Gebergten en gebergtevorming - v456

Gebergten en gebergtevorming - v456

Hoe bergen ontstaan

Introductie

Het ontstaan van gebergten is een proces van miljoenen jaren. Ooit werden ze gezien als een mysterieuze verschijning.

Tegenwoordig is er zoveel bekend over het ontstaan van bergen dat de mystiek er wel af is. In deze opdracht gaan we onderzoeken wat we inmiddels weten over gebergtevorming.

Wat ga je leren?

Hoofdvraag

  • Door de platentektoniek kunnen bergen ontstaan. Wanneer en hoe ontstaat welk soort gebergte?

Deelvragen

  • Wanneer op de geologische tijdschaal zijn bergen ontstaan?
  • Op welke manieren zorgt platentektoniek voor bergvorming?
  • In welke soorten kunnen we gebergten indelen?

Begrippen

  • Supercontinent
  • Pangea
  • Orogenese
  • (Mid)oceanische rug
  • Subductie
  • Breukgebergten (horsten en slenken)
  • Plooiingsgebergten
  • Vulkanisch gebergte
  • Geologische tijdschaal
  • Siluur
  • Carboon
  • Tertiair
  • Hercynische plooiingsfase
  • Caledonische plooiingsfase
  • Alpine plooiingsfase

Wat ga je doen?

Activiteiten

Vooraf

Wat kun je al?

Bestudeer de Kennisbank en maak de instaptoets.

Aan de slag

Stap 1

Je leest over het supercontinent Pangea, je krijgt uitleg over drie periodes van de geologische tijdschaal, je leest een tekst over Antropoceen en beantwoordt vragen over de tekst.

Stap 2

Je leert over het ontstaan van gebergten en door welke plaatbewegingen ze zijn ontstaan. Je zoekt voorbeelden in de Bosatlas van zulke gebergtes, bekijkt video's en beantwoordt vragen.

Stap 3

Je leest over het uiterlijk van gebergtes en wat dat zegt over de ouderdom van de gebergtes. Je beantwoordt vragen over de Alpen en Himalaya met behulp van Bosatlaskaarten.

Afronding

Samenvattend

Maak een begrippenlijst. Vergelijk deze met een klasgenoot.

Eindopdracht A

Maak de eindtoets.

Eindopdracht B

Maak een presentatie over een berggebied, waarin je aangegeven punten verwerkt. Presenteer deze in overleg met je docent voor de klas.

Examenvragen

Oefen de eindexamenvragen.

Terugkijken

Kijk terug op de opdracht.

 

Tijd
De studiebelasting voor deze opdracht is ongeveer 2 SLU.

Wat kun je al?

Bestudeer de Kennisbank.

Plaattektoniek

Maak nu de instaptoets.

Aan de slag

Stap 1: Botsende continenten

Pangea
Bron: en.wikipedia.org/wiki/Pangaea

De aardkorst, de steenschaal van de aarde, bestaat voor 95% uit vulkanisch gesteente: graniet en basalt. Sinds de jaren 60 van de vorige eeuw weten we dat het aardoppervlak bestaat uit oceanische en continentale platen die zich zeer langzaam over het aardoppervlak bewegen en met elkaar in botsing komen. Oceanische platen zijn zwaarder en dunner (tot 50 km dik) en bestaan vooral uit basalt. Continentale platen bestaan vooral uit graniet, lichter dan basalt, en zijn dikker dan de oceanische (tot 150 km).

Door te kijken naar de gesteenten waaruit die platen bestaan, hebben wetenschappers kunnen achterhalen hoe die platen zich in het verleden hebben verplaatst en waar ze in de toekomst naartoe bewegen.
In grote lijnen kun je zeggen dat de continenten sinds het ontstaan van de aarde zich drie keer hebben samengevoegd tot een supercontinent en daarna uit elkaar zijn gedreven. Het laatste supercontinent noemen we Pangea. Wanneer de platen met elkaar in botsing komen, ontstaan er gebergten. Hoe precies komt verderop aan de orde.
Nu gaan we bekijken hoe de continenten zich verplaatst hebben door de tijd heen en wanneer dit in ieder geval in Europa geleid heeft tot gebergtevorming.

Bekijk in de Bosatlas:

GB54 Kaart 216E / GB55 Kaart 238E Geologische tijdschaal


Hier zie je de geologische tijdschaal met daarop aangegeven drie periodes waarin de meeste nu bestaande gebergten gevormd zijn. Voor de eenvoud beperkt de uitleg zich tot een aantal gebergten in Europa.

