De foto hieronder is genomen in Lissabon. Kijk goed naar de foto, naar de mensen op de foto en naar de omgeving.
Benoem eens wat je ziet.
Wat kun je zeggen over de omgeving? Stad of platteland? Rijk of arm? Wonen of werken? Waaruit maak je dat op?
Wat kun je zeggen over de mensen op de foto. Wat hebben ze gemeen? Wat zijn de verschillen? Waar komen ze vandaan?
Deze opdracht gaat over mensen met verschillende etnische, culturele, godsdienstige achtergronden die samenleven in dezelfde omgeving. Wat gebeurt er met hen en hoe beïnvloeden ze elkaar?
Wat ga je leren?
Migratie is van alle tijden en raakt alle gemeenschappen. De redenen om te vertrekken van je geboortegrond naar een nieuwe bestemming zijn zo divers als er mensen zijn.
In deze opdracht staan Portugal, Angola, Brazilië en Nederland centraal. De eerste drie landen zijn door een koloniale geschiedenis met elkaar verbonden en door een gemeenschappelijke taal. Dat speelt een rol in migratie tussen de landen onderling.
Waar je in deze les ‘migranten’ leest, gaat het dus vooral om migranten van Brazilië en Angola naar Portugal en van Portugal naar Brazilië en Angola.
In ‘Migranten in Nederland’ komen verschillende motieven voor migratie aan de orde.
Hoofdvraag
Hoe beïnvloeden deze migranten hun nieuwe omgeving en hoe worden ze zelf door de oorspronkelijke bewoners in hun nieuwe omgeving beïnvloed?
Deelvragen
Waar trekken de migranten uit deze les naartoe? Waarom komen ze daar terecht?
Blijven ze daar voor lange tijd wonen? Wat beïnvloedt die keuze?
Wat zijn de effecten op de samenleving? Welke veranderingen kun je waarnemen over langere tijd?
Houden migranten vast aan hun eigen cultuur, nemen ze elementen over van hun nieuwe omgeving of passen ze zich geheel aan?
Neemt het gastland cultuurelementen over van de migranten?
Met deze vragen beoordeel je verschillende situaties in Portugal, Angola en Nederland.
Begrippen
Aan het eind van deze les:
ken je de volgende begrippen:
taal
godsdienst
cultuur
cultuurgebied
transnationale identiteit
diffusie.
kun je aangeven waarom concentraties van bepaalde groepen inwoners met een migratieachtergrond zich voordoen in bepaalde gemeenten in Nederland.
Wat ga je doen?
Activiteiten
Vooraf
Voorkennis
Bestudeer de Kennisbank en maak de bijbehorende opdracht.
Aan de slag
Stap 1
Wat wordt verstaan onder cultuur en cultuurgebieden? Dat lees je hier. Je maakt een oefening.
Stap 2
Lees over de instroom van immigranten in Portugal. Omschrijf in de oefening in welke mate immigranten zich wel/niet aanpassen aan de cultuur.
Stap 3
Je leert over taal, godsdienst en minderheden in Angola. Maak een oefening over de erkenning van godsdiensten in Angola.
Stap 4
Hoe verspreid wonen de migranten in Nederland en wat is de reden van vestiging in ons land? Vergelijk kaartjes met gebieden waarin migranten zich gevestigd hebben.
Stap 5
Lees over cultuurverschijnselen die door de komst van migranten in Nederland zijn ontstaan.
Afronding
Samenvattend
Maak een begrippenlijst.
Eindopdracht
Schrijf een neutraal artikel over de discussie rond Zwarte Piet.
Examenvragen
Oefen met de bijbehorende eindexamenvragen.
Terugkijken
Kijk terug op de opdracht.
Tijd
Voor deze opdracht staat een belasting van 2 à 3 SLU.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Een centraal begrip in deze opdracht is het begrip cultuur. Hieronder verstaan we wat mensen hebben, denken en doen, alles wat door een samenleving wordt voortgebracht, materieel en immaterieel. Denk hierbij aan de cultuurelementen taal, godsdienst, wetten, normen en waarden, opvoeding en de manier van kleden, bouwen en de omgeving inrichten.
