3. Film

3. Film

TIJDPAD

Je kunt voor dit arrangement 3,5 blokuur uittrekken.

Blokuur 1: introductie over film, fragmenten kijken, vertellen over kadrering, standpunten, montage. Maar ook over verhaal, volgorde, funcite.
Uitleg over de opdracht. Indelen in groepjes van drie . Onderwerp verzinnen, hebben ze dat nog niet, dan is dat huiswerk voor de volgende les.
Blokuur 2: Script schrijven, plannen, regelen. Het drietal heeft een onderwerp en schrijft een script voor de film.
Ze maken keuzes: waar ga je opnemen, welke omgeving, hoe erg zoom je in, waar staat de camera, (hoog/laag, stil/bewegen).
Wie komt er in beeld?
Wat doe je met tekst? geschreven, gesproken, gezongen, combi? wat op welke plek.
Heb je effecten nodig? Hoe pak je dat aan.
Heb je spullen, attributen, bepaalde kleding nodig?

Op het einde van dit lesuur weten de leerlingen welke beelden ze nodig hebben, zodat ze die voor de volgende les kunnen filmen.
HUISWERK: opnames maken
Blokuur 3: Film in elkaar zetten. Deze les wordt er gemonteerd, geluid achter de beelden gezet. Zou leuk zijn als er aan het einde van de les al een filmpje gekeken kan worden.
Blokuur 4: eerste helft filmpjes kijken. tweede helft nieuwe opdracht

Doelen

 

DOELEN:

Je gaat met z'n drieen het proces van filmmaken doorlopen. Jullie ervaren wat er bij komt kijken en de rest van de klas krijgt het resultaat te zien.

  • Je kunt monteren
  • Je kunt geluid/muziek achter de beelden zetten
  • Je weet dat er verschillende soorten shots bestaan en kunt ze toepassen
  • Je kunt geschreven tekst verwerken bij de beelden
  • Je bent in staat om met z'n drieen een werkverdeling te maken waar iedereen het mee eens is
  • Je maakt keuzes voor de vormgeving en begrijpt dat dat invloed heeft op de inhoud, je kunt dat benoemen
  • Je kunt deze ervaring van het filmen beschouwen en waarderen en een plek geven in je eigen culturele ervaringen
  • Je bekijkt de filmpjes van je klasgenoten kritisch, je kunt deze presentaties beschouwen (objectief) en waarderen (aan de hand van vooraf gestelde criteria)

Introductie

Toen de film net uitgevonden was, vond men het bewegende beeld natuurlijk geweldig. Het gaat er allemaal wat eenvoudiger (en langzamer) aan toe dan tegenwoordig. De eerste films waren eigenlijk meer gefilmde toneelstukken. Bekijk het onderstaande filmpje maar eens:

the great train robbery 1903

Tegenwoordig wordt er veel meer aandacht besteed aan montage en kadrering, standpunten, zoomvariaties. Zie 'montage', 'camera', (shot) onderstaande link:

https://moviezone.nl/weten/begrippen

Andere filmpjes, die leuk zijn om te zien:

een fragment van 'final cut' uit 2012

one hundredth of a second, korte film, 2002

Deze filmpjes zou je ook kunnen laten zien.

documentaire:

Floris Kaayk, Metalosis Maligna                                                7.26

https://www.youtube.com/watch?v=lcntt5ofRqU

 

animatie:

Pixar, voor de vogels                                                                    3.25

https://www.youtube.com/watch?v=Ogb3HhrdTmY

 

stopmotion:

Her Morning Elegance, Oren Lavie, Yuval Nathan                 3.36

https://www.youtube.com/watch?v=C3Ue1AXSzyw

 

 

clip:

Roger Glover, love is all (tekenfilmpje)                                    3.30

https://www.youtube.com/watch?v=YK2Pltm8ZsQ

 

Michael Jackson, thriller                                                             13.42

https://www.youtube.com/watch?v=sOnqjkJTMaA

 

Gotye, somebody that I used to know

https://www.youtube.com/watch?v=8UVNT4wvIGY               4.04

 

http://www.booooooom.com/2014/09/09/music-video-metronomy-month-sundays/

 

 

homevideo’s:

How animals eat their food | MisterEpicMann                        1.25

https://www.youtube.com/watch?v=qnydFmqHuVo

 

 

Je zou een tijdje in kunnen ruimen om de leerlingen zelf iets op te laten zoeken, vaak weten ze ook wel leuke filmpjes. Dan kun je er nog een paar gezamelijk kijken.

 

 

 

voorbeeld beeldaspect:                        1.30

http://brekend.nl/2012/02/02/stop-motion-ok-go-legt-primaire-kleuren-uit-in-sesamstraat/

kijkwijzer FILM

 

 

1.- Wat zie je: fictie/non-fictie?

