Goede beheersing van het Nederlands hoort bij de basisvaardigheden. Iedereen heeft het nodig in het dagelijks leven. Denk aan alledaagse berichtjes mailen, maar ook een officiële brief kunnen schrijven, spreken in het openbaar of gesprekken kunnen voeren met collega’s of cliënten.
Het vak Nederlands is natuurlijk ook belangrijk om je beroepsopleiding goed te kunnen volgen en je beroep met succes uit te kunnen oefenen. Daarom moeten alle mbo-studenten voldoen aan de niveaueisen voor Nederlands.
Wat je moet kunnen voor de talen en rekenen staat in referentiekaders. Er wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende vaardigheden en verschillende niveaus. Binnen de opleiding Verpleegkunde moet je voor Nederlands niveau 3F behalen.
Binnen dit vak komen de volgende vaardigheden aan de orde: schrijven, lezen, luisteren, spreken en gesprekken. Deze vaardigheden worden per leerjaar getoetst en in het examenjaar worden deze vaardigheden geëxamineerd. De resultaten van het examen tellen mee voor het al dan niet halen van het diploma.
Leerjaar 1
In leerjaar 1 ga je aan de slag met de volgende vaardigheden: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken. Deze vaardigheden worden in verschillende perioden behandeld. Iedere periode wordt afgesloten met een schriftelijke en/of mondelinge toets.
Woordenschat: Hoofdstuk 1.1 - theorie en opdrachten
Uitleg individuele opdrachten
Week 4
Lezen: Hoofdstuk 1.3, 2.1 - theorie en opdrachten
Woordenschat: Hoofdstuk 1.2 - theorie en opdrachten
Week 5
Lezen: Hoofdstuk 2.2, 2.3 - theorie en opdrachten
Woordenschat: 1.3- theorie en opdrachten
Week 6
TOA toets
Neem je laptop + oortjes mee
Week 7
Luisteren: Hoofdstuk 1 - theorie en opdrachten
Neem je laptop + oortjes mee
Week 8
Grammatica en spelling: Hoofdstuk 1.1 en 1.2 - theorie en opdrachten
Week 9
Grammatica en spelling: Hoofdstuk 1.3 en 2.1 - theorie en opdrachten
Inleveren individuele opdrachten
Week 10
Toets
Periode 1 voor NED 3F is voldoende als op de periodetoets een 5,5 of hoger is gehaald.
Deze weekplanning wordt gebruikt als leidraad bij de lessen van periode 1 lezen/luisteren. Het staat de docent vrij om af te wijken van de genoemde onderwerpen en/of opdrachten.
P2: Schrijven/ Gram. Spelling en Stijl /Spreken
Onderdelen in deze periode
Opmerkingen
Week 1
- Stillezen: leesboek meenemen in periode 2
- Bespreken toets/doornemen planning
- Pitch aankondiging
- Grammatica en spelling: 3.1 en 3.2 (alle opdrachten)
We werken de gehele periode in boek B
Week 2
- Stillezen
- Schrijven: 3.1 (opdracht 1), 3.2 (opdracht 2)
- Grammatica en spelling: 3.3 en 3.4 (alle opdrachten)
Week 3
- Stillezen
- Formuleren en stijl: 1.2 (opdracht 1 en 2)
- Grammatica en spelling: 5.1 en 5.2 (alle opdrachten)
Week 4
- Stillezen
- Formuleren en stijl: 2.1 (alle opdrachten)
- Verslaglegging
Week 5
- Stillezen
Week 6
- Stillezen
- Verslaglegging APA-richtlijnen
- Uitleg pitch (+ indelen)
- Spreken en gesprekken: 1.1 (opdracht 1 en 2), 2.4 (opdracht 1, 2 en 3)
Week 7
- Pitch
- Grammatica en spelling: 4.1 (opdracht 1, 2 en extra opdracht)
Week 8
- Pitch
