (zie afbeelding).
Tegenwoordig weten we dat dit ONJUIST is omdat er geen verandering van het DNA hierdoor plaats vindt!
Darwin
Darwin reiste over de wereld met zijn boot the beagle. In onderstaande afbeelding is te zien hoe Darwin zijn reis er uitzag.
Op de Galapagos eilanden ontstond zijn meest intressante onderzoek. Dit komt omdat deze eilanden dicht bij elkaar liggen maar toch erg verschillend zijn.
Dit is ook waar de Darwin vinken vandaan komen.
Evolutietheorie
Een theorie = een geheel van denkbeelden, hypothese en verklaringen die in onderlinge samenhang worden beschreven. in de wetenschap is een theorie een toetsbaar model ter verklaring van waarnemingen van de werkelijkheid.
- Feiten die argumenten vormen vóór de theorie
- Gaat uit van: 1) Variatie in erfelijke eigenschappen
2) Natuurlijke selectie
3) Ontstaan van nieuwe soorten
1) Variatie in erfelijke eigenschappen
Geslachtelijke voortplanting
Nieuwe paren/combinaties van bestaande genen/eigenschappen
Mutaties
plotselinge verandering van erfelijk materiaal door veranderingen aan een gen (DNA)
2) Natuurlijke selectie
Individuen die het beste aangepast zijn aan het milieu hebben de grootste overlevingskans. Organismen produceren teveel nakomelingen ( populaties blijven min of meer gelijk in grootte)
= Survival of the fittest
Gunstige genen > heeft het organisme grotere overlevingskans en een grotere kans op voorplanting.
Best aangepaste organisme zijn de organisme die meeste nakomelingen krijgt!
3) Ontstaan van nieuwe soorten
Een bekend voorbeeld van het ontstaan van nieuwe soorten zijn de darwinvinken op de galapagoseilanden.
Ooit waren ze allemaal afkomstig van het vaste land van Zuid-Amerika.
De snavels zijn aangepast aan het beschikbare voedsel van het eiland waarop ze nu leven.
Doordat de vinken van de verschillende eilanden zich niet meer onderling voortplanten ontstaan uit de verschillende populaties verschillende soorten.
Soortvorming:
- Isolatie
Geografische isolatie: soorten leven in andere gebieden. Voorbeeld: amerikaanse huismus en de europese huismus.
Ecologische isolatie: Voedingscultuur verandert het paringsgedrag! Voorbeeld: koolmees zoekt insecten op de bodem en in de kruin van een boom. Pimpelmees zoekt insecten op het uiteinde van de takken.
Gedragsisolatie: Door verschillend gedrag ontstaan er nieuwe soorten. Voorbeeld: De Ratelaar en Bruine sprinkhaan maken een verschillend parings geluid.
Seizoens isolatie: Verschillende voortplantingsperiodes kan populaties isoleren en hierdoor kunnen er verschillende soorten ontstaan. Zoals bij de bruine kikker (maart) en de Groene kikker (mei).
- Aanpassing aan omstandigheden
- Ontstaan van nieuwe soorten
We spreken van een soort als twee dieren vruchtbaren nakomelingen kunnen krijgen.
Een tijger en een leeuw kunnen nakomelingen krijgen. Alleen zijn deze niet vruchtbaar dus.... een tijger en een leeuw zijn niet dezelfde soort.
Evolutie door natuurlijke selectie
Darwin concludeerde dat natuurlijke selectie kon verklaren hoe organismen langzaamaan veranderen en evolueerden in nieuwe soorten.
in zijn tijd had Darwin moeite om zijn theorie geaccepteerd te krijgen, aangezien het moeilijk te bewijzen was.
Wetenschappers uit die tijd vroeger zich af hoe die karakteristieke eigenschappen dan werden doorgegeven aan hun nakomelingen.
Neo-Darwinisme
Evolutietheorie van Darwin gecombineerd met de huidige kennis over erfelijkheid.
Fossielen
Een paleontoloog is een persoon die fossielen bestudeert.
Hoe ontstaan fossielen:
We nemen het organisme trilobiet als voorbeeld. De trilobiet leefde ongeveer 457 miljoen jaar geleden in de oceanen.