Op basis van een aantal van de hierboven genoemde cultuurelementen kun je de wereld opdelen in cultuurgebieden. Dit zijn gebieden met een dominante cultuur of een aantal culturen die sterk op elkaar lijken. De reikwijdte van een cultuurgebied is altijd een momentopname omdat culturen en de gebieden waarin ze voorkomen constant veranderen.
Cultuurelementen verspreiden zich. Dit noemt men diffusie.
Oorspronkelijk gebeurde dit door kolonisatie en migratie. Tegenwoordig ook door internationale handel, toerisme en moderne communicatiemiddelen zoals internet.
Wanneer mensen emigreren naar een ander land nemen ze hun eigen cultuur mee. Op de plaats van bestemming komen ze in aanraking met een andere cultuur. De reacties van de migranten daarop zijn zeer verschillend. Over het algemeen kun je drie soorten reacties onderscheiden:
Mensen die de nieuwe cultuur afwijzen en zo veel mogelijk hun oorspronkelijke culturele achtergrond vasthouden. Vaak gepaard gaand met het voornemen om uiteindelijk terug te keren naar het land van herkomst. Denk bijvoorbeeld aan Molukkers die na de koloniale oorlogen in Indonesië naar Nederland kwamen. Velen van hen wilden zo snel mogelijk terug naar de Molukken, naar een eigen Molukse Republiek.
Mensen die elementen van de nieuwe cultuur overnemen en voor zichzelf een leefbare mix van de oude en nieuwe cultuur maken. Hier kun je spreken van het ontstaan van een transnationale identiteit.
Het lijkt erop dat mensen in twee landen leven, in hun nieuwe land, maar ook in verbondenheid met het land dat ze achterlieten en waarin ze nog steeds geïnteresseerd zijn en/of belangen hebben.
Ze mogen er misschien nog stemmen, gaan er naartoe op vakantie, volgen het nieuws, enzovoort.
Mensen die hun oorspronkelijke cultuur achter zich laten en zich vooral de nieuwe cultuur eigen maken. Ze assimileren, gaan op in de nieuwe cultuur. Of ze nemen zoveel van hun nieuwe omgeving op, dat ze goed integreren in die samenleving. Met behoud van eigen cultuurkenmerken.
Stap 2: Portugal
De Portugese samenleving is heel lang een cultureel homogene samenleving geweest. De godsdienst van de mensen was overwegend rooms-katholiek, de taal Portugees. Er waren wel wat regionale verschillen, maar die zorgden niet voor wrijvingen.
Tegenwoordig zie je vooral in de grote steden Lissabon en Porto mensen uit de vroegere koloniën Kaapverdië, Brazilië, Mozambique en Angola. Op momenten dat het in een van deze landen economisch slechter gaat of politiek onrustiger wordt, neemt het aantal emigranten richting Portugal toe. De keuze voor Portugal ligt voor de hand vanwege de oude banden en belangrijke gemeenschappelijke cultuurelementen als taal en godsdienst. Vaak is ook sprake van kettingmigratie: anderen gingen hen voor en via hen is het nodige bekend over de bestemming.
Sinds de val van het IJzeren Gordijn en de aansluiting van voormalige Oostbloklanden bij de EU, is ook het aantal immigranten daar vandaan toegenomen. Deze mensen hebben een christelijke achtergrond maar spreken wel een andere taal. De meesten hebben inmiddels Portugees geleerd.
In bovenstaand kaartje is de instroom van Oost-Europese migranten nog niet zichtbaar. Waarschijnlijk omdat ze in 2001 niet de Portugese nationaliteit hadden.
Portugal als emigratieland
Portugal is niet alleen een immigratieland maar ook een emigratieland. Binnen de EU behoort het tot de minder welvarende landen. Wanneer er economisch slechtere periodes aanbreken, vertrekken er Portugezen. Ze gaan naar andere EU-landen, Amerika of naar de oude koloniën op zoek naar een beter bestaan.