- Grammatica en spelling: 4.2 (opdracht 1, 2, 3 en extra opdracht)
Week 9
- Pitch
- Opdrachten afmaken en aftekenen
Week
10
Periodetoets
Deze weekplanning wordt gebruikt als leidraad bij de lessen van periode 2 schrijven/grammatica spelling en stijl. En spreken en gesprekken. Het staat de docent vrij om af te wijken van de genoemde onderwerpen en/of opdrachten
P3: Lezen/Luisteren/Woordenschat/Grammatica
Weekplanning Periode 3 Nederlands voor de opleiding verpleegkunde niveau 4
Leerjaar 1, periode 3, schooljaar 2018 -2019
Kalender-weken/les
Lesinhoud
Huiswerk
Af-
tekenen
7/1
Uitleg betoog
Lezen: 3.1 en 3.2, deel A
Schrijven 3.3: format kennismakingsbrief
Lezen 3.1, opdr. 1 en 2
Lezen 3.2, opdr. 1 en 2
Schrijven 3.3 format kennismakingsbrief
8 VOORJAARSVAKANTIE
9/2
Lezen: 3.3 en 4.1, deel A
Schrijven: kennismakingsbrief
Lezen 3.3, opdr. 1 en 2
Lezen 4.1, opdr. 2 en examenopdracht
Schrijven, kennismakingsbrief
10/3
Lezen: 4.2 en 4.3, deel A
Debat
Schrijven:kennismakingsbrief
Lezen 4.3, opdr. 1 en 2
Schrijven, kennismakingsbrief
11/4
Betogen
Lezen H 4.4, deel A
Luisteren 2.1, deel A
Inleveren kennismakingsbrief
Deadline inleveren kennismakingsbrief
Lezen 4.4, opdr. 1 en 2
Luisteren 2.1, opdr. 2 en examenopdracht
12/5
Betogen
Luisteren 2.3, deel A, examenopdracht klassikaal
Luisteren 2.3, opdr. 2 en 3
13/6
Betogen
Spreken en gesprekken 4.1, deel B
Werkoverleg uitleg/voorbereiding
Spreken en gesprekken 4.1, opdr. 1
Voorbereiding werkoverleg
14/7
Betogen
Werkoverleg uitvoeren
15/8
Betogen
16/9
Les ma. Ingrid vervalt
Betogen
17/Toets-week
Toets
Lezen H3 en H4
Schrijven 3.3
Luisteren H2.1 en 2.3
Spreken H4.1
18 MEIVAKANTIE
Deze weekplanning wordt gebruikt als leidraad bij de lessen van periode 2 schrijven/ spreken en grammatica/ stijl / formuleren.
Het staat de docent vrij om af te wijken van de genoemde onderwerpen en/of opdrachten.
Weekplanning Periode 3 Nederlands voor de opleiding verpleegkunde niveau 4
Leerjaar 1, periode 4, schooljaar 2018 -2019
Kalender-weken/les
Lesinhoud
Huiswerk
Af-
tekenen
19/1
Uitleg betoog
Lezen: 3.1 en 3.2, deel A
Schrijven 3.3./schrijven cv
Lezen 3.1, opdr. 1 en 2
Lezen 3.2, opdr. 1 en 2
Schrijven cv
20/2
Lezen: 3.3 en 4.1, deel A
Lezen 3.3, opdr. 1 en 2
Lezen 4.1, opdr. 2 en examenopdracht
21/3
Lezen: 4.2 en 4.3, deel A
Debat
Schrijven: kennismakingsbrief
Lezen 4.3, opdr. 1 en 2
Schrijven, kennismakingsbrief
22/4
Betogen
Lezen H 4.4, deel A
Luisteren 2.1, deel A
Schrijven: kennismakingsbrief
Lezen 4.4, opdr. 1 en 2
Luisteren 2.1, opdr. 2 en examenopdracht
23/5
Betogen
Luisteren 2.3, deel A, examenopdracht klassikaal Inleveren kennismakingsbrief
Luisteren 2.3, opdr. 2 en 3
Deadline inleveren kennismakingsbrief
24/6
Betogen
Spreken en gesprekken 4.1, deel B
Werkoverleg uitleg/voorbereiding
Spreken en gesprekken 4.1, opdr. 1
Voorbereiding werkoverleg
25/7
Betogen
Werkoverleg uitvoeren
26/8
Betogen
27 Toets-week
Toets
Lezen H3 en H4
Schrijven 3.3
Luisteren H2.1 en 2.3
Spreken H4.1
28 Bufferweek
Deze weekplanning wordt gebruikt als leidraad bij de lessen van periode 2 schrijven/ spreken en grammatica/ stijl / formuleren.
