Inleiding
Wat is het belang van deze PIT “KKJ”
De mbo-verpleegkundige krijgt in het tweede leerjaar van de opleiding verdiepingen in diverse branches. Kind, kraam en jeugd is een onderdeel van deze brancheverdieping. In een periode van vijf weken krijgt de leerling kennis over deze doelgroepen.
Verwachtingen
- De student maakt deel uit van een scrumgroep en maakt kennis met de methode scrum.
- De student oriënteert zich samen met haar leergroep op de leervragen.
- De student formuleert een persoonlijke leervraag en leerdoel.
- De student doet actief mee.
- Fouten maken mag.
- Vragen stellen mag.
- De student is samen met haar scrumgroep verantwoordelijk voor de opleveringen.
Ter inspiratie
Verantwoording
Werkprocessen en kerntaken
B1-K1-W2: onderkent dreigende of bestaande gezondheidsproblemen
Kennis: Kennis van anatomie, fysiologie en pathologie en ontwikkelingspsychologie toegespitst op veel voorkomende ziektebeelden / syndromen / biopsychosociale problemen uit de branches ZH, GGZ en GHZ en mogelijke gevolgen / complicaties / signalen daarbij; instrumenten voor observatie, registratie, redeneerhulpen, risico-inventarisatie en signalering in de branches ZH, GGZ en GHZ (bijv. EWS, normaalwaarden, SBAR, DOS, GAF, GOLD e.v.a.); observatiemethoden en technieken; vormen van preventie; beroepscode; patiëntveiligheid, brandveiligheid en preventie,
Gedrag: haalt de belangrijkste gegevens adequaat uit informatie van collega's en deskundigen van andere disciplines, overdrachten en onderzoeken; toont respect voor de ervaringsdeskundigheid van de zorgvrager, naastbetrokkenen en/of ervaringsdeskundigen; toont actief aandacht voor de beleving van veiligheid en welbevinden door zorgvrager en naastbetrokken; reageert adequaat op (non)verbale signalen van de zorgvrager en naastbetrokkenen; reageert adequaat bij acute gezondheidsproblemen; rapporteert bevindingen nauwkeurig en volledig in correct Nederlands; consulteert deskundigen indien nodig
B1-K1-W4: Biedt persoonlijke verzorging en monitort welbevinden
Kennis: (on)mogelijkheden op basis van de pathologie van de zorgvrager; begeleidingsstijlen; gespreksvormen en –technieken; verschillende culturen, levensovertuigingen en religies
Gedrag: houdt bij de persoonlijke verzorging actief rekening met mogelijkheden, wensen en gewoonten van de zorgvrager en naastbetrokkenen; toont respect voor de eigenheid en privacy van de zorgvrager en naastbetrokkenen; motiveert de zorgvrager en naastbetrokkenen op een overtuigende manier tot haalbare activiteiten; let adequaat op het gedrag en welbevinden van de zorgvrager; bespreekt tijdig bevindingen met de zorgvrager en naastbetrokkenen; informeert betrokkenen volledig en op tijd.
B1-K1-W7: Geeft voorlichting, advies en instructie
Kennis: Anatomie, fysiologie en pathologie van veel voorkomende aandoeningen in de branche; vormen van preventie en de rol van voorlichting daarin; methoden en vormen van GVO als informatie verstrekken, demonstreren / instructie geven, (psycho)educatie en begeleiding; stappen van het voorlichtingsproces; veiligheid rondom wonen / leven / medicatie / behandeling etc.; gezond gedrag; heeft inzicht in gezondheidsrisico’s behorend bij de doelgroep; wetgeving ( jeugdwet, WGBo, Wet Big); financiering en sociaal-maatschappelijke vraagstukken; ethische vraagstukken; organisaties en instanties en hun specialisatie / mogelijkheden; hospitalisatie van zorgvrager en zorgverlener; sociale kaart; Nederlands;
Gedrag: methodisch gezond gedrag stimuleren; kan een goed voorlichtingsplan maken; kiest voorlichtingsmaterialen, hulpmiddelen of instructiematerialen die aansluiten bij het onderwerp en de mogelijkheden van de zorgvrager en naastbetrokkenen; legt onderwerpen duidelijk en correct uit passend bij het kennis- en taalniveau van de zorgvrager en naastbetrokkenen; checkt proactief of voorlichting, advies en instructie aansluiten bij de beleving, behoefte en mogelijkheden van de zorgvrager en naastbetrokkenen; checkt regelmatig of informatie goed is overgekomen.
