2017 AVV

2017 AVV

Introductie

Het is leuk om iets moois te maken. En het kan een leuke uitdaging zijn om daar iets over te leren zodat je producten nóg mooier en beter worden.

Experts delen hun ervaring soms op internet. Over

  • Posters maken
  • Foto’s maken
  • Filmen
  • Filmpjes monteren

heb ik de beste feiten, ideeën en tips verzameld voor deze wiki.

  • Als je iets moois gemaakt hebt wat anderen kan inspireren, stuur het op.
  • Als je aanvullende ideeën hebt, tips, een leuke app, laat het ons weten.
  • Als iets niet (meer) werkt of klopt, geef het door!

Veel plezier met het maken van mooie posters, filmpjes, …

Agnita  ac.akkerman@noorderpoort.nl

 

 

Poster maken

Iedereen kan een poster maken. Het is leuk om te doen en je hebt al snel een aardig resultaat.

Een goede poster maken is iets anders. Een goede poster heeft effect. Dat iemand naar jouw voorstelling komt, dat iemand iets bij jou komt kopen, dat iemand meehelpt voor het goede doel. Als je een effectieve poster wilt maken kan je de informatie uit deze wiki gebruiken.

Effectieve poster

Een poster moet aandacht trekken van voorbijgangers – je doelgroep moet binnen een paar seconden beslissen om te gaan lezen wat er op je poster staat. Als er iets onduidelijk is loopt hij verder. En als hij moet nadenken is hij al weer voorbij gelopen. Dat betekent dat je alleen het allerbelangrijkste op je poster zet – zo kort mogelijk.

De ogen van de voorbijganger gaan meestal van linksboven naar rechtsboven, dan naar het midden van de poster en van daaruit naar beneden.

Vermeld daarom de volledige datum helemaal met de naam van de dag, de naam van de maand en het jaartal. Een goede datum is 'zaterdag 8 juni 2007', een slecht voorbeeld is: 'za 08-06'.

Voor tijden is dezelfde duidelijkheid nodig, 'vanaf 8 uur' is niet goed genoeg 'vanaf 8 uur 's avonds' is beter. Tenzij het woord ochtend, middag, avond of nacht letterlijk in de naam van het evenement voorkomt moet het dagdeel er altijd bij worden vermeld.

Maak een duidelijke omschrijving van de plaats. Bij een omschrijving zoals 'voor de Oostkerk' of 'achter winkel x' ga je er vanuit dat men al weet waar de kerk of winkel is, maar niet iedereen weet dat, ook mensen die een GPS-navigatiesysteem gebruiken zullen het niet kunnen vinden. Vermeld dus altijd tenminste de naam van de straat, en natuurlijk de plaatsnaam. Met die informatie kan iedereen zelf de plaats opzoeken

Programma’s

Microsoft Publisher is een programma dat gemaakt is om publicaties te maken en heeft leuke mogelijkheden voor het maken van posters, maar ook voor flyers. Het is slecht compatible met niet-Windows computers. 

Een paar tips als je Word gebruikt:

  • Standaard staan de marges (randen) op 2,5 centimeter voor dat is goed voor brieven en andere teksten, bij posters hebben we ze niet nodig. De printer heeft maar een een heel klein randje nodig om het papier mee vast te houden bij het afdrukken, dus maak de marges zo klein mogelijk (tabblad Indeling)
  • Zet tekst in tekstvakken zodat deze makkelijk te verplaatsten is. (tabblad Invoegen)
  • Zoom het beeld uit zodat de hele pagina in beeld is. Bij het maken van posters sleep je veel dingen over de pagina, als de hele pagina in beeld is hoef je niet te scrollen, wat het slepen een heel stuk makkelijker maakt.

Afbeeldingen

Een poster kan aantrekkelijker worden gemaakt met afbeeldingen. Getekende plaatjes met duidelijke vormen zijn meestal makkelijker te herkennen vanaf een afstand, foto's zijn snel te druk als er te veel op staat.