Als de trilobiet stierf belandde zijn lichaam op de bodem van de oceaan. De zachten delen van zijn lichaam rotten al snel weg. Maar de harde delen worden heel langzaam verteerd door allerlei micro-organismen. Gedurende vele jaren worden er allemaal sedimenten afgezet, deze komen dus ook op de dode trilobiet terecht. Sedimenten bestaan uit slib, zand en klei deeltjes. Door deze lagen komt er weinig zuurstof bij het lichaam van de trilobiet. De micro-organismen hebben zuurstof nodig on de trilobiet te verteren.
De sedimentlagen worden steeds dikker. Hierdoor verandert ook de druk en de temperatuur op het lichaam. Onder de juiste omstandigheden kan er een chemisch proces optreden, namelijk fossilisatie.
De eerste vorm van fossilisatie is dat door chemische reacties het harde overblijfsel van het dode dier wordt omgezet in steen. De fossiel is dan een exacte kopie van de orginele trilobiet.
De tweede mogelijkheid is dat er een afdruk onstaat van de trilobiet.
De derde mogelijkheid is dat het fossiel eerst geheel opgelost wordt. De holte die overblijft kan worden opgevuld door mineralen. Dit is dus alleen een afdruk. De interne structuur van het fossiel bestaat dan niet.
Allerlei geologische verschijnselen kunnen er voor zorgen dat het fossiel weer aan het oppervlakte komt.
Bijvoorbeeld door erosie of door regenwater
Er zijn dus een paar idealen omstandigheden waar in fossielen kunnen onstaan. Deze omstandigheden zijn:
- Bodem van de zee
- Organisme bedolven door lava van vulkaan
- Aardverschuiving
- Extreme kou
Waarom zijn deze omstandigheden nou zo gunstig? Dit komt door dat hier als snel weinig zuurstof is. In deze zuurstofloze gedieden kunnen micro-organismen niet verteren, en blijft het organisme liggen waardoor het een fossiel kan worden.
Fossielen zijn dus alle resten en sporen van planten en dieren die bewaard zijn gebleven in gesteentes.
(Er zijn ook fossielen gevonden van insecten in het hars van naaldbomen)
Fossielen zijn erg belangrijk in de evolutie. Aan de hand van de fossielen kan er worden gekeken wat er vroeger leefde. En zo kunnen er ook periodes waarin het dier leefde bekend worden.
Zo is er ook onderzoek gedaan naar dinosaurussen en weten we hier steeds meer van.
Tijdperken
Je moet weten in welke volgorde deze tijdperken komen. Ook moet je deze afbeelding kunnen begrijpen: aan de hand van deze afbeelding vragen kunnen beantwoorden.
Dus wat is het jongste tijdperk en wat is het oudste tijdperk?!?
Voorouders
Je moet dit soort afbeeldingen kunnen aflezen en kunnen benoemen welke dieren het meest verwant zijn en kunnen vertellen wat de gemeenschappelijke voorouder is.
Samenvatting
De samenvatting bestaat uit een kleine kennisclip die gaat over Darwin en zijn evolutie-theorie. Hieronder is de kennisclip te zien.
Kennisclip
Evolutietheorie kennisclip
Opdrachten
Opdracht 1. video fragment Evolutietheorie
Opdracht 1 is een video fragment die over de evolutietheorie gaat. Het is een video van schoolTV. De video zal een paar keer stoppen zodat je vragen kan beantwoorden. Als de vraag beantwoord is zal de video door spelen en je het antwoord geven.
Opdracht 2 Tijdperken
Opdracht 2 is een tijdlijn. Deze tijden (getallen) zijn niet belangrijk en hoeven jullie niet te kennen maar jullie moeten wel weten wat er eerder ontstond en wat later.
In de opdracht moeten jullie dus de juiste tijd met de juiste gebeurtenis combineren.
Opdracht 3 Oefenvragen
Dit zijn een aantal oefenvragen. Deze vragen zijn goed om te leren voor je toets. Het zijn vragen over het hele hoofdstuk en is dus echt een oefentoets. Om je leerwerk zo optimaal te benutten, behandel het dan ook als een echte toets. Dan zie je of je er klaar voor bent.
Toets
LET OP!
Dit is de echte toets! Maak deze dus niet thuis.
De toets kan maar 1 keer gemaakt worden en moet dus in de les gemaakt worden.
Hulpmiddelen