  • In het Siluur (520–385 miljoen jaar geleden) vond de Caledonische plooiingsfase plaats doordat noordelijk Europa en een stuk van Noord-Amerika botsten. In Europa ontstonden toen de Schotse Hooglanden (= Caledonië) en de bergen in Noorwegen.
    Bekijk de volgende video: van 8:09 tot 9:04 min.

  • In het Carboon (390–300 miljoen jaar geleden) volgde de Hercynische plooiingsfase. Dit leidde tot het ontstaan van het laatste supercontinent Pangea. In Europa hebben we hier onder andere de Ardennen aan te danken.
    Bekijk nu het volgende deel van de video: van 9:09 tot 9:47 min.
  • In het Tertiair (65 miljoen jaar geleden) begon de Alpine plooiingsfase die nog steeds voortduurt. In Europa ontstaan in deze periode de Alpen doordat Afrika op Europa botst.

Geologische tijdschaal met de verschillende plooiingsfases:

Hoofdtijdvak en absolute ouderdom

Periode

Vorming gebergten

Kenozoicum vanaf

65 miljoen jaar geleden

Kwartair

 

Tertiair

Alpiene Plooiingsfase

Mesozoïcum

Vanaf 251 miljoen jaar geleden

Krijt

 

Jura

 

Trias

 

Paleozoïcum

Vanaf 542 miljoen jaar

geleden

Perm

 

Carboon

Hercynische plooiingsfase

Devoon

 

Siluur

Caledonische Plooiingsfase

Ordovicium

 

Cambrium

 

Precambrium

Vanaf 4600 miljoen jaar

Geleden

 

 

 


Dat de indeling van de periodes veranderlijk is en onderhevig is aan voortschrijdend inzicht bij de wetenschappers, blijkt uit het volgende stukje tekst: “Over de term Tertiair”.

Stap 2: Het ontstaan van gebergten

Gebergtevorming, ook wel orogenese genoemd, gebeurt aan de randen van aardplaten. Deze bewegen op verschillende manieren ten opzichte van elkaar. Niet altijd is er dan sprake van gebergtevorming. We behandelen hier alleen de varianten waarbij gebergtevorming voorkomt.

I - Convergente plaatbewegingen

Wanneer aardplaten naar elkaar toe bewegen en de ene plaat over een andere plaat heen schuift, spreken we van convergente plaatbewegingen. Het soort plaat dat er bij betrokken is, is van invloed op het resultaat.

  1. Een oceanische plaat en een continentale plaat. Als een oceanische plaat onder een continentale plaat schuift spreekt men van subductie. Het gebeurt nooit andersom omdat de continentale plaat uit lichter materiaal bestaat dan de oceanische. Er ontstaat hierdoor een zeer diepe smalle kloof in de zeebodem die men een trog noemt. Met de oceanische korst verdwijnt ook het continentale materiaal dat als sediment op de oceaanbodem terecht is gekomen. Dit lichtere materiaal stijgt na smelting op en zorgt voor vulkanische activiteit aan de rand van het continent. Het continent groeit vanaf de onderkant aan.
  1. Twee continentale platen. Deze duiken niet onder elkaar maar plooien zich over elkaar heen.
    Dit proces is niet eindeloos maar kan wel millennialang doorgaan, afhankelijk van convectiestromen in de aardkorst.

II - Divergerende plaatbewegingen

Bij divergerende plaatbewegingen drijven aardplaten uit elkaar.

  1. Twee divergente oceanische platen. De oceanische platen drijven uit elkaar zodat er een scheur ontstaat. De oorzaak daarvan ligt in de extreem hete convectiestromen: stromen met magma die circulerende bewegingen maken in de aardkorst.

    Bekijk de video.


    Het magma wordt vervolgens langs de scheur omhooggestuwd waardoor er nieuwe aardkorst wordt aangemaakt. Het aanmaken van nieuwe aardkorst gebeurt symmetrisch, wat inhoudt dat er evenveel aardkorst aan de linkerkant van de scheur wordt aangemaakt als aan de rechterkant. Boven het breuksysteem vormt zich een oceanische bergketen, dit wordt een Mid-Oceanische Rug genoemd. Een mid-oceanische rug is een enorme bergketen die honderden kilometers breed kan zijn en duizenden kilometers lang. De hoogste delen van deze ruggen steken als eilandjes boven het water uit. Een bekend voorbeeld hiervan is IJsland.

