Wladimir Köppen heeft een uitgebreid klimaatsysteem opgesteld. In de kern komt het erop neer dat de verschillende klimaattypen uit elkaar te houden zijn op grond van verschillende kenmerken, waarbij neerslag en temperatuur de belangrijkste zijn.
We gaan stap voor stap door de verschillende indelingsmogelijkheden heen. Aan het einde van deze opdracht kun je onder meer aangeven tot welk klimaattype(n) het klimaat in Nederland behoort en waarom dat zo is.
Wat ga je leren?
Hoofdvraag
Welke mogelijke klimaten kunnen we in de wereld tegenkomen?
Deelvragen
Wie is Köppen en hoe is hij tot zijn indeling gekomen?
Wat is de relatie tussen vegetatie en klimaat?
Welke wetmatigheden kunnen we in de klimaatclassificatie ontdekken?
Wat zijn de verschillen tussen hoofd- en kleine letters in het systeem?
Kun jij zelf op grond van bepaalde kenmerken een klimaat herkennen?
Begrippen
Klimaatsysteem van Köppen (ook wel: Klimaatsysteem van Köppen–Geiger)
Klimaatgebieden (volgens Köppen).
Wat ga je doen?
Activiteiten
Vooraf
Wat kun je al?
Bestudeer de Kennisbank en maak de instaptoets.
Aan de slag
Stap 1
Je leest over wie Wladimir Köppen was en op basis waarvan hij een klimaatclassificatie ontwierp. Je ziet de eerste, grove indeling op basis van temperatuur en de indeling op basis van het type vegetatie.
Stap 2
De tweede indeling van het klimaatsysteem maakte hij op basis van neerslagverdeling. Hierbij speelde temperatuurverschillen ook een rol. Bekijk het schema en beantwoord vragen.
Stap 3
De derde (en vierde) indeling van het klimaatsysteem van Köppen is op basis van temperatuurverschillen voor C- en D-klimaten en voor B-klimaten. Bekijk de schema's en maak de oefening.
Afronding
Samenvattend
Maak een begrippenlijst.
Eindopdracht A
Maak de eindtoets.
Eindopdracht B
Je combineert het juiste klimaattype bij een aantal foto's. Daarna maak je een wervende tekst van twee klimaattypen voor een reisfolder.
Examenvragen
Oefen de eindexamenvragen.
Terugkijken
Kijk terug op de opdracht.
Tijd
De studiebelasting voor deze opdracht is ongeveer 2 SLU.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Wladimir Peter Köppen (1846–1940) was een Russische geograaf, meteoroloog, klimatoloog en botanicus van Duitse afkomst. Köppen heeft de grenzen van klimaatgebieden vastgesteld aan de hand van het verspreidingsgebied van bepaalde planten.
Köppen ontwierp een klimaatclassificatie in 1880 en verbeterde en verfijnde zijn classificatie regelmatig. De volledige versie verscheen voor het eerst in 1918 en de uiteindelijke versie werd in 1936 uitgebracht, toen hij negentig was.
Hij merkte onder meer op:
De scheiding tussen tropische en droge klimaten wordt bepaald door de aan- of afwezigheid van bomen.
Boomgroei is de indicator tussen het landklimaat en het toendraklimaat.
De scheiding tussen loofboomvegetatie en naaldboomvegetatie ligt ruwweg op de scheiding tussen een gematigd zeeklimaat en het koudere landklimaat.
Aan het einde van zijn leven, werkte Köppen samen met de Duitse klimatoloog Rudolf Geiger. Na Köppens dood in 1940 werkte Geiger verder aan aanpassingen van het klimaatclassificatiesysteem. Daarom wordt de classificatie naast het ‘Klimaatsysteem van Köppen’ ook wel het ‘Klimaatsysteem van Köppen-Geiger’ genoemd.
Köppen maakte een eerste verdeling in drie niveaus:
De zone tussen de evenaar en 30o NB en ZB: de tropische zone
De zone tussen 30o en 60o NB en ZB: de gematigde zone
De zone tussen 60o en 90o NB en ZB: de polaire zone
De tropische zone verdeelt hij in een natte zone (A) en een droge (B).
De gematigde zone verdeelt hij in een zone met een matigende zeewind (C) en zonder een matigende zeewind (D), waar de verschillen tussen zomer en winter groter zijn. Bij D-klimaten is het in de winter vaak erg koud omdat er geen zachte zeewind over het land waait. In de zomer is het vaak heel erg warm, omdat er geen verkoeling van de zee is.
