Gedrag en Gezondheid DD41

Gedrag en Gezondheid DD41

Gedrag en Gezondheid Algemeen

Gedrag en gezondheid leerjaar 1 niveau 4

 

Dit schooljaar krijgen jullie van mij het vak "gedrag en gezondheid". Hoe werken mijn lessen?

  • Per blok komen alle delen te staan die we dat blok door moeten werken. Voor het gemak splits ik de delen van gedrag en van gezondheid.
  • Tijdens elk deel staat beschreven wat de bedoeling is, soms moet je een stuk tekst lezen, soms bespreken we iets klassikaal en soms moet je opdrachten maken. Deze uitleg noemen we een "instructie"
  • Wanneer je opdrachten moet maken dan zit er bij dat deel ook een wordbestand waar de opdrachten op staan, deze kun je downloaden en opslaan. Deze opdrachten helpen je om te leren voor de toets.
  • Als we een klassikale opdracht gaan doen dan staat dat in het blauw aangegeven.
  • Bronnen die je moet gebruiken staan ook onder in elk deel als een linkje of de website staat benoemd. Soms mag je ook zelf op zoek naar bronnen op het internet, dit staat dan bij de vraag aangegeven.
  • Aan het einde van het blok krijg je een toets over beide thema's, dus 1 toets voor gedrag en gezondheid, je moet hiervoor alle delen leren inclusief de vragen. Als je voor een deel een stuk tekst hebt moeten lezen dan moet je dat dus kennen voor de toets.
  • Voor elke toets bespreken we klassikaal nog even kort wat je moet leren en kun je vragen stellen. Tijdens de lessen mag je sowieso altijd vragen stellen!
  • Als je ziek bent geweest dan vraag je aan een klasgenoot wat/welk deel je hebt gemist, twijfel je of diegene het goed heeft dan vraag je het na bij de docent (gvanassem@aoc-oost.nl). Je zorgt er ZELF voor dat je hetgeen wat je hebt gemist weer bijwerkt.
  • Soms zet ik tips tussen de instructies/opdrachten. Deze staan in het rood. Net zoals deze tip: Tip: Maak een mapje aan op je laptop dat je "Gedrag en gezondheid" noemt, in deze map maak je voor elk blok weer een nieuwe map aan. Hier kun je dan de opdrachten in opslaan en heb je alles netjes geordend

Blok 1 gedrag en gezondheid (hond/kat)

Tijdens het eerste blok gaan we met verschillende thema's aan de slag en we richten ons met name op hond en kat. Elke week komen er hier nieuwe lessen te staan.

Alle vragen staan ook in een word bestand die je op kunt slaan, zo weet je straks precies wat je moet leren. Eventuele bronnen staan in een linkje.

Deel 1 Gezondheid

Gezondheid: De huid

We gaan het in deel 1 hebben over de anatomie en fysiologie van de huid, waar kijken we dan allemaal naar? Hoe werkt de huid eigenlijk? Welke afwijkingen kunnen er allemaal ontstaan? In leerjaar 2 gaan we dieper op de afwijkingen in, maar om afwijkingen te kunnen signaleren (zien/waarnemen) moet je wel weten hoe een gezonde huid eruit moet zien en hoe de huid in elkaar zit.

Klassikale opdracht: Als jij de huid van een hond of kat moet beoordelen, waar zou jij dan op letten?

Ga nu zelf aan de slag met de onderstaande opdrachten:

Let op: Open het Word bestand dat Blok 1, deel 1 gezondheid heet en sla hem op op je computer. Hier staan alle onderstaande vragen in.

Opdracht 1: Bedenk met je buurman en buurvrouw welke functies de huid volgens jullie hebben.

Opdracht 2: Lees hoofdstuk 1.2 van het kenniskiemboek Anatomie en fysiologie, hier staan de functies van de huid beschreven. Vul je lijstje van opdracht 2 aan.

Opdracht 3: Lees hoofdstuk 1.3 van het kenniskiemboek Anatomie en fysiologie, hier staan de lagen van de huid beschreven. Noem de 3 belangrijkste lagen en vertel in 1 zin waar die lagen voor dienen, zet ze in de tabel die in het Word bestandje staat.

Opdracht 4: Lees hoofdstuk 1.4 van het kenniskiemboek Anatomie en fysiologie. En beantwoord de vragen.

