In deze opdracht leer je het verschil tussen dood, levend en levensloos.
Volg de stappen onder "Aan de slag" en maak in stap 6 de eindtoets. Druk op "start" in grijze balk onderaan de pagina.
Je hebt de eindtoets gehaald als je minimaal 8 van de 10 vragen goed hebt.
- Heb je de eindtoets niet gehaald? Lees dan de theorie nog eens door en maak de eindtoets opnieuw.
- Heb je de eindtoets gehaald? Druk het certificaat af en bewaar het als bewijs dat je de toets gehaald hebt.
Opdracht
Bekijk het volgende filmpje.
In het volgende filmpje zie je twee hondjes.
Eén hond leeft, de ander leeft niet.
Wat is eigenlijk het verschil, waardoor we zeggen:
Dit leeft en dat leeft niet…. ?
Hoeveel verschillen kun je bedenken tussen het levende en het niet levende hondje?
Schrijf minimaal drie verschillen op.
Vooraf
Eindproduct-Beoordeling
Eindproduct
Als afronding van deze opdracht maak je een toets.
De toets bestaat uit twaalf meerkeuzevragen.
Beoordeling
Je hebt een voldoende voor de toets als je minimaal 80% van de antwoorden goed hebt.
Leerdoelen
Hieronder zie je de leerdoelen staan die horen bij de opdracht Levenskenmerken
Aan het einde van deze opdracht kan ik:
negen levenskenmerken opnoemen en kan ik met een voorbeeld duidelijk maken wat met het levenskenmerk wordt bedoeld.
aangeven wanneer iets dood, levend of levenloos is.
voorbeelden geven van dode voorwerpen, levende organismen en voorwerpen die levenloos zijn.
aangeven wat er wordt bedoeld met de termen abiotisch en biotisch.
Werkwijze
Groepsgrootte
Je doet deze opdracht alleen.
Je overlegt wel regelmatig met een klasgenoot.
Benodigdheden
Geen bijzonderheden.
Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 lesuren nodig.
Aan de slag
Stap 1
Levend
Gevoelsmatig weet je vast wel wat wordt bedoeld met levend, dood en levenloos.
Kijk naar de afbeelding hiernaast.
Je ziet een vogelverschrikker bij een maïsplant, stenen op de grond en enkele kraaien.
Geef van deze dingen aan of ze levend, dood of levenloos zijn.
vogelverschrikker: .....
maïsplant: .....
stenen: .....
grond: .....
kraaien: .....
Heb je dezelfde antwoorden als je buurman/buurvrouw? Bespreek eventuele verschillen.
Levend, dood of levenloos?
Bekijk de acht afbeeldingen in de volgende oefening.
Is wat je ziet levend, dood of levenloos?
Stap 2
In de biologie houden we ons met het leven bezig. Biologie betekent: leer van het leven.
Maar wanneer noem je iets nu precies levend?
Bestudeer uit de Kennisbank biologie het volgende onderdeel.
Groeien en ontwikkelen
Groeien en ontwikkelen zijn twee levenskenmerken die nog wel eens door elkaar gehaald worden.
Bekijk het filmpje over de erwt op SchoolTV.
Welke zinnen vertellen iets over de groei van de erwt en welke iets over de ontwikkeling van de erwt?
Maak de volgende oefening.
Stap 4
Waarnemen en reageren
Reageren betekent dat een organisme iets doet of dat er in het lichaam van het organisme iets verandert, als er in de omgeving iets verandert.
Je bent dan eerst aan het waarnemen en daarna aan het reageren.
Bekijk het filmpje.
In het filmpje zie je een woestijnhagedis.
De hagedis reageert op een verandering in de omgeving.
Let goed op welke reacties hij heeft. Welke waarneming gaat er aan vooraf?
Zoek bij ieder filmpje de zin die je het beste bij het filmpje vindt passen.
Kies uit:
Wij baren, net als alle andere zoogdieren, levende jongen.
Veel diersoorten leggen eieren om zich voort te planten.
Bacteriën planten zich voort door zichzelf te delen.
Nieuwe paddenstoelen groeien uit sporen.
Nieuwe planten ontstaan uit zaden.
Stap 6
Eindtoets
Je sluit deze opdracht af met het maken van een toets.
De toets bestaat uit tien vragen.
Je moet ongeveer 80% van de punten halen om een voldoende voor je toets te halen.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Metamorfose
Ook wel volledige gedaanteverwisseling genoemd; overgang van larve of rups via een popstadium naar volwassen stadium. De larve lijkt niet op het volwassen dier. Bij een vlinder of kever kent deze metamorfose de volgende fases: ei, rups/larve, pop en volwassen dier (imago).
Organische stoffen
Stoffen die voornamelijk uit koolstof- (C), zuurstof- (O) en waterstof- (H) atomen bestaan. Organismen zijn opgebouwd uit organische stoffen.
Anorganische stoffen
Stoffen die geen koolstof- (C) atomen bevatten, bijvoorbeeld zouten en en water.
Pop
Levensfase waarbij de larve zich ontwikkelt tot een volwassen dier. Verpoppen is een proces bij de volledige metamorfose van veel insecten, zoals vlinders, vliegen en kevers. Het dier eet niet, beweegt niet, terwijl van binnen nieuwe organen ontwikkelen (bijvoorbeeld vleugels).
Het arrangement Levend-dood-levenloos hv12 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Auteur Kunskapsskolan
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2025-01-07 19:25:47
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Bij het samenstellen van deze leerbron is gebruik gemaakt van een arrangement uit de Stercollecties van VO-Content. Het oorspronkelijke arrangement is eigendom van VO-Content en gedeeld onder de CC-BY SA licentie.
https://maken.wikiwijs.nl/62501/Levend_dood_levenloos__hv12
Leerniveau
HAVO 1;
VWO 1;
Leerinhoud en doelen
Groei en ontwikkeling;
Biologie;
Instandhouding en ontwikkeling;
Bij het samenstellen van deze leerbron is gebruik gemaakt van een arrangement uit de Stercollecties van VO-Content. Het oorspronkelijke arrangement is eigendom van VO-Content en gedeeld onder de CC-BY SA licentie.
https://maken.wikiwijs.nl/62501/Levend_dood_levenloos__hv12
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Levend - dood - levenloos-2
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.