De polaire zone krijgt de letter E.
Deze verdeling in A-, B-, C-, D- en E-klimaten worden ook wel klimaatgebieden (volgens Köppen) genoemd.
Onderstaand zie je de eerste grove verdeling:
Grove indeling
Benaming
A
Tropische (regenwoud)klimaten
B
Woestijn- of droge klimaten
C
Zee- of maritieme klimaten
D
Land- of continentale klimaten
E
Poolklimaten
Köppen verbond temperatuurgrenzen aan zijn indeling:
A- en B-klimaten
------------------- = 18o isotherm van de koudste maand gemiddeld
C-klimaat
------------------- = -3o isotherm van de koudste maand gemiddeld
D-klimaat
------------------- = 10o isotherm van de warmste maand gemiddeld
E-klimaat
Wordt het gemiddeld (over een periode van 30 jaar) kouder dan -3 oC spreken we van een D-klimaat. Wordt het zelfs hartje zomer niet warmer dan 10 oC (gemiddeld over een periode van 30 jaar), dan spreken we van een E-klimaat.
Kenmerken van de klimaten
A-klimaten: Temperatuur is het hele jaar door ongeveer gelijk. Het regent veel.
B-klimaten: Groot verschil tussen de dag- en nachttemperatuur. Het regent zelden.
C-klimaten: Wisselende weeromstandigheden. Geen sprake van extreme zomers en winters. Geen sprake van extreme droogte.
D-klimaten: Grote verschillen tussen zomer en winter. Winters zijn lang en koud. Zomers zijn kort en warm.
E-klimaten: Geen warme zomers. De temperatuur komt nooit boven de 10 oC.
Deze eerste grove indeling, gebaseerd op temperatuur en neerslag, sluit ook goed aan bij het type vegetatie:
A-klimaten: Tropische vegetatie (tropische regenwoud, veel soorten loofbomen, orchideeën)
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Köppen maakte een verdere uitsplitsing aan de hand van de neerslagverdeling gedurende een jaar. Voor de A-, C- en D-klimaten bekeek hij wanneer er een droge periode is:
winter
w
Winter trocken = droge winter
zomer
s
Sommer trocken = droge zomer
nooit
f
Fehlt = zonder droog seizoen
Er is één uitzondering. Bij A-klimaten komt ‘s’ nooit voor, maar wel een moesson. Hij gebruikt daarvoor de letter ‘m’.
moesson
m
Moesson, zeer natte periode
De kleine letters w, s, f en m behoren altijd tot een A-, C- of D-klimaat.
Voor de B- en E-klimaten keek hij naar andere kenmerken. Daar gebruikte hij - ter onderscheid van de kleine letters van de A-, C- en D-klimaten - een hoofdletter voor.
De B-klimaten kenmerken zich door droogte. Daar komen twee landschapstypen in voor: woestijn en steppe. Het verschil legde hij bij 200 mm p/j.
Woestijn
W
minder dan 200 mm p/j
Steppe
S
meer dan 200 mm p/j
Ook 1200 mm p/j is meer dan 200 mm p/j, maar dan kun je niet meer spreken van een droog klimaat. Het is niet officieel, maar sommige geografen gebruiken daar de grens van 300 tot 500 mm p/j voor.
Voor de E-klimaten is de neerslag niet van belang. In deze klimaten ligt de hoogste temperatuur altijd onder de +10 oC. We kennen drie E-klimaten. Voor het verschil kijken we naar de temperatuur:
Toendra
T
warmste maand boven de 0 graden
IJskap
F
Frost: nooit boven de 0 graden
Hooggebergte
H
hooggebergte, nooit boven de 0 graden
Samen in één schema:
1e: Grove indeling
Benaming
2e: Neerslagverdeling
A
Tropische (regenwoud)klimaten
f regenwoud (zonder droog seizoen)
m: moesson
w: savanne (met droge winter)
B
Woestijn- of droge klimaten
W: Woestijn
S: Steppe
C
Zee- of maritieme klimaten
s: droge zomer
w: droge winter
f: zonder droog seizoen
D
Land- of continentale klimaten
s: droge zomer
w: droge winter
f: zonder droog seizoen
E
Poolklimaten
T: Toendra
F: IJskap
H: Hooggebergte
Uitzondering: Het tropische savanneklimaat kreeg de notatie Aw mee (met een droge winter). Op enkele zeldzame plekken in de wereld met een savanneklimaat komt het echter voor dat de droge periode in de zomer valt. We spreken in dat geval van een As-klimaat. Dit komt bijvoorbeeld voor in Hawaï, op Sri Lanka en in Somalië.