  1. Waarom bloed een nagel van een dier zo snel wanneer je hem iets te kort knipt?
  2. Waarom is de neus van een hond zo gevoelig?

Opdracht 5: Lees hoofdstuk 1.5 van het kenniskiemboek Anatomie en fysiologie. En beantwoord de vragen.

a. Welke klieren zijn er allemaal?
b. Op welke plaatsen op het lichaam zweten honden en katten?
c. Als ze niet overal op het lichaam kunnen zweten hoe raken honden en katten dan hun warmte kwijt? Kun je wat bedenken? Je mag hiervoor ook het internet gebruiken.

Opdracht 6: Lees hoofdstuk 1.6 van het kenniskiemboek Anatomie en fysiologie. En beantwoord de vragen.

a. Wat is überhaupt de functie van een vacht denk je?
b. Er zijn 3 verschillende soorten haren. Beschrijf heel kort de functie van die haren.
c. Bijna alle dieren met vacht verharen, wanneer verharen dieren het meeste en hoe komt dat?
d. Waar bestaat de huidbescherming van een slang en een schildpad uit? Zij hebben namelijk geen haren.

Opdracht 7: Lees hoofdstuk 1.7 van het kenniskiemboek Anatomie en fysiologie. Vul de onderstaande tabel over afwijkingen aan de huid in, ik mis in het digitale boek nog wel huidontstekingen. Dit moet je even op internet opzoeken.

Bronnen: kenniskiemboek anatomie en fysiologie Hoofdstuk 1, zie linkje. Bij sommige vragen (dit staat aangegeven) mag je ook internet gebruiken om wat op te zoeken.

 

 

Open bestandBlok 1 deel 1 gezondheid

Bron: Anatomie en fysiologie: Hoofdstuk 1 Huid

Deel 1 Gedrag

Deel 1 gedrag

Gedrag

Open de link naar het boekje “Dieren, gedrag en leefomgeving” en beantwoordt na het lezen van de tekst de volgende vragen:

Opdracht 1: Hoe noemen we het toekennen van menselijke eigenschappen aan dieren?

 

Opdracht 2: Wat is gedrag?

 

Opdracht 3: In welke drie onderdelen kun je gedrag uitsplitsen?

 

 

 

 

Opdracht 4: Noem een aantal voorbeelden van aangeboren gedrag.

 

 

Opdracht 5: Beschrijf hoe dieren tot aangeleerd gedrag komen. Gebruik daarbij “vaktaal”: woorden als ‘conditioneren’ en ‘drempelwaarde’, enz.

 

 

 

 

Opdracht 6: Wat is inprenting en welke zaken zijn daarbij belangrijk? Noem ook een aantal voorbeelden van inprenting.

 

 

 

Opdracht 7: Noem twee voorbeelden van geschoold gedrag.

 

 

 

Opdracht 8: Lees Hoofdstuk 2 en leg het verschil uit tussen afwijkend en stereotiep gedrag.

 

Opdracht 9: Leg uit wat gestoord gedrag is en wat conflictgedrag betekent.

 

 

 

Opdracht 10: Wat is endorfine en welk effect heeft het?

 

Opdracht 11: Omgericht gedrag en apathie kunnen ook voorkomen bij dieren. Leg uit wat het betekent.

 

 

 

Opdracht 12: Wat is een ethogram?

 

Opdracht 13: Kies een dier: schaap, hond, kip of knaagdier en maak daarvan een ethogram (zie opdracht 2.7; 2.8; 2.9 of 2.10.

 

 

 

Bron: Dieren, gedrag en leefomgeving

Kenniskiemboeke Ethologie

Deel 2 Gezondheid

Deel 2 gezondheid

Gezondheid: Het bewegingsstelsel

We gaan het in deel 2 hebben over het bewegingsstelsel, waar kijken we dan allemaal naar? Hoe werkt het bewegingsstelsel eigenlijk? Wat hebben dieren nodig om te kunnen bewegen? Wat zijn gewrichten en hoe werken ze?

Klassikale opdracht: Als jij naar de beweging van een hond of kat kijkt, waar zou jij dan op letten?

Ga nu zelf aan de slag met de onderstaande opdrachten:

Let op: Open het Word bestand dat Blok 1, deel 2 gezondheid heet en sla hem op op je computer. Hier staan alle onderstaande vragen in.