In MS Office zitten standaard 'Clip-art' afbeeldingen, de meeste zijn inmiddels al overgebruikt waardoor posters met deze standaard-plaatjes een kneuterige uitstraling hebben.

Afbeeldingen moeten genoeg DPI hebben, wanneer ze dat niet hebben zie je allemaal blokken (pixels) als je van dichtbij naar het papier kijkt. Dit is vooral vaak een probleem met kleine afbeeldingen van het internet. Als je zoekt naar foto's zoek dan alleen naar grote afbeeldingen en verklein ze in het programma waarmee je de poster maakt.

Afbeeldingen alleen in de lengte of breedte verkleinen of vergroten zorgt maakt ze ook niet mooier, als je de verhoudingen van een afbeelding wilt wijzigen kun je ze beter bijsnijden (croppen).

Het vinden van een goede afbeelding kan vaak lang duren, je hebt vaak meer succes met Engelse woorden, en behalve bij zoekmachines kun je ook kijken op speciale foto-websites of zoeken naar stock photos.

 

 

 

Kleuren

Kleurencirkel
Een kleurencirkel is eigenlijk niets meer dan een manier om inzichtelijk te maken hoe primaire en secundaire kleuren in elkaar overlopen. Omdat er oneindig veel kleuren zijn, bestaan er verschillende kleurencirkels. De eenvoudigste cirkel bestaat uit slechts zes kleurvakken.

In het midden van de cirkel bevinden zich de primaire kleuren. De cirkel daaromheen bestaat uit secundaire en de buitenste cirkel uit tertiaire kleuren.

Primaire kleuren
In de kleurenleer zijn er drie primaire kleuren: geel, blauw en rood. Deze kleuren dienen als basis om alle andere kleuren te maken. Ze kunnen zelf niet door vermenging gemaakt worden.

Secundaire kleuren
Als we twee van de drie primaire kleuren in gelijke hoeveelheden met elkaar mengen, ontstaan de secundaire kleuren. Wijzigen de mengverhoudingen, dan krijg je deze kleuren in andere tinten.

Tertiaire kleuren
Een tertiaire kleur ontstaat als je een primaire kleur mengt met een secundaire kleur.

Complementaire kleuren
Iedere kleur heeft een complementaire kleur aan de andere kant van de kleurencirkel. Links in de cirkel staan de koude kleuren en rechts de warme. Twee kleuren die tegenover elkaar staan in de kleurencirkel, zijn bijvoorbeeld rood (warm) en groen (koud). Complementaire kleuren geven niet alleen een contrast, maar vullen elkaar ook aan. Ze harmoniëren. Het is een kunst om een rustgevend, harmoniërend effect te creëren. Gebruik daarvoor niet dezelfde hoeveelheid van elke kleur. Zo kun je bijvoorbeeld in een overwegend geel-oranje poster, een paar blauw-grijze accenten toevoegen. Je zult versteld staan van het resultaat.

Lettertypes

Gebruik goed leesbare lettertypes als Arial of Verdana. Dit zijn schreefloze letters.

Gebruik een groot formaat letter. Probeer maar eens uit van welke afstand jouw poster goed te lezen is. Voor posters aan de openbare weg moet de kop leesbaar zijn van ongeveer 4 meter afstand, de tekst van ongeveer een meter.

Als je voor het eerst een poster maakt is het leuk om allerlei lettertypes en effecten (WordArt) uit te proberen. Leuk om te doen, maar het resultaat is rommelig en vaak slecht leesbaar.

Met hetzelfde lettertype kan je meerdere stijlen gebruiken: vet, cursief, onderstreept, hoofdletters en Klein Kapitaal.

Er zijn leuke lettertypes gratis te downloaden en gemakkelijk op je computer te installeren (google met free font). Als je dit lettertype ook op andere computers wilt gebruiken – bijvoorbeeld als je je poster print – moet je het lettertype insluiten bij de opties als je je document opslaat.