Je ziet vaak de aanduiding Aw/As-klimaat samengevoegd staan voor een tropisch savanneklimaat.
Kenmerken van de klimaten
Af
Tropisch regenwoud klimaat
Am
Moessonklimaat
Aw/As
Tropisch savanneklimaat
BS
Steppeklimaat
BW
Woestijnklimaat
Cf
Zeeklimaat
Cs
Mediterraan klimaat*
Cw
Chinaklimaat**
Df
Land- of continentaal klimaat met neerslag gedurende het hele jaar
Ds
Land- of continentaal klimaat met droge winters
Dw
Land- of continentaal klimaat met droge zomers
ET
Toendraklimaat
EF
Sneeuwklimaat/IJsklimaat
EH
Hooggebergteklimaat
* Verwijst naar de Middellandse Zee waar dit klimaattype het eerst werd waargenomen.
** Verwijst naar China waar dit het overheersende klimaattype is.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Derde (en vierde) indeling van het klimaatsysteem van Köppen
Maar ook met de neerslagverdeling (in de tweede indeling) vond Köppen de indeling van klimaten nog niet af. Hij kwam voor de B-, C- en D-klimaten met een derde indeling op basis van de temperatuurverschillen.
Voor C- en D-klimaten:
a - warm
(de gemiddelde temperatuur in de warmste maand is hoger dan 22 oC)
b - gematigd
(de gemiddelde temperatuur in de warmste maand is koeler dan 22 oC)
c - koel
(minder dan 4 maanden p/j is de gemiddelde maandtemperatuur hoger dan 10 oC)
d - koud
(de koudste wintermaand heeft een gemiddelde temperatuur lager dan -38 oC)
Voor B-klimaten:
h - warm
(gemiddelde jaartemperatuur is hoger dan 18 oC)
k - koud
(gemiddelde jaartemperatuur is lager dan 18 oC)
Maar ook de BSh-, BSk-, BWh- en BWk-klimaten kenden onderling te grote verschillen.
Köppen kwam met een vierde letter:
s - droog in de zomer
w - droog in de winter
1e
2e neerslagverdeling
3e temperatuurverschillen
4e
A
f: regenwoud (zonder droog seizoen)
m: moesson
w: savanna (met droge winter)
B
W: Woestijn
S: Steppe
h: heet
k: koud
s: droog in de zomer
w: droog in de winter
C
s: droge zomer
w: droge winter
f: zonder droog seizoen
a: warme zomer
b: gematigde zomer
c: koele zomer
D
s: droge zomer
w: droge winter
f: zonder droog seizoen
a: hete zomer
b: warme zomer
c: koele zomer
d: erg koude winter
E
T: Toendra
F: IJskap
H: Hooggebergte
Alle mogelijke klimaten die je in de natuur kunt tegenkomen op een rij:
Af
Tropisch regenwoudklimaat
Am
Moesson klimaat
Aw/Aw
Tropisch savanneklimaat
BSh
Warm steppeklimaat
BShs
warm steppeklimaat, droog seizoen in de zomer
BWk
Koud woestijnklimaat
BWkw
koud woestijnklimaat, droog seizoen in de winter
Cfa
warm zeeklimaat
Cfb
Gematigd zeeklimaat
Cfc
Koel zeeklimaat
Csa
Warm mediterraan klimaat
Csb
Gematigd mediterraan klimaat
Cwa
Warm Chinaklimaat
Cwb
Gematigd Chinaklimaat
Dfa
Warm landklimaat, met neerslag gedurende het hele jaar
Dfb
Gematigd landklimaat, met neerslag gedurende het hele jaar
Dfc
Koel landklimaat, met neerslag gedurende het hele jaar (subarctisch klimaat)*
Dfd
Koud landklimaat, met neerslag gedurende het hele jaar (subarctisch klimaat)
* Subarctisch klimaat is een landklimaat (Dfc, Dfd, Dwc, Dwd) dat wordt gekarakteriseerd door zeer koude en lange winters en korte maar warme zomers. Dit type klimaat komt voor op grote landmassa's op het noordelijk halfrond ver weg van de matigende effecten van oceanen.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Deze creatieve eindopdracht over klimaatsoorten is tweeledig.