B-K2-W2: werkt samen met anderen
Kennis: Heeft gespecialiseerde kennis van interprofessioneel en interdisciplinair samenwerken; overlegvormen; kwaliteitszorgsystemen protocollen m.b.t. gezondheid, hygiëne, veiligheid, incidentmeldingen, ARBO, milieu, kwaliteitszorg, ergonomisch en kostenbewust werken taken en rollen van andere disciplines in de branche en weet wanneer op wie een beroep gedaan kan worden
Gedrag: Zorgt er uit zichzelf voor dat betrokken disciplines over de juiste informatie beschikken; raadpleegt tijdig betrokken disciplines; maakt adequaat de vertaalslag van het advies van de experts (arts, fysiotherapeut) naar het dagelijks leven, de wensen en behoeften van de zorgvrager; kan feedbackvaardigheden toepassen; kan reflectievaardigheden toepassen; kan vergadervaardigheden toepassen; actief deelnemen aan overleggen; punten inbrengen; mening geven; kan constructief bijdragen aan een goed werkklimaat
Vijf stappenmodel
Je gaat aan de slag met een PIT (project in thema), met een aantal medestudenten. Dat ga je doen volgens de werkwijze van scrum@school. Een PIT bestaat uit 5 stappen
- Stap 1: Een oriëntatie op leervragen
- Stap 2: Persoonlijke leervraag formuleren
- Stap 3: Bronnen zoeken en leeractiviteiten uitvoeren
- Stap 4: Opleveren van producten en zichtbaar maken van leeropbrengst
- Stap 5: Waardering van de producten en reflectie gericht op de leervragen
Beoordeling
Reflectie
Retro uitgebreid
= uitgebreide evaluatie team en teamleden
Bij de retro uitgebreid evalueert het team samen het functioneren van het team als geheel. Daarnaast wordt ook het functioneren van de afzonderlijke teamleden geëvalueerd.
Teamreflectie
- Geef elkaar feedback (tip/top) over de samenwerking en over de kwaliteiten die iemand ingezet heeft.
- Evalueer definition of done en definition of fun.
- Hoe vinden jullie dat het gaat met het ophangen van het scrumbord, de Stand-up en de planning?
- Wat kan komende periode beter? Gebruik hiervoor de antwoorden op vragen hierboven.
Noteer dit in jullie logboek.
Individuele reflectie
- Geef aan welke kwaliteiten jij hebt ingezet afgelopen periode en omschrijf hoe jij die hebt ingezet.
- Schrijf over je kwaliteiten wat al goed gaat en wat beter kan. Geef ook duidelijk aan waarom iets goed gaat en waarom iets beter kan.
- Omschrijf van je teamgenoten minimaal 1 kwaliteit die goed gaat en 1 kwaliteit die beter kan (zie teamreflectie). Ook hier weer aangeven waarom.
- Wat heb je geleerd van de kwaliteiten van je groepsgenoten? Zijn er kwaliteiten die jij ook zou willen hebben? En waarom dan?
- Heb je ook nieuwe kwaliteiten bij jezelf ontdekt?
- Aan welke kwaliteiten wil jij de volgende periode werken en hoe kunnen jouw teamgenoten jou daarbij ondersteunen?
Hieronder vind je formulieren die je kunt gebruiken voor deze PIT:
Lesinhoud
Branche Kraam, kind en jeugd in het ziekenhuis
Inleiding:
Tijdens deze PIT ga je je oriënteren op de branche KKJ. De PIT bestaat uit een aantal sprints met daarbij een eindopdracht waarmee je de PIT afrond.
