Sparen, lenen, huren
Misschien overkomt het jou ook wel eens dat je over onvoldoende geld beschikt om iets te kunnen kopen wat je heel graag wilt hebben. Wat doe je dan? Kies je voor sparen of kies je voor lenen? En als je kiest voor lenen, kun je dan genoeg lenen om hetgeen je zo graag wilt hebben te kunnen kopen.
Veel mensen met een eigen huis hebben een hypotheek. Een hypotheek is een lening met het huis als onderpand. Wil je of kun je geen geld lenen om een huis te kopen, dan je kun er natuurlijk ook voor kiezen om een woning te huren. Weet jij wat precies de verschillen zijn?
De eindopdracht van dit thema heeft als titel 'Lenen jongeren'.
Je onderzoekt het leengedrag van jongeren van jouw leeftijd. Om het leengedrag van jongeren in beeld te brengen, kies je zelf een eindproduct dat je hier het best bij vindt passen.
Je sluit het thema af met een diagnostische toets. De toets bestaat uit een aantal (meerkeuze)vragen. Je moet ongveer 80% van de vragen goed beantwoorden om een voldoende te scoren voor de toets.
Leerdoelen
Aan het eind van het thema moet je:
de verschillende redenen om te sparen kennen.
de begrippen krediet, aflossen en rente kennen.
weten wat het verschil is tussen het nominale rentepercentage en het reële rentepercentage.
een aantal factoren kunnen noemen die bepalen hoeveel iemand kan lenen.
de begrippen consumptief krediet, persoonlijke lening en doorlopend krediet kennen.
weten wat een hypotheek is en moet je verschillende hypotheekvormen kunnen omschrijven.
weten dat als je een woning huurt je een huurovereenkomst moet sluiten.
Werkplan
Het thema Sparen, lenen, huren bestaat uit een inleiding, vier opdrachten, een afsluitende opdracht, een begrippenlijst en een diagnostische toets.
Het is belangrijk dat je goed bijhoudt wat je gedaan hebt. Om je hierbij te helpen is er een werkplan gemaakt. Op dat werkplan kun je bijhouden welke onderdelen je al gedaan hebt.
Soraya spaart voor een scooter. Kevin is al een paar maanden de trotse eigenaar van een scooter. Om de scooter te kunnen kopen heeft hij geld geleend. Hij noemt dat 'sparen achteraf'. Hij begrijpt niet waarom Soraya ook geen geld leent, zodat zij nu al de scooter kan kopen. Maar Soraya wil niet lenen; ze zegt dat lenen geld kost en dat de scooter dan veel duurder is.
Wat zou jij doen?
Zou je het geld om een scooter te kopen lenen of zou je eerst sparen? Bespreek je antwoord met een klasgenoot.
Aan het eind van deze opdracht kun je:
de verschillende redenen om te sparen noemen.
uitleggen dat het lenen van geld ook wel krediet krijgen genoemd wordt.
uitleggen wat rente is en weet je dat het rentebedrag dat je betaalt over een lening afhangt van de grootte van de lening, de looptijd van de lening en het rentepercentage.
het rentebedrag dat je betaalt over een lening uitrekenen.
uitleggen wat het verschil tussen het nominale rentepercentage en het reële rentepercentage is.
Activiteiten
Activiteiten
Stap
Groepsgrootte
Activiteit
Stap 1
Alleen
Informatie lezen en vragen beantwoorden over sparen en lenen.
Stap 2
Alleen
Informatie lezen en rente berekenen.
Stap 3
Alleen
Het rentebedrag berekenen.
Stap 4
Alleen
Vragen beantwoorden over spaargeld en een geldlening.
Stap 5
Alleen + samen
Vragen over een spaarrekening beantwoorden en bespreken met klasgenoot.
Stap 6
Alleen
Vragen beantwoorden over sparen en inflatie.
Stap 7
Alleen
Informatie lezen en vragen beantwoorden over het nominale en reële rentepercentage.
Stap 8
Alleen
Vragen beantwoorden over het rentepercentage en inflatie.
Extra rente over rente
Alleen + samen
Met behulp van Excel rente over rente berekenen.
Extra LvoorL
Alleen + samen
Video bekijken en bespreken met klasgenoot.
Benodigdheden
Voor deze opdracht heb je een rekenmachine nodig.
Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 uur nodig.
Stap 1
Bestudeer uit de Kennisbank economie de eerste pagina van het onderdeel sparen en de eerste pagina van het onderdeel lenen.
Als je spaart of leent, verplaats je koopkracht. Leg dat uit.
Als je geld leent, moet je het later terugbetalen. Hoe noem je dat?
Mischa spaart per maand € 20,-. Hij heeft geen idee wat hij met z'n spaargeld gaat doen; hij vindt het handig om wat achter de hand te hebben. Wat klopt?