Als afsluiting van deze opdracht krijg je een aantal afbeeldingen van een natuurlijke omgeving. Probeer vast te stellen om welk klimaattype het gaat. Geef daarbij aan op grond van minimaal één kenmerk waarom je voor een bepaald klimaattype kiest. Zet bij elke afbeelding de classificatienummering van Köppen erbij, voor zover je die kunt afleiden uit de foto’s. Geen BWhs, wel BW. Geen Df of Dw, wel D.
Schrijf een wervende tekst voor een reisbureau waarin je minimaal twee klimaattypen met hun bijbehorende afbeeldingen verwerkt.
Dit zou je kunnen doen door een folder te maken. Kijk hieronder eens in de gereedschapskist hoe je dat doet!
Met maken van een folder presenteer je kennis die je hebt opgedaan aan anderen.
Examenvragen
Op deze pagina vind je examenvragen van ExamenKracht van vorige jaren. De vragen sluiten zo goed mogelijk aan bij de opdracht die je net hebt afgerond.
Maak bij het beantwoorden ook gebruik van dat wat je al eerder geleerd hebt. Als je de vraag niet kunt beantwoorden, probeer het dan later opnieuw. Nadat je een vraag beantwoord hebt, kun je deze zelf nakijken en je score aangeven.
Meer oefenen?
Ga naar ExamenKracht en oefen ook met de nieuwste examens.
Terugkijken
Intro
Lees de Introductie van de opdracht nog eens door.
Geeft de intro een goede indruk over het onderwerp van deze opdracht?
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de hoofdvraag en deelvragen nog eens door.
Kun je uitleggen hoe het klimaatsysteem van Köppen is opgebouwd en welke klimaatsoorten erin vermeld staan? Noem er minstens drie.
Hoe ging het?
Inhoud
In de opdracht vergelijk je de verschillende indelingen van het klimaatsysteem van Köppen.
Vind je dit systeem logisch of moeilijk te volgen? Licht je antwoord toe.
Eindopdrachten
De eindopdracht bestaat uit twee gedeelten. Heb je bij de foto's het juiste klimaattype gevonden?
Heb je voor de reisfolder een passende tekst gemaakt over twee klimaattypen?
Welke heb je gekozen?
Examenvragen
Heb je de examenvragen gemaakt? Ging het goed?
Het arrangement Klimaten in soorten - v456 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Aardrijkskunde voor VWO leerjaar 4, 5 & 6. In het domein "Aarde" wordt het thema ''Klimaten in soorten" besproken. Wladimir Peter Köppen (1846-1940) was een Russisch-Duitse wetenschapper die klimaten bestudeerde. Hij ontwikkelde een classificatie voor klimaten op basis van plantenverspreiding, maar inmiddels wordt er vooral gekeken naar neerslag en temperatuur. Zijn systeem, het Köppen-Geiger klimaatsysteem, verdeelt de wereld in zones met verschillende klimaattypes, zoals tropisch, gematigd en polair. Hij gebruikte factoren zoals temperatuur, neerslag en vegetatie om deze klimaten te beschrijven. Bijvoorbeeld, A-klimaten zijn warm en regenachtig, terwijl B-klimaten droog en woestijnachtig zijn. Dit systeem helpt ons begrijpen hoe klimaten variëren en invloed hebben op de natuur.
Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Aardrijkskunde voor VWO leerjaar 4, 5 & 6. In het domein "Aarde" wordt het thema ''Klimaten in soorten" besproken. Wladimir Peter Köppen (1846-1940) was een Russisch-Duitse wetenschapper die klimaten bestudeerde. Hij ontwikkelde een classificatie voor klimaten op basis van plantenverspreiding, maar inmiddels wordt er vooral gekeken naar neerslag en temperatuur. Zijn systeem, het Köppen-Geiger klimaatsysteem, verdeelt de wereld in zones met verschillende klimaattypes, zoals tropisch, gematigd en polair. Hij gebruikte factoren zoals temperatuur, neerslag en vegetatie om deze klimaten te beschrijven. Bijvoorbeeld, A-klimaten zijn warm en regenachtig, terwijl B-klimaten droog en woestijnachtig zijn. Dit systeem helpt ons begrijpen hoe klimaten variëren en invloed hebben op de natuur.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Klimaten in soorten
Wladimir Köppen
Tweede indeling
Derde (en vierde) indeling
Klimaten in soorten
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.