    De volgende video geeft een goed beeld van het ontstaan van zo’n Mid-Oceanische Rug.
  2. Twee divergente continentale platen. Ook hierbij veroorzaken convectiestromen het uit elkaar schuiven van de twee delen.

Als twee convectiestromen onder een continentale plaat bij elkaar komen en richting aardoppervlak afbuigen smelt de aardkorst en ontstaan er breuken. Er ontstaat een slenk (verzakking). Een deel van de plaat zakt weg.

Gaat dit proces van uit elkaar bewegen door, dan ontstaan er scheuren waardoor vulkanisch materiaal naar boven komt dat ook voorkomt in oceanische platen. Staat zo’n breukgebied in contact met een zee of oceaan dan vult de breuk zich met water. Is dit niet het geval, dan kan er een diepe vallei ontstaan, zoals de Afrikaanse Riftvallei. Zet dit proces zich voort dan kan er een nieuwe oceaan ontstaan doordat de platen verder uit elkaar drijven.

Stap 3: Ouderdom van gebergten

Jong gebergte:
Een jong gebergte wordt
gekenmerkt door spitse
toppen en diepe dalen.
Oud gebergte:
Bij een oud gebergte zie je
afgeronde
toppen en ondiepe
dalen. Het materiaal van de
bergtoppen is door erosie
en sedimentatie in de dalen
terechtgekomen.

Als we het hebben over een oud gebergte hebben we het meestal niet over de leeftijd in jaren maar over een ver afgesleten gebergte. Dat afslijten gebeurt door erosie. Hoe meer erosie er plaatsvindt, des te sneller een gebergte veroudert.

Als een gebergte tegelijkertijd blijft groeien doordat de gebergtevormende processen doorgaan, blijft het een jong uiterlijk houden. Denk bijvoorbeeld aan de Alpen. Zonder erosie zouden deze twee keer zo hoog zijn als de hoogte die ze nu hebben. Zolang Afrika op Europa blijft botsen zullen de Alpen hun jonge uiterlijk behouden.
Het uiterlijk van een gebergte zegt dus niet altijd wat over de leeftijd ervan in jaren.

Afronding

Samenvattend

Bij 'Wat ga je leren?' worden de volgende begrippen genoemd.
Geef zelf een omschrijving van deze begrippen.

​Supercontinent  
Pangea  
Orogenese  
(Mid)oceanische rug  
Subductie  
Breukgebergten  
Plooiingsgebergten  
Vulkanisch gebergte  
Geologische tijdschaal:
Siluur, Carboon, Tertiair
 
Plooiingsfase  


Bespreek de begrippen met een klasgenoot.

Eindopdracht A: Toets

Eindopdracht B: Presentatie

Als eindproduct maak je samen met een klasgenoot een PowerPointpresentatie of een Prezi. Kies voor je presentatie uit een van de volgende berggebieden:

  • National Park Banff (Canada)
  • Scandinavisch Hoogland (Noorwegen/ Zweden)
  • Grote Rift Valley (Oost-Afrika)
  • Mount Cook (Nieuw-Zeeland)
  • Oeral
  • Hoge Atlas
  • Great Dividing Range (Australie)
  • Appalachen

In de presentatie moet de volgende informatie voorkomen:

  • Hoe is de berg/het gebergte ontstaan (soort plaatbeweging, namen aardplaten, etc.).
  • Wanneer is de berg/het gebergte ontstaan en waar past dit op de geologische tijdschaal.
  • Gaat het om een plooiingsgebergte of een breukgebergte. Hoe weet je dat?
  • Gaat het om een jong of een oud gebergte. Hoe weet je dat?
  • Wat kun je verder nog vertellen over de geografische kenmerken van de berg/het gebergte (hoogte, temperatuur, begroeiing, gesteente etc.).

De presentatie bestaat uit minimaal zes sheets. De laatste sheet bevat de bronvermeldingen. Jullie docent kan ervoor kiezen om jullie de presentatie te laten inleveren of presenteren. Schrijf als jullie de presentatie inleveren in de voetnoot datgene wat jullie anders tijdens de presentie hadden verteld.

Tip: Je kunt er ook voor kiezen om je presentatie in de Pecha Kucha vorm te maken. Kijk in de Gereedschapskist hoe je dat kunt doen.