Micha spaart met een doel.
Micha spaart uit voorzorg.
De familie Stam heeft een inkomen van € 1800,- per maand. Aan vaste lasten zijn ze per maand € 800,- kwijt. Aan het huishouden gaat per maand € 850,- op. De rest wordt gereserveerd voor de vakantie.
Waar of niet waar? Reserveren is hetzelfde als sparen uit voorzorg?
Controleer je antwoorden.
Stap 2
Rente berekenen
Bestudeer nu uit het onderdeel Sparen de pagina over het berekenen van de rente.
Vul de ontbrekende getallen in onderstaande tabel in.
spaarbedrag
rentepercentage
factor
bedrag na 1 jaar
bedrag na 2 jaar
€ 1200,-
5%
1,05
€ 1260,-
€ 1323,-
€ 3000,-
4%
1,04
€ 7500,-
2%
€ 4000,-
1,03
Controleer je antwoorden.
Stap 3
Rentebedrag
Als je een bedrag op een spaarrekening zet en de rente jaarlijks opneemt, kun je het rentebedrag dat je in het totaal krijgt, berekenen met de formule: \({r}=\frac{{{k}\cdot{p}\cdot{t}}}{{100}}\)
In de formule is \(\small{k}\) het bedrag (kapitaal) dat je inlegt, \(\small{p}\) het rentepercentage dat de bank geeft, \(\small{t}\) het aantal jaar dat je je geld op de bank laat staan en \(\small{r}\) het rentebedrag dat je in het totaal krijgt.
Neem de volgende tabel over en vul hem verder in. De rente wordt jaarlijks opgenomen.
kapitaal k
percentage p
aantal jaar t
rentebedrag r
€ 3000,-
5%
1
€ ........
€ 3000,-
4%
2
€ ........
€ 6000,-
5%
4
€ ........
€ 6000,-
4%
0,5
€ ........
Stap 4
Spaargeld en geldlening
Als je geld op je spaarrekening hebt staan, krijg je rente.
Als je geld van een bank leent, betaal je rente.
\
Mevrouw De Waard heeft op haar spaarrekening € 10.000,- staan.
Ze krijgt 3,5% rente. Welke bedrag aan rente ontvangt ze na één jaar?
Meneer Van Zoelen heeft bij dezelfde bank een lening van € 10.000,-.
Hij betaalt 6% rente. Welke bedrag aan rente betaalt hij na één jaar?
Verklaar het verschil tussen de antwoorden op de vragen hierboven.
Controleer je antwoorden.
Stap 5
Welke spaarrekening?
Je ziet de uitslag van een vergelijkend warenonderzoek naar spaarrekeningen.
Bank
Naam rekening
Minimale inleg
Vrij op te nemen per maand
Rente
Garantiebank
Goudklaver
€ 1000,-
€ 5.000,-
......
Aegon
VrijSpaar
geen
alles
......
Rabobank
Renteplus
€ 500,-
€ 10.000,-
......
SR-bank
Spaar ABC
geen
€ 2500,-
......
ABN-AMRO
Klasse
€ 5.000,-
€ 1.000,-
......
Hoe heet de spaarrekening van de Rabobank?
Bij welke bank is de minimale inleg € 5000,-?
Bij welke bank mag je altijd al je geld opnemen?
Welke bank geeft, denk jij, de hoogste rente op de spaarrekening?
Welke bank geeft, denk jij, de laagste rente op de spaarrekening?
Vergelijk jouw antwoorden met de antwoorden van een klasgenoot. Heeft hij/zij hetzelfde geantwoord als jij? Probeer je klasgenoot te overtuigen van jouw keuzes.
Stap 6
Sparen en inflatie
Als je geld op een spaarrekening hebt staan, wordt het bedrag steeds hoger doordat je rente krijgt. Maar als de prijzen van producten ook stijgen, is het maar de vraag of je meer kunt kopen met je gespaarde geld.
Bekijk de illustratie en beantwoord de vragen.
De zakken geven aan hoe je geld kan groeien als je het op een spaarrekening zet. De bank geeft 5% rente per jaar.
Laat met twee berekeningen zien dat dat klopt.
De brommer wordt ieder jaar 6% duurder.
Laat met twee berekeningen zien dat dat klopt.
Leg uit waarom mensen hun geld niet graag naar de bank zullen brengen als de inflatie hoger is dan de rente die de bank geeft.
Stap 7
Nominale en reële rentepercentage
Bestudeer uit de Kennisbank economie de derde pagina van het onderdeel sparen.
Joris heeft € 1200,- op zijn spaarrekening staan. De bank geeft 5% rente per jaar. Voor het komend jaar wordt een inflatie van 2% verwacht.
Hoe wordt het rentepercentage dat een bank geeft genoemd?
