Klimaten in soorten - v456

Klimaten in soorten - v456

Klimaten in soorten

Introductie

Wladimir Köppen heeft een uitgebreid klimaatsysteem opgesteld. In de kern komt het erop neer dat de verschillende klimaattypen uit elkaar te houden zijn op grond van verschillende kenmerken, waarbij neerslag en temperatuur de belangrijkste zijn.

We gaan stap voor stap door de verschillende indelingsmogelijkheden heen. Aan het einde van deze opdracht kun je onder meer aangeven tot welk klimaattype(n) het klimaat in Nederland behoort en waarom dat zo is.

Wat ga je leren?

Hoofdvraag

  • Welke mogelijke klimaten kunnen we in de wereld tegenkomen?

Deelvragen

  • Wie is Köppen en hoe is hij tot zijn indeling gekomen?
  • Wat is de relatie tussen vegetatie en klimaat?
  • Welke wetmatigheden kunnen we in de klimaatclassificatie ontdekken?
  • Wat zijn de verschillen tussen hoofd- en kleine letters in het systeem?
  • Kun jij zelf op grond van bepaalde kenmerken een klimaat herkennen?

Begrippen

  • Klimaatsysteem van Köppen (ook wel: Klimaatsysteem van Köppen–Geiger)
  • Klimaatgebieden (volgens Köppen).

Wat ga je doen?

Activiteiten

Vooraf

Wat kun je al?

Bestudeer de Kennisbank en maak de instaptoets.

Aan de slag

Stap 1

Je leest over wie Wladimir Köppen was en op basis waarvan hij een klimaatclassificatie ontwierp. Je ziet de eerste, grove indeling op basis van temperatuur en de indeling op basis van het type vegetatie.

Stap 2

De tweede indeling van het klimaatsysteem maakte hij op basis van neerslagverdeling. Hierbij speelde temperatuurverschillen ook een rol. Bekijk het schema en beantwoord vragen.

Stap 3

De derde (en vierde) indeling van het klimaatsysteem van Köppen is op basis van temperatuurverschillen voor C- en D-klimaten en voor B-klimaten. Bekijk de schema's en maak de oefening.

Afronding

Samenvattend

Maak een begrippenlijst.

Eindopdracht A

Maak de eindtoets.

Eindopdracht B

Je combineert het juiste klimaattype bij een aantal foto's. Daarna maak je een wervende tekst van twee klimaattypen voor een reisfolder.

Examenvragen

Oefen de eindexamenvragen.

Terugkijken

Kijk terug op de opdracht.

 

Tijd
De studiebelasting voor deze opdracht is ongeveer 2 SLU.

Wat kun je al?

Bestudeer de Kennisbank.

Maak nu de instaptoets.

Aan de slag

Stap 1 - Wladimir Köppen

Wladimir Köppen

Wladimir Peter Köppen (1846–1940) was een Russische geograaf, meteoroloog, klimatoloog en botanicus van Duitse afkomst. Köppen heeft de grenzen van klimaatgebieden vastgesteld aan de hand van het verspreidingsgebied van bepaalde planten.

Köppen ontwierp een klimaatclassificatie in 1880 en verbeterde en verfijnde zijn classificatie regelmatig. De volledige versie verscheen voor het eerst in 1918 en de uiteindelijke versie werd in 1936 uitgebracht, toen hij negentig was.

Hij merkte onder meer op:

  • De scheiding tussen tropische en droge klimaten wordt bepaald door de aan- of afwezigheid van bomen.
  • Boomgroei is de indicator tussen het landklimaat en het toendraklimaat.
  • De scheiding tussen loofboomvegetatie en naaldboomvegetatie ligt ruwweg op de scheiding tussen een gematigd zeeklimaat en het koudere landklimaat.

Aan het einde van zijn leven, werkte Köppen samen met de Duitse klimatoloog Rudolf Geiger. Na Köppens dood in 1940 werkte Geiger verder aan aanpassingen van het klimaatclassificatiesysteem. Daarom wordt de classificatie naast het ‘Klimaatsysteem van Köppen’ ook wel het ‘Klimaatsysteem van Köppen-Geiger’ genoemd.

Köppen maakte een eerste verdeling in drie niveaus:

  1. De zone tussen de evenaar en 30o NB en ZB: de tropische zone
  2. De zone tussen 30o en 60o NB en ZB: de gematigde zone
  3. De zone tussen 60o en 90o NB en ZB: de polaire zone


De tropische zone verdeelt hij in een natte zone (A) en een droge (B).
De gematigde zone verdeelt hij in een zone met een matigende zeewind (C) en zonder een matigende zeewind (D), waar de verschillen tussen zomer en winter groter zijn. Bij D-klimaten is het in de winter vaak erg koud omdat er geen zachte zeewind over het land waait. In de zomer is het vaak heel erg warm, omdat er geen verkoeling van de zee is.

