Intro
In deze opdracht leer je het verschil tussen dood, levend en levensloos.
Volg de stappen onder "Aan de slag" en maak in stap 6 de eindtoets. Druk op "start" in grijze balk onderaan de pagina.
Je hebt de eindtoets gehaald als je minimaal 8 van de 10 vragen goed hebt.
- Heb je de eindtoets niet gehaald? Lees dan de theorie nog eens door en maak de eindtoets opnieuw.
- Heb je de eindtoets gehaald? Druk het certificaat af en bewaar het als bewijs dat je de toets gehaald hebt.
Opdracht
Bekijk het volgende filmpje.
In het volgende filmpje zie je twee hondjes.
Eén hond leeft, de ander leeft niet.
Wat is eigenlijk het verschil, waardoor we zeggen:
Dit leeft en dat leeft niet…. ?
Hoeveel verschillen kun je bedenken tussen het levende en het niet levende hondje?
Schrijf minimaal drie verschillen op.