Bereken het reële rentepercentage.
Welk rentepercentage is voor Joris het belangrijkst, het reële rentepercentage of het nominale rentepercentage? Leg je antwoord uit.
Controleer je antwoorden.
Stap 8
Rentepercentage en inflatie
Het lijndiagram hiernaast geeft de ontwikkeling van de nominale rente over een aantal jaar weer. Uit de tabel hieronder kun je de ontwikkeling van de inflatie aflezen.
jaar
inflatie
2005
4%
2006
3,5%
2007
3%
2008
3%
2009
3%
2010
2%
Neem het figuur over en teken in de figuur in een andere kleur het lijndiagram dat de ontwikkeling van de inflatie weergeeft.
In welk jaar was de reële rente het hoogst?
In welk jaar was de reële rente 0? Wat betekent dat?
Teken in de figuur nu ook het lijndiagram dat de ontwikkeling van
de reële rente weergeeft.
Stap 9
Samengestelde interest: rente over rente
Je hebt vast al wel eens eerder met het programma Excel gewerkt.
In dit rekenprogramma kun je ook rekenen met procenten.
Download ook het Excelbestand SamengesteldeInterest.xlsx.
Open het Excelbestand. Je komt op het tabblad rente over rente.
Je kunt het bedrag in cel B3 veranderen. Probeer maar. Kijk wat er gebeurt met de getallen in de tabel. Kijk ook hoe de grafiek verandert.
Je kunt ook de jaarlijkse rente in cel B4 veranderen. Doe maar. Kijk ook nu wat er gebeurt met de getallen in de tabel. Kijk ook nu weer hoe de grafiek verandert.
Bekijk in cel B5 hoe de groeifactor wordt berekend.
Kijk of je de formules in de cellen B8 t/m B17 begrijpt.
Zorg dat je ook de formules in de cellen C8 t/m C17 begrijpt.
Vraag eventueel hulp aan een klasgenoot of aan de docent.
Kun je nu uitleggen wat wordt bedoeld met rente over rente? En kun je uitleggen hoe je samengestelde rente kunt berekenen?
Extra: lvoorl
Leerlingen voor leerlingen
Op de website www.lvoorl.nl vind je verschillende video's die door leerlingen voor leerlingen zijn gemaakt.
Hieronder staat een video die goed past bij dit thema.
Bekijk de video. Kun je de video goed volgen?
Bespreek de inhoud van de video met een klasgenoot.
Als je spaart, kun je nu minder kopen, maar straks meer. Je verplaatst koopkracht naar de toekomst.
Als je leent, kun je nu meer kopen, maar straks minder: je verplaatst koopkracht van de toekomst naar nu.
Aflossen
Micha spaart uit voorzorg.
Niet waar. Reserveren is (meestal) sparen met een doel.
Stap 2
spaarbedrag
rentepercentage
factor
bedrag na 1 jaar
bedrag na 2 jaar
€ 1200,-
5%
1,05
€ 1260,-
€ 1323,-
€ 3000,-
4%
1,04
€ 3120,-
€ 3244,80
€ 7500,-
2%
1,02
€ 7650,-
€ 7803,-
€ 4000,-
3%
1,03
€ 4120,-
€ 4243,60
Stap 4
3,5% van € 10.000,- = 0,035 x € 10.000,- = € 350,-
6% van € 10.000,- = 0,06 x € 10.000,- = € 600,-
Het verschil is het inkomen voor de bank.
Stap 7
Het nominale rentepercentage.
Het reële rentepercentage = 5% - 2% = 3%
Het reële rentepercentage, want dat geeft aan of hij er in koopkracht op vooruit gaat of niet.
Hoeveel kan ik lenen?
Vooraf
Mevrouw Borgmans is naar de bank gegaan voor een lening.
Ze wil een lening van € 20.000,- afsluiten.
Wat denk jij?
Welke twee vragen zal mevrouw Borgmans in ieder geval aan de bank stellen voor zij de lening afsluit?
Bedenk ook twee vragen die de bank aan mevrouw Borgmans zal stellen voordat de bank de lening verstrekt.
Bespreek je antwoorden met een klasgenoot.
Aan het eind van deze opdracht kun je:
uitleggen wat wordt bedoeld met het begrip 'zekerheid'.
de definitie van de termen consumptief krediet, persoonlijke lening en doorlopend krediet geven.
uitleggen dat huurkoop of koop of afbetaling eigenlijk ook vormen van lenen zijn.
Activiteiten
Stap
Groepsgrootte
Activiteit
Stap 1
Alleen
Informatie lezen en vragen beantwoorden over lenen.
Stap 2
Alleen
Vragen beantwoorden over lenen, rente en aflossen.