Het staat de docent vrij om af te wijken van de genoemde onderwerpen en/of opdrachten.
Leerjaar 2
In leerjaar 2 start je met de instellingsexamens. Deze examens gaan over de onderdelen schrijven en spreken. In de lessen voorafgaand aan de examens ga je je hierop voorbereiden.
De examens worden individueel afgelegd en vinden plaats tijdens de reguliere lessen Nederlands.
Leerjaar 3
In leerjaar 3 rond je de instellingsexamens af. In het laatste instellingsexamen boots je met je studiegenoten een werkoverleg na.
Na de afronding van de instellingsexamens start je met de voorbereiding op het centraal examen. In dit examen worden de vaardigheden lezen en luistereren getoetst. Dit examen vindt plaats op een andere locatie binnen het Noorderpoort. Je krijgt hier een persoonlijke uitnodiging voor.
Voorbereiding centraal examen Nederlands
De websites hieronder kun je gebruiken ter voorbereiding op het centraal examen:
Op het voorblad van een verslag zet je de titel van het verslag. Daarnaast geef je de volgende informatie:
Naam student
Klas
Studentnummer
Leerjaar
Opleiding
Je mag eventueel een illustratie op het voorblad plaatsen.
Inhoudsopgave
Maak gebruik van een automatische inhoudsopgave. Dit kun je gemakkelijk in Word doen. Zet daarvoor de volgende stappen:
Maak je verslag af en geef elk hoofdstuk 'Kop 1'. Als je gebruik maakt van paragrafen geef je deze 'Kop 2'.
Klik vervolgens op 'verwijzingen' (linksboven in beeld)
Klik op 'inhoudsopgave' en dan op 'automatische inhoudsopgave 1'
Je inhoudsopgave is nu af. Mocht je nog iets veranderen in je verslag, zorg dan dat je je inhoudsopgave bijwerkt.
Klik hiervoor op de inhoudsopgave en klik vervolgens op 'bijwerken' en dan op 'in zijn geheel bijwerken'.
Tot slot kun je de titels van de hoofdstukken en paragrafen aanpassen naar een zelf gekozen lettertype en kleur.
Inleiding
Het schrijven van een inleiding is verplicht. In de inleiding wordt de lezer voorbereid op wat er in het verslag beschreven wordt.
Een voorwoord is nooit verplicht. Je hoeft dit dus niet te schrijven. Een voorwoord is persoonlijk; het proces wordt beschreven en er is ruimte om mensen te bedanken. Tip: wil je je tekst zakelijker maken? Probeer zo weinig mogelijk in de ik-vorm te schrijven.
Welke opbouw hanteer je in een inleiding?
De aanleiding van het schrijven van het verslag
Het doel van het verslag
De leeswijzer (in hoofdstuk 1 wordt beschreven…, in hoofdstuk 2 staat…
Voorbeeld inleiding:
De aanleiding van het schrijven van dit verslag is het buddyproject dat in de afgelopen periode is uitgevoerd. Gedurende een periode van tien weken lang is er iedere week een bezoek gebracht aan een oudere. Tijdens dit bezoek is er ruimte geweest om gesprekken te voeren, spelletjes te spelen of andere activiteiten uit te voeren. Het doel van dit verslag is om inzichtelijk te maken hoe het buddyproject is verlopen. In hoofdstuk 1 wordt door middel van literatuur antwoord gegeven op de vraag wat gezelschap betekent voor een oudere. Vervolgens wordt in hoofdstuk 2 het logboek gepresenteerd. Per week wordt inzichtelijk gemaakt hoe het bezoek is verlopen. Tot slot is de bronnenlijst toegevoegd.