De polaire zone krijgt de letter E.

Deze verdeling in A-, B-, C-, D- en E-klimaten worden ook wel klimaatgebieden (volgens Köppen) genoemd.

Onderstaand zie je de eerste grove verdeling:

Grove indeling Benaming
A Tropische (regenwoud)klimaten
B Woestijn- of droge klimaten
C Zee- of maritieme klimaten
D Land- of continentale klimaten
E Poolklimaten

 

A-klimaat

Köppen verbond temperatuurgrenzen aan zijn indeling:

A- en B-klimaten

------------------- = 18o isotherm van de koudste maand gemiddeld

C-klimaat

------------------- = -3o isotherm van de koudste maand gemiddeld

D-klimaat

------------------- = 10o isotherm van de warmste maand gemiddeld

E-klimaat

Wordt het gemiddeld (over een periode van 30 jaar) kouder dan -3 oC spreken we van een D-klimaat. Wordt het zelfs hartje zomer niet warmer dan 10 oC (gemiddeld over een periode van 30 jaar), dan spreken we van een E-klimaat.

Kenmerken van de klimaten

A-klimaten:  Temperatuur is het hele jaar door ongeveer gelijk. Het regent veel.

B-klimaten:  Groot verschil tussen de dag- en nachttemperatuur. Het regent zelden.

C-klimaten:  Wisselende weeromstandigheden. Geen sprake van extreme zomers en winters. Geen sprake van extreme droogte.

D-klimaten:  Grote verschillen tussen zomer en winter. Winters zijn lang en koud. Zomers zijn kort en warm.

E-klimaten:  Geen warme zomers. De temperatuur komt nooit boven de 10 oC.

Deze eerste grove indeling, gebaseerd op temperatuur en neerslag, sluit ook goed aan bij het type vegetatie:

A-klimaten:    Tropische vegetatie (tropische regenwoud, veel soorten loofbomen, orchideeën)

B-klimaten:    Woestijnvegetatie (veel cactussoorten)

C-klimaten:    Loofbomen

D-klimaten:    Naaldbomen

E-klimaten:    Toendra (grassen, mossen, korstmossen, dwergstruiken) of eeuwige sneeuw

Stap 2 - Tweede indeling

E-klimaat

Tweede indeling van het klimaatsysteem van Köppen

Köppen maakte een verdere uitsplitsing aan de hand van de neerslagverdeling gedurende een jaar. Voor de A-, C- en D-klimaten bekeek hij wanneer er een droge periode is:

winter w Winter trocken = droge winter
zomer s Sommer trocken = droge zomer
nooit f Fehlt = zonder droog seizoen


Er is één uitzondering. Bij A-klimaten komt ‘s’ nooit voor, maar wel een moesson. Hij gebruikt daarvoor de letter ‘m’.

moesson m Moesson, zeer natte periode


De kleine letters w, s, f en m behoren altijd tot een A-, C- of D-klimaat.

Voor de B- en E-klimaten keek hij naar andere kenmerken. Daar gebruikte hij - ter onderscheid van de kleine letters van de A-, C- en D-klimaten - een hoofdletter voor.

De B-klimaten kenmerken zich door droogte. Daar komen twee landschapstypen in voor: woestijn en steppe. Het verschil legde hij bij 200 mm p/j.

Woestijn W minder dan 200 mm p/j
Steppe S meer dan 200 mm p/j


Ook 1200 mm p/j is meer dan 200 mm p/j, maar dan kun je niet meer spreken van een droog klimaat. Het is niet officieel, maar sommige geografen gebruiken daar de grens van 300 tot 500 mm p/j voor.

Voor de E-klimaten is de neerslag niet van belang. In deze klimaten ligt de hoogste temperatuur altijd onder de +10 oC. We kennen drie E-klimaten. Voor het verschil kijken we naar de temperatuur:

Toendra T warmste maand boven de 0 graden
IJskap F Frost: nooit boven de 0 graden
Hooggebergte H hooggebergte, nooit boven de 0 graden


Samen in één schema:

1e: Grove indeling Benaming 2e: Neerslagverdeling
A Tropische (regenwoud)klimaten
  • f  regenwoud (zonder droog seizoen)
  • m: moesson
  • w: savanne (met droge winter)
B Woestijn- of droge klimaten
  • W: Woestijn
  • S: Steppe
C Zee- of maritieme klimaten
  • s: droge zomer
  • w: droge winter
  • f: zonder droog seizoen
D Land- of continentale klimaten
  • s: droge zomer
  • w: droge winter
  • f: zonder droog seizoen
E Poolklimaten
  • T: Toendra
  • F: IJskap
  • H: Hooggebergte

 

Bw-klimaat

Uitzondering: Het tropische savanneklimaat kreeg de notatie Aw mee (met een droge winter). Op enkele zeldzame plekken in de wereld met een savanneklimaat komt het echter voor dat de droge periode in de zomer valt. We spreken in dat geval van een As-klimaat. Dit komt bijvoorbeeld voor in Hawaï, op Sri Lanka en in Somalië.