Stap 3
Alleen + samen
Vragen over lenen beantwoorden en bespreken met klasgenoot.
Stap 4
Alleen
Vragen beantwoorden over een persoonlijke lening - 1.
Stap 5
Alleen
Vragen beantwoorden over een persoonlijke lening - 2.
Stap 6
Alleen + samen
Informatie lezen, vragen beantwoorden en bespreken met klasgenoot.
Benodigdheden
Voor deze opdracht heb je een rekenmachine nodig.
Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 uur nodig.
Stap 1
Bestudeer de eerste twee pagina's van het onderdeel lenen.
Mevrouw Kramer heeft een vaste baan met een maandinkomen van € 3000,-.
Zij wil bij een bank een lening van € 12.000,- afsluiten om haar badkamer te laten verbouwen.
Meneer Staal leeft sinds zijn scheiding van een bijstandsuitkering. Hij gaat naar de bank voor een lening van € 12.000,- voor de aanschaf van een nieuwe auto.
Waarom loopt de bank bij het verstrekken van de lening aan mevrouw Kramer minder risico dan bij het verstrekken van de lening aan meneer Staal?
Pim van Loon verdient € 1800,- per maand. Daarvan spaart hij € 150,-.
Op zijn spaarrekening staat € 3000,-. Pim wil op vakantie naar Amerika. Hij denkt € 5000,- nodig te hebben. Hij gaat naar de bank voor een lening van € 2000,-. De looptijd van de lening is 24 maanden. De lening kost Pim € 96,- per maand.
Waarom zal de bank Pim de lening waarschijnlijk wel verstrekken?
Hoe groot is het rentebedrag dat Pim in totaal betaalt over de lening?
Hoort het bedrag dat Pim moet aflossen tot de vaste uitgaven, tot de dagelijkse uitgaven of tot de incidentele uitgaven?
Controleer je antwoorden.
Stap 2
Lenen - rente - aflossen
Bij de familie Meulenhof is de computer vastgelopen.
Repareren heeft geen zin meer. Voor een nieuwe computer lenen ze € 1000,- bij een bank. De bank rekent 5% rente per jaar. De familie meulenhof wil de lening in vier jaar aflossen.
Neem de onderstaande tabel over en vul hem verder in.
lening
rente
aflossing
totale lasten
1e jaar
€ 1000,-
€ 50,-
€ 250,-
€ ......
2e jaar
€ 750,-
€ ......
€ 250,-
€ ......
3e jaar
€ ......
€ ......
€ ......
€ ......
4e jaar
€ ......
€ ......
€ ......
€ ......
Hoeveel betaalt de familie Meulenhof aan rente over de lening?
Beantwoord samen met een klasgenoot de volgende vragen.
Wat is een consumptief krediet.
Noem twee vormen van consumptief krediet.
Frank Zwart heeft een schoenenwinkel. Hij wil in het voorjaar een tweede winkel openen. Om de winkel te kunnen inrichten, heeft hij extra geld nodig. Hij klopt bij de bank aan voor een lening.
Hoe noem je het als een ondernemer geld in z'n bedrijf steekt?
Als de bank Frank Zwart geld leent, is dat dan ook een consumptief krediet? Leg je antwoord uit.
Diederik heeft bij zijn bank een salarisrekening. Met de bank heeft hij de afspraak dat hij maximaal € 2000,- rood mag staan.
Wat is een salarisrekening?
Wat wordt bedoeld met 'rood staan'?
Als Diederik rood staat, leent hij eigenlijk geld van de bank.
Is hier sprake van een persoonlijke lening of van een doorlopend krediet?
Stap 4
Persoonlijke lening
Bekijk de tabel. De tabel gaat over persoonlijke leningen. In de eerste kolom staan de bedragen die je kunt lenen. Daarnaast zie je dat je kunt kiezen uit verschillende looptijden. Bij iedere looptijd hoort een ander bedrag dat je maandelijks moet betalen.
Leenbedrag
6 mnd
12 mnd
24 mnd
48 mnd
60 mnd
€ 5000,-
855,94
437,81
228,97
125,00
104,38
€ 10000,-
1710,04
873,09
456,24
248,22
206,94
€ 15000,-
1307,02
680,57
368,42
306,42
€ 30000,-
1354,90
730,42
606,28
€ 50000,-
2258,17
1217,36
1010,47
Tanja en Roel Bos willen € 5000,- lenen.
Ze kiezen voor een looptijd van 48 maanden.
Hoeveel moeten ze maandelijks betalen voor de lening?
Hoeveel betalen ze dan in het totaal voor de lening?
Hoe groot is het rentebedrag dat ze in het totaal betalen?
Stap 5
Persoonlijke lening
Bekijk nogmaals de tabel persoonlijke leningen.