Leervragen:
- Welke samenwerking met andere disciplines is nodig om de kwaliteit van de verpleegkundige zorg aan zorgvragers binnen de verloskunde te kunnen bewaken?
- Hoe ziet de voorlichting in Nederland eruit aan ouders van een pasgeboren baby en hoe denk jij dat dit verbeterd kan worden?
- Hoe ziet de persoonlijke zorg van het zieke kind in het ziekenhuis eruit en welke problemen kunnen daarbij een rol spelen
- Wat is nodig voor het geven van juiste voorlichting?
Deze opdrachten horen bij de volgende werkprocessen:
- B1-K1-W7: Geeft voorlichting, advies en instructie
- B1-K1-W2: Onderkent dreigende of bestaande gezondheidsproblemen
- B1-K1-W4: Biedt persoonlijke verzorging en monitort welbevinden
- B1-K2-W2: Werkt samen met anderen
Sprint 0
Opdracht (Definition of Done)
Een voorlichtingsplan schrijven over
Werkwijzen:
- Tijdens deze PIT werk je samen in een scrumgroep
- Tijdens deze PIT werk je volgens de methode scrum
|
Product Backlog
|
Sprint Backlog
|
- Voorbereiding
|
- Teamvorming
- Definition of Fun formuleren
- Scrumbord maken
|
- Kennis opdoen
|
Kennis aantonen van:
|
- Casus maken
|
|
- Voorlichtingsplan maken
|
- Voorlichtingsplan individueel uitgewerkt
- Beoordelen d.m.v. peerfeedback
|
|
Sprint 0 Voorbereiding
|
|
Product Backlog
|
Sprint Backlog
|
To do
|
|
Voorbereiding
|
|
- Scrummaster vaststellen
- Kwaliteiten benoemen
- Naam bedenken
- Logboek maken met daarin:
- De kwaliteiten van elk scrumlid
- De leerdoelen van elk scrumlid
|
- Kennis maken met scrum en opstarten
|
- Uitleg docent
- DoF formuleren
|
|
|
|
|
DoD (Definition of Done) sprint 0 :
- Scrumteams zijn gevormd op basis van kwaliteiten
- Leerdoel van elk scrum lid is geformuleerd
- Scrumbord is ingericht
|
Sprint 1
|
Sprint 1 Kennis opdoen
|
|
Product Backlog
|
Sprint Backlog
|
To Do
|
|
Kennis opdoen
|
|
- Bestudeer:
- Thema 2 “De normale zwangerschap” Boek Ziekenhuis 1 Hoofdstuk 5.1,5.2, 5.3
- Thema 3 “De normale bevalling”
Boek Ziekenhuis 1 Hoofstuk 10, 11, 12
|
|
|
- Individueel:
Maak opdrachten uit het werkboek Ziekenhuis1:
- Ontstaan en ontwikkeling van de zwangerschap
Opdracht 1, 2, 6, 8, 10
- Anatomie en fysiologie van de normale bevalling
Opdracht 1, 2, 5, 6, 9
- Verpleegkundige zorg tijdens de bevalling
Opdracht 1, 2, 5, 6, 10
- Verpleegkundige zorg direct na de bevalling
Opdracht 2, 4, 5, 6, 7,9
|
|
|
- Scrumgroep:
Schrijf een casus van een zorgvrager die je kan tegenkomen op de verloskundeafdeling van het ziekenhuis. (maak hierbij gebruik van het werkboek)
Je kan hierbij kiezen uit de volgende
patiëntencategorieën:
- een barende vrouw
- een kraamvrouw
In de casus beschrijf je:
- Typering zorgvrager
- Verpleegproblemen die betrekking hebben op basis van gebrek aan kennis, houdingsaspecten en gedrag (zie format voorlichtingsplan)
|
|
|
- Scrumgroep:
Maak een rode loper van het ziektebeeld uit de casus die jullie hebben geschreven.
|
|
|
- Verpleegkundige diagnose uitwerken
|
- Scrumgroep:
Schrijf bij de casus 3 verpleegkundige diagnoses volgens de PES structuur. Maak gebruik van de elf gezondheidspatronen van Gordon en het boek Carpenito
|
- Verpleegdoelen formulieren en interventies uitwerken
|
- Scrumgroep:
Formuleer per verpleegkundige diagnoses een verpleegdoel die RUMBA geformuleerd is en beschrijf de verpleegkundige interventies om het doel te behalen.