Opdracht 1: Lees hoofdstuk 2.1 van het kenniskiemboek Anatomie en fysiologie, hier staat beschreven wat dieren nodig hebben om te kunnen bewegen. Maak daarvan aantekeningen.

 

Opdracht 2: Lees hoofdstuk 2.2 van het kenniskiemboek Anatomie en fysiologie. Wat is het nut van het bewegingsstelsel, m.a.w. waartoe dient het? Beschrijf welke delen het actieve deel van het bewegingsstelsel vormen. Waaruit bestaat het passieve deel van het bewegingsstelsel?

 

Opdracht 3: Lees hoofdstuk 2.3 van het kenniskiemboek Anatomie en fysiologie. Noem de 3 soorten botten. Wat voor botten hebben vogels en waarom is dat zo? Wat is een belangrijke functie van platte beenderen? Wat is het nut van rood merg?

 

 

 

Opdracht 4: Lees hoofdstuk 2.4 van het kenniskiemboek Anatomie en fysiologie. En beantwoord de vragen.

  1. Hoe zijn onbeweeglijke botverbindingen aan elkaar verbonden?

     

  2. Beweeglijke botverbindingen worden door gewrichten gevormd. Noem de verschillende soorten gewrichten en beschrijf hoe ze bewegen.

     

  3. Wat is synovia en hoe werkt het?

    Opdracht 5: Lees hoofdstuk 2.5 van het kenniskiemboek Anatomie en fysiologie. En beantwoord de vragen.

  1. Welke spierweefsels ken je nu? Noem er ook voorbeelden bij.

     

  2. Hoe zitten spieren aan het skelet vast?

     

     

  3. Wat zijn de witte delen van een spier?

     

Opdracht 6: Lees hoofdstuk 2.6 van het kenniskiemboek Anatomie en fysiologie. En beantwoord de vragen en opdrachten.

  1. Benoem de 9 schedelbeenderen van de hond.

 

  1. Honden en katten hebben in hun wervelkolom totaal 30 wervels. Benoem de verschillende soorten wervels.

     

     

  2. Hoeveel halswervels heeft een giraffe?

     

  3. Beschrijf of teken de opbouw van een wervel.

     

  4. Wat gebeurt er tijdens de geboorte in het bekken van hoogdrachtige dieren?

     

     

Opdracht 7: Lees hoofdstuk 2.7 van het kenniskiemboek Anatomie en fysiologie. Wat is de functie van kraakbeen? Beschrijf hoe bij jonge dieren het bot groeit. Waar loopt de voorste kruisband van het kniegewricht?

 

 

Opdracht 8: Lees hoofdstuk 2.8 van het kenniskiemboek Anatomie en fysiologie. Dit gedeelte gaat over de skeletspieren. Noem er minstens 5.

 

 

 

 

 

  1. Hoeveel buikspieren hebben honden en katten?

     

  2. Wat betekent het woord ‘antagonist’? Noem er een voorbeeld van.

     

  3. Wat is een belangrijke functie van de staart bij alle dieren?

Opdracht 8: Lees hoofdstuk 2.9 en 2.10 van het kenniskiemboek Anatomie en fysiologie. Wat is een pees? Wat is spieratrofie? Geef 2 voorbeelden van een trauma.

Opdracht 9:

 

Kleur in de afbeelding de volgende botten steeds met een andere kleur: Wat valt je op?

  • schedel
  • halswervels
  • schouderblad
  • borstwervels
  • staartwervels
  • opperarmbeen
  • spaakbeen
  • ellepijp
  • bekken
  • dijbeen
  • kuitbeen
  • scheenbeen
  • middenvoetsbeentjes

 

 

Bron: Anatomie en fysiologie: Hoofdstuk 2 Bewegingsstelsel

Deel 2 Gedrag

Deel 2 gedrag

Gedrag

Open de link naar het Kenniskiemboekje “Ethologie” en lees de tekst van het gehele hoofdstuk 2: natuurlijk gedrag.

Dit hoofdstuk bestaat uit 3 onderdelen: natuurlijke gedragingen, conflictgedrag en samenleven.

Na het lezen van deze 3 paragrafen maak je de opdracht 2.5.

 

 

Bron: Ethologie

Deel 3 Gezondheid

Deel 3 gezondheid

Gezondheid beoordelen

Gezondheid en welzijn hangen nauw met elkaar samen. Een goede gezondheid is een randvoorwaarde voor een goed welzijn. Een gezond dier zit lekkerder in zijn vel en functioneert beter dan een ziek dier.