Leenbedrag
6 mnd
12 mnd
24 mnd
48 mnd
60 mnd
€ 5000,-
855,94
437,81
228,97
125,00
104,38
€ 10000,-
1710,04
873,09
456,24
248,22
206,94
€ 15000,-
1307,02
680,57
368,42
306,42
€ 30000,-
1354,90
730,42
606,28
€ 50000,-
2258,17
1217,36
1010,47
Patricia Germer wil een lening afsluiten. Ze heeft uitgerekend dat ze per maand maximaal € 250,- beschikbaar heeft voor rente en aflossing.
Hoeveel kan zij lenen als ze kiest voor een looptijd van 2 jaar?
En hoeveel als zij kiest voor een looptijd van 4 jaar?
Een televisietoestel kost bij betaling ineens € 670,-. Je kunt het toestel ook in termijnen betalen. Je betaalt dan op het moment dat je de koop sluit een bedrag van € 150,- en vervolgens 10 maandelijkse termijnen van € 55,-.
Hoe noem je de vorm van kopen waarbij je in termijnen betaalt?
Hoe noem je het bedrag dat je betaalt op het moment dat je de koop sluit?
Hoeveel betaal je in het totaal als je het toestel in termijnen betaalt?
Waarom betaal je meer dan bij een betaling ineens?
Yasmin heeft een nieuwe stereotoren op huurkoop gekocht. Ze betaalt de stereotoren in termijnen. Nadat ze drie termijnen heeft betaald, komt ze in financiële problemen. Ze kan de termijnen niet meer betalen.
Wat kan de verkoper van de stereotoren doen? Leg je antwoord uit.
Bespreek de antwoorden op de vragen met een klasgenoot.
Antwoorden
Stap 1
Mevrouw Staal heeft een hoger inkomen dan meneer Staal. Een hoger inkomen is een betere zekerheid voor het kunnen terug betalen van de lening.
Pim's salaris is hoog genoeg en hij heeft al aangetoond dat hij kan sparen.
Aflossing van een lening behoort tot de vaste uitgaven.
Stap 2
lening
rente
aflossing
totale lasten
1e jaar
€ 1000,-
€ 50,-
€ 250,-
€ 300,-
2e jaar
€ 750,-
€ 37,50
€ 250,-
€ 287,50
3e jaar
€ 500,-
€ 25,-
€ 250,-
€ 275,-
4e jaar
€ 250,-
€ 12,50
€ 250,-
€ 262,50
Het totale bedrag aan rente is € 125,-.
Hypotheekvormen
Vooraf
Mirjam en Wim Wageman hebben een nieuw huis op het oog. Het aankoopbedrag van het nieuwe huis is € 220.000,-. De helft van de aankoopsom kunnen ze betalen met eigen geld. De rest zullen ze moeten lenen. Ze gaan naar een bank voor een lening.
Wat denk jij?
Loopt de bank een groot risico als ze Mirjam en Wim
een lening van € 110.000,- verstrekt?
Wat is een goede looptijd voor de lening?
Bespreek je antwoorden met een klasgenoot.
Aan het eind van deze opdracht kun je:
uitleggen dat je een lening om een huis te kopen een hypotheek noemt.
uitleggen dat er verschillende hypotheekvormen zijn en weet je op welke punten deze hypotheekvormen verschillen.
Activiteiten
Stap
Groepsgrootte
Activiteit
Stap 1
Alleen
Informatie lezen en vragen beantwoorden over een hypotheek.
Stap 2
Alleen
Informatie lezen en vragen beantwoorden over hypotheekvormen.
Stap 3
Alleen
Tabel met lening, rente en aflossing invullen voor een annuïteitenhypotheek.
Stap 4
Samen
Onderzoek doen naar hypotheken.
Benodigdheden
Voor deze opdracht heb je een rekenmachine nodig.
Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 uur nodig.
Stap 1
Hypotheek
Bestudeer uit de Kennisbank de eerste bladzijde van het volgende onderdeel.
Leo Vis heeft een baan in Amsterdam gevonden. Hij heeft een appartement in Amsterdam Oost te koop zien staan. Hij heeft een gesprek met de ING-bank over het afsluiten van een hypotheek. Stel dat de hypotheek wordt afgesloten.
Wie is dan de hypotheekgever Leo Vis of ING-bank?
En wie is de hypotheeknemer?
De familie Makic sluit een hypotheek af van € 120.000,-. De looptijd van de hypotheek is 30 jaar. Ze betalen 5% rente per jaar. Bekijk de tabel.
Lening
Rente
Aflossing
Totale lasten
1e jaar
€ 120.000,-
€ ....
€ 4.000-
€ ....
2e jaar
€ 116.000,-
€ ....
€ 4.000-
€ ....
3e jaar
€ ....
€ ....
€ ....
€ ....
30e jaar
€ ....