Schreefloze letters zijn letters zonder kleine uitsteeksels aan het eind van een pootje. De lijnen zijn vaak overal even dik. Deze letters worden vaak gebruikt op posters, in titels en op een computerscherm.

 

 

 

 

Posterformaten

Op school kan je printen op A4 en A3. Als je je bestand opslaat als PDF (in plaats van Word) kan je je bestand in twee keer op A2 formaat afdrukken.

 

Opdracht

  1. Verzamel vijf voorbeelden van posters die jou aanspreken en bijblijven. Verzamel ook vijf voorbeelden van posters die je onduidelijk vindt. (Tip: googel op afbeeldingen met zoekterm affiche of poster) Bepaal voor je zelf wat maakt dat een poster je wel of niet aanspreekt.
  2. Als je deze opdracht met andere studenten tegelijk maakt: bespreek je conclusies met elkaar.

 

Checklist

  • Mijn poster valt op doordat …
  • Ik heb de boodschap op mijn poster gecheckt bij vijf leden van mijn doelgroep en het resultaat van dit onderzoek is …
  • De reden waarom ik deze kleuren gekozen heb ../
  • De afbeeldingen heb ik gekozen omdat
  • Het lettertype sprak me aan omdat ..

Lesdoelen

 

Theorie

 

Suggesties leeractiviteiten

 

Evaluatie lesdoelen/ bijdrage PIT

 

Huiswerk

 

Lesdoelen

 

Theorie

 

Suggesties leeractiviteiten

 

Evaluatie lesdoelen/ bijdrage PIT

 

Huiswerk

 

Lesdoelen

 

Theorie

 

Suggesties leeractiviteiten

 

Evaluatie lesdoelen/ bijdrage PIT

 

Huiswerk

 

Lesdoelen

 

Theorie

 

Suggesties leeractiviteiten

 

Evaluatie lesdoelen/ bijdrage PIT

 

Huiswerk

 

Lesdoelen

 

Theorie

 

Suggesties leeractiviteiten

 

Evaluatie lesdoelen/ bijdrage PIT

 

Huiswerk

 

Zo maak je de mooiste foto’s (met je smartphone)

Foto’s maken met je smartphone. Wie doet het niet? Maar hoe maak je de mooiste kiekjes waar je trots op kunt zijn? Joost Bastmeijer – Instagramfotograaf deelt zijn praktische tips in vier video’s.

Een hectische winkelstraat in India, kano’s in de Amsterdamse grachten, een stelletje hand-in-hand op de fiets – Joost Bastmeijer maakt er prachtige foto’s van. En wij zijn niet de enige die dat vinden: duizenden volgers bewonderen dagelijks zijn foto’s via Instagram. Zijn foto’s lijken gemaakt met een professionele camera, maar niks is minder waar. Hij maakt ze stuk voor stuk met zijn smartphone. 

Een simpele aanpassing, een véél betere foto

Je wil een mooi portret van iemand maken, maar het resultaat is telkens nét niet wat je voor ogen had. Of je hebt een prachtig uitzicht op vakantie, alleen op de foto komt het niet over. Herkenbaar? Soms kun je met een paar kleine aanpassingen, een veel betere foto maken, aldus Joost. En deze aanpassingen zijn heel simpel toe te passen. Je moet het alleen net even weten. In vier video’s belicht hij de volgende onderwerpen: gebruik van licht, macrofotografie (dus een foto van héél dichtbij), compositie en portretfotografie.

Goed gebruik van licht: de basis

Misschien wel het belangrijkste onderdeel van een goede foto: het licht. Als je naar buiten gaat om te fotograferen, hoe maak je dan op een slimme manier gebruik van licht? Neem bijvoorbeeld weerspiegelend licht van gebouwen om je onderwerp beter uit te lichten. Hoe je dat precies doet? Dat legt Joost uit in deze video, samen met nog wat slimme trucs:

 

Macrofotografie: oog voor detail

Een foto van je bordje pasta maken die zó in een culinair tijdschrift kan: hoe doe je dat? Door simpelweg je smartphone 180 graden te draaien. Dan zit de camera aan de onderkant en kun je dichterbij het onderwerp – in dit geval je bord – komen.

