Stap 1: Botsende continenten

Pangea
Bron: en.wikipedia.org/wiki/Pangaea

De aardkorst, de steenschaal van de aarde, bestaat voor 95% uit vulkanisch gesteente: graniet en basalt. Sinds de jaren 60 van de vorige eeuw weten we dat het aardoppervlak bestaat uit oceanische en continentale platen die zich zeer langzaam over het aardoppervlak bewegen en met elkaar in botsing komen. Oceanische platen zijn zwaarder en dunner (tot 50 km dik) en bestaan vooral uit basalt. Continentale platen bestaan vooral uit graniet, lichter dan basalt, en zijn dikker dan de oceanische (tot 150 km).

Door te kijken naar de gesteenten waaruit die platen bestaan, hebben wetenschappers kunnen achterhalen hoe die platen zich in het verleden hebben verplaatst en waar ze in de toekomst naartoe bewegen.
In grote lijnen kun je zeggen dat de continenten sinds het ontstaan van de aarde zich drie keer hebben samengevoegd tot een supercontinent en daarna uit elkaar zijn gedreven. Het laatste supercontinent noemen we Pangea. Wanneer de platen met elkaar in botsing komen, ontstaan er gebergten. Hoe precies komt verderop aan de orde.
Nu gaan we bekijken hoe de continenten zich verplaatst hebben door de tijd heen en wanneer dit in ieder geval in Europa geleid heeft tot gebergtevorming.

Bekijk in de Bosatlas:

GB54 Kaart 216E / GB55 Kaart 238E Geologische tijdschaal


Hier zie je de geologische tijdschaal met daarop aangegeven drie periodes waarin de meeste nu bestaande gebergten gevormd zijn. Voor de eenvoud beperkt de uitleg zich tot een aantal gebergten in Europa.

Geologische tijdschaal met de verschillende plooiingsfases:

Hoofdtijdvak en absolute ouderdom

Periode

Vorming gebergten

Kenozoicum vanaf

65 miljoen jaar geleden

Kwartair

 

Tertiair

Alpiene Plooiingsfase

Mesozoïcum

Vanaf 251 miljoen jaar geleden

Krijt

 

Jura

 

Trias

 

Paleozoïcum

Vanaf 542 miljoen jaar

geleden

Perm

 

Carboon

Hercynische plooiingsfase

Devoon

 

Siluur

Caledonische Plooiingsfase

Ordovicium

 

Cambrium

 

Precambrium

Vanaf 4600 miljoen jaar

Geleden

 

 

 


Dat de indeling van de periodes veranderlijk is en onderhevig is aan voortschrijdend inzicht bij de wetenschappers, blijkt uit het volgende stukje tekst: “Over de term Tertiair”.