€ ....
€ ....
€ ....
Vul de tabel in voor de eerste drie jaar en voor het 30e jaar.
Stap 2
Hypotheekvormen
Bestudeer uit de Kennisbank de tweede en derde bladzijde van het volgende onderdeel.
Hieronder staan 6 uitspraken over hypotheken.
Geef bij iedere uitspraak aan over welke hypotheekvorm(en) de uitspraak gaat. Kies uit lineaire hypotheek, annuïteitenhypotheek, spaarhypotheek of aflossingsvrije hypotheek.
De hypotheek wordt aan het eind van de looptijd ineens afgelost.
Je betaalt iedere maand hetzelfde bedrag.
Doordat je aflost, betaal je steeds minder rente.
Met het betalen van een premie spaar je voor de aflossing.
Je betaalt steeds minder rente, maar steeds meer aflossing.
Aan het eind van de looptijd is de schuld nog even groot.
Stap 3
Annuïteitenhypotheek
Meneer en mevrouw Kramer sluiten een annuïteitenhypotheek van € 120.000,-. De rente bedraag 5%. Zij betalen per jaar aan aflossing en aan rente samen € 8000,-. Bekijk de tabel.
Lening
Rente
Aflossing
Totale lasten
1e jaar
€ 120.000,-
€ .....
€ .....
€ 8000,-
2e jaar
€ .....
€ .....
€ .....
€ 8000,-
3e jaar
€ .....
€ .....
€ .....
€ 8000,-
4e jaar
€ .....
€ .....
€ .....
€ 8000,-
Vul de tabel in voor de eerste vier jaar.
Vergelijk de tabel met de tabel die je in stap 1 gemaakt hebt.
Wat zijn de verschillen?
Stap 4
Onderzoek hypotheken
Houd samen met iemand uit je klas een klein onderzoekje naar hypotheken.
Ga naar tenminste drie (websites van) banken en vraag informatie over hypotheken.
Probeer in ieder geval antwoord te krijgen op de volgende vragen.
Hoeveel mensen in Nederland hebben een hypotheek?
Hoe hoog is het huidige rentepercentage op een hypotheek?
Uit welke hypotheekvormen kun je kiezen?
Hoeveel moet je verdienen om een hypotheek af te kunnen sluiten?
Komt het vaak voor dat mensen hun maandelijkse lasten niet kunnen betalen? Wat gebeurt er dan?
Wat wordt bedoeld met hypotheekrente-aftrek?
Of toch maar huren?
Vooraf
Hiernaast zie je een drietal advertenties uit de krant.
Geef samen met een klasgenoot antwoord op de volgende vragen.
Waarom zullen de studenten op zoek zijn naar een huurwoning en niet naar een koopwoning?
Er wordt een kamer te huur aangeboden voor € 300,- per maand. Vind je dat duur of goedkoop?
De twee studenten willen de bedrijfsruimte huren en gebruiken als woonruimte. Mag dat?
Aan het eind van deze opdracht kun je:
voorbeelden van afspraken noemen die in een huurovereenkomst staan.
uitleggen wat bedoeld wordt met onderhuur.
enkele regels noemen die gelden bij het opzeggen van een huurovereenkomst.
Activiteiten
Stap
Groepsgrootte
Activiteit
Stap 1
Alleen
Huurovereenkomst bekijken en vragen beantwoorden met behulp van deze overeenkomst.
Stap 2
Alleen
Bron bekijken en vragen beantwoorden met behulp van deze bron.
Stap 3
Alleen
Vragen beantwoorden over de Huurprijzenwet.
Stap 4
Alleen
Zelf voor-of nadelen bedenken van het kopen en huren van een woning.
Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 uur nodig.
Stap 1
Huurovereenkomst
Als je een woonruimte of werkruimte huurt, sluit je met de verhuurder van de woning een huurovereenkomst. In deze overeenkomst staan afspraken over:
hoeveel huur er betaald moet worden;
waarvoor de ruimte gebruikt mag worden;
wie voor de reparaties zorgt.
Als je een deel van een woning huurt van iemand die zelf ook huurt, spreek je van onderhuur. Onderhuur is toegestaan als de eigenaar dat goed vindt.
Bekijk de huurovereenkomst en beantwoord de vragen.
Wie is de verhuurder? En wie is de huurder?
Hoeveel bedraagt de huur per maand?
Blijft de huur de komende jaren ongewijzigd?
Welke onderhoudsplicht heeft de huurder?
Geef een voorbeeld van een reparatie die voor rekening van de verhuurder komt.
Waarom is het verstandig een huurovereenkomst schriftelijk vast te leggen?