Stap 3: Angola
Taal
In Angola leven verschillende stammen met ieder hun eigen taal in een eigen gebied. De meeste inwoners spreken daarnaast Portugees. Door de oorlog zijn veel lokale tradities en gebruiken verdwenen. En de strijd heeft veel mensen weggejaagd uit de eigen regio. Op het moment dat mensen wegtrekken uit hun geboortestreek, vooral richting de grote steden, is de eigen taal niet meer toereikend om met iedereen te communiceren. Portugees is binnen Angola daardoor de “lingua franca” geworden, de algemene taal die gebruikt wordt als communicatiemiddel tussen de verschillende bevolkingsgroepen.
Godsdienst
Angola is wat godsdienst betreft officieel homogeen. Daar hebben indertijd de Portugese missionarissen voor gezorgd. Vooral in de kuststreken zijn veel aanhangers van christelijke geloofsrichtingen. Het Rooms-katholicisme is de grootste stroming. Daarnaast zijn er aanhangers van protestantse stromingen. Voor de meeste mensen is het christelijke geloof doorspekt met elementen uit de traditionele natuurgodsdiensten. Je vindt er veel waarzeggers en gebedsgenezers.
Voedsel
Aan wat mensen eten is ook vaak culturele diffusie af te lezen. De Angolese keuken is erg beïnvloed door de Portugese keuken. Een groot deel van het voedsel in de hoofdstad Luanda wordt geïmporteerd en is daardoor erg duur. De landbouw in het land zelf komt, maar moeizaam op gang, mede door de vele landmijnen die nog overal liggen. Het is naast de hoge transportkosten en de corruptie mede reden dat ook dit voedsel uit eigen land duur is.
Minderheden
Sinds het einde van de oorlog en het aanbreken van economisch betere tijden werd Angola aantrekkelijk als immigratieland. Er kwamen mensen met een andere culturele achtergrond. Het gaat om Portugezen, Chinezen en West-Afrikanen. Daar blijkt men niet zo makkelijk mee om te gaan binnen de Angolese samenleving.
De Portugezen – inmiddels een groep van rond de 100.000 groot – lukt het nauwelijks te integreren in de lokale samenleving. Ze gaan vooral om met mensen uit de eigen gemeenschap. De Chinezen komen vooral om te werken. Vanwege gele koorts en de dagelijkse aanvallen op Chinezen keren velen terug naar China.
De meestal illegale West-Afrikaanse immigranten proberen vaak als taxichauffeur of winkelier aan de kost te komen. Zij zijn regelmatig het slachtoffer van de razzia’s die de Angolese politie houdt om illegalen op te pakken, gevangen te zetten en vervolgens te deporteren.
Stap 4: Migranten in Nederland
Verspreiding migranten in Nederland
Waar immigranten zich in Nederland vestigen, wil nogal eens verschillen per groep. De oorzaak is meestal te vinden in de periode waarin zo’n groep zich in Nederland vestigde en in hoeverre de overheid daarbij ingegrepen heeft. Zo werden Molukkers door de Nederlandse overheid bij elkaar gehuisvest, bijvoorbeeld in voormalig kamp Westerbork.
Daarnaast speelt kettingmigratie een rol.
Werk
Mensen die gekomen zijn in de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw kwamen om als arbeidskrachten te werken in de industrie. Denk hierbij aan Italianen, Spanjaarden, Joegoslaven, Turken en Marokkanen. Ze kwamen onder meer terecht in de toenmalige textielstad Enschede, waar de textielfabrieken nauwelijks voldoende personeel konden vinden.
Ook Polen zijn in de buurt van hun werk gaan wonen, bijvoorbeeld in de gebieden met arbeidsintensieve landbouw en veeteelt zoals in het Westland of Flevoland en de varkenshouderijen in Brabant.
Demobilisatie
Rond de Indonesische onafhankelijkheid zijn de Molukkers in Nederlandse militaire dienst in Nederland gedemobiliseerd met het idee dat ze uiteindelijk weer naar de Molukken zouden terugkeren.
Door omstandigheden in de wereldpolitiek is dat niet gebeurd. Zij hebben zich gevestigd in speciale woonwijken in de buurt van de demobilisatiecentra/woonoorden waar ze in eerste instantie terechtkwamen.