Slimme truc hè? Joost deelt nog meer tips over fotograferen van dichtbij in deze video:

 

 

De juiste beeldverhouding

Misschien staat het onderwerp er wel goed op, maar ben je toch nog niet tevreden. Wáár op de foto het onderwerp zich bevindt is ook van belang. Joost deelt in deze video zijn tips als het om een goede compositie gaat. Pas bijvoorbeeld ‘de regel van derden’ toe: verdeel je beeld in negen vlakken en zorg dat het onderwerp altijd op een ‘snijpunt’ staat.

Klinkt ingewikkeld? Valt reuze mee, want Joost legt het duidelijk uit in deze video over compositie:

 

 

Portretfotografie

Een portret van iemand maken is niet makkelijk. Degene die je op de foto zet is waarschijnlijk behoorlijk kritisch, dus hoe zorg je voor een mooi eindresultaat? Eén van de tips van Joost: fotografeer nooit met tegenlicht. Dan komt degene die je fotografeert niet goed uit.

Hij heeft nog meer slimme tips in deze video over portretfotografie:

 

 

Nabewerking

Zoals je in de video’s ziet, weet Joost als geen ander met welke app je jouw foto’s nét dat beetje extra geeft. Zo laat je bijvoorbeeld de kleuren van je scherm knallen met de app VSCO-cam, of versterk je het lichteffect van een ondergaande zon met Snapseed.

Kortom: met handige apps maak je van een ‘oké kiekje’ een prachtige foto.

Voorgrond – achtergrond

Bekijk de foto’s hieronder, dan zie je hoe je met een goede voorgrond meer diepte in je foto’s krijgt. Soms moet je even door de knieën. 

 

 

Kijkruimte bij portretfoto’s

 

 

Kijkruimte is de ruimte naast het hoofd aan dezelfde kant als de kijkrichting van het model.

Deze kijkruimte maakt de foto rustiger om naar te kijken.

Als het model tegen de ‘rand’ van de foto aankijkt dan dit een soort opgesloten gevoel geven.

Kijk naar de foto’s hieronder: hoe meer de persoon opzij kijkt, hoe belangrijker de kijkruimte

 

 

Filmpjes maken

Filmen: zorg voor goed basismateriaal

Je kunt nog zulke goede monteer-apps en filtertjes achter de hand hebben, als het basismateriaal niet deugt, krijg je een minder mooie video. Een goed begin is het halve werk dus. Hoe zorg je voor goede beelden?

Tip 1: Film steady

Een constant trillend beeld komt niet erg professioneel over. Uit de losse hand filmen is lastig, maar het meest steady beeld – een beeld zonder trillingen – krijg je als je met beide handen je smartphone vasthoudt en je armen buigt. Gebruik daarnaast zoveel mogelijk een selfiestick, of leun met je armen op een muurtje, een meubelstuk of iets anders ‘vasts’. Voor het allerbeste beeld gebruik je een steadicam, speciaal voor smartphones, maar dat vergt wel een kleine investering. Een laatste tip: houd je telefoon horizontaal als je gaat filmen, zo voorkom je zwarte balken aan de zijkant.

Tip 2: Film niet te kort

Tijdens het monteren is het belangrijk dat elk shot een aantal seconden duurt. Op deze manier heb je nog genoeg ruimte om te knippen in de montage. Daarnaast zijn té veel hele korte shots onrustig voor je kijkers. Als je voor een snelle video gaat, kun je een shot tussen de twee en vier seconden laten staan in je uiteindelijke video (en film je elk shot minstens vijf seconden). Voor een wat rustigere video is zes tot acht seconden aan te raden in je uiteindelijke video (en film je elk shot minstens tien seconden).