Stap 2
Huur opzeggen
Irma Knopdam huurt in het centrum van Utrecht een tweekamerwoning. Aan het begin van de maand ontvangt ze van haar huisbaas het volgende briefje:
Beste Irma,
Met ingang van volgende maand heb ik de woning verhuurd aan meneer Woltring. Hij wil wel de huurverhoging van € 200.- betalen.
Ik ga ervan uit dat je de woning aan het eind van de maand netjes oplevert.
Met vriendelijke groeten,
Tom Hansen, huisbaas.
Wat vind je van deze manier van opzeggen van de huur?
In de wet heeft de overheid een aantal regels met betrekking tot opzegging van de huur opgenomen. De belangrijkste regels in onderstaande bron.
De belangrijkste regels met betrekking tot het opzeggen van de huur zijn:
Koop breekt geen huur
Bij verkoop van de woning, kan de huurder niet gedwongen worden de woning te verlaten.
Dood breekt geen huur
Als de verhuurder overlijdt, mag de huurder in de woning blijven wonen.
De wet noemt een aantal redenen waarom de verhuurder de huur mag opzeggen:
het huurcontract was voor bepaalde tijd aangegaan.
de huurder heeft zich niet goed gedragen.
de verhuurder heeft de woonruimte zelf nodig. De verhuurder moet dan wel zorgen voor passende vervangende woonruimte.
De opzegtermijn voor een verhuurder is minimaal 3 maanden.
Voor een huurder geldt een opzegtermijn van één maand.
De rechtsregels in de bron zijn dwingende regels: er mag niet van die regels afgeweken worden.
Waarom zal de overheid dat zo geregeld hebben?
Stap 3
In de Huurprijzenwet staan regels voor de huurprijs van een woonruimte en voor de wijziging van de huurprijs.
De hoogte van de huur is afhankelijk van de kwaliteit van de woning. Er wordt gekeken naar het soort woning, de oppervlakte van de woning, het aantal ruimten in de woning en de ouderdom van de woning.
De huurprijs mag één keer per jaar worden verhoogd. De overheid stelt vast met welk percentage de huur maximaal mag stijgen.
Als een huurder en verhuurder het niet eens worden over een huurverhoging kunnen zij advies vragen bij een huurcommissie. De uitspraak van zo'n commissie is bindend, dat wil zeggen dat beide partijen zich aan de uitspraak moeten houden.
Mevrouw Zondervan huurt een woning in Groningen. Ze krijgt een brief van haar huisbaas waarin hij schrijft dat bovenop de jaarlijkse huurverhoging een extra verhoging komt van 5% omdat hij de keuken verbouwd heeft.
Mevrouw Zondervan is het niet met de extra huurverhoging eens.
Bedenk een reden waarom mevrouw Zondervan het niet met de extra huurverhoging eens is.
Waar kan mevrouw Zondervan naartoe gaan om te vragen of de extra huurverhoging terecht is.
De uitspraak van deze commissie is bindend. Wat wordt daarmee bedoeld?
Stap 4
Kopen of huren?
Of je nu beter een woning kunt kopen of een woning kunt huren is moeilijk te zeggen. Wel kun je natuurlijk proberen een aantal voor- en nadelen van kopen en huren op een rijtje te zetten.
Hieronder is dat geprobeerd. Neem de zinnen over en vul op de puntjes 'huurwoning' of 'koopwoning' in.
Als je een ..... hebt, bouw je bezit op.
Met een ..... kun je in aanmerking komen voor huursubsidie.
Woon je in een ...... dan hoef je geen geld te reserveren voor groot onderhoud.
Stijgen de huizenprijzen, dan profiteer je mee als je in een ...... woont.
Kun je zelf nog andere voor- of nadelen van kopen en huren bedenken? Schrijf ze op.
Eindopdracht
Vooraf
Jongeren en lenen
Veel geld uitgeven als je veel hebt, is gemakkelijk. Maar wat als je geen geld hebt? Eerst sparen of toch maar lenen? Geld lenen komt vaak voor, ook onder jongeren. Als je netjes op tijd terugbetaalt, kan dat best. Maar uit onderzoek blijkt dat jongeren steeds vaker een 'schuldenprobleem' hebben.
Bekijk het volgende filmpje over het lenen van geld.
De eindopdracht van het thema 'Sparen, lenen, huren' is een onderzoek naar het leengedrag van jongeren.
Eindproduct
Je werkt samen met een klasgenoot. Jullie brengen het leengedrag van jongeren in beeld. Hoe? Dat mogen jullie zelf kiezen.
Beoordeling
Het eindproduct wordt beoordeeld door de docent. De docent let op:
de inhoud: gaat het eindproduct over het leengedrag van jongeren?
de inhoud: vertelt het eindproduct iets over 'schuldproblemen' bij jongeren?
de originaliteit: is het eindproduct origineel?
de netheid: is het eindproduct met zorg gemaakt?