  1. Probeer hier een goede definitie van gezondheid te formuleren; controleer daarna of jouw definitie min of meer overeenkomt met deze definitie van gezondheid

 

 

  1. Beschrijf in eigen woorden wat het belang is van een goede gezondheid.

    Controleer jouw antwoord hier

 

Om te kunnen beoordelen of een dier ziek is of niet, is het belangrijk te weten wat de kenmerken zijn van een gezond dier.

In deze opdracht gaan jullie voor een hond of een kat een gezondheidschecklist opstellen van 10 punten. Denk daarbij o.a. aan normaalwaarden voor ademhaling, hartslag en temperatuur. Geef aan hoe het kenmerk er bij een gezond dier uitziet en hoe de afwijking kan zijn bij een ziek dier.

  1. Maak een schematisch overzicht van gezondheidskenmerken (observatielijst) en vermeldt daarbij hoe die kenmerken er bij een gezond dier uitzien en waaruit een eventuele afwijking kan bestaan.

     

Kenmerk

Gezond

Ziek

Gedrag

Attent, oplettend, actief, ..

Teruggetrokken, sloom, ..

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

  1. Vervolgens gaan jullie een gezondheidsonderzoek voorbereiden. Denk daarbij aan de manier waarop je zo’n gezondheidsonderzoek uitvoert (zijn er handelingen die invloed hebben op het onderzoek?)

     

  2. Presenteer wat je gemaakt hebt aan de groep: je mag zelf bedenken hoe je dit vormgeeft (PowerPoint, poster, prezi, enz.)

     

     

    Veel plezier.

    Reflectie:

     

    Bij reflectie kijk je terug op wat je gedaan hebt met de bedoeling daar wat van te leren en eventueel zaken bij te stellen of te veranderen.

     

  • Was je observatielijst compleet? Of miste je belangrijke onderdelen?
  • Denk even terug aan jouw manier van observeren. Hoe heb je geobserveerd? Van veraf, of ook van dichtbij? Heb je details bekeken of alleen de grote lijnen? Heb je alleen gekeken, of ook gevoeld, geroken, geluisterd, enz.?
  • Is het voor jouw latere werk belangrijk om tijdig op te merken dat de gezondheid van een dier verandert? Welke rol speelt de dierenarts hierin?
  • Is jouw gezondheidschecklist ook door mensen zonder specifieke dierkennis te gebruiken?
  • Welke rol speelt gezondheid bij het welzijn van het dier?

     

     

     

     

    Bron: Module Gezondheid Ontwikkelcentrum

Deel 3 Gedrag

Deel 3 gedrag

Gedrag: begrijp ik mijn hond

Open de link naar het Kenniskiemboekje “Ethologie”. Dit hoofdstuk gaat over de communicatie van de hond.

Communicatie gaat over meer dan alleen praten. Honden communiceren vooral met hun lichaamstaal. Hoe meer wij daarvan begrijpen, des te beter kunnen we met onze hond omgaan.

Bekijk het volgende filmpje: https://www.youtube.com/watch?v=uTYY-vHtMR8

Wat kun je in grote lijnen zeggen over het gedrag van deze twee honden?

Hier staat beschreven hoe je de lichaamstaal van een hond kunt ‘lezen’.

  1. Als we naar de totale houding van de hond kijken, welke 3 mogelijkheden zijn er dan? Waarom moet je wel wat rassenkennis hebben van honden?

Wanneer je hoofdstuk 3.3 leest ontdek je dat je ook naar onderdelen van de hond kunt kijken.

  1. Welke 4 onderdelen worden beschreven? En wat is belangrijk daarvan te onthouden?

In de hoofstukken 3.4, 3.5 en 3.6 gaat het over de stem, het spelgedrag en het groepsgedrag van de hond.

  1. Maak een samenvatting van wat je gelezen hebt.

Hoofdstuk 3.7 kun je alles lezen over angst en agressie en in hoofdstuk 3.8 gaat het over stress

  1. Waaraan kun je zien of een hond agressief is?
  2. Noem tenminste 7 stress signalen bij de hond en leg uit wat ‘tongelen’ is.
  3. Ga naar hoofdstuk 3.9 en maak de opdrachten.

Bron: KennisKiemboekje “Ethologie”.