 

  • documentaire (beschrijf onderwerp kort
  • mengvorm ( met welke reden?)
  • speelfilm ( beschrijf verhaal kort)

 

Non-fictiefilms of documentaires laten een deel van de werkelijkheid zien, bijvoorbeeld door middel van interviews of archiefopnamen. Fictiefilms zijn verzonnen of gedramatiseerde verhalen- Soms is het verschil tussen fictie en non-fictie niet zo duidelijk. Bijvoorbeeld wanneer er binnen een documentaire delen nagespeeld zijn (docudrama) of wanneer een speelfilm erg veel lijkt op een documentaire, omdat het er allemaal zo 'echt' uitziet.

 

2.- Wat zie je? Welke filmtechnieken vallen op? Kies meer dan een optie.

 

  • montage
  • special effects
  • kadrering
  • camerastandpunt/gebruik
  • belichting
  • mise-en-scene

 

Montage: Het aan elkaar plakken van verschillende beelden waardoor ze een onderlinge samenhang krijgen. Montage bepaalt voor een belangrijk deel de snelheid en het ritme van de film. Beelden die door middel van montage aan elkaar geplakt zijn, beïnvloeden elkaar sterk.

Kadrering: Het kader geeft aan wat er te zien is binnen het beeld en bepaalt mede de compositie van het beeld.

Belichting: Hoe worden de scenes uitgelicht? Zijn er veel lichtldonker contrasten? Krijgen bepaalde personages of locaties meer licht dan andere?

Special effects: Vanwege de revolutionaire ontwikkelingen op digitaal gebied wordt het creëren van special effects steeds gemakkelijker en gangbaarder.

Cameragebruik/standpunt De manier waarop de camera wordt gebruikt kan erg verschillen. Wanneer er met een lichte beweeglijke schoudercamera wordt gefilmd, dan zijn de beelden vaak schokkerig en grof  Een statische camera levert ook statischer beelden op. De plaats waar de

camera staat is ook van groot belang. Een standpunt vanuit personages laat ons meekijken met de spelers en verhoogt onze betrokkenheid bij de film. Ook is het belangrijk te letten op de camera-afstand tot het onderwerp: close-up~ medium shot en long shot zijn de drie grote afstandsbepalin-

gen die ieder een eigen effect teweeg brengen.

Mise-en-scene: Alle elementen die voor de camera worden geplaatst om gefilmd te worden: het

decor, de voorwerpen in het decor (props), kostuums, make-up van de acteurs en de bewegingen die zij maken.

 

3.- Wat zie je? Wat is de verhouding tussen story en plot?

 

  • plot volgt chronologie story
  • plot maakt story spannend. Op welke manier?
  • Flash-backs/flash forwards. Beschrijf effect op inhoud.

 

De manier waarop een verhaal verteld wordt (plot) wijkt vaak af van de reconstructie die je achteraf van het verhaal maakt (story). In de presentatie van het plot kan gespeeld worden met de chronologische volgorde van de gebeurtenissen, met de duur van bepaalde handelingen en met oorzaak/gevolg-relaties.

 

4.- Wat ervaar je: hoe wordt de film vertoond? ( Wat is het effect?)

 

  • klassieke bioscoopsituatie
  • televisie/video
  • interactief/themapark

 

Je kunt een film natuurlijk gewoon in het donker van de bioscoop zien, waar een filmvertoning min of meer een privé-ervaring wordt. Het zien van dezelfde film op video of op televisie (vaak in een groep) kan een heel andere kijkhouding met zich mee brengen. Films in de vorm van interactieve computerspelletjes is weer een andere beleving van hetzelfde product. Het zijn factoren die van invloed kunnen zijn op de betekenis die de film voor je heeft.

 

5.- Wat hoor je? Welke rol speelt de muziek in de film?

 

  • muziek versterkt inhoud film Op welke manier?
  • Geen, weinig of onopvallende muziek
  • Muziek voegt elementen toe: welke en op welke manier?

 

Muziek speelt vaak een belangrijke rol in film. De muziek kan bijvoorbeeld dramatische of spannende momenten versterken. Maar het is ook mogelijk dat de muziek iets nieuws toevoegt aan de beelden. Soms is er geen of weinig muziek. Let ook op de geluiden zoals straatverkeer, telefoons en voetstappen.

 

6.- Inhoud: tot welk genre hoort de film?

 

  • horror/science fiction
  • (docu)drama
  • oorlogsfilm
  • thriller
  • avonturenfilm
  • western
  • comedy
  • familie/kinderfilm
  • documentaire

 

Met de term genre worden films in bepaalde groepen ingedeeld op grond van gemeenschappelijke kenmerken. EIk genre schept zijn eigen verwachtingen: een avonturenfilm moet spannend zijn: een comedy zonder humor is een mislukte film.

 

7.- Inhoud: waar ligt de nadruk van het verhaal?

 

  • op wat er gebeurt (story)
  • op de boodschap (thematiek)
  • op de (psychologische) ontwikkeling van personage(s)

 

Een film kan gemaakt zijn om een verhaal te vertellen of om gebeurtenissen te presenteren. Maar een film kan ook een duidelijke boodschap hebben (bijvoorbeeld een politieke). In andere gevallen ligt de nadruk op de psychologische ontwikkeling van de personages. Een combinatie van deze

drie aspecten is natuurlijk ook denkbaar.