Tip 3: Mooie beelden

Een open deur, maar zorg voor mooie shots. Basistips als het gaat om fotograferen, kun je ook toepassen tijdens het maken van een video. Denk aan:

  • Film tijdens de gouden uren voor het beste licht: dat is ’s morgens vroeg tot een uurtje of tien, of eind van de middag als de zon ondergaat. Op een zonnige dag zorgt het licht midden op de dag voor te veel contrast tussen licht en schaduw om mooie beelden te krijgen. Het beste resultaat krijg je als je met het licht mee filmt. Je hebt dan geen last van de zon in je camera.
  • Let goed op de achtergrond als je iets of iemand filmt. Staat er niet net een lelijke prullenbak in beeld?
  • Portret of landscape  ​Als je staand (portrait) filmt dan heb je weinig aan de beelden in de montage. Je krijgt links en rechts een zwarte balk en mogelijk wordt er zelfs boven en onderaan een stuk afgesneden. Film dus altijd liggend (landscape). Let daar op als je filmt, je TV staat ook niet op zijn kant.
  • Licht – tegenlicht ​ Zorg er voor dat de persoon of het voorwerp die je wilt filmen mooi vooraan belicht wordt. Probeer niet tegen het licht in te filmen: mensen voor het raam, de zon die in je lens schijnt, enz. De personen of voorwerpen die je filmt worden donker en je ziet geen enkel detail meer. De achtergrond is overbelicht. Het kan een mooi artistiek effect geven, je kunt het natuurlijk wel expres doen – als je dat effect wilt

Het effect van beeldkaders

De shotkeuze is een belangrijk element in de film, want via het camerashot wordt betekenis gegeven aan de film. Bij speelfilms denkt de regisseur goed na over elk shot. Dat shot heeft veel effect op de kijker, het bepaalt wat hij ziet, welke sfeer de scene meekrijgt. Hoe de camera beweegt, op welke hoogte en vanuit welke hoek wordt gefilmd. Ook het beeldkader heeft effect.

Beeldkader groot totaal
Beeldkader groot totaal

 

Een groot totaal is een shot waarbij de kijker een overzicht te zien krijgt. Je ziet de locatie, de acteurs; het is een duidelijk geheel. De kijker kan bijvoorbeeld niet zien in wat voor stemming de acteurs zijn. Daar zijn andere beeldkaders voor nodig.

 

 

Beeldkader totaal
Beeldkader totaal

 

Het totaal shot laat al iets meer zien, de locatie wordt gedetailleerder, je kunt zien wat de acteurs doen. Als je een mooi shot maakt zal de kijker zich al meer betrokken voelen. Je ziet de acteurs, je leert ze nog niet echt kennen.

Beeldkader two shot
Beeldkader two shot

 

 

 

Je kunt ook een three shot hebben: dan zijn er drie personen in beeld.

 

 

Beeldkader medium shot
Beeldkader medium shot

 

 

Met een medium shot laat je de mensen kennis maken met de acteur. Een medium shot ia van middel tot hoofd. Op deze manier laat je het publiek kennis maken met de acteur en kan je al iets van de emotie van het personage zien.

Beeldkader head and shoulders
Beeldkader head and shoulders

 

 

 

Dit is het beeldkader dat helemaal gevuld wordt met de acteur met hoofd en schouders. Daarbij kun je de emotie van de acteur goed in beeld kunt brengen.

 

 

Beeldkader close-up
Beeldkader close-up

 

 

Close up is waarschijnlijk de meest bekende term in het gewone spraakgebruik.

Met een close up raakt de kijker nog meer betrokken bij deze persoon.

 

 

 

Beeldkader Extreme Close Up
Beeldkader Extreme Close Up

 

In het dagelijks leven kom je maar zelden zo dicht bij iemands gezicht. Met een extreme close up bereik je dat de kijker erg alert wordt.