Asielzoekers
De nationale overheid verplicht gemeenten om elk jaar een bepaald aantal asielzoekers die hun verblijfsstatus hebben ontvangen, te huisvesten. De aantallen zijn afhankelijk van het inwoneraantal van een gemeente. Bepaalde groepen Nederlanders met een migratieachtergrond zie je daarom verspreid over het land wonen. Denk hierbij aan voormalig Joegoslaven, Iraniërs, Irakezen, Somaliërs.
Dat mensen daarna op eigen gelegenheid ook nog kunnen verhuizen, zorgt ervoor dat er op bepaalde plekken concentraties Nederlanders met een migratieachtergrond ontstaan, o.a. van Somaliërs in Tilburg.
Mensen met een vergelijkbare achtergrond zoeken elkaar op, zeker als men een deel van de eigen cultuur in ere wil houden. In groepsverband is dat makkelijker. Denk aan het oprichten van een moskee, school of een bepaald winkelaanbod.
Grens
Veel Duitsers en Belgen hebben zich net over de grens in ons land gevestigd. Net als veel Nederlanders dat andersom ook gedaan hebben. De gemeentes langs de grens hebben in verhouding dan ook een hoger percentage inwoners vanaf de andere kant van die grens.
Stap 5: Diffusie van cultuur
Diffusie van cultuurverschijnselen
Wat hebben Nederlanders overgenomen van de nieuwkomers? Of zijn deze cultuurverschijnselen op een andere manier verspreid? De kleding die we dragen (spijkerbroeken), het voedsel dat we eten (bijvoorbeeld pasta) en de sporten die we beoefenen (voetbal, judo) zijn voor een groot deel afkomstig uit andere landen of werelddelen. Zo is bijvoorbeeld de verspreiding van Surinaamse eethuisjes over Nederland gekoppeld aan de aanwezigheid van een Surinaamse bevolkingsgroep.
Zo is er ook een verband tussen nieuwe namen in Nederland en de aanwezigheid van bepaalde bevolkingsgroepen met een migratieachtergrond.
Met dit onderwerp ga je zelf aan de slag. Het is slechts een voorbeeld van hoe lokale cultuur wordt beïnvloed.
Afronding
Samenvattend
Bij 'Wat ga je leren?' worden de volgende begrippen genoemd.
Geef zelf een omschrijving van deze begrippen.
Cultuurgebied
Culturele diffusie
Transnationale identiteit
Bespreek daarna de begrippen met een klasgenoot.
Eindopdracht: Zwarte piet
Bekijk de volgende video.
Beschrijf daarna, neutraal, de maatschappelijke discussie rond “zwarte piet”.
Schrijf een artikel. Hoe je dat doet, lees je in de gereedschapskist.
Gebruik daarbij de volgende begrippen:
Godsdienst
Cultuur
Diffusie
Cultuurgebied
Laat je artikel beoordelen door je docent.
Beoordeling
Naast de beoordelingscriteria voor het schrijven van een artikel, zal je docent letten op de volgende punten:
Heb je in je artikel de vier genoemde begrippen verwerkt?
Geeft je artikel duidelijk en helder weer hoe de discussie over zwarte piet wordt gevoerd?
Heb je bewust niet je eigen mening daarin verwerkt?
Ziet het er origineel uit en heb je geen taalfouten gemaakt?
Een artikel is een goede manier om informatie te presenteren of een gebeurtenis te beschrijven.
Examenvragen
Op deze pagina vind je examenvragen van ExamenKracht.
De vragen sluiten zo goed mogelijk aan bij de opdracht die je net hebt afgerond.
Maak bij het beantwoorden ook gebruik van dat wat je al eerder geleerd hebt. Als je de vraag niet kunt beantwoorden, probeer het dan later opnieuw. Nadat je een vraag beantwoord hebt, kun je deze zelf nakijken en je score aangeven.
Meer oefenen?Wil je met nog meer examenvragen oefenen?
Als je school deelneemt aan VO-content kun je verder oefenen door in te loggen op ExamenKracht (www.examenkracht.nl).
Terugkijken
Intro
Lees de Introductie van de opdracht nog eens door.
Kon je iets vertellen over de omgeving en de mensen op de foto?