Deel 4 Gezondheid

Deel 4 gezondheid

Anatomie en fysiologie  Het bewegingsstelsel

In deze lessenserie hebben we al eerder naar het bewegingsstelsel gekeken: waar kijken we dan allemaal naar? Hoe werkt het bewegingsstelsel eigenlijk? Wat hebben dieren nodig om te kunnen bewegen? Wat zijn gewrichten en hoe werken ze? Daarvoor is het ook nodig dat jullie de verschillende onderdelen van het skelet van hond en kat kennen.

Ga nu zelf aan de slag met de onderstaande opdrachten:

Let op: Open het Word bestand dat Blok 1, deel 4 gezondheid heet en sla hem op op je computer. Hier staan alle onderstaande vragen in.

Opdracht 1: Lees Hoofdstuk 2.6 van het kenniskiemboek Anatomie en fysiologie, hier staan de botten van het skelet beschreven. Maak daarvan aantekeningen.

Klik hier om te oefenen met de namen van de verschillende onderdelen van het skelet van de hond.

Hier vind je het voorbeeld van de hond.

 

Klik hier om te oefenen met de namen van de verschillende skeletonderdelen van de kat.

 

Deel 4 Gedrag

Deel 4 gedrag

Gedrag: begrijp ik mijn kat

 

Open de link naar het Kenniskiemboekje “Ethologie”. Dit hoofdstuk gaat over de communicatie van de kat.

Communicatie gaat over meer dan alleen praten. Katten communiceren vooral met hun lichaamstaal. Hoe meer wij daarvan begrijpen, des te beter kunnen we met onze kat omgaan.

Wat kun je in grote lijnen zeggen over het gedrag van een kat?

Hier staat beschreven hoe je de lichaamstaal van een kat kunt ‘lezen’.

  1. Waarom heeft een kat minder lichaamstaal dan een hond?

Wanneer je hoofdstuk 4.3 leest ontdek je dat je de kat ook van top tot teen kunt kijken.

  1. Wat is het belangrijkste zintuig van een kat? En wat is verder belangrijk van dit hoofdstuk te onthouden? Beschrijf duidelijk en overzichtelijk waar je op moet letten in de omgang met katten.
  2. Maak opdracht 4.2 onderaan dit hoofdstuk en controleer je antwoord. Had je het goed?

 

Het volgende hoofdstuk 4.4 gaat het over de stem van de kat.

  1. Welke geluiden kunnen katten maken?
  2. Bekijk de video en beschrijf wat je gezien hebt.
  3. Maak opdracht 4.4 en controleer daarna.

 

‘Een kat in het nauw maakt rare sprongen’; dit is een bekende uitdrukking. Het berust dan ook op waarheid. Kijk maar gauw bij hoofdstuk 4.5 en lees alles over angst en agressie. Maak een korte samenvatting van wat je gelezen hebt.

 

In hoofdstuk 4.6 kun je alles lezen over stress bij de kat. Maak de opdracht onderaan het hoofdstuk en controleer het antwoord.

 

  1. Tenslotte is er hoofdstuk 4.7 met als opdracht: maak een filmpje van de communicatie van twee katten. Je mag deze opdracht zelf vormgeven: het mag dus ook gaan over de communicatie van een kat met een ander dier. Veel plezier met het maken ervan.

     

     

 

Bron: KennisKiemboekje “Ethologie”.

Blok 2

Hier komen de lessen te staan voor Gedrag en Gezondheid van Blok 2

Deel 5 Gezondheid

Deel 5 gezondheid

Anatomie en fysiologie De bloedsomloop

In deze lessenserie gaan we nu kijken naar de bloedsomloop: waar kijken we dan allemaal naar? Hoe werkt de bloedsomloop eigenlijk? Wat betekent het dat het een gesloten systeem is? Betekent dat ook dat er dan niets meer doorheen kan? Waarvoor dient de bloedsomloop eigenlijk?

Ga nu zelf aan de slag met de onderstaande opdrachten:

Let op: Open het Word bestand dat Blok 2, deel 5 gezondheid heet en sla hem op op je computer. Hier staan alle onderstaande vragen in.

Opdracht 1: Lees Hoofdstuk 3.1 van het kenniskiemboek Anatomie en fysiologie, hier staat de functie van de bloedsomloop beschreven. Maak daarvan aantekeningen.