 

8.- Inhoud: wat speelt een grote rol bij het maken van de film?

 

  • de filmmaker (auteursfilm)
  • acteurs/filmsterren (acteursfilm)
  • eerder uitgebrachte films

 

De stijl van de filmmaker kan een stempel drukken op de hele film (acteursfilm). In andere gevallen bepalen de acteurs (vooral als ze beroemd zijn) het karakter van de film (acteursfilm). Veel films sluiten aan bij eerdere films, bijvoorbeeld Rocky IV.

 

9.- Betekenis: wat denk je dat de betekenis van de film is?

 

  • persoonlijke (autobiografische) betekenis
  • morele boodschap
  • bedoeld als (politieke of culturele) provocatie
  • bedoeld als amusement
  • roept emoties op
  • gemaakt uit commerciele overwegingen.

 

Wat wil de film teweeg brengen? Een combinatie van enkele accenten is natuurlijk ook mogelijk.

Gemaakt uit commerciële overwegirlgen kruis je aan wanneer je denkt dat de inhoud of vorm van de film hierdoor sterk is bepaald. Probeer in dat geval ook aan te geven waaruit je dat opmaakt.

De overige categorieën spreken voor zich.

AAN DE SLAG! (de opdracht)

Je maakt een reclame filmpje voor een bepaald product, waar jullie een andere functie aan toekennen.

 

Stap 1: Het verhaal, wat wil je aan de man brengen en waarom zou een toeschouwer er in geïnteresseerd zijn? Schrijf een script, met begin en eind

Stap 2: Welke beelden heb je nodig? Waar ga je dat filmen, in welke omgeving? Heb je er spullen bij nodig? Wat dan? Als het te ingewikkeld wordt, ga je terug naar stap 1 en pas je het verhaal aan.

Stap 3: Hoe ga je dat filmen?

  • Van bovenaf (vogelsperspectief), ooghoogte, van onderaf (kikkerperspectief), soms het een, soms het ander, maak keuzes.
  • Totaal, medium, close-up; wat gebruik je wanneer, maak keuzes.

Stap 4: Hoe ga je om met tekst? Voice over, tekst in beeld? In ieder geval heb je een aankondiging en een aftiteling met jullie namen.

Stap 5: Bedenk hoe je gaat monteren, heb je effecten nodig, waar je bij het filmen al rekening mee moet houden?

Stap 6:  je zet de film in elkaar

  • Je kiest welke opnames je gebruikt,
  • je monteert 
  • je voegt geluid toe
  • je voegt tekst toe

Stap 7: Je zet het filmpje op je website met een persoonlijke reflectie erbij.

Stap 8: We bekijken alle filmpjes klassikaal.

Stap 9: Je helpt actief en objectief mee met het beoordelen van de andere filmpjes. (daar krijg je een beoordelingsformulier voor)

TIPS:

TIP 1: Als je moeite hebt om op een idee te komen, bekijk dan eens het werk van Zack King. Die heeft erg leuke filmpjes op youtube staan, vooral met montage trucs. Zou je prima een voorwerp/apparaat bij kunnen verzinnen. https://www.youtube.com/watch?v=38bn87vPfcc&t=537s

TIP 2: Stop motion, Misschien wat meer werk, maar wel een groot effect. https://www.youtube.com/watch?v=C3Ue1AXSzyw

TIP 3: Denk aan geluid, daar kun je ook een groot effect mee bereiken.

 

CONTROLE (voldoe je aan de eisen?)

Waar moet de film aan voldoen, welke items moeten er in verwerkt zitten:

  • De film heeft een aankondiging en een aftiteling
  • De gefilmde beelden hebben meerdere standpunten (vogel, kikker, ooghoogte, overshoulder, pov)
  • De gefilmde beelden hebben meerdere zoomvarianten (totaalbeeld, halftotaal, close-up)
  • Er zit geluid achter de beelden en de tekst (voice over, achtergrondgeluid, stemmen, muziek en special effects)
  • Er is gemonteerd, het is tenslotte geen gefilmd toneelstuk
  • Het verhaal is duidelijk, voor iedereen te volgen
  • De film is met zorg en aandacht gemaakt, er is moeite voor gedaan
  • Het zit technisch leuk in elkaar
  • Originaliteit, creativiteit

beoordelingscriteria

De beoordelingscriteria:

  • Er is geluid te horen: muziek/voice over/combi
  • Een intro en een aftiteling
  • Er is gemonteerd
  • Meerdere shots; het is tenslotte geen gefilmd toneelstuk
  • Het is een duidelijk verhaal

------------------------------------------------------------------------------------------

  • Techniek
  • Orginaliteit
  • Zorg en aandacht

 

Voldoe je aan de punten boven de streep dan heb je een voldoende, dat is voor iedereen concreet te controleren.  De punten onder de streep zijn voor de bonus. 

 

Voorbeelden

Beoordelingsformulier

Open bestand Beoordelingsformuliertje