Beoordeling

Je eindproduct wordt beoordeeld op:

  • Inhoud: is de inhoud op feiten gebaseerd.
  • Spelling: er mogen geen spelfouten zitten in je eindproduct.
  • Vormgeving: verzorgd, passende afbeeldingen.
  • Extra informatie over de berg(-keten) die een toegevoegde waarde heeft voor je eindproduct.
  • Bronvermelding: Waar heb je de informatie vandaan gehaald.

Pecha Kucha maken

Een Pecha Kucha is een presentatie die bestaat uit 20 slides. Voor iedere slide heb je 20 seconden de tijd om te presenteren, dus je verhaal duurt in totaal 6 minuten en 40 seconden.

 

Presentatie maken

Jezelf op een goede manier presenteren is een belangrijke vaardigheid in deze maatschappij. Je laat zien waar je mee bezig bent geweest, waar je je in hebt verdiept en welke kennis je hebt opgedaan. Powerpoint of Prezi zijn programma's die jou kunnen helpen om informatie te presenteren.

 

Examenvragen

Op deze pagina vind je examenvragen van ExamenKracht van vorige jaren. De vragen sluiten zo goed mogelijk aan bij de opdracht die je net hebt afgerond.

Maak bij het beantwoorden ook gebruik van dat wat je al eerder geleerd hebt. Als je de vraag niet kunt beantwoorden, probeer het dan later opnieuw. Nadat je een vraag beantwoord hebt, kun je deze zelf nakijken en je score aangeven.

VWO 2016-TV1

VWO 2016-TV1 Vraag 9
VWO 2016-TV1 Vraag 10

VWO 2017-TV1

VWO 2017-TV1 Vraag 11
VWO 2017-TV1 Vraag 13

VWO 2019-TV2

VWO 2019-TV2 Vragen 12-15


Meer oefenen?
Ga naar ExamenKracht en oefen ook met de nieuwste examens.

Terugkijken

Intro

  • Lees de Introductie van de opdracht nog eens door.
    Is in de intro duidelijk omschreven wat je gaat leren in deze opdracht?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de hoofdvraag en deelvragen nog eens door.
    Welke soorten gebergtes ken je en kun je iets meer vertellen over hoe ze zijn ontstaan?

Hoe ging het?

  • Inhoud
    In de opdracht kijk je ook naar de geologische tijdschaal, waarin je kunt zien in welke tijdschalen bepaalde gebergtes zijn ontstaan.
    Door botsing van welk soort platen zijn gebergtes zoals Ardennen, Alpen en Schotse Hooglanden ontstaan?
  • Samenvattend
    Was het eenvoudig om de genoemde begrippen te omschrijven?
    Vond je het ook zinvol om de begrippen met een klasgenoot te bespreken?
  • Eindopdrachten
    Heb je de eindtoets gemaakt en had je een goede score?
    Heb je een heldere en informatieve presentatie gehouden over een van de berggebieden?

Bronnen

Websites:

Video's:

  • Het arrangement Gebergten en gebergtevorming - v456 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2022-03-08 16:42:06
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Aardrijkskunde voor VWO leerjaar 4, 5 & 6. In het domein "Aarde" wordt het thema ''Gebergten en gebergtevorming" besproken. Door het botsen van continenten ontstaan gebergteketens. Voorheen lagen alle continenten tegen elkaar in het supercontinent Pangea. Vervolgens worden verschillende fasen van gebergtevorming besproken. Daarna wordt dieper ingegaan op het ontstaan van gebergtes, afhankelijk van het type plaatbewegingen. Subductiezones en midoceanische ruggen worden hierbij besproken. De oudste gebergtes zijn vaak niet de hoogste, omdat ze al veel erosie hebben ondergaan en daardoor in hoogte zijn afgenomen.
    Leerniveau
    VWO 6; VWO 4; VWO 5;
    Leerinhoud en doelen
    Systeem aarde; Aardrijkskunde;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    6 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    aardrijkskunde, arrangeerbaar, gebergtes, gebergtevorming, midoceanische rug, pangea, platentektoniek, stercollectie, subductiezone, vwo456

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content - Gereedschapskist. (2019).

    Gereedschapskist activerende werkvormen

    https://maken.wikiwijs.nl/105906/Gereedschapskist_activerende_werkvormen

    VO-content - Kennisbanken. (2019).

    Kennisbank Aardrijkskunde - v456

    https://maken.wikiwijs.nl/152369/Kennisbank_Aardrijkskunde___v456