 

Opdracht 2: De opbouw van de bloedsomloop staat beschreven in Hoofdstuk 3.2. Lees dit hoofdstuk en vermeldt hier uit welke onderdelen de bloedsomloop bestaat:

 

Opdracht 3: De volgende stap is Hoofdstuk 3.3 waarin de anatomie van het hart beschreven. Probeer via een eigengemaakte tekening uit te leggen hoe het hart in elkaar zit.

 

Opdracht 4: Hoofdstuk 3.4 beschrijft de fysiologie van het hart.

Lees de tekst en beschrijf de werking van het hart in je eigen woorden. Probeer het daarna uit te leggen aan één van je klasgenoten.

 

Opdracht 5: Zonder bloedvaten geen gesloten bloedsomloop. Lees hiervoor Hoofdstuk 3.5.

Deel 5 Gedrag

Deel 5 Gedrag

 

Lees Hoofdstuk 2 Natuurlijk gedrag

Maak de opdracht die beschreven staat onder Hoofdstuk 2.5

Veel plezier.

Wil je een proeftoets over dit onderwerp maken, klik dan hier

 

Bron: KennisKiemboekje Ethologie

Deel 6 Gezondheid

Deel 6 gezondheid

Anatomie en fysiologie Bloed en bloedvormende organen

In deze lessenserie gaan we nu kijken naar de bloedsomloop, bloed en bloedvormende organen: waar kijken we dan allemaal naar? Hoe werkt de bloedsomloop eigenlijk? Wat betekent het dat het een gesloten systeem is? Betekent dat ook dat er dan niets meer doorheen kan? Waarvoor dient de bloedsomloop eigenlijk? Waar wordt bloed gemaakt en hoe zit bloed in elkaar?

Ga nu zelf aan de slag met de onderstaande opdrachten:

Let op: Open het Word bestand dat Blok 2, deel 6 gezondheid heet en sla hem op op je computer. Hier staan alle onderstaande vragen in.

Opdracht 1: Lees Hoofdstuk 4.1 van het kenniskiemboek Anatomie en fysiologie, hier staat de beschreven wat de functies van het bloed zijn en waar bloed gemaakt wordt. Maak daarvan aantekeningen op een overzichtelijke manier. Maak ook de twee opdrachten 4.1 en 4.2

Opdracht 2: Ga naar Opdracht 4.9 door op deze link te klikken en voer de opdracht uit. Hiervoor is het noodzakelijk dat je de voorgaande hoofdstukken leest. Maak daar een goede samenvatting van.

Deel 6 Gedrag

Deel 6 Gedrag

Conflictgedrag en afwijkend gedrag

  1. Lees Hoofdstuk 2.3 Conflictgedrag
  2. Maak de opdracht die beschreven staat onder 2.3.

 

Klik op de link om te komen bij het hoofdstuk Afwijkend gedrag.

  1. Ga naar opdracht 6.5 en werk deze uit. Het is belangrijk de voorgaande hoofdstukken te bestuderen.

 

 

Wil je een proeftoets over dit onderwerp maken, klik dan hier.

 

Bron: KennisKiemboekje Ethologie

Deel 7 Gezondheid

Deel 7 Gedrag

Deel 8 Gezondheid

Blok 3

Hier komen de lessen Gedrag en Gezondheid van Blok 3 te staan.

Deel 8 Gedrag (stress)

Deel 9 Gezondheid (ademhalingsstelsel)

Deel 9 Gedrag (socialiseren)

Deel 10 Gezondheid (nieren en urinewegen)

Deel 10 Gedrag (signaleren van afwijkingen)

Deel 11 Gezondheid (zenuwstelsel)

Deel 11 Gedrag (dierenwelzijn)

Deel 12 Gezondheid (zoönosen)

Deel 12 Gedrag (vissen)

Deel 13 Gedrag (herpeten)

Deel 13 Gezondheid

Deel 14 Gezondheid

Blok 4

Hier komen de lessen Gedrag en Gezondheid van Blok 4 te staan.

Deel 14 Gedrag

Deel 15 Gezondheid

Deel 15 Gedrag

Deel 16 Gezondheid

Deel 16 Gedrag

Deel 17 Gedrag

Blok 5

Hier komen de lessen Gedrag en Gezondheid van Blok 5 te staan.

Deel 17 Gezondheid

Deel 18 Gezondheid

Verzorgen van exterieur

Verzorging van herkauwers

Exterieurverzorging paard