Je ziet vaak de aanduiding Aw/As-klimaat samengevoegd staan voor een tropisch savanneklimaat.

Kenmerken van de klimaten

Af Tropisch regenwoud klimaat
Am Moessonklimaat
Aw/As Tropisch savanneklimaat
BS Steppeklimaat
BW Woestijnklimaat
Cf Zeeklimaat
Cs Mediterraan klimaat*
Cw Chinaklimaat**
Df Land- of continentaal klimaat met neerslag gedurende het hele jaar
Ds Land- of continentaal klimaat met droge winters
Dw Land- of continentaal klimaat met droge zomers
ET Toendraklimaat
EF Sneeuwklimaat/IJsklimaat
EH Hooggebergteklimaat


* Verwijst naar de Middellandse Zee waar dit klimaattype het eerst werd waargenomen.

** Verwijst naar China waar dit het overheersende klimaattype is.

Stap 3 - Derde (en vierde) indeling

Derde (en vierde) indeling van het klimaatsysteem van Köppen

Maar ook met de neerslagverdeling (in de tweede indeling) vond Köppen de indeling van klimaten nog niet af. Hij kwam voor de B-, C- en D-klimaten met een derde indeling op basis van de temperatuurverschillen.

Voor C- en D-klimaten:

a  - warm (de gemiddelde temperatuur in de warmste maand is hoger dan 22 oC)
b  - gematigd (de gemiddelde temperatuur in de warmste maand is koeler dan 22 oC)
c  - koel (minder dan 4 maanden p/j is de gemiddelde maandtemperatuur hoger dan 10 oC)
d  - koud (de koudste wintermaand heeft een gemiddelde temperatuur lager dan -38 oC)


Voor B-klimaten:

h  - warm (gemiddelde jaartemperatuur is hoger dan 18 oC)
k  - koud (gemiddelde jaartemperatuur is lager dan 18 oC)

   

Maar ook de BSh-, BSk-, BWh- en BWk-klimaten kenden onderling te grote verschillen.
Köppen kwam met een vierde letter:

s  - droog in de zomer
w  - droog in de winter      

1e 2e neerslagverdeling 3e temperatuurverschillen 4e
A
  • f: regenwoud (zonder droog seizoen)
  • m: moesson
  • w: savanna (met droge winter)
   
B
  • W: Woestijn
  • S: Steppe
  • h: heet
  • k: koud
  • s: droog in de zomer
  • w: droog in de winter  
C
  • s: droge zomer
  • w: droge winter
  • f: zonder droog seizoen
  • a: warme zomer
  • b: gematigde zomer
  • c: koele zomer
 
D
  • s: droge zomer
  • w: droge winter
  • f: zonder droog seizoen
  • a: hete zomer
  • b: warme zomer
  • c: koele zomer
  • d: erg koude winter
 
E
  • T: Toendra
  • F: IJskap
  • H: Hooggebergte

 

 

 

B-klimaat

Alle mogelijke klimaten die je in de natuur kunt tegenkomen op een rij:

Af Tropisch regenwoudklimaat
Am Moesson klimaat
Aw/Aw Tropisch savanneklimaat
BSh Warm steppeklimaat
BShs warm steppeklimaat, droog seizoen in de zomer
BWk Koud woestijnklimaat
BWkw koud woestijnklimaat, droog seizoen in de winter
Cfa warm zeeklimaat
Cfb Gematigd zeeklimaat
Cfc Koel zeeklimaat
Csa Warm mediterraan klimaat
Csb Gematigd mediterraan klimaat
Cwa Warm Chinaklimaat
Cwb Gematigd Chinaklimaat
Dfa Warm landklimaat, met neerslag gedurende het hele jaar
Dfb Gematigd landklimaat, met neerslag gedurende het hele jaar
Dfc Koel landklimaat, met neerslag gedurende het hele jaar (subarctisch klimaat)*
Dfd Koud landklimaat, met neerslag gedurende het hele jaar (subarctisch klimaat)


* Subarctisch klimaat is een landklimaat (Dfc, Dfd, Dwc, Dwd) dat wordt gekarakteriseerd door zeer koude en lange winters en korte maar warme zomers. Dit type klimaat komt voor op grote landmassa's op het noordelijk halfrond ver weg van de matigende effecten van oceanen.