Hoofdstukken
Bouw het verslag op met hoofdstukken (en paragrafen indien nodig). Zorg dat je elk hoofdstuk start met een korte inleiding van twee/drie zinnen. In die korte inleiding geef je aan wat de lezer kan verwachten in dit hoofdstuk.
Als je gebruikt maakt van informatie uit de literatuur ben je verplicht om te verwijzen naar die bron. Hoe doe je dat?
In principe verwijs je naar de achternaam van de auteur(s) en het jaartal waarin de bron verschenen is -> (Visser, 2010).
Heb je de achternaam van de auteur(s) niet dan verwijs je naar de titel van de tekst (met aanhalingstekens) -> (“Ouderenzorg”, 2014)
Heb je het jaartal niet waarin de bron verschenen is dan verwijs je naar z.j. (“Ouderenzorg”, z.j.)
Wanneer je in een tekst opnieuw wil verwijzen naar de vorige bron gebruikt je 'idem' (zie voorbeeldtekst hieronder)
Een voorbeeld van een tekst met verwijzingen vind je hieronder:
Nu duidelijk is wat eenzaamheid inhoudt en wat de gevolgen ervan kunnen zijn, wordt uitgelegd wat het betekent voor een oudere om gezelschap te krijgen. Uit de literatuur (Mennen, 2014) blijkt dat er een nieuwe trend is ontstaan, namelijk het inhuren van gezelschap. Dit houdt in dat je iemand inhuurt om bijvoorbeeld een spel met je te gaan doen. Ondanks dat de kosten voor eigen rekening zijn wordt er door steeds meer ouderen gebruik van gemaakt (idem). Niet iedereen is blij met de verandering want sommige aanbieders noemen zichzelf mantelzorgers terwijl zij dat niet zijn. Tevens zijn mensen bang dat er misbruik gemaakt kan worden van de al kwetsbare ouderen, de mensen die je kan inhuren worden namelijk niet gescreend. Het doel hiervan is om mensen weer actief laten deelnemen aan de samenleving (Boschma & Groen, 2015). Mensen die gezelschap hebben krijgen weer een andere dagstructuur (Verhoeven, 2010). Met deze verandering verandert hun beleving en voelen ze zich sterker. Ook krijgen ze meer grip op hun leven en voelen ze zich minder eenzaam (idem). Uit onderzoek blijkt dat de belangrijkste effecten van maatjesprojecten liggen op psychologisch en sociaal-communicatief vlak, zoals het vergroten van zelfverzekerdheid en zelfvertrouwen, en het stimuleren van positieve relaties. Ook worden er effecten bereikt op het terrein van persoonlijke ontwikkeling en horizonverbreding (“Ouderenzorg”, 2014).
Klik op onderstaande link voor meer informatie over de APA-regels:
De bronnenlijst moet ook opgesteld worden volgens de APA-regels. Let er goed op dat je geen hyperlinks in je bronnenlijst hebt staan. Zorg dus dat de tekst volledig zwart is en er geen strepen onder de regels zichtbaar zijn. De bronnen worden op alfabetische volgorde geplaatst (door elkaar, dus niet per categorie).
Hieronder zie je een voorbeeld:
Eén-op-één contact. (z.d.). Geraadpleegd op 11 januari 2019, van https://www.samentegeneenzaamheid.nl/landelijk/e%C3%A9n-op-%C3%A9%C3%A9n-contact
Van der Potting, M. (2015, 11 september). Een maatje vooriedereen? Geraadpleegd op 11 januari 2019, van https://www.movisie.nl/publicatie/maatje-iedereen
Van Moorselaar, R. (2018, 18 augustus). GEZELSCHAP VOOR OUDEREN, WAT IS HET EN HOE WERKT HET? Geraadpleegd op 11 januari 2018, van https://www.movisie.nl/sites/movisie.nl/files/publication-attachment/Onderzoeksrapport-een-maatje-voor-iedereen%20%5BMOV-7517151-1.0%5D.pdf
Verhoeven, N. (2011). Wat is onderzoek? (4e ed.). Amsterdam, Nederland: Boom Lemma.
Klik voor meer informatie en voorbeelden op de onderstaande link:
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.