Maak gebruik van het boek Carpenito
|
|
|
|
- Scrumgroep:
Met welke disciplines moet er een samenwerking plaatsvinden om de verpleegdoelen te kunnen behalen en de kwaliteit van zorg bewaakt wordt
- Benoem de verschillende disciplines
- Benoem middelen die de verschillende disciplines op de afdeling gebruiken om kwaliteit van zorg te kunnen bieden
- Geef een overzicht van de samenwerkingsmogelijkheden tussen de verschillende disciplines en beargumenteer waarom de samenwerkingsmogelijkheden invloed kunnen hebben op de kwaliteit van zorg
|
|
DoD Sprint 1:
- Opdrachten in het werkboek zijn individueel door de student gemaakt in
- Een uitgewerkte casus, zoals beschreven in de opdracht
- In de casus drie uitgewerkte verpleegproblemen die tijdens in het voorlichtingsplan aan de orde kunnen komen.
- Het ziektebeeld is uitgewerkt aan de hand van een rode loper
- De verpleegkundige diagnoses zijn volgens de PES structuur uitgewerkt
- De verpleegdoelen zijn geformuleerd volgens RUMBA-eisen
- Interventies zijn beschreven
- Overzicht van verschillende samenwerkingsmogelijkheden
|
Sprint 2
|
Sprint 2 Kennis opdoen
|
|
Product Backlog
|
Sprint Backlog
|
To Do
|
|
Kennis opdoen
|
|
- Bestudeer:
- Thema 4 “Het normale kraambed”
Boek Ziekenhuis 1 Hoofdstuk 14 en H15.1, 15.2, 15.3
- Thema 5 “Normale groei, ontwikkeling en verzorging”
Boek Ziekenhuis 1 Hoofdstuk 16.4.1, 16.4.3, 16.5.1, 16.5.6
- Thema 5 “Normale groei, ontwikkeling en verzorging”
Boek Ziekenhuis 1 Hoofdstuk 17.2.2, 17.3.1, 17.3.2, 17.4.3, 17.5
|
|
|
- Individueel:
Maak opdrachten uit het werkboek Ziekenhuis 1:
14. Voeding van de pasgeborene
Opdracht 1, 3, 5, 6, 7, 9, 11, 12,
15. Verzorging van de pasgeborene
Opdracht 1, 3, 6, 7
16. Groei, ontwikkeling en verzorging van de zuigeling
17. Groei, ontwikkeling en verzorging van de peuter
Opdracht 2, 9, 10
|
|
|
|
- Scrumgroep:
Beschrijf in een mind map hoe de voorlichting er uit ziet aan ouders van pasgeboren baby’s in de eerste 3 maanden na de geboorte. In de mindmap worden de volgende items benoemd:
- Welke disciplines geven binnen deze periode voorlichting aan ouders van een pasgeboren baby?
- Op welke manier kunnen de verschillende disciplines voorlichting geven?
- Wat is de inhoud van de verlichting per discipline?
|
|
|
- Gevaren, groei, ontwikkeling, zuigeling 3 maanden
|
- Scrumgroep:
Beschrijf de mogelijke gevaren die een normale groei en ontwikkeling van een zuigeling tot 3 maanden in de weg kan staan.
- Wat is de normale groei en ontwikkeling van een zuigeling?
- Wat zijn mogelijke gevaren?
- Wat zijn belangrijke adviezen ten aanzien van de verzorging om deze gevaren tijdig te onderkennen?
|
|
|
- Voorlichting lichamelijk zorg zuigeling
|
- Scrumgroep:
Presenteer een voorlichting aan ouders over een aspect die te maken heeft met de lichamelijke verzorging van een zuigeling
- Neem 1 item ten aanzien van de lichamelijke verzorging. Hierbij valt te denken aan badderen, luier verschonen of fles geven, etc.