Afronding

Samenvattend

Bij 'Wat ga je leren?' worden de volgende begrippen genoemd.
Geef zelf een omschrijving van deze begrippen.

​​Klimaatsysteem van Köppen  
Klimaatgebieden  


Bespreek de begrippen met een klasgenoot.

Eindopdracht A: Toets

Eindopdracht B: Reisfolder maken

Deze creatieve eindopdracht over klimaatsoorten is tweeledig.

  1. Als afsluiting van deze opdracht krijg je een aantal afbeeldingen van een natuurlijke omgeving. Probeer vast te stellen om welk klimaattype het gaat. Geef daarbij aan op grond van minimaal één kenmerk waarom je voor een bepaald klimaattype kiest. Zet bij elke afbeelding de classificatienummering van Köppen erbij, voor zover je die kunt afleiden uit de foto’s. Geen BWhs, wel BW. Geen Df of Dw, wel D.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
  1. Schrijf een wervende tekst voor een reisbureau waarin je minimaal twee klimaattypen met hun bijbehorende afbeeldingen verwerkt.

Dit zou je kunnen doen door een folder te maken. Kijk hieronder eens in de gereedschapskist hoe je dat doet!

Folder maken

Met maken van een folder presenteer je kennis die je hebt opgedaan aan anderen.

 

Examenvragen

Op deze pagina vind je examenvragen van ExamenKracht van vorige jaren. De vragen sluiten zo goed mogelijk aan bij de opdracht die je net hebt afgerond.

Maak bij het beantwoorden ook gebruik van dat wat je al eerder geleerd hebt. Als je de vraag niet kunt beantwoorden, probeer het dan later opnieuw. Nadat je een vraag beantwoord hebt, kun je deze zelf nakijken en je score aangeven.

VWO 2016-TV2

VWO 2016-TV2 Vraag 11
VWO 2016-TV2 Vraag 12
VWO 2016-TV2 Vraag 17

VWO 2018-TV1

VWO 2018-TV1 Vraag 20


Meer oefenen?
Ga naar ExamenKracht en oefen ook met de nieuwste examens.

Terugkijken

Intro

  • Lees de Introductie van de opdracht nog eens door.
    Geeft de intro een goede indruk over het onderwerp van deze opdracht?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de hoofdvraag en deelvragen nog eens door.
    Kun je uitleggen hoe het klimaatsysteem van Köppen is opgebouwd en welke klimaatsoorten erin vermeld staan? Noem er minstens drie.

Hoe ging het?

  • Inhoud
    In de opdracht vergelijk je de verschillende indelingen van het klimaatsysteem van Köppen.
    Vind je dit systeem logisch of moeilijk te volgen? Licht je antwoord toe.
  • Eindopdrachten
    De eindopdracht bestaat uit twee gedeelten. Heb je bij de foto's het juiste klimaattype gevonden?
    Heb je voor de reisfolder een passende tekst gemaakt over twee klimaattypen?
    Welke heb je gekozen?
  • Examenvragen
    Heb je de examenvragen gemaakt? Ging het goed?
  • Het arrangement Klimaten in soorten - v456 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2022-03-09 16:51:23
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Aardrijkskunde voor VWO leerjaar 4, 5 & 6. In het domein "Aarde" wordt het thema ''Klimaten in soorten" besproken. Wladimir Peter Köppen (1846-1940) was een Russisch-Duitse wetenschapper die klimaten bestudeerde. Hij ontwikkelde een classificatie voor klimaten op basis van plantenverspreiding, maar inmiddels wordt er vooral gekeken naar neerslag en temperatuur. Zijn systeem, het Köppen-Geiger klimaatsysteem, verdeelt de wereld in zones met verschillende klimaattypes, zoals tropisch, gematigd en polair. Hij gebruikte factoren zoals temperatuur, neerslag en vegetatie om deze klimaten te beschrijven. Bijvoorbeeld, A-klimaten zijn warm en regenachtig, terwijl B-klimaten droog en woestijnachtig zijn. Dit systeem helpt ons begrijpen hoe klimaten variëren en invloed hebben op de natuur.
    Leerniveau
    VWO 6; VWO 4; VWO 5;
    Leerinhoud en doelen
    Systeem aarde; Aardrijkskunde; Klimaat;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    6 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    aardrijkskunde, arrangeerbaar, koppen klimaat, koppenklimaat, neerslag, stercollectie, temperatuur, vwo456

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content - Kennisbanken. (2019).

    Kennisbank Aardrijkskunde - v456

    https://maken.wikiwijs.nl/152369/Kennisbank_Aardrijkskunde___v456

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Klimaten in soorten

    Wladimir Köppen

    Tweede indeling

    Derde (en vierde) indeling

    Klimaten in soorten

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.