Een centraal begrip in deze opdracht is het begrip cultuur. Hieronder verstaan we wat mensen hebben, denken en doen, alles wat door een samenleving wordt voortgebracht, materieel en immaterieel. Denk hierbij aan de cultuurelementen taal, godsdienst, wetten, normen en waarden, opvoeding en de manier van kleden, bouwen en de omgeving inrichten.
Op basis van een aantal van de hierboven genoemde cultuurelementen kun je de wereld opdelen in cultuurgebieden. Dit zijn gebieden met een dominante cultuur of een aantal culturen die sterk op elkaar lijken. De reikwijdte van een cultuurgebied is altijd een momentopname omdat culturen en de gebieden waarin ze voorkomen constant veranderen.
Cultuurelementen verspreiden zich. Dit noemt men diffusie.
Oorspronkelijk gebeurde dit door kolonisatie en migratie. Tegenwoordig ook door internationale handel, toerisme en moderne communicatiemiddelen zoals internet.
Wanneer mensen emigreren naar een ander land nemen ze hun eigen cultuur mee. Op de plaats van bestemming komen ze in aanraking met een andere cultuur. De reacties van de migranten daarop zijn zeer verschillend. Over het algemeen kun je drie soorten reacties onderscheiden:
Mensen die de nieuwe cultuur afwijzen en zo veel mogelijk hun oorspronkelijke culturele achtergrond vasthouden. Vaak gepaard gaand met het voornemen om uiteindelijk terug te keren naar het land van herkomst. Denk bijvoorbeeld aan Molukkers die na de koloniale oorlogen in Indonesië naar Nederland kwamen. Velen van hen wilden zo snel mogelijk terug naar de Molukken, naar een eigen Molukse Republiek.
Mensen die elementen van de nieuwe cultuur overnemen en voor zichzelf een leefbare mix van de oude en nieuwe cultuur maken. Hier kun je spreken van het ontstaan van een transnationale identiteit.
Het lijkt erop dat mensen in twee landen leven, in hun nieuwe land, maar ook in verbondenheid met het land dat ze achterlieten en waarin ze nog steeds geïnteresseerd zijn en/of belangen hebben.
Ze mogen er misschien nog stemmen, gaan er naartoe op vakantie, volgen het nieuws, enzovoort.
Mensen die hun oorspronkelijke cultuur achter zich laten en zich vooral de nieuwe cultuur eigen maken. Ze assimileren, gaan op in de nieuwe cultuur. Of ze nemen zoveel van hun nieuwe omgeving op, dat ze goed integreren in die samenleving. Met behoud van eigen cultuurkenmerken.