- Zoek uit welke aandachtspunten belangrijk zijn ten aan zien van deze handeling en neem dit mee in je voorlichting.
- Presenteer het resultaat in de klas.
|
|
DoD sprint 2:
- Opdrachten in het werkboek zijn individueel door de student gemaakt
- Uitgewerkte Mindmap op posterformaat of digitaal (scrumgroep bespreekt dit met de docent)
(digitaal kan dit via https://bubbl.us/ of www.mindmeister.com/nl
- Overzicht/ schema van de mogelijke gevaren en adviezen
- Presentatie aan de klas d.m.v. PowerPoint (eind week 2)
|
Sprint 3
|
Sprint 3 Kennis opdoen
|
|
Product Backlog
|
Sprint Backlog
|
To Do
|
|
Kennis opdoen
|
|
- Bestudeer:
- Thema 5 “Groei, ontwikkeling en verzorging”
Boek Ziekenhuis 1 Hoofdstuk 18.3.1, 18.4.5,
- Thema 5 “Normale groei, ontwikkeling en verzorging”
Boek Ziekenhuis 1 Hoofdstuk
19.3.1, 19.4.2, 19.5
- Thema 5 “Normale groei, ontwikkeling en verzorging”
Boek Ziekenhuis 1 Hoofdstuk
20.2.1, 20.2.3, 20.5
|
|
|
- Individueel:
Maak opdrachten uit het werkboek Ziekenhuis 1:
18. Groei, ontwikkeling en verzorging van de kleuter
Opdracht 4, 7
19. Groei, ontwikkeling en verzorging van het schoolkind
Opdracht 4
20. Groei, ontwikkeling en verzorging van een puber
Opdracht 1, 2
|
|
|
- Normale ontwikkeling, zorgaspecten, aandoeningen
|
- Scrumgroep:
Maak een presentatie over een zorgvrager die je tegen kan komen op de kinderafdeling van het ziekenhuis. De vijf leeftijdscategorieën die in het boek staan worden verdeeld over de scrumgroepen. Ieder groep werkt 1 leeftijdscategorie uit en beschrijft het volgende:
- Beschrijf diverse aandoeningen die passen bij de leeftijdscategorie
- Benoem de normale ontwikkeling behorende bij deze leeftijd
- Werk de zorgaspecten ten aanzien van de lichamelijke verzorging, de psychosociale verzorging en de voedingsbehoefte uit
- Benoem mogelijke bedreigingen en/of complicaties die kunnen ontstaan en beschrijf welke keuzes jij maakt bij het signaleren hiervan
- Benoem het belang van rooming-in en ouderparticipatie voor jullie leeftijdscategorie
|
|
DoD sprint 3:
- Opdrachten in het werkboek zijn individueel door de student gemaakt
- Presentatie zorgvrager kinderafdeling
|
Sprint 4
|
Sprint 4 Kennis opdoen
|
|
Product Backlog
|
Sprint Backlog
|
To Do
|
|
Voorlichtingsplan maken + verslag
|
|
- Maak een verslag van sprintopleveringen 1, 2, 3 en 4
|
|
|
- Schrijf individueel een voorlichtingsplan voor de zorgvrager die beschreven is bij sprint 1.
|
- Beoordeel een voorlichtingsplan van de individuele student
|
- Beoordelen individuele voorlichtingsplan via It’s learning.
- Maak gebruik van de criteria voorlichtingsplan
|
|
DoD sprint 4:
- Verslag sprint 1,2, 3 en 4 (Houd de algemene regels voor de layout voor het schrijven van een verslag aan.)
- Voorlichtingsplan volgens het format stappenplan (laatste maandag in week 4)
- Beoordeling van het voorlichtingsplan door middel van peerfeedback
|
Bronnen
BEOORDELINGSLIJST PIT5