Werkwijze
Deze opdracht doe je samen met een klasgenoot.
Voor de opdracht heb je twee uur de tijd.
Stap 1
Jongeren en geld
Bestudeer de volgende drie bronnen.
De belangrijkste bronnen van inkomsten voor jongeren zijn:
Baantje
53%
Ouders
35%
Vakantiewerk
9%
Zoals je aan de gegevens hierboven kunt zien hebben veel jongeren een baan, bijbaan of werken in de vakantie. Dat leidt tot meer zelfstandigheid. Je kunt dan zelf dingen kopen die je graag wilt hebben. Populaire (bij)baantjes zijn bijvoorbeeld het hebben van een krantenwijk, werken in een winkel of de horeca en babysitten.
Uit het nationale scholieren onderzoek van NIBUD (2004) blijkt dat jongens gemiddeld meer te besteden hebben dan meisjes. Dit komt doordat jongens vaak meer uren werken en beter betaalde banen hebben.
Hier volgt een overzicht.
Leeftijd
Jongens €
Meisjes €
12 jaar
63
42
13 jaar
72
53
14 jaar
86
75
15 jaar
138
113
16 jaar
195
159
17 jaar
221
199
18 jaar
386
305
De belangrijkste uitgavenposten onder jongeren zijn:
Kleding schoenen
16%
Alcohol
11%
Mobiele telefoon
7%
Snacks en frisdrank
11%
Cadeaus
5%
Roken
5%
Uitgaan
5%
Gemiddeld besteed een scholier zo'n € 116,- per maand. Op jaarbasis besteden alle scholieren samen ruim 1 miljard euro.
Uit het nationale scholieren onderzoek van NIBUD (2004) blijkt dat jongens gemiddeld meer geld uitgeven dan meisjes.
Hier volgt een overzicht.
Leeftijd
Jongens €
Meisjes €
12 jaar
73
67
13 jaar
81
82
14 jaar
102
101
15 jaar
139
127
16 jaar
190
167
17 jaar
212
193
18 jaar
307
225
Jongeren lenen makkelijk. Spaarde je vroeger een tijdje voor iets wat je graag wilde hebben, tegenwoordig is deze 'calvinistische aanpak' achterhaald. Wil je iets kopen waar je eigenlijk geen geld voor hebt, dan leen je het toch gewoon? Het is dus niet zo verrassend dat de meeste jongeren schulden maken om vooral luxegoederen te kunnen kopen.
De top 4 redenen om geld te lenen voor jongeren:
brommer of scooter
mobiele telefoon
kleding
vakantie
De meeste jongeren lenen het geld bij hun ouders of bij hun vrienden, maar een lening bij de bank of rood staan komt ook geregeld voor.
Werk samen met een klasgenoot.
Ga met elkaar na of je antwoord kunt geven op de volgende vragen.
Hoe komen jongeren aan geld?
Waar geven jongeren geld aan uit?
Wat zijn de verschillen tussen jongens en meisjes?
Waardoor ontstaan schulden bij jongeren?
Stap 2
Eindproduct
Jullie gaan aan de slag met het eindproduct. Kies zelf een product uit waarmee je het leengedrag van jongeren in beeld kunt brengen. Bekijk het voorbeeld in de gereedschapskist.
hypotheekgever
de eigenaar van de woning die de woning in onderpand geeft.
huurovereenkomst
afspraken tussen huurder en verhuurder onder andere over hoogte van de huur, het gebruik van de ruimte en de zorg voor de reparaties.
hypotheeknemer
verstrekker van de lening die de woning in onderpand neemt.
onderhuur
het doorverhuren van (een deel) van de woning door de huurder.
lineaire hypotheek
hypotheek waarbij jaarlijks hetzelfde bedrag wordt afgelost. Het rentedeel wordt steeds kleiner.
Huurprijzenwet
wet waarin regels staan voor de hoogte van de huur.
Diagnostische toets
Sparen, lenen, huren
Het thema 'Sparen, lenen, huren' sluit je af met een diagnostische toets.
De toets bestaat uit een aantal meerkeuzevragen.
Aan de eind van de toets zie je je score.
Bij een score van meer dan 80% heb je een voldoende.
Aan het eind van je toets kun je van de vragen die je fout had, zien wat het goede antwoord was.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Examentraining
Op deze en de volgende pagina's vind je een aantal examenvragen uit examens van vorige jaren. De vragen sluiten zo goed mogelijk aan bij het thema dat je net afgerond hebt. Het zal echter ook wel voorkomen dat je kennis nodig hebt die niet in het thema behandeld is. Gebruik dan je gezonde verstand.
Het arrangement 3M: Sparen, lenen, huren is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Henk-Jan van Mierlo
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2017-09-25 12:39:24
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Sparen, lenen, huren
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.