Als je emotie wil overbrengen met een extreme close up komt het keihard over

Beeldkader: tip
Beeldkader: tip

 

 

 

 

Als je een persoon in beeld brengt zorg er dan voor dat de ogen niet precies in het midden van het beeld staan, maar op ongeveer 2/3 – 3/4 van het beeld. Komt mooier over. Bovendien kijkt iemand zelden recht in de camera, meestal iets er langs en vaak kijkt de persoon ook ergens anders naar.

Camerastandpunt

Normaal Perspectief
Normaal Perspectief

 

 

Het meest voorkomende perspectief, ook in het dagelijks leven.

Vogelperspectief
Vogelperspectief

 

 

 

Vanuit dit perspectief kijk je op iemand neer. Ideaal om het kind dat een standje krijgt van een ouder in beeld te brengen.

De kijker voelt dat de ouder machtiger is dan het kind.

Kikkerperspectief
Kikkerperspectief

 

 

Door als het ware omhoog te filmen krijgt degene die je filmt een machtige uitstraling.

Ook een leuk standpunt om eens te filmen hoe een kind de wereld ziet. Wat ziet een kind in de winkel, onder aan een trap, op de markt, van een pinapparaat?

Over Shoulder
Over Shoulder

 

 

 

De kijker kijkt mee over de schouder van de acteur naar de persoon met wie de acteur in gesprek is. De kijker identificeert zich met de acteur over wiens schouder we meekijken.

Je kunt natuurlijk ook van acteur wisselen, zodat de kijker over de schouder van de andere acteur meekijkt.  Dit camerastandpunt zie je veel in soaps.

Point of View (middelste)
Point of View (middelste)

 

 

Dit is een subjectief standpunt, je leeft je in in de acteur, alsof je de acteur bent.

Het eerste en laatste shot is nodig om te weten dat het middelste shot dat is wat de acteur ziet.

Camerabeweging

We kunnen de camera op diverse manieren laten bewegen.

Zoom

De zoom is eigenlijk geen camera beweging. Door in te zoomen krijg je het gevoel dichterbij te komen. Perspectivisch verandert er niets. We vergroten alleen uit.

Pan

Dat is een afkorting van panoramiseren. We bewegen de camera horizontaal, vanuit een vast standpunt.

Tilt

Dat is de camera verticaal bewegen vanuit een vast standpunt

Lift

Dat is de camera zelf van beneden naar boven optillen

Rijder, ook wel tracking genoemd

We verplaatsen de camera op een karretje, plakken hem aan een auto of op de bagagedrager van de fiets en verplaatsen de camera in de gewenste richting.

Let erop dat elke beweging voor de toeschouwers een betekenis moet hebben. In feite sturen we de kijkers ergens heen. De camerabewegingen moeten altijd van iets naar iets zijn en in de betekenis staan van de inhoudsoverdracht. Een beweging die naar niks gaat en niet afgemaakt wordt zaait alleen verwarring. De camera zelf verplaatsen met een lift of rijder is heel dynamisch. Je tilt als het ware de kijker uit de stoel en brengt hem in een andere positie. Vaak werkt dit als een heel subjectieve en betrokken beleving. De beweging moet wel erg goed uitgevoerd worden. Schokkende bewegingen maken alleen maar misselijk.

Filmpjes monteren

In deze wiki vind je tips voor hoe je moet zorgen voor goed basismateriaal, hoe lang duurt een shot en hoe lang een filmpje? Hoe krijg je mooie beelden?

Daarna worden apps genoemd waarbij je zelf je effecten kiest en invoert.

Tot slot een aantal apps die zelf een leuk of grappig filmpje maken van jouw beelden.