Wat heeft de foto met deze opdracht te maken?
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de hoofdvraag en deelvragen nog eens door.
Ga na of je na het maken van deze opdracht, antwoord kunt geven op de vragen.
Hoe ging het?
Tijd
Voor deze opdracht staat ongeveer 2,5 SLU.
Heb je de opdracht binnen dit aantal uren kunnen doen?
Inhoud
In deze opdracht wordt de cultuur in Portugal vergeleken met de cultuur in Angola.
Schrijf één ding op wat aan de orde is gekomen wat je opviel.
Samenvattend
Was het eenvoudig om de genoemde begrippen te omschrijven?
Vond je het ook zinvol om de begrippen met een klasgenoot te bespreken?
Eindopdracht
Heb je een zo neutraal mogelijk artikel geschreven over de discussie rond Zwarte Piet?
Heb je daarin de vier begrippen gebruikt?
Examenvragen
Heb je de examenvragen gemaakt? Ging het goed?
Het arrangement Culturen naast elkaar - h45 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Aardrijkskunde voor HAVO leerjaar 4 & 5. In het domein "Wereld'' wordt het thema ''Culturen naast elkaar'' besproken. Het begrip cultuur wordt uitgelegd, evenals het concept van diffusie, dat verwijst naar de verspreiding van culturele elementen. Wanneer mensen elementen uit nieuwe culturen overnemen en combineren met hun eigen cultuur, wordt dit transnationale identiteit genoemd. Portugal wordt als voorbeeld gebruikt om het fenomeen van kettingmigratie te illustreren. Mensen verhuizen naar een bepaald gebied en delen hun ervaringen met anderen, waardoor meer mensen besluiten te volgen. Vervolgens wordt ingegaan op Angola en de verschillende talen die daar worden gesproken. Om toch effectief met elkaar te kunnen communiceren, wordt Portugees gebruikt als lingua franca. Naast taalverschillen bestaan er ook andere culturele aspecten in Angola, zoals religie en voedsel, die kunnen variëren. Daarna wordt de focus verlegd naar migranten in Nederland. In de jaren '60 en '70 van de vorige eeuw kwamen er veel gastarbeiders naar Nederland, gevolgd door de rest van hun gezinnen, wat bekend staat als volgmigratie of gezinshereniging. Deze migranten hebben verschillende culturele achtergronden, waardoor er diffusie van culturele verschijnselen plaatsvindt, wat leidt tot een verrijking van de Nederlandse samenleving.
Leerniveau
HAVO 4;
HAVO 5;
Leerinhoud en doelen
Multiculturele samenleving;
Migratie;
Burgerschap;
Aardrijkskunde;
Bevolking en ruimte;
Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Aardrijkskunde voor HAVO leerjaar 4 & 5. In het domein "Wereld'' wordt het thema ''Culturen naast elkaar'' besproken. Het begrip cultuur wordt uitgelegd, evenals het concept van diffusie, dat verwijst naar de verspreiding van culturele elementen. Wanneer mensen elementen uit nieuwe culturen overnemen en combineren met hun eigen cultuur, wordt dit transnationale identiteit genoemd. Portugal wordt als voorbeeld gebruikt om het fenomeen van kettingmigratie te illustreren. Mensen verhuizen naar een bepaald gebied en delen hun ervaringen met anderen, waardoor meer mensen besluiten te volgen. Vervolgens wordt ingegaan op Angola en de verschillende talen die daar worden gesproken. Om toch effectief met elkaar te kunnen communiceren, wordt Portugees gebruikt als lingua franca. Naast taalverschillen bestaan er ook andere culturele aspecten in Angola, zoals religie en voedsel, die kunnen variëren. Daarna wordt de focus verlegd naar migranten in Nederland. In de jaren '60 en '70 van de vorige eeuw kwamen er veel gastarbeiders naar Nederland, gevolgd door de rest van hun gezinnen, wat bekend staat als volgmigratie of gezinshereniging. Deze migranten hebben verschillende culturele achtergronden, waardoor er diffusie van culturele verschijnselen plaatsvindt, wat leidt tot een verrijking van de Nederlandse samenleving.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Culturen naast elkaar
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.