Algemeen

Het materiaal is gefilmd én je hebt een verhaal in je hoofd. Nu moet je nog zorgen dat het een flitsende video wordt. Eerst een aantal algemene monteertips:

  • Kort, korter, kortst: over het algemeen hebben kijkers een korte spanningsboog. Twee minuten voor een video is lang genoeg. (Dus even zorgen dat je die andere twintig minuten eruit knipt voordat je de video deelt.)
  • Té is nooit goed, en dat geldt zeker voor effecten in je video. Gebruik alleen een effect als het echt iets toevoegt.

Apps / programma’s

In een videobewerkingsprogramma heb je meestal een scherm met

  • Voorbeeldscherm
  • Bestanden of effecten
  • Tijdlijn

Je begint met stukjes video in de tijdlijn te slepen. Die stukjes kan je inkorten (trimmen) of knippen. Vervolgens kan je overgangen tussen de stukjes slepen. Vaak kan je er muziek en geluid onder zetten. Meestal kan je ook teksten – met effecten - toevoegen.

Er zijn programma’s met meer mogelijkheden, die kan je beter gebruiken op je laptop.

Een goed programma is OpenShot Video Editor. Een handleiding voor dit programma vind je hier

Ook YouTube heeft redelijk eenvoudige bewerkingsmogelijkheden. Je moet je filmpjes dan wel eerst uploaden (≠ publiceren!). Het videobewerkingsprogramma en diavoorstellingen van foto's zijn vanaf 20 september 2017 niet meer beschikbaar.

Apps voor op je smartphone

Als je een video maakt met je smartphone, is het wel zo handig deze ook meteen op je smartphone te monteren. Je kunt zo het ongebruikte materiaal achteraf meteen verwijderen, dat scheelt een hoop opslagruimte op je telefoon. Welke apps zijn handig?

Naast bekende apps voor iPhone of Android – zoals iMovie (Apple) of Power Director (Android) – is WeVideo ook een simpele app om een video mee te monteren. Er zijn niet te veel opties (dat is prettig, want minder verwarrend) en binnen een paar minuten begrijp je hoe het werkt. Populaire monteer-apps op een rij:

Kleine moeite, groots effect!

Heb je geen zin om zelf te rommelen met monteer-apps, maar zoek je een app die het werk voor jou doet? Die zijn er ook! Wij testten Magisto en Quik, twee apps waarmee je super snel een video maakt.

Magisto (voor Apple en Android)

Snel en makkelijk zijn de sleutelwoorden: je selecteert een aantal (korte) video’s óf minstens vijf foto’s uit je bibliotheek, kiest een thema (zoals Liefde, of Herinneringen), plakt er een muziekje onder en voilá, je video is klaar! Je video kun je vervolgens delen op je openbare Magisto-profiel (dit maak je automatisch aan als je de app installeert), via e-mail, of via andere social-kanalen. Nadeel: je kunt je film pas naar je eigen bibliotheek downloaden als je lid wordt van Magisto (vanaf €2,50 per maand).
Zie hier de door ons gemaakte video genaamd ‘Snow day…’

Quik (voor Apple en Android)

Quik lijkt op Magisto, maar is zo mogelijk nóg sneller en simpeler. Daarnaast heb je met deze app wél de mogelijkheid om je video’s te downloaden naar je bibliotheek. De thema’s komen met leuke effectjes: je kunt je beelden voorbij laten komen in verschillende polaroids, of in de stijl zetten van een ouderwetse zwart-wit film. Dit is het resultaat van dezelfde beelden als de video hierboven, maar dan gemonteerd met Quik. Kijk en vergelijk!

(bron: https://www.simyo.nl/blog/video-bewerken/)

Bronnen

  • Het arrangement 2017 AVV is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Pedagogisch werk Onderwijs assistent Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2017-09-14 09:55:45
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    2017 PW - P BO - sjabloon1
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Onderwijs assistent, Pedagogisch werk. (2017).

    2017 PW - P BO - sjabloon1

    https://maken.wikiwijs.nl/102298/2017_PW___P_BO___sjabloon1

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.